Regeling vervallen per 03-01-2024

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland houdende regels omtrent subsidie voor diverse activiteiten (Subsidieregeling diverse activiteiten 2021)

Geldend van 30-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland houdende regels omtrent subsidie voor diverse activiteiten (Subsidieregeling diverse activiteiten 2021)

Het college van burgemeester en wethouders,

gelet op de artikelen 3, derde lid en 4 van de Algemene subsidieverordening Westland 2016;

besluit vast te stellen de volgende subsidieregeling:

Subsidieregeling diverse activiteiten gemeente Westland 2021

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    eigen vermogen: vermogen van de subsidieaanvrager dat gevormd wordt door kapitaal, exploitatiesaldi, reserves en fondsen niet zijnde voorzieningen;

  • b.

    verordening: Algemene subsidieverordening Westland 2016;

  • c.

    GGZ: Geestelijke Gezondheidszorg;

  • d.

    NOC*NSF: Nederlands Olympisch Comité en de Nederlandse Sport Federatie;

  • e.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

  • f.

    SKT: Sociaal Kernteam Westland;

  • g.

    JGZ: Jeugdgezondheidszorg;

  • h.

    VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Artikel 2 Verhouding Algemene subsidieverordening Westland 2016

De verordening is van toepassing, voor zover in deze regeling daarvan niet wordt afgeweken.

Artikel 3 Indexering

  • 1. Het college beslist jaarlijks of indexering van een subsidiebedrag plaatsvindt.

  • 2. Wanneer subsidiebedragen worden geïndexeerd, gebeurt dit op basis van het consumentenprijsindexcijfer van het jaar voorafgaand aan het jaar van indiening van de aanvraag om subsidie.

  • 3. In afwijking van het tweede lid wordt de looncomponent van een activiteitensubsidie van € 70.000 of meer, geïndexeerd op basis van de percentages zoals deze door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten jaarlijks bekend worden gemaakt.

Paragraaf 2 Subsidiabele activiteiten diverse onderwerpen

Artikel 4 Bibliotheekwerk

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor het verzorgen van een openbare bibliotheekvoorziening die is gericht op lezen, leren en informeren.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan Bibliotheek Westland.

  • 3. Het maximale subsidiebedrag dat per jaar voor bibliotheekwerk beschikbaar is, wordt bij afzonderlijk besluit bepaald door het college.

Artikel 5 Samenwerkingsrelaties cultuur

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor het tot stand brengen van samenwerkingsrelaties met en tussen culturele instellingen, scholen, overheden, zorginstellingen, bedrijven en particulieren om de presentatie en groei van kunst en cultuur te bevorderen.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan Westland Cultuurweb voor alle culturele organisaties in de gemeente Westland.

  • 3. De subsidie bedraagt per jaar maximaal € 940.322,-.

Artikel 6 Cultuureducatie met Kwaliteit

  • 1. Het college kan één subsidie verstrekken voor de coördinatie van de rijksregeling ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan Westland Cultuurweb voor alle culturele organisaties in Westland.

  • 3. De subsidie bedraagt per jaar maximaal € 85.796,-.

Artikel 7 Publieke mediadiensten

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor het verzorgen van publieke mediadiensten op lokaal niveau als bedoeld in de Mediawet.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de aanbieder van het lokale omroepnetwerk aan wie door het Commissariaat voor de Media zendtijd is toegewezen, de WOS.

  • 3. De subsidie bedraagt per jaar maximaal € 1,30 per aangesloten wooneenheid.

Artikel 8 Museum Streek- en Tuinbouwhistorie

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor de exploitatie van het museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie Westland.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de exploitant van het Westlands Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie.

  • 3. De subsidie bedraagt maximaal € 199.359,- per jaar.

Artikel 9 WestlandTheater De Naald

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor het exploiteren van Stichting WestlandTheater De Naald.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de exploitant van WestlandTheater De Naald.

  • 3. De subsidie bedraagt maximaal € 1.210.138,- per jaar.

Artikel 10 Jeugdeducatie natuur, milieu en techniek

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor jeugdeducatie op het gebied van natuur, milieu en techniek.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan Westland Natuur en Techniek Web (WNTweb).

  • 3. De subsidie bedraagt maximaal € 95.500,- per jaar.

Artikel 11 Bevorderen aandacht techniek en technologie

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor organisatie van de First Lego League.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de coördinerende organisator van de First Lego League, de ISW.

  • 3. De subsidie bedraagt maximaal € 17.500,- per jaar.

Artikel 12 Maatschappelijke stage

  • 1. Het college kan structurele subsidies verstrekken voor het organiseren van maatschappelijke stages voor leerlingen in het voortgezet onderwijs in Westland.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de scholen voor het voortgezet onderwijs in Westland die de maatschappelijke stages organiseren.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 100.000,- per jaar. Het plafond wordt naar evenredigheid verdeeld op basis van het aantal leerlingen waarvoor subsidie kan worden verleend met een maximumbedrag per leerling dat bij afzonderlijk besluit wordt bepaald door het college.

Artikel 13 Exploitatie sporthallen

  • 1. Het college kan structurele subsidies verstrekken voor de exploitatie van Westlandse sporthallen.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de exploitant van de sporthal.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 320.000,-,- per jaar en wordt als volgt verdeeld:

    • a.

      Sporthal de Wielepet € 68.742,-;

    • b.

      de Sosefhal € 29.940,-;

    • c.

      de sporthal Quintus € 27.648,- (1 sporthal);

    • d.

      de Jan van der Valk Sporthal € 67.242,-;

    • e.

      de sporthal VELO € 36.397,- (1 sporthal).

  • 4. Wanneer de omstandigheden daar naar het oordeel van het college aanleiding toe geven, kan het bedrag dat ten behoeve van de exploitatie van een sporthal wordt verleend voor het betreffende jaar worden verhoogd, mits het subsidieplafond dat toelaat.

Artikel 14 Exploitatie zwembad De Boetzelaer

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor de exploitatie van zwembad De Boetzelaer.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de exploitant van het zwembad.

  • 3. Het subsidiebedrag dat per jaar beschikbaar is, wordt bij afzonderlijk besluit bepaald door het college.

Artikel 15 Talentontwikkeling Topsport

  • 1. Het college kan een structurele subsidie verstrekken voor de ontwikkeling en ondersteuning van Westlandse topsporttalenten.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan Stichting Topsport Westland.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 16.000,- per jaar.

Artikel 16 Activiteiten op gebied van maatschappelijke ondersteuning en jeugdwerk

  • 1. Het college kan jaarlijks structurele subsidies verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen, zoals opgenomen in het Sociaal beleidskader “Kernachtig Sociaal” en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma;

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan instellingen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en jeugdwerk.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 3.581.466,- per jaar en is als volgt verdeeld:

    • a.

      Alzheimer Nederland Afdeling Delft-Westland-Oostland, Stichting € 3.800,-;

    • b.

      Beukenrode, Stichting € 27.750,-;

    • c.

      Buddy Netwerk, Stichting voor chronisch zieken € 41.611,-;

    • d.

      Buddy Netwerk, Stichting voor mensen met dementie € 33.574,-;

    • e.

      GGZ Delfland voor DOEL Preventie € 88.250,-;

    • f.

      Jeugd Gezondheidszorg € 3.099.360,-;

    • g.

      Kleine ingrepen, Mooie gevolgen, Stichting € 29.425,-;

    • h.

      MEE Zuid-Holland Noord, voor Integrale Vroeghulp € 43.000,-;

    • i.

      MEE Zuid-Holland Noord, afdeling VTV, Stichting € 119.500,-;

    • j.

      Myosotis, Stichting € 43.515,-;

    • k.

      School’s Cool € 35.000,-;

    • l.

      Slachtofferhulp Nederland € 32.356,-;

    • m.

      Voor Elkaar Westland, Stichting € 9.800,-;

    • n.

      Vier het Leven, Stichting € 2.000,-;

    • o.

      Vitalis, Stichting € 12.000,-.

Artikel 17 Ondersteunen Voedselbank

  • 1. Het college kan één of meerdere structurele subsidies verstrekken voor activiteiten om mensen met een laag inkomen te ondersteunen zoals opgenomen in het plan Schuldhulpverlening 2020-2024.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de Voedselbank Haaglanden.

  • 3. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 15.000,- per jaar.

Artikel 18 Schoolzwemvervoer SBO De Diamant

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken aan SBO De Diamant voor schoolzwemvervoer voor één groep per jaar gedurende 30 weken.

  • 2. Deze subsidie wordt verstrekt op basis van de werkelijke kosten die gemaakt worden voor de inzet van een busje voor groepsvervoer. Voor de bepaling van de werkelijke kosten dient een offerte van een vervoersbedrijf te worden meegestuurd met de aanvraag.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 2.500,- in 2021.

Artikel 19 Groepsgerichte ondersteuning aan kwetsbare senioren en hun mantelzorgers

  • 1. Het college kan structurele subsidies verstrekken voor het bieden van groepsgerichte ondersteuning aan kwetsbare senioren en hun mantelzorgers, zonder dat daarvoor een indicatie is vereist.

  • 2. De subsidies worden verstrekt aan aanbieders van deze groepsgerichte ondersteuning in Westland.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt maximaal € 160.000,- per jaar.

Artikel 20 Welzijns- en jongerenwerk voor inwoners

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor professioneel welzijnswerk en jongerenwerk ten behoeve van de inwoners van de gemeente Westland.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de aanbieder van welzijns- en jongerenwerk in Westland die zich richt op zelfredzaamheid en deelname van de inwoners aan de samenleving, Vitis Welzijn.

  • 3. Het subsidiebedrag dat per jaar beschikbaar is, wordt bij afzonderlijk besluit door het college bepaald.

Artikel 21 Onderwijs en zorg

  • 1. Het college kan structurele subsidies verstrekken voor de Zorg- en Adviesteams en voor het organiseren van de verbinding van onderwijs en zorg in het voortgezet onderwijs in Westland.

  • 2. De subsidies worden verstrekt aan de scholen voor het voortgezet onderwijs in Westland.

  • 3. Het subsidieplafond voor de Zorg- en Adviesteams in het voortgezet onderwijs bedraagt € 38.000,- per jaar en wordt als volgt verdeeld:

    • a.

      Interconfessionele Scholengemeenschap Westland € 20.000,- en

    • b.

      Lentiz Onderwijsgroep € 18.000,-.

  • 4. Het subsidieplafond voor het organiseren van de verbinding tussen onderwijszorg en jeugdzorg bedraagt € 54.000,- per jaar en wordt als volgt verdeeld:

    • a.

      Interconfessionele Scholengemeenschap Westland € 42.880,- en

    • b.

      Lentiz Onderwijsgroep € 10.720,-.

Artikel 22 Belangenbehartiging mensen met een beperking

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor belangenbehartiging ten behoeve van mensen met een lichamelijke beperking of chronische ziekte in Westland.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan Stichting Platform Gehandicapten Westland.

  • 3. De subsidie bedraagt maximaal € 28.500,- per jaar.

Artikel 23 Belangenbehartiging ouderen

  • 1. Het college kan één structurele subsidie verstrekken voor belangenbehartiging ten behoeve van ouderen.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de Stichting Seniorenraad Westland.

  • 3. De subsidie bedraagt maximaal € 5.000,- per jaar.

Artikel 24 Organisatie dodenherdenking en Koningsdag

  • 1. Het college kan structurele subsidies verstrekken voor de jaarlijkse organisatie van de Nationale Herdenking op 4 mei en de viering van Koningsdag.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de Westlandse oranjecomités en –verenigingen en het 4 mei comité De Lier.

  • 3. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 54.776,- per jaar en wordt als volgt verdeeld:

    • a.

      voor de organisatie van de Nationale Herdenking op 4 mei in de kernen De Lier, Monster, Naaldwijk, ’s-Gravenzande, Poeldijk en Wateringen, ontvangen de organiserende comités ieder een bedrag van € 850,-;

    • b.

      voor de organisatie van activiteiten op Koningsdag wordt de helft van het resterende budget gelijkelijk onder de organiserende comités verdeeld;

    • c.

      voor de berekening van een aanvullend bedrag dat aan het subsidiebedrag voor de organisatie van activiteiten op Koningsdag wordt toegevoegd, wordt de andere helft van het resterende budget door het totaal aantal jeugdige inwoners - tot en met 18 jaar - van de gemeente Westland gedeeld. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal jeugdige inwoners van de betreffende kern.

Paragraaf 3 Incidentele subsidies diverse activiteiten

Artikel 25 Incidentele subsidies cultuur

  • 1. Het college kan een of meerdere incidentele subsidies verstrekken voor innovatieve culturele activiteiten in algemene zin.

  • 2. Voor dezelfde activiteit wordt maximaal één subsidie verstrekt.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt voor:

    • a.

      activiteiten of producten met een winstoogmerk;

    • b.

      een benefiet- of ledenwervingsactiviteit;

    • c.

      een activiteit of product van politieke, religieuze of levensbeschouwelijke aard;

    • d.

      cursorische activiteiten;

    • e.

      liturgische vieringen;

    • f.

      jubilea of andere feestelijke evenementen;

    • g.

      een activiteit of product waarvoor door de gemeente reeds subsidie uit hoofde van een andere regeling wordt verstrekt.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 15.100,- per jaar.

Artikel 26 Incidentele subsidies sport

  • 1. Het college kan een of meerdere incidentele subsidies verstrekken voor innovatieve activiteiten op het gebied van sport in algemene zin.

  • 2. Voor dezelfde activiteit wordt maximaal één subsidie verstrekt.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 32.200,- per jaar.

Artikel 27 Incidentele subsidies Topsport Westland

  • 1. Het college kan één of meerdere incidentele subsidies verstrekken voor:

    • a.

      deelname van Westlandse topsportverenigingen aan internationale kampioenschappen en competities;

    • b.

      de organisatie van topsportevenementen.

  • 2. Het subsidieplafond voor deelname van Westlandse topsportverenigingen aan internationale kampioenschappen en competities of de organisatie van topsportevenementen bedraagt € 34.000,- per jaar.

Artikel 28 Incidentele subsidies welzijn

  • 1. Het college kan een of meerdere incidentele subsidies verstrekken voor innovatieve activiteiten op het gebied van welzijn in algemene zin.

  • 2. Voor dezelfde activiteit wordt maximaal één subsidie verstrekt.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt voor:

    • a.

      activiteiten of producten met een winstoogmerk;

    • b.

      een benefiet- of ledenwervingsactiviteit;

    • c.

      een activiteit of product van politieke, religieuze of levensbeschouwelijke aard;

    • d.

      cursorische activiteiten;

    • e.

      liturgische vieringen;

    • f.

      jubilea of andere feestelijke evenementen;

    • g.

      een activiteit of product waarvoor door de gemeente reeds subsidie uit hoofde van een andere regeling wordt verstrekt.

    • h.

      een exploitatietekort en/of kosten voor een verbouwing van een accommodatie.

  • 4. Het subsidieplafond bedraagt € 0,- voor 2021. Het subsidieplafond voor 2022 wordt bij afzonderlijk besluit door het college bepaald.

Artikel 29 Incidentele subsidies kleine culturele initiatieven

  • 1. Het college kan een subsidie verstrekken voor deelname aan de samenleving door de culturele amateursector.

  • 2. Voor uitvoering van de regeling is mandaat verleend aan Stichting Kunst en Cultuur Westland (Westland Cultuurweb) om subsidie te verlenen. De voorwaarden van de regeling zijn opgenomen in bijlage 1. Deze bijlage vormt een integraal onderdeel van deze subsidieregeling.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 35.000,- per jaar.

Artikel 30 Verdeelregels budgetten voor incidentele subsidies

  • 1. Het college verdeelt de subsidieplafonds als genoemd in de artikelen 25 tot en met 28 op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 2. De datum van ontvangst is de datum waarop de aanvraag volledig is en voldoet aan de wettelijke voorschriften voor het in behandeling nemen van de aanvraag.

  • 3. Wanneer op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag is ontvangen, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Paragraaf 4 Investeringssubsidie sportaccommodaties en scoutinggebouwen

Artikel 31 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan incidentele subsidies verstrekken voor de kosten van de vernieuwing van sportaccommodaties en scoutinggebouwen.

  • 2. Er kan subsidie worden aangevraagd voor het realiseren of renoveren van een basisvoorziening van een sportaccommodatie of scoutinggebouw in eigendom van de aanvrager voor dat deel dat noodzakelijk is om te voldoen aan de minimumvereisten van de betreffende sportbond of Scouting Nederland.

  • 3. De basisvoorzieningen zijn opgenomen in bijlage 2. Deze bijlage is limitatief en vormt een integraal onderdeel van deze subsidieregeling.

  • 4. Aan de eigenaar van een sportaccommodatie of scoutinggebouw wordt maximaal één subsidie per jaar verstrekt.

Artikel 32 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 250.000,- per jaar.

Artikel 33 Wie kan deze subsidie aanvragen?

Organisaties die een aanvraag doen voor een investeringssubsidie sportaccommodaties en scoutinggebouwen voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    de organisatie heeft geen winstoogmerk;

  • b.

    de organisatie wordt bestuurd door een onbezoldigd en vrijwillig bestuur;

  • c.

    de organisatie dient eigenaar te zijn van de sportaccommodatie of het scoutinggebouw;

  • d.

    de organisatie is statutair en feitelijk gevestigd in de gemeente Westland.

  • e.

    de organisatie dient lid te zijn van een sportbond die is aangesloten bij het NOC*NSF of Scouting Nederland.

Artikel 34 Indieningstermijn aanvraag

Een aanvraag voor verlening van een investeringssubsidie sportaccommodaties en scoutinggebouwen wordt vóór 1 april voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten starten, ingediend.

Artikel 35 Hoogte van de subsidie

  • 1. Subsidie wordt verleend tot maximaal 25% van de kosten van een basisvoorziening.

  • 2. Voor sportverenigingen zijn BTW en afschrijvingskosten niet subsidiabel. De post onvoorzien mag maximaal 5% bedragen en is alleen subsidiabel voor zover deze betrekking heeft op basisvoorzieningen.

  • 3. Voor scoutingverenigingen zijn afschrijvingskosten niet subsidiabel. BTW is subsidiabel voor zover het basisvoorzieningen betreft. De post onvoorzien mag maximaal 5% bedragen en is alleen subsidiabel voor zover deze betrekking heeft op basisvoorzieningen.

  • 4. Aangetoonde zelfwerkzaamheid van vrijwilligers ten behoeve van basisvoorzieningen wordt gewaardeerd voor een uurtarief van € 25,- per uur, waarvan 25% subsidiabel is.

  • 5. Aangetoonde bijdragen in natura van bedrijven ten behoeve van basisvoorzieningen zijn voor 25% subsidiabel.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in het eerste tot en met het vierde lid, bedraagt het subsidiebedrag voor investeringen in voorzieningen specifiek voor sporters of scoutingleden met een beperking maximaal 75% van de betreffende investering. De aanvrager toont in de aanvraag aan dat de betreffende basisvoorziening daadwerkelijk door sporters of scoutingleden met een beperking zal worden gebruikt.

Artikel 36 Formele vereisten subsidieaanvraag

  • 1. Aanvragen worden ingediend via het door het college vastgestelde aanvraagformulier investeringssubsidie sportaccommodaties en scoutinggebouwen.

  • 2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de ASV 2016.

  • 3. Als onderdeel van het activiteitenplan zoals bedoeld in artikel 14 lid 2, onder d van de ASV 2016 worden tenminste een ontwerp en onderliggende offertes ingediend. De begroting zoals bedoeld in artikel 14 lid 2, onder d van de ASV 2016 bevat zowel een investeringsbegroting als een financieringsbegroting.

  • 4. Bij een eerste aanvraag worden, voor zover aanwezig, tevens de volgende bescheiden ingeleverd:

    • a.

      de oprichtings- of stichtingsakte;

    • b.

      een overzicht van de financiële situatie op het moment van de aanvraag, indien mogelijk in de vorm van een jaarrekening over het voorgaande boekjaar.

Artikel 37 Eisen aan de aanvraag

  • 1. In de aanvraag wordt gemotiveerd aangegeven wat de nieuwbouw- of renovatieplannen zijn.

  • 2. De aanvrager toont aan dat de aard en omvang van de investering in de basisvoorziening noodzakelijk is om op sobere en doelmatige wijze te voldoen aan de minimumvereisten zoals gesteld door de sportbond of Scouting Nederland.

Artikel 38 Verloop subsidieprocedure

  • 1. Voor zover het beschikbare subsidiebudget ontoereikend is om alle aanvragen die aan de gestelde voorwaarden voldoen toe te kennen, verleent het college subsidie op basis van rangschikking. Deze rangschikking komt tot stand door middel van loting.

  • 2. Alleen de aanvragen die voldoen aan de gestelde voorschriften voor het in behandeling nemen van de aanvraag, en eventueel met toepassing van artikel 4:5 van de Awb tot een complete aanvraag zijn aangevuld, maken onderdeel uit van de loting en komen derhalve voor subsidie in aanmerking.

  • 3. De loting vindt plaats vóór 1 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de activiteiten worden gestart

  • 4. In het geval een subsidie niet volledig verleend kan worden als gevolg van overschrijding van het subsidieplafond vindt verlening plaats ter hoogte van het nog beschikbare bedrag.

  • 5. Indien naar het oordeel van het college niet aannemelijk is dat de subsidieaanvrager na gedeeltelijke verlening van de subsidie de activiteiten uit zal voeren, is het college bevoegd de subsidie te weigeren en deze te verlenen aan de eerstvolgende subsidieaanvrager die daar op basis van de rangschikking zoals bedoeld in het eerste lid voor in aanmerking komt.

Artikel 39 Beschikking op de aanvraag om subsidieverlening

De beschikking op een aanvraag voor verlening van een investeringssubsidie sportaccommodaties en scoutinggebouwen wordt uiterlijk op 1 september vóór aanvang van het jaar waarin met de activiteiten wordt gestart bekend gemaakt.

Artikel 40 Wanneer en hoe krijgt u de subsidie uitbetaald?

  • 1. Subsidie wordt niet eerder verstrekt dan in het jaar waarin met de activiteiten wordt gestart.

  • 2. Voorschotten kunnen worden verstrekt op basis van het bouwplan.

Artikel 41 Aanvang en duur activiteiten

  • 1. De activiteiten voor het realiseren of renoveren van een basisvoorziening dienen te starten in het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd of in het jaar daarop volgend.

  • 2. De activiteiten worden uiterlijk 31 december van het kalenderjaar volgend op het jaar van de aanvraag afgerond.

  • 3. Bij zwaarwegende redenen kan het college uitstel verlenen op deze termijn. De aanvrager moet hiervoor een schriftelijk verzoek indienen.

Artikel 42 Geen eisen maximaal eigen vermogen

Artikel 8 van de ASV 2016 is niet van toepassing.

Artikel 43 Geen verplichting accountantsverklaring

Artikel 26 lid 6 van de ASV 2016 is niet van toepassing.

Paragraaf 5 Peuteropvang

Artikel 44 Subsidiabele activiteiten peuteropvang

Voor de opvang van peuters van ouders die geen kinderopvangtoeslag op grond van de Wet kinderopvang kunnen verkrijgen, wordt een structurele subsidie verstrekt.

Artikel 45 Subsidieplafond peuteropvang

Jaarlijks stelt het college een subsidieplafond vast voor peuteropvang waarmee het totaal aantal uren peuteropvang dat kan worden gesubsidieerd door de gemeente is gemaximeerd.

Artikel 46 Verdeelregels peuteropvang (eerste, reguliere aanvraag)

Voor zover het totaal van de aangevraagde subsidie het subsidieplafond voor peuteropvang overschrijdt, gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    aanvragers die in het voorgaande jaar een subsidie voor peuteropvang ontvingen, hebben voorrang boven nieuwe aanvragers;

  • b.

    voor zover het subsidieplafond onvoldoende is om de subsidieaanvragen van de aanvragers die in het voorgaande jaar een subsidie ontvingen toe te kennen, wordt het subsidiebedrag uit de subsidievaststelling van het voorgaande jaar, mits niet lager aangevraagd, overgenomen;

  • c.

    wanneer na toepassing van onderdeel b nog een bedrag resteert, wordt dit naar evenredigheid van het aangevraagde subsidiebedrag onder de subsidieaanvragers die in het voorgaande jaar een subsidie ontvingen, verdeeld;

  • d.

    voor zover er na verlening van de subsidie aan degenen die in het voorgaande jaar een subsidie ontvingen nog een bedrag beschikbaar is, wordt bij loting bepaald welke nieuwe aanvrager of aanvragers in aanmerking komt of komen voor de subsidie.

Artikel 47 Tweede aanvraag in geval van overproductie peuteropvang

  • 1. Voor zover een ontvanger van een subsidie voor peuteropvang meer opvang heeft gerealiseerd dan waarvoor een subsidie is verleend, kan de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een tweede aanvraag om subsidie voor de extra gerealiseerde peuteropvang indienen.

  • 2. De aanvraag om subsidie voor extra gerealiseerde peuteropvang wordt vastgesteld, zonder voorafgaande subsidieverlening.

  • 3. De aanvraag om subsidie voor extra gerealiseerde peuteropvang kan niet worden toegekend wanneer het beschikbare budget voor peuteropvang in het subsidiejaar waarin de extra opvang is gerealiseerd, daarvoor niet toereikend is.

  • 4. Wanneer de aanvragen om een subsidie voor extra gerealiseerde peuteropvang in totaal meer bedragen dan het nog beschikbare budget, dan wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.

Artikel 48 Hoogte subsidie peuteropvang

De maximale hoogte van het subsidiebedrag per kind per uur wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

De voorschoolse instellingen schatten bij de aanvraag de gemiddelde ouderbijdrage voor de gesubsidieerde uren in. Om de subsidie te berekenen gaan we uit van het maximale subsidiebedrag per kind per uur minus de ingeschatte ouderbijdrage per kind per uur.

Artikel 49 Hoogte ouderbijdrage peuteropvang

  • 1. Er gelden in heel Westland uniforme inkomensafhankelijke ouderbijdragen voor de door de gemeente gesubsidieerde plaatsen peuteropvang welke gerelateerd zijn aan de adviestabel ouderbijdrage peuterwerk van de VNG van het betreffende jaar, die door Westland wordt gehanteerd;.

  • 2. Wanneer de aanvrager van een subsidie voor peuteropvang tenminste de inkomensafhankelijke ouderbijdrage in rekening brengt zoals door het college jaarlijks wordt vastgesteld, dan wordt de subsidieontvanger geacht voldoende gebruik te hebben gemaakt van de mogelijkheden inkomsten van anderen te krijgen als bedoeld in artikel 16 onder f. van de verordening.

  • 3. Aanbieders van peuteropvang mogen zelf bepalen of de inning van de ouderbijdragen plaatsvindt in 40, 48 of 52 weken.

  • 4. Er wordt subsidie verleend voor maximaal 8 uur gesubsidieerde peuteropvang per week gedurende 40 weken per jaar. Voor kinderen met een VVE-indicatie kan maximaal voor 16 uur per week gedurende 40 weken per jaar subsidie worden aangevraagd.

Artikel 50 Administratieve eisen peuteropvang

In de administratie van de ontvanger van een subsidie voor peuteropvang moet een scheiding zijn aangebracht tussen de peuteropvang die wordt gefinancierd door de gemeente en ouders en de peuteropvang die wordt gefinancierd op grond van de Wet kinderopvang.

Artikel 51 Geen eisen maximaal eigen vermogen

Artikel 8 van de verordening is niet van toepassing.

Artikel 52 Indieningstermijn aanvraag vaststelling

In afwijking van het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de verordening, wordt een aanvraag tot vaststelling van een structurele subsidie voor 1 februari van het jaar volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend, ingediend.

Artikel 53 Vaststelling subsidie

Als een aanbieder van peuteropvang minder uur peuteropvang heeft gerealiseerd dan waarvoor subsidie is verleend, dient het teveel ontvangen bedrag aan de gemeente terugbetaald te worden. Als de totaal ontvangen ouderbijdrage hoger uitvalt dan vooraf was ingeschat (zie artikel 46) dient dit teveel ontvangen bedrag te worden terugbetaald. Wanneer de totaal ontvangen ouderbijdrage lager uitvalt dan was ingeschat, wordt dit tekort aangevuld. Er wordt dus afgerekend op grond van informatie over de daadwerkelijk ontvangen ouderbijdrage.

Paragraaf 6 Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) binnen de voorschoolse instellingen (onderwijsachterstandenbeleid)

Artikel 54 Subsidiabele activiteiten VVE

  • 1. Aan aanbieders van voorschoolse educatie aan doelgroepkinderen wordt voor de volgende activiteiten subsidie verleend:

    • a.

      kindgebonden financiering voor doelgroepkinderen VVE (voor toeleiding, doorgaande leerlijn, extra begeleiding doelgroepkinderen, observaties, gesprekken ouders etc.);

    • b.

      methoden en scholing, inclusief taaleis 3F;

    • c.

      extra inzet op groepen met meer dan 50% doelgroepkinderen;

    • d.

      ter compensatie van inkomstenderving als gevolg van verlaagde ouderbijdrage doelgroepkinderen, dit is een afbouwregeling die alleen nog geldt voor de kinderen die al voor 1 januari 2021 gebruik maken van een VVE-plek. Deze afbouwregeling loopt dus tot maximaal 31 december 2022.

    • e.

      vanaf 2022 wordt subsidie verleend voor de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker/coach op VVE-groepen.

  • 2. Ten behoeve van de activiteiten als bedoeld onder a, c en e wordt een structurele subsidie verleend. Ten behoeve van de activiteiten als bedoeld onder b en d wordt een incidentele subsidie verleend.

  • 3. Om in aanmerking te komen voor VVE-subsidie dient een instelling in het Landelijk register Kinderopvang (LRK) geregistreerd te staan als VVE-locatie. Dit geldt niet voor de subsidie genoemd onder lid 1b omdat de scholing van medewerkers en de aanschaf van VVE-materiaal noodzakelijk zijn om geregistreerd te kunnen worden in het LRK. Na toekenning van deze subsidie dient een locatie wel binnen zes maanden geregistreerd te worden als VVE-locatie in het LRK.

Artikel 55 Subsidiabele kosten kindgebonden financiering VVE

  • 1. Vanaf 1 januari 2021 kan een aanvraag kindgebonden financiering VVE worden ingediend.

  • 2. Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast voor de subsidie kindgebonden financiering VVE.

  • 3. De subsidie per doelgroepkind (zowel op de gesubsidieerde peuteropvang als vallend onder de Wet

  • Kinderopvang) bedraagt € 0,45 per kind per uur met een maximum van 16 uur per week per kind.

  • Dit bedrag is bestemd voor de volgende zaken:

    • extra begeleiding van doelgroepkinderen door middel van interactieve ontwikkeling en een VVE-programma;

    • observaties van de doelgroepkinderen;

    • rapporteren over VVE-kinderen en zorgen voor een goede overdracht/doorgaande lijn naar het basisonderwijs;

    • VVE-promotie;

    • gesprekken met ouders;

    • activiteiten in het kader van ouderbetrokkenheid

    • toeleiding doelgroepkinderen (overleg ouders, consultatiebureau etc.);

    • indien nodig overleg SKT.

  • 4. De verdeling van middelen vindt plaats op basis van het aantal aangevraagde uren door de voorschoolse instellingen. Indien het aantal aangevraagde uren erg afwijkt van het gerealiseerde aantal uren in het jaar voorafgaand aan het indienen van de subsidieaanvraag, dient de voorschoolse instelling hier een toelichting op te geven. De subsidie wordt uitsluitend verstrekt wanneer de toename in aantal uren naar het oordeel van het college aannemelijk is.

  • 5. Indien de voorschoolse instellingen gezamenlijk meer aanvragen dan het subsidieplafond voor kosten kindgebonden financiering VVE zal het college in eerste instantie beoordelen welke instelling op welk bedrag recht zou hebben indien er geen subsidieplafond zou zijn. Het beschikbare subsidiebedrag wordt daarna naar rato onder de instellingen verdeeld.

  • 6. De aanvrager is verplicht de gemeente inzage te geven in zijn administratie ten behoeve van de controle van het aantal uren waarop doelgroepkinderen gebruik maken van de voorschoolse educatie.

Artikel 56 Subsidiabele kosten methoden en scholing

  • 1. De subsidiabele kosten voor methoden en scholing zijn:

    • a.

      de werkelijke kosten van bijscholing ten behoeve van de professionalisering van leid(st)ers;

    • b.

      de verleturen van de medewerkers die scholing volgen;

    • c.

      de kosten voor het vervangen, actualiseren of aanvullen van materialen. Indien aantoonbaar nodig kan subsidie aangewend worden om een gehele methodiek te vervangen voor een andere erkende methode.

  • 2. De vaststelling van deze incidentele subsidie(s) kan, in afwijking van artikel 26 lid 5 van de ASV 2016, plaatsvinden vóór de vaststelling van de structurele subsidie.

  • 3. De verantwoording vindt plaats op basis van de facturen en eventueel urenstaten.

Artikel 57 Verdeling subsidieplafond methoden en scholing

  • 1. Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast voor methoden en scholing

  • 2. De voorschoolse instellingen stellen jaarlijks met elkaar een plan op waarin wordt opgenomen welke opleiding in het betreffende jaar door welke instelling(en) wordt gevolgd en welke materialen aangeschaft moeten worden.

Artikel 58 Subsidiabele kosten extra inzet op groepen met meer dan 50% doelgroepkinderen

  • 1. De subsidie bestaat uit een vast bedrag per groep per jaar voor de groepen met meer dan 50% doelgroepkinderen, dit wordt gerekend over de werkelijke bezetting

  • 2. Deze subsidie is bestemd voor de extra inzet die gevraagd wordt op deze locaties. Hiervan kan bijvoorbeeld een aantal uur per week een extra pedagogisch medewerker worden ingezet of er kan op een andere manier extra ondersteuning worden ingezet.

Artikel 59 Verdeling subsidieplafond extra inzet op groepen met meer dan 50% doelgroepkinderen

  • 1. Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast voor de extra inzet op groepen met meer dan 50% doelgroepkinderen;

  • 2. Wanneer de ingediende aanvragen het subsidieplafond overstijgen, wordt de subsidie naar rato verdeeld over alle groepen waarvoor een aanvraag is gedaan.

Artikel 60 Subsidiabele kosten overgangsregeling Tegemoetkoming inkomstenderving verlaagde ouderbijdrage doelgroepkinderen

  • 1. Dit is een overgangsregeling voor de jaren 2021 en 2022 welke alleen geldt voor kinderen die ingeschreven waren voor een VVE-plek vóór 1 januari 2021.

  • 2. Deze subsidie wordt meegenomen in de totale subsidie voor kindgebonden financiering door alle ouders van wie de kinderen voor 1 januari 2021 waren ingeschreven in te schalen in de laagste inkomenscategorie zoals dit tot en met 2020 gebruikelijk was.

  • 3. Het college kan het aantal opgegeven doelgroepkinderen controleren met de gegevens die bij het JGZ bekend zijn.

  • 4. De aanvrager is verplicht de gemeente inzage te geven in zijn administratie ten behoeve van de controle van het aantal opgegeven doelgroepkinderen in de administratie van de aanvrager.

Artikel 61 Subsidiabele kosten Pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE (Voorschoolse educatie)

  • 1. Met ingang van 1 januari 2022 kan er jaarlijks een aanvraag worden ingediend voor de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker/coach op de VE-groepen.

  • 2. Deze subsidie kan worden aangevraagd voor de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE voor 10 uur per doelgroepkind per locatie per jaar.

  • 3. Het uurtarief dat wordt gehanteerd voor de berekening en afhandeling van de subsidieaanvraag wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

Artikel 62 Aanvullende aanvraag in geval van overproductie VVE binnen de voorschoolse instellingen

  • 1. Voor zover een voorschoolse instelling die een subsidie ‘kindgebonden financiering VVE’ heeft ontvangen, meer VVE-aanbod heeft gerealiseerd dan waarvoor een subsidie is verleend, kan de subsidieontvanger gedurende het subsidiejaar of na afloop van het subsidiejaar bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie voor 1 februari van het jaar volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend een aanvullende subsidie ‘kindgebonden financiering VVE’ aanvragen voor de aantoonbaar extra gerealiseerde VVE-uren in het betreffende kalenderjaar.

  • 2. Wanneer de aanvullende subsidie gedurende het subsidiejaar is verleend, wordt deze subsidie verantwoord en vastgesteld bij de reguliere subsidievaststelling na afloop van het subsidiejaar.

  • 3. Wanneer de aanvullende subsidie na afloop van het subsidiejaar wordt aangevraagd, wordt deze vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

  • 4. De aanvullende subsidie kan niet worden verstrekt wanneer het subsidieplafond niet of niet meer toereikend is.

  • 5. Wanneer het totaal van alle aanvullende aanvragen in het desbetreffende kalenderjaar meer bedraagt dan het nog beschikbare budget, dan wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.

Artikel 63 Subsidiabele kosten schakelklassen

  • 1. Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast voor schakelklassen.

  • 2. Voor schakelklassen wordt een vast bedrag per jaar per schakelklas gesubsidieerd (in 2021 € 48.222);

  • 3. Voorwaarde is dat de schakelklassen in het betreffende jaar daadwerkelijk gedraaid hebben en dat er een gemiddelde bezetting van minimaal 11 leerlingen per klas is geweest gedurende het jaar.

Artikel 64 Indieningstermijn aanvraag vaststelling

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de verordening, wordt een aanvraag tot vaststelling van een structurele subsidie voor 1 februari van het jaar volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend, ingediend.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 26, vierde lid, van de verordening, wordt een aanvraag tot vaststelling van een incidentele subsidie(s) voor activiteiten die uiterlijk in de maand november of december moeten zijn uitgevoerd, voor 1 februari van het daarop volgende jaar ingediend. Voor de overige aanvragen geldt de indieningstermijn van drie maanden na afronding van de activiteiten.

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 65 Inwerkingtreding en intrekking

Deze regels treden in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking. De Subsidieregeling diverse activiteiten Westland - zoals is vastgesteld in onze vergadering van 29 november 2016 - wordt ingetrokken.

Artikel 66 Overgangsbepaling

De Subsidieregeling diverse activiteiten blijft van toepassing op subsidies die zijn aangevraagd voor inwerkingtreding van de Subsidieregeling diverse activiteiten 2021 en op lopende meerjarige subsidies die nog niet zijn vastgesteld.

Artikel 67 Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als: Subsidieregeling diverse activiteiten 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2020.

de secretaris,

A.C. Spindler

de burgemeester,

B.R. Arends

Bijlage 1 Regeling en voorwaarden Kleine Culturele Initiatieven

De regeling Kleine Culturele Initiatieven wordt in het leven geroepen vanaf 2017. Hiervoor heeft de gemeente Westland jaarlijks 30.000 euro beschikbaar. Uitvoering van de regeling is in handen van Westland Cultuurweb.

De regeling is bedoeld voor kleinschalige culturele projecten op kern- en wijkniveau. Er kan een beroep gedaan worden op de regeling door culturele en niet-culturele organisaties. Dit kunnen zowel stichtingen als verenigingen zijn maar ook commerciële organisaties als dansscholen of particuliere muziekscholen.

Inhoudelijke voorwaarden:

  • -

    Het dient een kunst- dan wel cultuurproject te zijn in één van de disciplines theater, muziek, dans, beeldende kunst, fotografie/nieuwe media of een combinatie daarvan.

  • -

    Het project behoort niet tot de reguliere activiteiten van de betreffende organisatie.

  • -

    Het project trekt hierdoor een ander publiek dan wel andere deelnemers dan alleen het reguliere publiek/deelnemers van de betreffende organisatie.

  • -

    Een organisatie kan maar één maal per kalenderjaar een beroep doen op het fonds.

  • -

    Het fonds ondersteunt dezelfde activiteiten van een organisatie maximaal drie maal.

Financiële voorwaarden

  • -

    Organisaties moeten beschrijven waarom kosten niet geheel uit hun eigen begroting gedekt kunnen worden.

  • -

    De gevraagde bijdrage kan niet hoger zijn dan 1500 euro.

  • -

    Voor het project wordt een begroting met dekkingsplan ingediend.

  • -

    Na afloop van het project wordt een financiële afrekening opgesteld waarin de bijdrage wordt verantwoord.

Procedure

  • -

    Een aanvraag dient minimaal twee weken voorafgaande aan het project ingediend te worden.

  • -

    Westland Cultuurweb roept een onafhankelijke commissie van drie personen in het leven die de aanvragen beoordeelt, toetst aan de bovenstaande criteria en advies geeft aan de directeur van Westland Cultuurweb over toekenning. In principe zijn de bovenstaande criteria hiervoor leidend. Zaken als artisticiteit, vernieuwing, smaak etc. worden niet in de beoordeling opgenomen.

  • -

    De directeur van Westland Cultuurweb neemt op grond van de adviezen van de commissie een besluit over toekenning van de bijdrage. Dit besluit wordt binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag aan de organisatie meegedeeld.

  • -

    Per half jaar is een bedrag van 15.000 euro beschikbaar. Projecten worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Dit kan betekenen dat projecten niet worden ondersteund omdat ze later zijn ingediend.

  • -

    Wanneer er in een periode wordt overvraagd kan de commissie adviseren lagere bijdragen dan gevraagd te gunnen aan meerdere partijen.

  • -

    Wanneer er in een periode wordt ondervraagd schuift het overgebleven bedrag door naar de volgende periode.

Bijlage 2 bij de Subsidieregeling diverse activiteiten (doc. Nr. 20-0300349)

Basisvoorzieningen ten behoeve van een aanvraag voor een Investeringssubsidie accommodaties scouting

Binnensport

Buitensport

Scouting

 
 
 
 

Beheerdersruimte annex juryruimte

ja

nee

nee

Beregeningsinstallatie

nee

ja

nee

Bergruimte, afsluitbaar

ja

ja

ja

Doucheruimte

ja

ja

ja

Geluidsinstallatie

ja

ja

nee

Kinderopvangruimte

optioneel

optioneel

optioneel

Kleedruimte

ja

ja

nee

Lichtinstallatie

ja

ja

ja (buiten)

Meetapparatuur (scorebord, tijdwaarneming)

ja

nee

nee

Nutsvoorzieningen

ja

ja

ja

Ontmoetingsruimte inclusief bar/ ruimte leiding

ja

ja

ja

Parkeerruimte (auto, fiets e.d.)

ja

ja

ja

Sanitaire voorzieningen

ja

ja

ja

Sanitaire voorzieningen voor ontmoetingsruimte

ja

ja

ja

Vergaderruimte, plus ICT voorzieningen

ja

ja

ja

Veiligheidsvoorzieningen (incl hekwerk) + EHBO + AED

ja

ja

ja

Voorzieningen bezoekers

ja

ja

nee

Voorzieningen die voldoen aan de eisen voor wedstrijden

ja

ja

nee

Voorzieningen gehandicapten

optioneel

optioneel

optioneel

 
 
 
 

Scouting

 
 
 

groepsruimten sport en spel scouting

n.v.t.

n.v.t.

ja

aanleg buitenspeelterrein (incl. kampvuurplek)

n.v.t.

n.v.t.

ja

aanlegplek (vlonder of steiger) voor waterscouting.

n.v.t.

n.v.t.

ja

onderhoudswerkplek varend materiaal voor waterscouting

n.v.t.

n.v.t.

ja

keuken (educatief)

n.v.t.

n.v.t.

ja

Uitgesloten

Faciliteiten media

Fysioruimte

Keuken (verkooppunt)

Technische ruimte, eventueel in combinatie met beheerdersruimte

Trainingsmateriaal