Regeling vervallen per 31-12-2019

Nadere regels betreffende Cofinanciering Lokaal Economisch Fonds (LEF) gemeente Alphen aan den Rijn 2018

Geldend van 02-08-2018 t/m 30-12-2019

Intitulé

Nadere regels betreffende Cofinanciering Lokaal Economisch Fonds (LEF) gemeente Alphen aan den Rijn 2018

Nadere regels betreffende Cofinanciering Lokaal Economisch Fonds (LEF) gemeente Alphen aan den Rijn 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

a) Asv 2014: De Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2014;

b) Awb: Algemene wet bestuursrecht;

c) Economisch Actieprogramma: Economisch Actieprogramma Alphen aan de Rijn 2016–2019;

d) Economic Development Board Alphen a/d Rijn (EDBA): een overlegplatform van publieke en private partijen, dat het college adviseert bij de inhoudelijke beoordeling van de projecten in de tenderprocedure en adviseert over de inhoudelijke bijdrage van de kleine projecten aan de economische doelstellingen;

e) Exploitatiekosten: kosten die gemaakt worden bij de reguliere bedrijfsvoering en die ook zonder de uitvoering van het project gemaakt zouden worden;

f) Grote projecten: projecten waarbij een cofinancieringsaanvraag wordt gedaan voor een cofinanciering vanaf € 10.000 tot en met € 50.000;

g) Initiatiefnemer: een onderneming, kennisinstelling of overheid;

h) Kennisinstelling: onderwijsinstellingen en onderzoeksorganisaties zonder winstoogmerk die activiteiten verrichten met als doel de algemene wetenschappelijke of technische kennis uit te breiden;

i) Kleine projecten: projecten waarbij een cofinancieringsaanvraag wordt gedaan voor een cofinanciering tot en met € 10.000;

j) Onderneming: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die een economische activiteit uitvoert ongeacht de manier van financiering of rechtspersoon;

k) Overheid: overheidsorganen zoals geformuleerd in artikel 1:1 van de Awb;

l) Toetsingskader: het opgestelde toetsingskader op basis waarvan de inhoudelijke toets wordt uitgevoerd bij de tenderprocedure.

Artikel 2 Asv 2014

1. De Asv 2014 is van toepassing, tenzij daarvan in deze nadere regels uitdrukkelijk wordt afgeweken;

2. De cofinancieringen die op grond van deze nadere regels worden verstrekt zijn eenmalige subsidies, zoals bedoeld in artikel 1, aanhef en onder e, van de Asv 2014.

Hoofdstuk 2 Cofinancieringsprogramma

Artikel 3 Doel

Het doel van deze cofinancieringsregeling is projecten te ondersteunen die ten goede komen aan het behalen van ten minste één van de vier doelstellingen uit het Economisch Actieprogramma.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

1. Het project dient in aanzienlijke mate bij te dragen aan ten minste één van de onderstaande doelstellingen uit het Economisch Actieprogramma:

a. Het versterken van het ondernemers- en vestigingsklimaat;

b. Passende aansluiting van onderwijs en bedrijfsleven;

c. De ontwikkeling naar een groene en circulaire economie;

d. Uitbouwen van de vrijetijdseconomie.

2. In aanvulling op lid 1 dient het project te voldoen aan allen van de onderstaande technische voorwaarden:

a. Het project is niet reeds gestart;

b. De activiteiten worden uitgevoerd binnen de gemeente Alphen aan den Rijn;

c. De activiteiten worden uitgevoerd door ten minste twee initiatiefnemers; en

d. Het project is vernieuwend.

3. In aanvulling op lid 1 en 2 dient het project bij aanvragen voor cofinanciering van € 10.000 tot

€ 50.000 ook te voldoen aan allen van de onderstaande inhoudelijke voorwaarden:

a. Het project waarborgt continuïteit;

b. Het project is duurzaam; en

c. Het project kent een hoge mate van samenwerking tussen de initiatiefnemers.

Artikel 5 Criteria voor de aanvrager

1. Cofinanciering kan worden aangevraagd door:

a. ondernemingen;

b. kennisinstellingen;

c. overheidsinstanties.

2. Cofinanciering kan niet worden aangevraagd door natuurlijke personen;

3. In afwijking van artikel 14 van de Asv 2014 mogen tevens ondernemingen met een winstoogmerk een aanvraag indienen.

Artikel 6 Aanvraag kleine projecten

1. Cofinancieringsaanvragen voor projecten tot en met € 10.000, zoals bedoeld in artikel 1 kunnen gedurende het jaar worden ingediend;

2. De looptijd van de projecten bedraagt maximaal 2 jaar met inachtneming van artikel 11 lid 2;

3. De aanvraag dient te worden ingediend via de beschikbaar gestelde online tool, hier worden in ieder geval de volgende stukken bijgevoegd:

a. een door alle partijen getekende samenwerkingsovereenkomst;

b. een realistische en sluitende begroting van het project;

c. een betaalbewijs of kopie bankpasje van de bankrekening waarop de cofinanciering gestort dient te worden indien toegekend;

d. per partner een de-minimisverklaring indien de onderneming aan de voorwaarden van de de-minimisverordening voldoet; en

e. eventueel andere benodigde bescheiden op verzoek van de cofinancieringsverlener.

Artikel 7 Aanvraag grote projecten

1. Cofinancieringsaanvragen voor projecten vanaf € 10.000 tot en met € 50.000 kunnen worden ingediend in de tenderprocedure;

2. De tenderregeling wordt opengesteld met als sluitingsdata:

a. 1 april 2018

b. 1 juni 2018

c. 1 september 2018

d. 1 november 2018

e. 1 maart 2019

f. 1 juni 2019

g. 1 november 2019;

3. De tenderregeling wordt één maand voor de sluitingsdatum geopend;

4. Na de sluitingsdatum geldt een hersteltermijn van twee weken waarbinnen de aanvrager op verzoek van de gemeente aanvullende stukken kan verstrekken, met uitzondering van stukken welke betrekking hebben op de inhoudelijke opzet van het project. Indien de aanvrager hier geen (tijdig) gebruik van maakt, wordt de aanvraag zoals oorspronkelijk ingediend in behandeling genomen. De hersteltermijn gaat in op de datum dat de gemeente om aanvullende gegevens heeft verzocht;

5. De looptijd van de projecten bedraagt maximaal 3 jaar met inachtneming van artikel 11 lid 2;

6. De aanvraag dient te worden gedaan via de beschikbaar gestelde online tool, hier worden in ieder geval de volgende stukken bijgevoegd:

a. een door alle partijen getekende samenwerkingsovereenkomst;

b. een realistische en sluitende begroting van het project;

c. een betaalbewijs of kopie bankpasje van de bankrekening waarop de cofinanciering gestort dient te worden indien toegekend;

d. per partner een de-minimisverklaring indien de onderneming aan de voorwaarden van de de-minimisverordening voldoet; en

e. eventueel andere benodigde bescheiden op verzoek van de cofinancieringsverlener.

7. De beoordeling van de projecten zoals bedoeld in lid 9 wordt gedaan conform het opgestelde toetsingskader, welke als bijlage is toegevoegd bij deze nadere regels;

8. Om voor cofinanciering in aanmerking te komen moeten projecten in ieder geval ten minste 6 punten scoren op de inhoudelijke voorwaarden zoals opgenomen in het toetsingskader;

9. De EDBA adviseert het College aan de hand van dit toetsingskader over de beoordeling van de projecten die op basis van het hoogste aantal punten voor cofinanciering in aanmerking zouden kunnen komen;

10. Het College maakt een finale selectie van de projecten waaraan cofinanciering beschikt wordt, mede op basis van het door de EDBA afgegeven advies;

11. In afwijking van de Asv 2014 neemt de cofinancieringsverlener uiterlijk binnen 10 weken na de sluiting van de tenderregeling een besluit op de ingediende aanvraag.

Artikel 8 Cofinancieringsplafond en verdeelcriteria

1. Het cofinancieringsplafond van deze regeling bedraagt € 550.000 per jaar;

2. Het deelplafond voor projecten tot € 10.000 is € 100.000 per jaar;

3. Het deelplafond voor projecten van € 10.000 tot € 50.000 is € 450.000 per jaar;

4. Het in lid 3 genoemde deelplafond wordt evenredig verdeeld over de tenderprocedures per jaar. Indien het cofinancieringsplafond van een tenderprocedure niet wordt bereikt, worden de gelden waar geen aanspraak op is gemaakt beschikbaar gesteld bij de eerstvolgende tenderprocedure van hetzelfde jaar;

5. Het College kan de bovengenoemde deelplafonds wijzigen.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

1. Kosten welke gemaakt zijn ten behoeve van de realisatie van het project zijn subsidiabel;

2. Bij een positieve beschikking zijn kosten die gemaakt zijn ten behoeve van het inwinnen van advies van een subsidiecoach voor het indienen van een tenderaanvraag subsidiabel, tot een maximum van € 1.000;

3. In afwijking van lid 1 zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

a. Exploitatiekosten;

b. Interne loonkosten;

c. Kosten die worden gemaakt ten behoeve van aankoop of verbouwing van onroerend goed;

d. Kosten van grondverwerving, vervangingsinvesteringen of investeringen in materieel waarbij de afschrijving niet binnen 3 jaar na aanschaf plaatsvindt;

e. Kosten voor rente, leges, juridische bijstand, boetes en accountancy;

f. Bureaukosten;

g. Verrekenbare BTW.

Artikel 10 Hoogte van de cofinanciering

1. De cofinanciering bedraagt maximaal 60% van de subsidiabele kosten;

2. Voor kleine projecten geldt een maximum van € 10.000 per project met inachtneming van artikel 8 lid 2;

3. Voor grote projecten geldt een maximum van € 50.000 per project met inachtneming van artikel 8 lid 3 en lid 4;

4. Indien in navolging van een klein project een aanvraag wordt gedaan bij de tenderprocedure voor de voortzetting van het project geldt het maximum zoals in lid 3 vermeld;

5. Stapelen van subsidies van Gemeente Alphen aan den Rijn is niet toegestaan.

Artikel 11 Verplichtingen van de cofinancieringsontvanger

Voor de cofinancieringsontvanger gelden de volgende verplichtingen:

1. Het begin van de uitvoering van het project start uiterlijk één jaar na het afgeven van de cofinancieringsbeschikking;

2. Het project wordt uiterlijk volledig uitgevoerd binnen één jaar na het einde van de regeling zijnde 31 december 2019;

3. In afwijking op artikel 19 van de Asv 2014 rapporteert de cofinancieringsontvanger op verzoek van de gemeente over de voortgang van het project door middel van een voortgangsrapportage;

4. In publicitaire uitingen met betrekking tot het project zal het volgende worden vermeld: “Dit project wordt mede mogelijk gemaakt met steun van de Economic Development Board Alphen a/d Rijn”. Hierbij wordt het EDBA-logo afgebeeld.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Het College kan, in aanvulling op artikel 14 van de Asv 2014, in ieder geval weigeren cofinanciering te verlenen als:

1. Niet voldaan wordt aan de criteria en voorwaarden van deze regeling;

2. In het geval van grote projecten, het betreffende project niet behoort tot de geselecteerde projecten uit de tenderprocedure;

3. Het project, of een deel hiervan, is of wordt ingediend voor een subsidie in het kader van LEADER;

4. Ten aanzien van de cofinancieringsaanvrager een uitstaand bevel geldt tot terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun;

5. De activiteit uitgevoerd is voordat de aanvraag om cofinanciering is ingediend;

6. Het verlenen van cofinanciering zou leiden tot het onrechtmatig verlenen van staatssteun;

7. De gevraagde cofinanciering niet redelijkerwijs in verhouding staat tot de te behalen resultaten.

Artikel 13 Betalen van voorschotten

1. Het College kan een voorschot verlenen tot ten hoogste 70% van het cofinancieringsbedrag;

2. Bevoorschotting van projecten geschiedt bij cofinancieringsbeschikking.

Artikel 14 Cofinancieringsvaststelling

1. In afwijking van artikel 16 lid 1 Asv 2014 dient de cofinancieringsontvanger binnen twee maanden na afloop van het project een verzoek tot cofinancieringsvaststelling in;

2. Bij de cofinancieringsvaststelling rapporteert de cofinancieringsontvanger over de behaalde resultaten en gemaakte kosten;

3. Na de vaststelling wordt het resterende bedrag waar de cofinancieringsontvanger conform deze regeling aanspraak op kan maken door de cofinancieringsverlener uitgekeerd.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het College kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze nadere regels afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16 Looptijd

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels betreffende Cofinanciering Lokaal Economisch Fonds (LEF) gemeente Alphen aan den Rijn 2018” en gaan in op de dag volgende op de dag van bekendmaking en vervallen met ingang van 31 december 2019. Deze nadere regels vervangen “Nadere regels betreffende Cofinanciering Lokaal Economisch Fonds (LEF) gemeente Alphen aan den Rijn 2018” zoals gepubliceerd op 9 februari 2018.

Ondertekening

Alphen aan den Rijn, 17 juli 2018,

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

drs. ing. P.D. Wekx MBA, mr. drs. J.W.E. Spies

Toelichting

Inleiding

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn heeft eind 2015 een Economisch Actieprogramma 2016 – 2019 vastgesteld om samen met bedrijven, onderwijs en kennisinstellingen te werken aan een sterke, vitale en groene economie. In dit programma zijn vier speerpunten benoemd:

• Het versterken van het ondernemers- en vestigingsklimaat

• Passende aansluiting van onderwijs en bedrijfsleven

• De ontwikkeling naar een groene en circulaire economie

• Uitbouwen van de vrijetijdseconomie

Voor het behalen van de doelstellingen heeft de gemeente een aantal acties opgesteld. De gemeente wil o.a. initiatieven uit de samenleving ondersteunen en stimuleren die bijdragen aan het behalen van de doelen uit het Economisch Actieprogramma. Om deze ondersteuning van projecten op een transparante wijze te regelen is er een cofinancieringsregeling nodig. Deze “Nadere regels” vervullen deze functie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd die van belang kunnen zijn voor de toepassing van de regeling. Hierbij is onder andere het onderscheid tussen grote en kleine projecten verduidelijkt. Dit is cruciaal omdat voor de verschillende soorten projecten andere eisen worden gesteld en een andere procedure van toepassing is. Een groot project is een project waarbij de aanvraag voor cofinanciering vanaf € 10.000 en tot maximaal € 50.000 is. Bij een klein project wordt een cofinancieringsbijdrage gevraagd tot maximaal € 10.000. De Economic Development Board Alphen a/d Rijn (EDBA) adviseert over de inhoudelijke bijdrage van de kleine projecten aan de economische doelstellingen. Daarnaast geeft de EDBA advies over de beoordeling van de aanvragen van grote projecten aan het College. Deze beoordeling gebeurt op basis van het opgestelde toetsingskader waaraan de ingediende aanvragen getoetst kunnen worden. Het toetsingskader is cruciaal bij het beoordelen van de aanvragen, deze is tevens door het College vastgesteld en is als bijlage bij de regeling gevoegd. Binnen de regeling wordt onder meer waarde toegekend aan samenwerking binnen de Triple Helix, dat wil zeggen de samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers. In de begripsbepalingen is daarom bepaald wat verstaan wordt onder onderneming, kennisinstelling en overheid. Onder kennisinstelling worden niet alleen onderwijsinstellingen verstaan, maar ook andere instellingen die zich bezig houden met onderzoek. Exploitatiekosten zijn als zijnde subsidiabele kosten uitgesloten. Deze kosten zouden ook bij een normale bedrijfsvoering worden gemaakt en zijn hiermee niet projectgebonden.

Artikel 2 Asv 2014

De Asv 2014 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken. De cofinanciering die op grond van deze regeling worden verstrekt zijn aan te merken als eenmalige subsidies. Van structurele subsidies is geen sprake.

Artikel 3 Doel

Het doel van de cofinancieringsregeling is gekoppeld aan het Economisch Actieprogramma 2016-2019; dit leidt tot een ruime formulering. De gemeente wil hiermee de regeling toepasbaar maken voor een grote groep. Hoewel het doel ruim geformuleerd is, betekent dit niet dat er lage eisen worden gesteld aan het project. De bijdrage die het project levert aan tenminste één van de doelstellingen uit het Economisch Actieprogramma dient aanzienlijk te zijn. De cofinancieringsregeling heeft als doel het stimuleren en ondersteunen van projecten die bijdragen aan het Economisch Actieprogramma.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

In dit artikel zijn de subsidiabele activiteiten opgenomen en aan welke eisen deze moeten voldoen om in aanmerking te komen voor cofinanciering. Hierbij is een belangrijk onderscheid gemaakt tussen de grote en kleine projecten. Voor grote projecten gelden beduidend meer eisen. De eisen die zijn opgenomen in lid 1 zijn niet cumulatief, de eisen die zijn opgenomen in lid 2 zijn wél cumulatief. De aanvullende eisen die worden gesteld zijn opgenomen in lid 3 en zijn tevens cumulatief, dit wil zeggen dat een project aan alle in sub a. t/m d. opgenomen vereisten moet voldoen. Het EDBA beoordeelt in hoeverre het project bij draagt aan het realiseren van de doelstellingen van het Economisch Actieprogramma. Het EDBA adviseert het College bij de besluitvorming hieromtrent.

Artikel 5 Criteria voor de aanvrager

In dit artikel zijn de criteria voor aanvragers opgenomen. Hierbij zijn natuurlijke personen uitgesloten. De cofinancieringsregeling is onder andere bedoeld om bedrijven, kennisinstellingen en overheden met elkaar te laten samenwerken. In de Asv is opgenomen dat rechtspersonen met een winstoogmerk niet gesubsidieerd kunnen worden. Omdat bedrijven per definitie een winstoogmerk hebben is in lid 3 opgenomen dat er afgeweken wordt van de Asv. Bedrijven hebben vaak een belangrijke rol bij innovatieve samenwerkingsprojecten. Daarmee zijn bedrijven ook een belangrijke speler binnen de cofinancieringsregeling. Stichtingen en verenigingen vallen ook onder het begrip “onderneming”.

Artikel 6 Aanvraag kleine projecten

Dit artikel betreft de aanvraagprocedure voor kleine projecten. Het indienen en behandelen van de aanvraag voor kleine projecten is eenvoudiger dan bij een aanvraag voor grote projecten. Dit is met als doel gedaan dat de aanvraagprocedure voor kleine projecten niet onnodig ingewikkeld moet zijn. De regeling moet juist een stimulans zijn zonder dat er hoge drempels opgeworpen worden door de te volgen procedure. Ook inhoudelijk worden er minder eisen gesteld aan de aanvraag voor kleine projecten. Omdat het om lagere bedragen gaat kan niet verwacht worden dat een project met een kleine omvang dezelfde doelstellingen kan bereiken als een groot project welke beschikking heeft tot meer financiële middelen. Een aanvraag voor een klein project kan gedurende de hele looptijd van de regeling worden ingediend.

Omdat het kleinere projecten betreft is de looptijd ook gesteld op maximaal 2 jaar. Dit stimuleert de aanvrager om het project direct uit te voeren.

Artikel 7 Aanvraag grote projecten

De aanvraagprocedure voor grote projecten gebeurt via een tenderprocedure en is aan meer regels verbonden. De tenderregeling wordt op vaste data opengesteld. Het openstellen van de tenderregeling gebeurt 1 maand voor de sluitingsdatum. Na de sluiting van de openstelling kan de aanvrager op verzoek van de gemeente de aanvraag aanvullen indien de aanvraag niet volledig is. Dit geeft de gemeente de mogelijkheid om de aanvragers eenmalig de kans te geven hun cofinancieringsaanvraag aan te vullen indien er stukken ontbreken. Gezien de aard van de tenderprocedure kunnen stukken die betrekking hebben op de inhoudelijke beoordeling van het project niet opgevraagd (en aangeleverd) worden.

De beoordeling van de aanvragen gebeurt op basis van het toetsingskader. Om voor cofinanciering in aanmerking te komen moeten projecten in ieder geval ten minste 6 punten scoren op de inhoudelijke voorwaarden van het toetsingskader. De EDBA kan het College adviseren welke aanvragen het meeste bijdragen aan de doelstellingen van het Economisch Actieprogramma. Het College maakt vervolgens de finale selectie van de projecten waaraan cofinanciering beschikt wordt, mede op basis van het door de EDBA afgegeven advies. De rangorde van de projecten is bepalend voor welke projecten cofinanciering toegekend krijgen en welke niet. Gezien de aard van de tenderprocedure is in lid 11 een afwijking van de Asv opgenomen.

Artikel 8 Cofinancieringsplafond en verdeelcriteria

In dit artikel zijn de cofinancieringsplafonds en de verdeelcriteria opgenomen. Er is in totaal € 550.000 aan middelen beschikbaar per jaar. In lid 2 is bepaald dat het deelplafond voor kleine projecten € 100.000 is. Per jaar zal voor de tenderprocedures € 450.000 beschikbaar zijn, dit wordt evenredig verdeeld over de vastgestelde tenderprocedures. Indien de gelden van de een tender niet volledig benut worden zal het resterende bedrag beschikbaar worden gesteld bij de eerstvolgende tender van hetzelfde jaar. Zo wordt een zo groot als mogelijk deel van de jaarlijks beschikbare € 450.000 besteed aan ingediende projecten.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

Structurele activiteiten, exploitatie en aanschaffen van reguliere bedrijfs- en productiemiddelen helpen niet bij het behalen van de doelstelling. De cofinanciering is bedoeld om innovatieve en duurzame projecten te helpen met opstarten, waarna de projecten op eigen kracht door kunnen. Daarom zijn in dit artikel enkele uitzonderingen op de subsidiabele kosten opgenomen. De overige kosten zijn subsidiabel mits deze projectgebonden zijn. Hiertoe behoort ook niet-verrekenbare BTW.

Inzet van uren door personeel van samenwerkingspartners is niet subsidiabel. Indien externe expertise wordt ingehuurd, zijn deze kosten wel subsidiabel.

Artikel 10 Hoogte van de cofinanciering

Maximaal 60% van de subsidiabele kosten van het aangevraagde project kunnen gefinancierd worden. De overige 40% van de projectkosten moeten door de aanvrager zelf beschikbaar gesteld worden. Dit hoeft geen eigen bijdrage te zijn, maar mag bestaan uit cofinanciering van andere subsidieverstrekkers. De aanvrager kan altijd minder dan 60% cofinanciering aanvragen, bij grote aanvragen kan dit positief meewegen in het aantal punten wat aan het project wordt toegekend. Stapelen van subsidies van de gemeente zelf is niet mogelijk.

Het stapelen van gemeentelijke subsidies is bewust uitgesloten. Hiermee wordt voorkomen dat er niet transparante subsidiering plaatsvindt. Deze regeling is een cofinancieringsregeling met als doel partijen te helpen om goede initiatieven op te starten. Daarbij is het borgen van de continuïteit van het project een randvoorwaarde.

In lid 4 van het artikel is opgenomen dat na het uitvoeren van een klein project een vervolgaanvraag gedaan kan worden voor een groot project. In dat geval is de maximum cofinanciering voor grote projecten leidend. Dit betekent dat het maximum voor beide projecten samen € 50.000 zal zijn.

Artikel 11 Verplichtingen van de cofinancieringsontvanger

Organisaties die cofinanciering verstrekt krijgen dienen op verzoek van de gemeente een voortgangsrapportage in. De gemeente levert het format voor de voortgangsrapportage aan. De voortgangsrapportage bestaat onder andere uit:

• Op basis van de ingediende projectaanvraag een voortgangsbeschrijving van het project en de tot op heden behaalde resultaten, inclusief realisatie van de begroting en planning;

• Beschrijving van de afwijkingen en verwachte afwijkingen ten opzichte van de ingediende projectaanvraag met uitleg van de reden waarom er afgeweken wordt.

Het project dient binnen één jaar na het afgeven van de cofinancieringsbeschikking van start te gaan. Hierover dient bij de voortgangsrapportage gerapporteerd te worden. Daarnaast is de cofinancieringsontvanger verplicht om de communicatie-uitingen zoals in lid 4 opgenomen in acht te nemen. Het te gebruiken logo wordt door de gemeente/EDBA beschikbaar gesteld.

Artikel 12 Weigeringsgronden

In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen, die gelden in aanvulling op de weigeringsgronden die opgenomen zijn in de Asv 2014. Hierbij is voor grote projecten in lid 2 opgenomen dat projectaanvragen die niet geselecteerd zijn op basis van de tenderprocedure geen aanspraak kunnen maken op de cofinanciering. In lid 5 is gewaarborgd dat enkel projecten die de cofinanciering nodig hebben voor de uitvoering van het project, aanspraak kunnen maken op de cofinanciering. Indien een project al is gestart is hier geen sprake van. Om die reden zal het verlenen van cofinanciering aan het betreffende project geweigerd worden. Het project is gestart als er al kosten zijn gemaakt of projectactiviteiten zijn uitgevoerd. Voorbereidende werkzaamheden zoals bijvoorbeeld het opstellen van een projectplan, het voeren van overleggen, opvragen van offertes en dergelijke t.b.v. het indienen van een projectaanvraag worden niet gezien als een start van een project.

In lid 4 is opgenomen dat indien er voor het project ook subsidie wordt aangevraagd vanuit het LEADER-programma, het project niet in aanmerking komt voor cofinanciering vanuit deze regeling.

Tenslotte mag het College weigeren om cofinanciering te verlenen als de opgestelde begroting, en de daarvoor gevraagde cofinanciering, niet redelijkerwijs in verhouding staat tot de te behalen resultaten. Hiermee kan het College een cofinancieringsaanvraag weigeren indien het project weliswaar bijdraagt aan de doelen uit het Economisch Actieprogramma, maar de middelen niet voldoende effectief worden besteed om de resultaten te behalen.

Artikel 13 Betalen van voorschotten

Een voorschot op de cofinanciering bedraagt 70% van het in de cofinancieringsbeschikking genoemde bedrag. Het voorschot wordt direct bij het verlenen van de cofinancieringsbeschikking uitbetaald. Het restant van de te verstrekken cofinanciering wordt uitbetaald bij de cofinancieringsvaststelling op basis van de ingediende verantwoording van behaalde resultaten en gemaakte subsidiabele kosten.

Artikel 14 Cofinancieringsvaststelling

Verstrekte cofinancieringen worden allemaal vooraf toegewezen en achteraf vastgesteld. In afwijking van artikel 16 lid 1 Asv dient de cofinancieringsontvanger binnen twee maanden na afloop van het project een verzoek tot cofinancieringsvaststelling in. Deze wordt vervolgens door de gemeente beoordeeld. Ook voor de vaststelling stelt de gemeente een format beschikbaar. Voor grote projecten moeten ook de in de Asv genoemde bijlagen worden toegevoegd. Na de vaststelling wordt het resterende bedrag waar de cofinancieringsontvanger conform deze regeling aanspraak op kan maken, door de cofinancieringsverlener uitgekeerd. Dit kan lager dan 30% van de oorspronkelijk beschikte cofinanciering zijn, indien de subsidiabele kosten in werkelijkheid lager zijn dan oorspronkelijk in de beschikking aangenomen.

Bijlage toetsingskader LEF

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling