Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 19 november 2019, PZH-2019-713026498, DOS-2013-0010135, tot vaststelling van het Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland 2019 (Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland 2019)

Geldend van 22-11-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 19 november 2019, PZH-2019-713026498, DOS-2013-0010135, tot vaststelling van het Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland 2019 (Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland 2019)

Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,

Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP- 3 Zuid-Holland;

Overwegende dat het wenselijk is dat jonge boeren na bedrijfsovername kunnen investeren in verduurzaming van hun bedrijven, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap, ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit;

Besluiten:

Vast te stellen het Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland 2019

Artikel 1 begripsbepaling

In dit openstellingsbesluit wordt onder uitvoeringsregeling de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland verstaan.

Artikel 2 Aanvraagperiode

  • 1. Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in paragraaf 2.3 van de uitvoeringsregeling kan worden ingediend in de periode van 2 december 2019 tot en met 7 februari 2020.

  • 2. Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de in het eerste lid genoemde periode is ontvangen.

  • 3. Per landbouwbedrijf wordt slechts één aanvraag om subsidie in behandeling genomen.

Artikel 3 Deelplafond

  • 1. Het deelplafond voor dit openstellingsbesluit bedraagt € 560.000,-.

  • 2. Het deelplafond bestaat voor 50% uit ELFO middelen en voor 50% uit provinciale middelen.

Artikel 4 Lijst van fysieke investeringen gericht op verduurzaming van landbouwbedrijven

De fysieke investeringen gericht op verduurzaming van landbouwbedrijven, bedoeld in artikel 2.3.1 van de uitvoeringsregeling, zijn de fysieke investeringen opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 1.

Artikel 5 Aanvraagvereiste

Een aanvraag om subsidie heeft maximaal betrekking op drie investeringscategorieën.

Artikel 6 Accountantsverklaring

De accountantsverklaring, bedoeld in artikel 2.3.4, tweede lid, van de uitvoeringsregeling, betreft een rapport van feitelijke bevindingen (COS 4400) over gegevens van het eigen vermogen van het landbouwbedrijf en de verdeling daarvan onder de bedrijfshoofden.

Artikel 7 Peildatum eigen vermogen

De peildatum voor het bepalen van de verdeling in het eigen vermogen, bedoeld in artikel 2.3.8, derde lid, van de uitvoeringsregeling, is 31 december 2019, 30 april 2019 of 30 juni 2019.

Artikel 8 Wijze van verdeling

Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 2, eerste lid betrekking heeft op meerdere investeringen wordt, in aanvulling op artikel 2.3.9 van de uitvoeringsregeling, de duurzaamheidsscore van de aanvraag bepaald op basis van de gemiddelde duurzaamheidsscore van de investeringen.

Artikel 9 Verplichtingen

  • 1. In afwijking van artikel 1.14, eerste lid, onder e, van de uitvoeringsregeling is de subsidieontvanger niet verplicht om binnen twee maanden na ontvangst van de beschikking tot subsidieverlening te starten met de uitvoering van de activiteit.

  • 2. In afwijking van artikel 1.14 eerste lid, onder i, van de uitvoeringsregeling is de subsidieontvanger niet verplicht om eenmaal per jaar een verslag omtrent de voortgang van de activiteiten in te dienen.

Artikel 10 Aanvraag subsidievaststelling

In afwijking van artikel 1.18, eerste lid, van de uitvoeringsregeling dient de subsidieontvanger uiterlijk twee jaar na de datum van de beschikking tot subsidieverlening de aanvraag tot subsidievaststelling in.

Artikel 11 Voorschotten

In afwijking van artikelen 1.19 van de uitvoeringsregeling verstrekken Gedeputeerde Staten geen deelbetalingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit is geplaatst.

Artikel 13 Werkingsduur

Dit besluit vervalt op 31 december 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland 2019.

Ondertekening

Den Haag 19 november 2019,

drs. J. Smit, voorzitter

drs. H.M.M. Koek, secretaris

Bijlage 1 Lijst van fysieke investeringen gericht op verduurzaming van landbouwbedrijven

Investeringscategorie

Specificatie

Score

1

Zonnepanelen en zonnecollectoren

Subsidiabel:

  • -

    Zonnepanelen, geplaatst op daken;

  • -

    Zonnecollectoren inclusief zonneboiler. De kosten van de boiler zijn niet subsidiabel zonder daadwerkelijke aanschaf van zonnecollectoren;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    Kosten met betrekking tot het warmtenet (bijvoorbeeld de radiatoren of vloerverwarming).

De opgewekte energie moet gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming. Het worden van (netto) energieleverancier door deze investering is niet subsidiabel.

6

2

Windmolen

Subsidiabel:

  • -

    Windmolen;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

De opgewekte energie moet gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming. Het worden van (netto) energieleverancier door deze investering is niet subsidiabel.

4

3

Kleine windturbine

Subsidiabel:

  • -

    Windturbine met een ashoogte van 15 meter of lager;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

De opgewekte energie moet gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming. Het worden van (netto) energieleverancier door deze investering is niet subsidiabel.

6

4

Systemen om plaatsspecifiek te kunnen werken in het kader van precisielandbouw.

De bedoelde systemen precisie bemesting zijn onder andere:

  • -

    systemen voor het gericht emissiearm, in de juiste dosering, zonder overlapping in de bodem toedienen van vloeibare stikstofhoudende kunstmeststoffen bij het planten, zaaien, aanaarden of het moment dat het gewas er aantoonbaar om vraagt;

  • -

    systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen aan het gewas;

  • -

    systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt door vertaald in het doseren;

  • -

    systemen voor rijenbemesting met dierlijke mest;

  • -

    systemen voor het digitaal meten van opbrengsten voor opbrengstkaarten ten behoeve van plaats-specifieke teeltoptimalisatie.

Subsidiabel:

  • -

    Systemen die plaatsspecifiek kunnen bemesten;

  • -

    Systemen die plaatsspecifiek gewasmiddelen en water kunnen toedienen;

  • -

    Systemen om plaatsspecifiek opbrengsten te kunnen meten;

  • -

    Systemen om plaatsspecifiek te kunnen poten, zaaien en/of planten;

  • -

    Systemen om plaats- en/of plantspecifiek onkruid te verwijderen;

  • -

    GPS/GIS apparatuur, inclusief bodemkaart voor bovenstaande systemen. De GPS/GIS apparatuur voor deze systemen is alleen subsidiabel in combinatie met aanschaf van bovenstaande systemen;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    De tractor waaraan wordt gekoppeld;

  • -

    Abonnementen op software updates en servicecontracten;

  • -

    Zodebemester en rugspuit.

8

5

Mechanische mestscheidingsinstallatie

Subsidiabel:

  • -

    Mechanische mestscheidingsapparatuur zodat de ruwe mest door de mechanische bewerking wordt gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

6

6

Machines voor niet kerende grondbewerking en mechanische onkruidbestrijding

Systemen/werktuigen die gericht zijn op ondiepe bodembewerking en gewasresten oppervlakkig te vermengen al dan niet in combinatie met direct zaaien, poten of planten en kunstmest toedienen of mechanische onkruidbestrijdingsmachines. Te denken valt aan rotoreggen, schoffels, grondwoelers, woelers, schijveneggen, cultivatoren die eventueel in dezelfde werkgang gebruikt worden als met zaai-, plantenpootmachines.

Subsidiabel:

  • -

    Machines ten behoeve van niet kerende grondbewerking;

  • -

    Machines ten behoeve van mechanische onkruidbestrijding;

  • -

    GPS/GIS apparatuur in combinatie met een investering in een machine voor niet-kerende grondbewerking;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    (Eco)ploegen en spitmachines (kerende grondbewerking).

8

7

Machine om een grondbewerking uit te voeren en zaaien en poten/planten tegelijk.

Subsidiabel:

  • -

    Machines voor het uitvoeren van een grondbewerking en dit combineren met zaaien/poten/planten;

  • -

    GPS/GIS apparatuur in combinatie met een investering in een machine voor spitten en zaaien/poten/planten tegelijk;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten;

  • -

    Bijbehorende installaties die meststoffen en/of gewasbeschermingsmiddelen kunnen toedienen.

8

8

Voorzieningen voor weidegang

Subsidiabel:

  • -

    Systemen die (verschillende) diergerelateerde zaken kunnen registreren en monitoren, zoals locatie, vruchtbaarheid en gezondheid;

  • -

    Automatische weide-selectiepoorten voor koeien voor toegang richting de weide;

  • -

    Aanschaf van software behorend bij een selectiepoort/GPS systemen voor koeien;

  • -

    Aanleg van een oversteekplaats, zoals veeroosters en/of een koetunnel);

  • -

    Bijbehorende aanleg- en installatiekosten;

  • -

    Bijbehorende software voor registratie en monitoring van diergerelateerde zaken.

Niet subsidiabel:

  • -

    Hardware zoals laptops/ computers, tablets etc. voor het ontvangen/ invoeren/sturen van GPS gegevens;

  • -

    Abonnementen op software updates en servicecontracten.

7

9

Koematras, waterbed

Subsidiabel:

  • -

    Aanschaf koematrassen voor ligboxen;

  • -

    Aanschaf waterbedden voor koeien voor ligboxen;

  • -

    Bijbehorende aanleg- en installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    Diepstrooisel en/of zandbedden;

  • -

    Alle andere varianten op rustmogelijkheden voor dieren;

  • -

    De stal of plek waar de matrassen of waterbedden in komen;

  • -

    Aanpassingen aan de stalinrichting ten behoeve van de ligboxen.

8

10

Varkensvriendelijke vloeren

Subsidiabel:

  • -

    Verblijfvloer / stalvloer voor guste en dragende zeugen:

    • o

      Een dichte vloer met een oppervlak van minimaal 1,50 m2 van per guste of dragende zeug;

    • o

      Vloer voor ligplaats voor kraamzeugen;

    • o

      Een dichte vloer van minimaal 1,40 meter Lengte en 0, 60 meter breedte per zeug. (De dichte vloer mag ingestrooid worden, maar dat is niet verplicht).

  • -

    Verblijfvloer / stalvloer voor gespeende biggen:

    • o

      Een dichte vloer met een oppervlakte van minimaal 0,20 m2 per gespeende big.

  • -

    Verblijfvloer / stalvloer voor vleesvarkens:

    • o

      Een dichte vloer met een oppervlakte van minimaal 0,40 m2 per vleesvarken.

  • -

    Vloeruitvoering mestplaats vleesvarkens roosters:

    • o

      Een vloer voor een mestplaats voor vleesvarkens bestaande uit betonroosters of composietroosters. Nadrukkelijk zijn gietijzeren roosters, geprofileerde metaalroosters of kunststof roosters niet subsidiabel.

  • -

    Vloeruitvoering mestplaats vleesvarkens harde dichte vloer:

    • o

      Een vloer voor een mestplaats voor vleesvarkens van dichte beton/composietvloer met gierafvoer en dagelijkse mestverwijdering. (De dichte vloer mag ingestrooid worden, maar dat is niet verplicht).

  • -

    Verblijfvloer / stalvloer voor dekberen of ligplaatsen voor dekberen:

    • o

      Een dichte vloer met een oppervlakte van minimaal 76 % per dekbeer.

Varkensvriendelijke vloeren definities:

Dichte vloer volgens Besluit Houders van dieren, omschrijving dichte vloer, artikel 2.18.6:

Een vloer of een gedeelte daarvan, die is voorzien van gierdoorlatende openingen, wordt als dicht beschouwd indien:

  • a.

    het totaal aan gierdoorlatende openingen niet meer bedraagt dan 5% van de totale oppervlakte van het dichte deel van de vloer, en

  • b.

    de breedte van gierdoorlatende spleten ten hoogste 10 mm en de doorsnede van ronde gierdoorlatende openingen ten hoogste 20 mm bedraagt.

Harde dichte vloer is bijvoorbeeld beton/composietvloer of een metalen plaat.

Zachte dichte vloer is bijvoorbeeld geplastificeerd metaal of rubbercoating.

8

11

Open water voorzieningen voor pluimvee

Subsidiabel:

  • -

    Open water voorziening voor pluimvee: een optimaal watersysteem voor een meer natuurgetrouwe vorm van watergebruik door pluimvee. Een natuurgetrouw watersysteem zorgt ervoor dat vogels kunnen poetsen, reinigen en drinken. Voorbeelden van open watersystemen zijn systemen met bijvoorbeeld ronddrinkers, drinkgoten, vogeldouches, vogelpoelen voor (ondiep) badderen;

  • -

    (Aanleg) waterleidingen voor de open water voorziening voor pluimvee;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    Zwemvoorzieningen: Zwemwater is geen vereiste voor deze optimale watersystemen en daarmee zijn zwemvoorzieningen niet subsidiabel;

  • -

    Drinknippels en een daarbij horend waterleidingsysteem. Dit is geen optimaal natuurgetrouw watersysteem en daarmee niet subsidiabel.

Een open water voorziening buiten de stal op landbouwgrond is niet toegestaan. De open water voorziening moet zich binnen de stal bevinden. De open water voorziening in de stal moet aan de wettelijke hygiëne voorschriften voldoen, zie de vereisten van de (lokale) overheid.

6

12

Pad cooling in stallen voor veehouderij

Subsidiabel:

  • -

    Pad cooling systeem ten behoeve van stallen dat zorgt voor afkoeling van binnenkomende lucht via het verdampen van water in de binnenkomende lucht;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

8

13

Energiebesparende maatregelen met behulp van systemen die warmte of koelte hergebruiken om te verwarmen of te koelen

Subsidiabel:

  • -

    Warmte wisselaar inclusief onderdelen van het systeem voor het regelen van de temperatuur op basis van lucht-lucht of medium-lucht zoals water-lucht;

  • -

    Voorbeelden zijn verwarming waarbij gebruik wordt gemaakt van aardwarmte of warme stallucht om nieuwe verse lucht mee te warmen;

  • -

    Verkoeler;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    Reguliere verwarmingssystemen o.a. waarbij water moet worden opgewarmd met gas of elektriciteit om de lucht te warmen. Het is noodzakelijk om warmte of koelte te hergebruiken (wisselwerking) om te warmen of koelen.

De opgewekte energie of warmte moet gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming. Het worden van (netto) energieleverancier door deze investering is niet subsidiabel.

7

14

Waterbeheer voorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling

Subsidiabel:

  • -

    Aanleg van overdekte verharde, vloeistofdichte vul- en wasplaats voor spuitmachines, inclusief een voorziening voor opvang en opslag van waswater;

  • -

    Chemisch zuiveringssysteem voor was- en spoelwater van spuitmachines (dat wil zeggen de aanschaf en aanleg van een chemisch zuiveringssysteem dat is opgenomen op de BZG-lijst;

  • -

    Biologisch zuiveringssysteem voor was- en spoelwater van spuitmachines. (dat wil zeggen de aanschaf en aanleg van een vloeistofdicht biologisch zuiveringssysteem;

  • -

    Een waterdichte opslagput voor de opvang van perssap, percolatiewater en afstromend water van kuilplaten, voerplein of koepad, waarmee erfafspoeling gescheiden blijft van regulier rioolsysteem. Inclusief de buizen, goten, richels en kolken voor afvoer van met voer- of mestresten vervuild water naar de daarvoor bestemde opslagput;

  • -

    Een waterdichte opvangput waarmee verontreinigd afvalwater van het bedrijf gescheiden blijft van regulier rioolsysteem. Inclusief de buizen, goten, richels en kolken voor afvoer;

  • -

    Waterveegmachine met opvangbak erfafspoeling of bedrijfsafvalwater;

  • -

    Veegmachine voor het schoonhouden van het erf ter voorkoming van erfafspoeling bij regen;

  • -

    Opvang- en afvoersysteem van perssappen (onder sleufsilo’s);

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    Systemen voor het lozen van drain- of afvalwater vanuit kassen;

  • -

    Overkapping voor een voederopslag;

  • -

    Overkapping voor een mestopslag;

  • -

    Kosten voor herinrichting van het erf;

  • -

    Erfverharding;

  • -

    Hemelwatersysteem waaronder dakgoten, buizen voor afvoer en reguliere riolering;

  • -

    Spoelplaats (voor materieel anders dan een spuitmachine e.d.);

  • -

    Kuilplaten of sleufsilo’s;

  • -

    Installaties of machines voor opvang van perssap of percolaat indien een overloopvoorziening is of wordt aangebracht naar het reguliere riool, de bodem of het oppervlaktewater;

  • -

    Waterzuiveringsinstallatie.

6

15

Emissiearme vloeren voor stallen melkveehouderij en vleeskalverhouderij

Emissiearme vloer voor stallen in de rundveehouderij en aanleg daarvan.

Subsidiabel:

  • -

    De vloerdelen van de volgende typen:

    • o

      Rundveevloer MDV type A1.10: BWL 2010.31.V5, ligboxenstal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag, met mestschuif;

    • o

      Rundveevloer MDV type A1.13: BWL 2010.34.V7, ligboxenstal met roostervloer voorzien van cassettes in de roosterspleten en mestschuif;

    • o

      Rundveevloer MDV type A1.14: BWL 2010.35.V7, ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mest afstorten voorzien van afdichtflappen, met mestschuif;

    • o

      Rundveevloer MDV type A1.21: BWL2013.01.V3, ligboxenstal met vlakke vloerplaten met tegelprofiel, hellende sleuven en regelmatige mest afstorten voorzien van afdichtflappen of -kleppen en mestschuif;

    • o

      Rundveevloer MDV type A1.23: BWL2013.04.V4, ligboxenstal met geprofileerde vloerplaten met sterk hellende langssleuven met urineafvoergat en hellende dwarsgroeven, aaneengesloten gelegd of gescheiden door mest afstorten voorzien van emissiereductiekleppen, met mestschuif;

    • o

      Rundveevloer MDV type A1.28: BWL2015.05 Ligboxenstal met roostervloer, voorzien van rubber matten en composiet nokken met een hellend profiel, kunststofcassettes met kleppen in de roosterspleten en met mestschuif;

    • o

      Ligboxenstal met vlakke vloer, voorzien van rubberen sleufvloer met 3% hellende langssleuven en geprofileerd rubber (hellende V-vorm) met groeven en nopjes tussen de langssleuven, met mestschuif (BWL 2018.06);

    • o

      Stal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag en afdichtflappen in de roosterspleten (BWL 2018.04);

    • o

      (Robot) Mestschuifsysteem en robot mestcollectors voor genoemde typen vloeren;

    • o

      Bijbehorende aanleg- en installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    Fundering waarop vloer ligt;

  • -

    Mestkelder;

  • -

    Muren en dak stal;

  • -

    Mestkanaal;

  • -

    Sloopkosten oude vloer.

9

16

Biobed of biofilter

Een biobed of een biofilter is een filterinstallatie voor luchtuitstoot vermindering door filterend materiaal wat uit de natuur komt, zoals houtsnippers of kokosschalen in combinatie met micro-organismen en schimmels.

Subsidiabel:

  • -

    Alle onderdelen van het biofilter of biobed voor luchtuitstoot vermindering door natuurlijk filtermateriaal zoals houtsnippers of kokosschalen in combinatie met micro organismen en schimmels;

  • -

    De bijhorende installatie die de te reinigen luchtstroom door het biobed of biofilter blaast of afzuigt;

  • -

    Bijbehorende aanleg- en installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    Een (biologische) luchtwasser waarin het bio filter kan worden gebruikt. Enkel het bio filter zelf is subsidiabel.

5

17

Fijnstof reducerende maatregelen pluimveestallen

Subsidiabel:

  • -

    Oliefilmsysteem met drukleidingen; 54% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.17);

  • -

    Ionisatiesysteem met negatieve coronadraden; 49% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.18);

  • -

    Ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof (BWL 2011.01).

Niet subsidiabel:

  • -

    Olie.

8

18

Geautomatiseerd systeem voor afvoer van bovenmatig strooisel van de vloeren van pluimveestallen

Subsidiabel:

  • -

    Aanbrengen oliefilm in stallen met gedeeltelijk rooster door middel van een olierobot; 30% emissiereductie fijn stof (BWL 2015.02);

  • -

    Strooiselschuif bij volièrehuisvesting; 20% emissiereductie fijn stof (BWL 2017.02).

Niet subsidiabel:

  • -

    Olie.

6

19

Luchtwassystemen in de veehouderij

Dit zijn gecombineerde luchtwassers die naast ammoniak ook fijn stof en geur reduceren en vallen in de RAV-lijst.

Subsidiabel:

  • -

    Gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14.V7);

  • -

    Gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01.V8);

  • -

    Gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4; BWL 2010.02.V6);

  • -

    Gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie (BWL 2011.07.V5);

  • -

    Gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter (BWL 2011.08.V5).

5

20

Omgekeerde osmose

Bestemd voor: het verminderen van het waterverbruik van biologische luchtwassers met ten minste 60%, door met omgekeerde osmose het spuiwater te zuiveren, waarna het gezuiverde spuiwater opnieuw wordt gebruikt in de biologische luchtwasser en het resterende concentraat nuttig wordt toegepast.

Subsidiabel:

  • -

    Een omgekeerde osmose-eenheid;

  • -

    Een opslagvoorziening voor het concentraat;

  • -

    Een opslagvoorziening voor het te recirculeren waswater;

  • -

    Voorzieningen om het behandelde spuiwater geschikt te maken voor hergebruik.

Niet subsidiabel:

  • -

    Luchtwasser (deze is subsidiabel in categorie 20);

  • -

    Spuiwateropslag en waswateropslag.

6

21

Potafdekinstallatie boom-, vaste planten- of sierteelt

Bestemd voor: het in de boom-, vaste planten- of sierteelt tegengaan van de groei van onkruid in de potten, door het machinaal strooien van een afdeklaag bestaande uit los organisch materiaal op de bovenzijde van het substraat.

Subsidiabel:

  • -

    Een elevator;

  • -

    Een doseersysteem;

  • -

    Transportbanden en een trilsysteem.

5

22

Elektrische voertuigen, gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten.

  • a.

    Elektrische of hybride aangedreven mobiele machine bestemd voor het verrichten van werkzaamheden in de land- en tuinbouw, waarbij de aandrijving is voorzien van een elektromotor, waarbij voor de opslag van energie een of meerdere accu’s worden toegepast.

  • b.

    Oplaadpunt voor elektrische of hybride aangedreven mobiele machine, bestemd voor het verrichten van werkzaamheden in de land- en tuinbouw, bestemd voor het elektrisch laden van accu’s van eigen elektrische of hybride aangedreven mobiele machine, bestemd voor het verrichten van werkzaamheden in de land- en tuinbouw, die zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving, waarbij het oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein.

Subsidiabel:

  • -

    Elektrische machines/werktuigen gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten;

  • -

    Een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem, een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een stekkerherkenningssysteem;

  • -

    Bijbehorende aanleg en installatiekosten.

Niet subsidiabel:

  • -

    Elektrische auto’s, fietsen of andere vervoersmiddelen voor personen.

6

23

Automatisch ruwvoermengsysteem

Automatisch ruwvoermengsysteem voor herkauwers, voor meerdere keren per dag automatisch en gemengd voeren van ruwvoeders.

Subsidiabel:

  • -

    Voerkeuken;

  • -

    Bijbehorende laadinstallatie voor vullen voerrobot;

  • -

    Zelfstandig voortbewegende voerrobot;

  • -

    Bijbehorende mineraal en brokdoseersysteem;

  • -

    Bijbehorende besturingssysteem;

  • -

    Sensoren/rails voor routebepaling;

  • -

    Oplaadstation;

  • -

    Bijbehorende installatiekosten.

Met bijbehorend worden de onderdelen van de fabrikant bedoelt die (standaard) bij de installatie horen.

Niet subsidiabel:

  • -

    Krachtvoerautomaten;

  • -

    Krachtvoerinstallaties;

  • -

    Machines voor vullen voerkeuken, zoals kuilsnijders, kuilhappers, shovel/verreiker en tractoren;

  • -

    (Extra) aanvullende voorraadbunkers/silo’s welke geen deel uitmaken van het geautomatiseerde systeem.

7

24

Technieken om bodemverdichting tegen te gaan

Investeringen in subsidiabel gestelde systemen die het risico op (structuur) schade van de bodem verminderen.

Subsidiabel:

  • -

    Aanpassingskosten aan tractoren en werktuigen die bedoeld zijn voor het overschakelen op een teeltsysteem met vaste rijpaden en een spoorbreedte van minimaal 280 cm;

  • -

    GPS/GIS apparatuur i.c.m. een investering t.b.v. het rijpadensysteem;

  • -

    Luchtdrukwisselsystemen met een zodanige capaciteit dat de banden binnen 1 minuut op 2 bar kunnen worden gebracht. Subsidiabel zijn maximaal vier banden per aangeschaft systeem. Door aanpassing van bandendruk aan omstandigheden kan structuurschade worden verminderd.

8

25

Systemen om productierisico’s te verkleinen

Subsidiabel:

  • -

    Aanschaf en installatie nachtvorst propeller;

  • -

    Anti hagelgeneratiesystemen;

  • -

    Constructie en aanschaf hagelnetten;

  • -

    Constructie en aanschaf regenkappen;

  • -

    Meerkosten van aanschaf van gehard glas voor gebruik in bestaande of nieuwe kassen.

Niet subsidiabel:

  • -

    (Nieuw)bouw van een kas;

  • -

    Overige investeringen om productierisico’s te verkleinen anders dan omschreven onder subsidiabel;

  • -

    Sloop en afvoerkosten.

6

26

Emissie arme stalsystemen voor de varkenshouderij

Het aanleggen van emissiearme stalsystemen voor de varkenshouderij.

Subsidiabel:

  • -

    Voor kraamzeugen: D 1.2.20: BWL 2018.01, Mestpan met mestkanaal met koelsysteem en waterkanaal onder het kraamhok.

Niet subsidiabel:

  • -

    Sloopkosten bestaande systemen.

9

Toelichting

Dit is de vijfde openstelling van de regeling Jonge landbouwers. De regeling is bedoeld om de aanschaf van modernere voorzieningen, installaties en machines te stimuleren. In deze openstelling is de investeringslijst wederom uitgebreid ten opzichte van eerdere openstellingen, waardoor voor de verschillende sectoren het aanbod aan duurzame investeringen groter is. Daarnaast heeft er een actualisering op basis van beleidsmatige afwegingen en de ervaringen naar aanleiding van eerdere openstellingen plaatsgevonden.

De modernisering moet bijdragen aan verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks-en diergezondheid, landschap/ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit.

Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging door dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig waren komen niet in aanmerking.

Gedeputeerde Staten stellen een lijst vast van investeringen die voor subsidie in aanmerking komen. Op deze lijst zijn investeringen opgenomen die bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan de duurzaamheid (gericht op milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit) en de beleidsmatige voorkeur.

De aanvragen worden gerangschikt op de score van de investeringen. Deze score wordt bepaald aan de hand van de duurzaamheidscore zoals opgenomen in bijlage 1. Ook deze score is bij deze openstelling geactualiseerd. Indien een aanvraag uit meerdere investeringen bestaat wordt de duurzaamheidsscore bepaald op basis van de gemiddelde score. De gemiddelde score wordt berekend door de scores van de individuele investeringen bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal investeringen.

De in de bijlage genoemde maatregelingen zijn alleen subsidiabel indien de eventueel benodigde vergunningen aanwezig zijn voor indiening van het project.

Voor wat betreft de investeringen die energie of warmte produceren:

Indien de te verwachten gemiddelde energieproductie door de investering(en) hoger is dan de energie die gemiddeld jaarlijks nodig is voor het eigen landbouwbedrijf, met inbegrip van het landbouwhuishouden, zijn onder deze POP-maatregel slechts de kosten subsidiabel voor de investeringen die (naar rato) worden gedaan ten behoeve van de gemiddelde eigen energiebehoefte van het landbouwbedrijf inclusief het landbouwhuishouden. Voor de berekening van de hoogte van de gemiddelde eigen energiebehoefte wordt uitgegaan van de bestaande bedrijfssituatie ten tijde van de subsidieverlening, tenzij er aantoonbaar sprake is van een voorziene uitbreiding van de energiebehoefte van het eigen bedrijf, inclusief het landbouwhuishouden. Indien er aantoonbaar sprake is van een voorziene uitbreiding van de energiebehoefte van het eigen bedrijf, inclusief het landbouwhuishouden, zal ten tijde van het vaststellingsverzoek op basis van de bestaande situatie ten tijde van het vaststellingsverzoek worden bezien wat de gemiddelde jaarlijkse energiebehoefte van het bedrijf inclusief landbouwhuishouden is geworden op basis van overgelegde onderbouwingen van de nieuwe verbruiksgegevens.