Regeling vervallen per 01-04-2020

NADERE REGELS ONTHEFFINGEN AUTOVRIJ GEBIED DORDRECHT

Geldend van 23-12-2008 t/m 31-03-2020

Intitulé

NADERE REGELS ONTHEFFINGEN AUTOVRIJ GEBIED DORDRECHT

Burgemeesters en wethouders van Dordrecht

overwegende dat de gemeenteraad een “Verordening ontheffingen autovrij gebied Dordrecht” heeft vastgesteld;

dat artikel 5 van deze Verordening ons de bevoegdheid geeft nadere regels te stellen met betrekking tot het aanvragen, het verlenen en het gebruik van een ontheffing.

b e s l u i t e n :

vast te stellen de “Nadere regels ontheffingen autovrij gebied Dordrecht”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. a. verordening: de “Verordening ontheffingen autovrij gebied Dordrecht”;

    • b.

      autovrij gebied: het in artikel 1 sub c van de Verordening omschreven gebied;

    • c.

      ontheffing aan de poller: een door de beheercentrale aan een poller verleende, mondelinge ontheffing voor het binnenrijden van (een gedeelte van) het autoluwe- en voetgangers gebied;

    • d.

      ontheffingpas/transponder: het middel waarmee de ontheffinghouder zich bij een poller toegang tot het autovrije gebied kan verschaffen;

    • e.

      bestemmingsadres: het woon – of vestigingsadres van de ontheffinghouder of het adres dat c.q. de locatie die de ontheffinghouder met gebruikmaking van zijn ontheffing kan bezoeken.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1. Indien de aanvraag voor een ontheffing is toegekend, ontvangt de ontheffinghouder een ontheffingpas of een transponder waarmee hij zich bij een poller toegang tot het autovrije gebied kan verschaffen.

  • 2. Voor iedere eigenaar of houder van een voertuig is, tenzij anders bepaald in deze regels, het schriftelijk aanvragen van een ontheffing het uitgangspunt. Indien deze regels het aanvragen van een ontheffing aan de poller mogelijk maken, geldt dat de eigenaar of houder van het voertuig een schriftelijke aanvraag voor een ontheffing moet indienen, indien hij meer dan drie keer in twaalf maanden het autovrije gebied moet binnenrijden.

Artikel 3 Bewoners

  • 1. a. Onder een bewoner wordt in deze regels verstaan een natuurlijke persoon die in het bevolkingsregister is ingeschreven op een adres dat gelegen is in het autoluwe- en voetgangergebied. Met een in het bevolkingsregister ingeschreven natuurlijke persoon wordt gelijkgesteld een natuurlijke persoon die, onder overlegging van het eigendomsbewijs of van het schriftelijke huurcontract, als eigenaar of huurder van een woning minimaal drie aaneengesloten maanden op een adres in het autoluwe- of voetgangersgebied verblijft.

    b. Aan een bewoner kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a, b of c van de Verordening.

  • 2. 2. a. Een bewoner dient bij de aanvraag voor een ontheffing een kopie te overleggen van het kentekenbewijs deel II van zijn voertuig. Indien hij een ontheffing aanvraagt ten behoeve van het bereiken van eigen parkeergelegenheid, dient hij tevens een bewijsstuk te overleggen van beschikking over deze parkeergelegenheid.

    b. Per bewoner wordt maximaal één ontheffing verleend.

  • 3. a. De ontheffing die aan een bewoner wordt verleend geldt voor maximaal twaalf maanden en is uitsluitend geschikt voor gebruik gedurende de venstertijden en na sluitingstijd van de winkels. In bijzondere gevallen kan een ontheffinghoudende bewoner een ontheffing aan de poller aanvragen.

    • b.

      In afwijking van het bepaalde in lid a is de ontheffing voor een bewoner die beschikt over eigen parkeergelegenheid geschikt voor gebruik gedurende 24 uur per dag.

    • c.

      In afwijking van het bepaalde in lid a is de ontheffing voor een bewoner woonachtig is in het gebied dat gesloten is verklaard voor motorvoertuigen (Grotekerksbuurt, Groenmarkt, gedeelte Wijnstraat, gedeelte Nieuwstraat, Hofstraat en Hof) geschikt voor gebruik gedurende 24 uur per dag.

Artikel 4 Bedrijven

  • 1. a. Onder een bedrijf wordt in deze regels verstaan een onderneming, al dan niet in het bezit van rechtspersoonlijkheid, gevestigd op een adres dat gelegen is in het autoluwe- of voetgangersgebied. Bedrijven kunnen als één bedrijf worden aangemerkt, indien zij gevestigd zijn op één adres of naburige adressen, aldaar gelijksoortige bedrijfsactiviteiten uitoefenen dan wel, indien geen sprake is van gelijksoortige bedrijfsactiviteiten, op het niveau van verantwoordelijke functies gemeenschappelijke functies hebben.

    • b.

      Aan een bedrijf kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a, b of c van de Verordening.

  • 2. a. Een bedrijf dient bij de aanvraag voor een ontheffing een kopie te overleggen van een maximaal één maand oud uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel of een ander recent bewijsstuk van vestiging evenals een kopie van het kentekenbewijs deel II van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. Indien een ontheffing wordt aangevraagd ten behoeve van het bereiken van eigen parkeergelegenheid, dient tevens een bewijsstuk te worden overgelegd van beschikking over deze parkeergelegenheid.

    • b.

      Per bedrijf worden maximaal twee ontheffingen verleend.

  • 3. a. De ontheffing die aan een bedrijf wordt verleend geldt voor maximaal twaalf maanden en is uitsluitend geschikt voor gebruik gedurende de venstertijden.

    • b.

      In afwijking van het bepaalde in lid a is de ontheffing voor een bedrijf dat beschikt over eigen parkeergelegenheid geschikt voor gebruik gedurende 24 uur per dag.

    • c.

      In afwijking van het bepaalde in lid a is de ontheffing voor een bedrijf dat gevestigd is in het gebied dat gesloten is verklaard voor motorvoertuigen (Grotekerksbuurt, Groenmarkt, gedeelte Wijnstraat, gedeelte Nieuwstraat, Hofstraat en Hof) geschikt voor gebruik gedurende 24 uur per dag.

Artikel 5 Leveranciers en waardetransporteurs

  • 1. a. Onder een leverancier wordt in deze regels verstaan een bedrijf dat goederen dient te laden of lossen bij een in het autovrije gebied woonachtige bewoner of een aldaar gevestigd bedrijf.

    • b.

      Aan een leverancier kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub c van de Verordening.

  • 2. a. Een leverancier dient bij de aanvraag voor een ontheffing een kopie te overleggen van een maximaal één maand oud uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel of een ander recent bewijsstuk van vestiging evenals een kopie van het kentekenbewijs deel II van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd en een bewijsstuk van zijn bestemmingsadres.

    • b.

      Indien het schriftelijk aanvragen van een ontheffing op aanmerkelijke bezwaren stuit, kan een leverancier een ontheffing aan de poller aanvragen. Hij komt in aanmerking voor een ontheffing aan de poller, indien hij eigenaar of houder is van een herkenbaar bedrijfsvoertuig of aannemelijk maakt dat hij goederen dient te laden of lossen op een in het autovrije gebied gelegen adres.

  • 3. a. De ontheffing die aan een leverancier wordt verleend geldt voor de periode die nodig is voor het uitoefenen van de activiteit waarvoor het autovrije gebied moet worden binnengereden en is uitsluitend geschikt voor gebruik gedurende de venstertijden, tenzij wordt aangetoond dat gebruik buiten de venstertijden noodzakelijk is.

    • b.

      In afwijking van het bepaalde in lid a is de ontheffing die wordt verleend aan een leverancier van versproducten geschikt voor gebruik gedurende 24 uur per dag.

  • 4. a. Onder een waardetransporteur wordt in deze regels verstaan een bedrijf dat waardetransporten uitvoert voor een in het autoluwe- of voetgangersgebied gelegen bedrijf.

    • b.

      Aan een waardetransporteur kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a of c van de Verordening.

  • 5. Een waardetransporteur dient bij de aanvraag om een ontheffing een kopie te overleggen van een maximaal één maand oud uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel of een ander recent bewijsstuk van vestiging evenals een kopie van het kentekenbewijs deel II van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd en een bewijsstuk van zijn bestemmingsadres.

  • 6. De ontheffing die aan een waardetransporteur wordt verleend geldt voor maximaal twaalf maanden en is geschikt voor gebruik gedurende 24 uur per dag.

Artikel 6 Hulpdiensten, gemeentelijke diensten, zorgdiensten en onderhoudsdiensten

  • 1.

    a. Onder gemeentelijke diensten worden in deze regels mede verstaan de aan de gemeente verbonden ambtenaren die een publiekrechtelijke taak uitoefenen, de in de gemeente actieve reinigings - en afvalinzamelingsbedrijven en het in de gemeente actieve openbaar vervoerbedrijf.

    • b.

      Aan een gemeentelijke dienst kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a van de Verordening.

    • c.

      Een gemeentelijke dienst dient bij de aanvraag voor een ontheffing een bewijsstuk van taakuitoefening te overleggen en, voor zover dit niet op aanmerkelijke bezwaren stuit, een kopie van het kentekenbewijs deel II van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

  • 2.

    a. Onder zorgdienstverleners worden in deze regels verstaan huisartsen, verpleegkundigen, verloskundigen, thuiszorgmedewerkers en overige zorgverlenende beroepen.

    • b.

      Aan een zorgdienstverlener kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a van de Verordening.

    • c.

      Een zorgdienstverlener dient bij de aanvraag voor een ontheffing een bewijsstuk van zijn beroepsuitoefening en van zijn bestemmingsadres te overleggen evenals een kopie van het kentekenbewijs deel II van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

    • d.

      Indien het schriftelijk aanvragen van een ontheffing op aanmerkelijke bezwaren stuit, kan een zorgdienstverlener een ontheffing aan de poller aanvragen. Hij komt in aanmerking voor een ontheffing aan de poller, indien hij eigenaar of houder is van een voertuig en aannemelijk maakt dat hij verzorging dient aan te bieden op een in het autoluwe- of voetgangersgebied gelegen adres of locatie.

  • 3.

    a. Onder onderhoudsdiensten worden in deze regels verstaan aannemingsbedrijven of bedrijven die herstel -, onderhouds – of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden uitvoeren.

    • b.

      Aan een onderhoudsdienst kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a van de Verordening.

    • c.

      Aan een onderhoudsdienst die kortdurende werkzaamheden moet verrichten in hetcentrumgebied dat is aangewezen als parkeerverbodszone kan ontheffing van de parkeerverbodszone en/of ontheffing van de artikelen 10, 24, 25 en 62 van het RVV 1990 worden verleend. Ontheffing van de parkeerverbodszone wordt alleen verstrekt, indien de onderhoudsdienst aannemelijk heeft gemaakt dat de aanwezigheid van zijn voertuig noodzakelijk is bij de uitvoering van de werkzaamheden en hij dit voertuig in de nabijheid van zijn werkplek moet parkeren. Indien de werkzaamheden tevens in het autovrije gebied plaatsvinden, worden de in dit artikel bedoelde ontheffingen gecombineerd met een ontheffing als bedoeld in sub b.

    • d.

      Een onderhoudsdienst dient bij de aanvraag voor een ontheffing een bewijsstuk van beroepsuitoefening en van het bestemmingsadres te overleggen evenals een kopie van het kentekenbewijs deel II van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

    • e.

      Indien het schriftelijk aanvragen van een ontheffing op aanmerkelijke bezwaren stuit, kan een onderhoudsdienst een ontheffing aan de poller aanvragen. Zij komt in aanmerking voor een ontheffing aan de poller, indien zij eigenaar of houder is van een herkenbaar bedrijfsvoertuig of aannemelijk maakt dat zij herstel – of onderhoudswerkzaamheden dient uit te voeren op een in het autovrije gebied gelegen adres of locatie.

  • 4.

    De ontheffing die verleend wordt aan de hulpdiensten, gemeentelijke diensten en zorgdiensten geldt voor maximaal twaalf maanden en is geschikt voor gebruik gedurende24 uur per dag. Hulpdiensten komen in aanmerking voor een transponder. De ontheffing die verleend wordt aan de onderhoudsdiensten geldt voor de periode die nodig is voor het uitoefenen van de activiteit waarvoor het autoluwe- of voetgangersgebied moet worden binnengereden en is uitsluitend geschikt voor gebruik gedurende de venstertijden, tenzij wordt aangetoond dat gebruik buiten de venstertijden noodzakelijk is.

Artikel 7 Taxi’s , trouw – en rouwauto’s

  • 1. a. Aan een taxichauffeur kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub c van de Verordening.

    • b.

      Een taxichauffeur komt in aanmerking voor een ontheffing aan de poller of een ontheffing

      in de vorm van een transponder. Hij dient eigenaar of houder te zijn van een herkenbaar

      taxivoertuig en dient op weg te zijn naar een op een in het autovrije gebied gelegen adres.

      Bij een schriftelijke ontheffingaanvraag dient een kopie van het kentekenbewijs te worden

      meegestuurd.

    • c.

      De ontheffing die verleend wordt aan de taxichauffeur geldt voor de periode die nodig is

      voor het uitoefenen van de activiteit waarvoor het autoluwe- of voetgangersgebied moet worden binnengereden. Voor taxi’s geldt de volgende regeling:

      • -

        Alle adressen gelegen binnen het autoluwe en voetgangersgebied zijn gedurende 24 uur bereikbaar ten behoeve van het ophalen en afzetten van personen.

  • 2. a. Aan een bedrijf dat trouw – of rouwgelegenheden verzorgt c.q. de natuurlijke persoon die een trouw – of rouwauto bestuurt kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a van de Verordening

    b. Het in lid a bedoelde bedrijf c.q. de natuurlijke persoon dient bij de aanvraag voor een ontheffing een bewijsstuk te overleggen van de trouw – of rouwgelegenheid en van zijn bestemmingsadres evenals een kopie van het kentekenbewijs deel II van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

    • c.

      De ontheffing die verleend wordt aan het in lid a bedoelde bedrijf c.q. de natuurlijke persoon geldt voor de periode die nodig is voor het uitoefenen van de activiteit waarvoor het autovrije gebied moet worden binnengereden en is uitsluitend geschikt voor gebruik gedurende de venstertijden, tenzij wordt aangetoond dat gebruik buiten de venstertijden noodzakelijk is.

Artikel 8 Bezoekers

  • 1. a. Aan een bezoeker van het autovrije gebied kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, tweede lid sub a, b of c van de Verordening.

    • b.

      Een bezoeker dient bij de aanvraag voor een ontheffing aantoonbaar te maken dat hij het autoluwe- of voetgangersgebied moet binnenrijden en dient een kopie te overleggen van het kentekenbewijs deel II van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

    • c.

      Indien het schriftelijk aanvragen van een ontheffing op aanmerkelijke bezwaren stuit, kan een bezoeker een ontheffing aan de poller aanvragen. Hij komt in aanmerking voor een ontheffing aan de poller, indien hij eigenaar of houder is van een voertuig en aannemelijk maakt dat hij het autoluwe- of voetgangersgebied moet binnenrijden. Bezoekers die in een gehandicaptenvoertuig rijden of in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart komen zonder meer in aanmerking voor een ontheffing aan de poller.

    • d.

      De ontheffing die verleend wordt aan een bezoeker geldt voor de periode die nodig is voor het uitoefenen van de activiteit waarvoor het autoluwe- en voetgangersgebied moet worden binnengereden en is uitsluitend geschikt voor gebruik gedurende de venstertijden, tenzij wordt aangetoond dat gebruik buiten de venstertijden noodzakelijk is.

Artikel 9 Marktkooplieden

  • 1. a. Aan de marktkoopman die een marktstandplaats heeft op het Statenplein kan indien dit naar het oordeel van de marktmeester noodzakelijk is een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a of c van de Verordening, die geschikt is voor het passeren van de pollers Nieuwstraat en Kolfstraat.

    • b.

      De marktkoopman dient bij de aanvraag voor een ontheffing een kopie te overleggen van het kentekenbewijs deel II van zijn voertuig en/of zijn bedrijfsnaam en/of andere kenmerken van zijn voertuig. Hij dient tevens schriftelijk aan te geven welke bewegingen door de Nieuwstraat hij op welke marktdag zal maken.

    • c.

      De ontheffing geldt voor maximaal twaalf maanden en is uitsluitend geschikt voor

      gebruik op vrijdag na 7.00 uur ten behoeve van de opbouw van de markt en 16.00 uur ten behoeve van de afbouw van de markt en op zaterdag na 7.00 uur ten behoeve van de opbouw van de markt en 17.00 uur ten behoeve van de afbouw van de markt.

    • d.

      De aanvragen van de marktkooplieden worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

      Er worden ontheffingen verleend tot een maximum van 36 marktvoertuigbewegingen per marktdag in de Nieuwstraat.

Artikel 10 Ontheffing knips

1.a. Aan bewoners en bedrijven woonachtig of gevestigd in vergunninghouderssector A of het gedeelte van sector D ten noorden van de Spuihaven kan ontheffing worden verleend van het verkeersteken C12 (gesloten voor alle bestuurders) geplaatst op de Vest en de Grote Markt.

  • b.

    Om in aanmerking te komen voor de ontheffing dient de bewoner of het bedrijf tenminste een auto te bezitten, ofwel een parkeerplaats op eigen terrein te hebben, ofwel in het bezit te zijn van een eerste en/of tweede parkeervergunning voor sector A of D.

  • c.

    Per adres kunnen maximaal twee ontheffingen worden verstrekt.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regels treden in werking op 04-11-2008

  • 2.

    Deze regels kunnen worden aangehaald als “Nadere regels ontheffingen autovrij gebied Dordrecht”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 04-11-2008

Toelichting op de “Nadere regels ontheffingen autovrij gebied Dordrecht”

Op 3 april 2001 heeft de gemeenteraad het verkeersplan Binnenstad model AB+ vastgesteld. Het plan heeft tot doel het vergroten van de verkeersveiligheid in de binnenstad, het verbeteren van de leefbaarheid en bereikbaarheid van dit stadsdeel en het aantrekkelijker maken van het winkelklimaat.

Het brengt met zich mee dat de binnenstad door het plaatsen van vaste en flexibele afsluitingen wordt opgesplitst in drie zogenaamde lobben, die elk hun eigen verkeer moeten verwerken. Op deze manier wordt het verkeer gelijkmatiger over de stad verdeeld en wordt het doorgaande verkeer geweerd. Gedeelten van de binnenstad worden bij verkeersbesluit aangewezen als voetgangerszone respectievelijk gebied gesloten voor motorvoertuigen.

De onderhavige nadere regels zijn opgesteld om samen met de “Verordening ontheffingen autovrij gebied Dordrecht” als juridisch kader te dienen bij aanvragen van eigenaren of houders van voertuigen voor een ontheffing van het verbod om het autovrije gebied binnen te rijden. Hieronder volgt een toelichting op de artikelen van de nadere regels.

Artikel 1

Ter onderscheiding van de schriftelijk, bij besluit van het college, verleende ‘ontheffing’ wordt de term ‘ontheffing aan de poller’ gebruikt om de ontheffing aan te duiden die mondeling aan de poller wordt afgegeven door de beheercentrale.

Artikel 2

Om fraude te voorkomen en een zorgvuldig gebruik van de ontheffingpas en de transponder af te dwingen, wordt voor het verstrekken van deze middelen een waarborgsom (voorlopig vastgesteld op euro 25) in rekening gebracht. Deze wordt bij inlevering van de ontheffingpas of de transponder terugbetaald.

Artikel 3

Het zijn van bewoner is bepalend voor het verkrijgen van een ontheffing. De bewoner die in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart komt dus op grond van deze omstandigheid al in aanmerking voor een ontheffing.

De bewoner kan in bijzondere gevallen – bijv. een gezinslid is in de woning onwel geworden – altijd het autoluwe- of voetgangersgebied binnenrijden via het aanvragen van een ontheffing aan de poller. Indien een bewoner beschikt over eigen parkeergelegenheid in het autoluwe- of voetgangersgebied, waaronder begrepen een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, is zijn ontheffing 24 uur per dag geschikt voor gebruik.

Artikel 4

De definitie van bedrijf is gebaseerd op de ervaringen die bij het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen zijn opgedaan. Hier werd het maximum van twee zakelijke vergunningen per bedrijf regelmatig omzeild door alle vennootschappen waarover de bedrijfsvoering was verdeeld als aparte bedrijven op te voeren.

De huidige definitie maakt het mogelijk bedrijven die aan elkaar gelieerd zijn als één bedrijf aan te merken. Aangezien het parkeerbeleid nog steeds een maximum van twee parkeervergunningen per bedrijf kent, is ditzelfde maximum opgenomen voor de ontheffingen.

Bedrijven zullen, net als de bewoners, buiten het autoluwe- of voetgangersgebied moeten parkeren. Daarom geldt ook hier dat de ontheffing slechts geschikt is voor gebruik tijdens de venstertijden. Een noodzaak om bedrijven ook buiten de venstertijden via het aanvragen van een ontheffing aan de poller toegang tot het autovrije gebied te verschaffen wordt niet aanwezig geacht. Bedrijven moeten hun bedrijfsvoering aan de venstertijden kunnen aanpassen. Indien zij beschikken over eigen parkeergelegenheid in het autovrije gebied, waaronder begrepen een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, is de ontheffing 24 uur per dag geschikt voor gebruik.

Artikel 5

Uitgangspunt is het schriftelijk aanvragen van een ontheffing. Indien dit voor een leverancier op ‘aanmerkelijke bezwaren’ stuit – hij heeft bijvoorbeeld een spoedeisende bestelling of hij heeft maximaal drie keer in twaalf maanden een bestelling in het autoluwe- en voetgangersgebied af te leveren - kan een ontheffing aan de poller worden aangevraagd.

De ontheffing van een leverancier is slechts geschikt voor gebruik tijdens de venstertijden. Aan leveranciers van versproducten, dat wil zeggen bederfelijke waar, wordt een ontheffing verleend die 24 uur per dag gebruikt kan worden met het oog op het belang van een snelle bezorging.

De werkzaamheden van waardetransporteurs zijn vergelijkbaar met die van leveranciers. Voor de duidelijkheid zijn zij als aparte categorie in dit artikel genoemd. In verband met de waarde van de transporten is het van belang dat van de ontheffing op wisselende uren, binnen en buiten de venstertijden, gebruik kan worden gemaakt.

Artikel 6

Hulpdiensten komen in aanmerking voor een transponder vanwege het spoedeisende karakter van de dienstverlening. Er gaat geen tijd verloren door het voorhouden van de pas bij de paslezer van de aanmeldzuil. Hulpdiensten kunnen het autoluwe gebied zowel via de ingangen als via de uitgangen bereiken.

Bij zorgdienstverleners is het schriftelijk aanvragen van een ontheffing uitgangspunt. Indien dit voor een zorgdienstverlener op ‘aanmerkelijke bezwaren’ stuit – hij heeft bijvoorbeeld een spoedeisend geval of hij heeft maximaal drie keer in twaalf maanden een opdracht in het autovrije gebied - kan een ontheffing aan de poller worden aangevraagd.

Onder onderhoudsdiensten vallen bijvoorbeeld gas -, water - en elektriciteitsbedrijven en bedrijven die onderhoud aan kabels of leidingen moeten verrichten.

Van deze onderhoudsdiensten wordt verondersteld dat zij hun bedrijfsvoering kunnen aanpassen aan de venstertijden. Er geldt een noodzakelijkheidtoets voor aanvragen voor een ontheffing buiten de venstertijden. Het autovrije gebied valt onder een parkeerverbodszone. Ontheffing van de parkeerverbodszone is mogelijk indien de onderhoudsdienst kan aantonen dat het voertuig noodzakelijk is ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden. Indien geen sprake is van noodzaak, dan mag de onderhoudsdienst ten hoogste laden en lossen, waarna het voertuig geparkeerd moet worden buiten het autovrije gebied.

Artikel 7

Met de taxibedrijven is afgesproken dat zij uitsluitend gebruik zullen maken van ontheffingen aan de poller of een transponder indien sprake is van het ophalen of afzetten van passagiers in het autovrije gebied.

Bij een trouw – of rouwgelegenheid mag worden verondersteld dat tijdig een schriftelijke aanvraag voor een ontheffing kan worden ingediend en dat gebruik kan worden gemaakt van de venstertijden om het autoluwe- en voetgangersgebied binnen te rijden. Er geldt een noodzakelijkheidtoets voor aanvragen voor een ontheffing buiten de venstertijden.

Artikel 8

Als bezoekers kunnen bijvoorbeeld worden aangemerkt bezoekers van bewoners, waarbij geldt dat er een noodzaak moet worden aangetoond om het autoluwe- en voetgangersgebied met een voertuig binnen te rijden. Voorts kunnen als bezoekers worden aangemerkt VIPS, die Dordrecht een bezoek brengen en aannemers die bij een bewoner of een bedrijf in het autoluwe- en voetgangersgebied werkzaamheden moeten verrichten.

Uitgangspunt is ook hier het schriftelijk aanvragen van een ontheffing. Indien dit voor een bezoeker op ‘aanmerkelijke bezwaren’ stuit – hij heeft bijvoorbeeld een spoedeisend belang - kan een ontheffing aan de poller worden aangevraagd. Bezoekers die een gehandicaptenparkeerkaart hebben of in een gehandicaptenvoertuig rijden komen zonder meer – er geldt geen noodzakelijkheidtoets - in aanmerking voor een ontheffing aan de poller.

Artikel 9

Onder de ambtenaren die een publiekrechtelijke taak uitoefenen valt bijvoorbeeld de marktmeester. Aan hem zal een ontheffing worden verleend, waaraan als voorschrift zal worden verbonden dat hij de voertuigen van marktkooplieden tot het autoluwe- en voetgangersgebied mag toelaten.

Deze ontheffing wordt terughoudend verstrekt op advies van de marktmeester. De ontheffing zorgt voor een vlotte op- en afbouw van de markt waardoor de doorgang voor hulpdiensten zoveel mogelijk wordt gewaarborgd.

Artikel 10

Deze ontheffing voorkomt dat bewoners en bezoekers uit parkeersector A en gedeelte D onevenredig moeten omrijden op zoek naar een parkeerplaats in de parkeersector. De sectorgrenzen van parkeren komen niet overeen met de locaties van de knips.

afbeelding binnen de regeling