Regeling vervallen per 01-08-2020

Subsidieregeling Evenementen en Amateurkunst Dordrecht 2016

Geldend van 31-08-2016 t/m 31-07-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-08-2016

Intitulé

Subsidieregeling Evenementen en Amateurkunst Dordrecht 2016

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gelet op de bepalingen in titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende

Subsidieregeling Evenementen en Amateurkunst Dordrecht 2016

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Evenement: het begrip evenement zoals gedefinieerd in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht;

  • b.

    categorie: de vier van elkaar te onderscheiden categorieën van evenementen aan de hand van de in artikel 5 lid 2 neergelegde criteria. Er zijn A+, A-, B- en C evenementen. De indeling in een categorie bepaalt de maximale hoogte van de subsidie en daarmee het subsidieregime van de Algemene subsidieverordening Dordrecht dat van toepassing is.

  • c.

    Deze Subsidieregeling heeft geen betrekking op de evenementen die in het beleid zijn aangemerkt met een 'special-status'.

  • d.

    Amateurkunst: het actief beoefenen van kunst zonder daarmee in de eerste plaats in het levensonderhoud te willen voorzien. Amateurkunst omvat de volgende disciplines: (instrumentele) muziek, zang, (volks)dans, theater, beeldende kunst (waaronder fotografie) en overige kunstvormen.

  • e.

    Instelling: een vereniging of stichting gevestigd in Dordrecht die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te ontplooien op het gebied van amateurkunst.

  • f.

    Presentatieactiviteit: een voor publiek toegankelijke activiteit, waarvoor entreegeld wordt geheven, die een kwalitatieve bijdrage levert aan het culturele programma en het productieklimaat in de gemeente Dordrecht op het gebied van muziek, dans, beeldende kunst en media, literatuur of een combinatie daarvan. Een Presentatieactiviteit kan meerdere voorstellingen en/of onderdelen bevatten.

Artikel 2 Doelstellingen

  • 1.

    Op grond van deze subsidieregeling kan het college subsidie verstrekken voor het tekort op de begroting bij de organisatie en uitvoering van Evenementen.

  • 2.

    Op grond van deze subsidieregeling kan het college subsidie verstrekken aan instellingen voor presentatieactiviteiten op het gebied van Amateurkunst.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEPLAFONDS

Artikel 3 Subsidieplafond en deelplafonds

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 augustus voorafgaand aan het daarop volgende kalenderjaar voor deze regeling een subsidieplafond vast voor de op grond van deze regeling te verlenen subsidies, onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de raad.

  • 2.

    Het college stelt deelplafonds vast voor de subsidieverstrekking ten behoeve van Evenementen, op grond van het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze regeling en voor de subsidieverstrekking ten behoeve van Amateurkunst, op grond van hoofdstuk 4 van deze regeling.

  • 3.

    Het college kan deelplafonds vaststellen voor de twee halfjaarlijkse aanvraagrondes die per kalenderjaar voor de subsidieverstrekking ten behoeve van Evenementen respectievelijk Amateurkunst worden opengesteld.

  • 4.

    Het college kan binnen de deelplafonds voor de twee halfjaarlijkse aanvraagrondes voor Evenementen ook deelplafonds vast stellen voor het per Categorie A+, A, B, C maximaal beschikbare subsidiebudget.

  • 5.

    Bij het vaststellen en bekendmaken van het subsidieplafond en de deelplafonds stelt het college ook vast het maximale bedrag dat per categorie evenement, naar aanleiding van een aanvraag als subsidie kan worden verstrekt. Voor evenementen in de categorie A+ wordt een maximaal bedrag van € 45.000,- vastgesteld, dat naar aanleiding van een aanvraag als subsidie kan worden verstrekt.

  • 6.

    Het college kan het eerder vastgestelde subsidieplafond of deelplafonds verhogen of verlagen.

  • 7.

    Besluiten als bedoeld in het eerste tot en met vijfde lid, worden bekendgemaakt via publicatie in de huis-aan-huisbladen en de gemeentelijke website.

HOOFDSTUK 3 EVENEMENTENSUBSIDIES

Artikel 4 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een evenement dat wordt georganiseerd in het eerste halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een evenement dat wordt georganiseerd in het tweede halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 april van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 3.

    Aanvragen die niet binnen de termijn van lid 1 en 2 zijn ingediend, worden afgewezen.

  • 4.

    De aanvraag bevat een activiteitenplan en een gedetailleerde, sluitende begroting.

  • 5.

    Het activiteitenplan omvat voorts:

    • a.

      de datum en de aard van het evenement;

    • b.

      een omschrijving van (de programmering van) het evenement;

    • c.

      een gemotiveerde inschatting van het aantal te verwachten bezoekers of deelnemers;

    • d.

      een omschrijving van de manier waarop over het evenement wordt gecommuniceerd;

    • e.

      een gemotiveerde beschrijving van de wijze waarop wordt voldaan aan de criteria als genoemd in artikel 5, lid 2 en lid 3 van deze Subsidieregeling;

    • f.

      een verklaring dat wordt beschikt over alle noodzakelijke vergunningen en ontheffingen die nodig zijn voor de activiteit, of dat deze zijn aangevraagd en de verwachte datum van vergunningverlening.

      • 6.

        Alvorens op een aanvraag te beslissen, wint het college het advies in van een daarvoor ingestelde adviescommissie, waarin externe leden plaatshebben. Deze commissie wordt ondersteund vanuit de gemeente.

      • 7.

        De adviescommissie beoordeelt de aanvragen op subsidiewaardigheid aan de hand van de bij de aanvragen gevoegde activiteitenplannen. Met het oog op de verdeling van de beschikbare (deel)budgetten onder de aanvragers, rangschikt de adviescommissie de aanvragers naar de mate waarin zij binnen hun betreffende categorie voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 5 Beoordeling van de aanvraag en categorieën evenementen

  • 1.

    Het college bepaalt op basis van het daarover verkregen advies van de adviescommissie de categorie(ën) van het evenement/de evenementen.

  • 2.

    Ten behoeve van de indeling in één van de categorieën, wordt de aanvraag door de adviescommissie beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      geschatte bezoekersaantallen;

    • b.

      geschatte economische spin-off;

    • c.

      bijdrage aan het imago van de stad, doordat de activiteit is gericht op de geschiedenis van Dordrecht en/of op water en/of op natuur (inclusief Hollandse Biesbosch) en/of op cultuur;

    • d.

      de mate waarin het evenement vernieuwend is naar opzet en/of inhoud, waarbij acht geslagen wordt op onder meer: kwaliteit, groeiambitie, originaliteit, gebruik van nieuwe middelen, benutting van mogelijkheden tot maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaamheid en de mate waarin het evenement aansprekend voor nieuwe doelgroepen;

    • e.

      de mate waarin het evenement bijdraagt aan de doelstellingen van het actuele en laatst bekendgemaakte gemeentelijk evenementenbeleid en aan het streven van de gemeente om een evenwichtig aanbod aan evenementen te ondersteunen, naar soort, doelgroepen, uitstraling en/of statusverlening en een voldoende spreiding naar tijd en plaats;

    • f.

      de mate waarin bij realisatie van de activiteiten wordt gezocht naar mogelijkheden om samen te werken met marktpartijen en de betrokkenheid van verschillende lokale organisaties en vrijwilligers te vergroten;

    • g.

      de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de locatie van het evenement voor mensen met een fysieke beperking;

    • h.

      bij sportevenementen wordt aanvullend beoordeeld de mate waarin het evenement aantoonbaar en in voldoende mate bijdraagt aan de doelstellingen van het vastgestelde en bekendgemaakte sportbeleid;

    • i.

      het aangevraagde subsidiebedrag overschrijdt niet het voor de desbetreffende categorie als maximaal te verstrekken subsidiebedrag en het maximale subsidiepercentage in relatie tot de totale uitvoeringskosten van de activiteiten bedraagt 40.

HOOFDSTUK 4. AMATEURKUNSTSUBSIDIES

Artikel 6 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een presentatieactiviteit die wordt uitgevoerd in het eerste halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een presentatieactiviteit die wordt uitgevoerd in het tweede halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 april van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 3.

    Aanvragen die niet binnen de termijn van lid 1 en 2 zijn ingediend, worden afgewezen.

  • 4.

    De aanvraag bevat een activiteitenplan en een gedetailleerde, sluitende begroting.

  • 5.

    Het activiteitenplan omvat voorts:

    • a.

      de datum en de aard van de presentatieactiviteit;

    • b.

      een omschrijving van (de programmering van) de presentatieactiviteit;

    • c.

      een gemotiveerde inschatting van het aantal te verwachten bezoekers of deelnemers;

    • d.

      een omschrijving van de manier waarop over de presentatieactiviteit wordt gecommuniceerd;

    • e.

      een verklaring dat wordt beschikt over alle noodzakelijke vergunningen en ontheffingen die nodig zijn voor de presentatieactiviteit, of dat deze zijn aangevraagd en de verwachte datum van vergunningverlening.

      • 6.

        Alvorens op een aanvraag te beslissen, wint het college het advies in van een daarvoor ingestelde adviescommissie, waarin externe leden plaatshebben. De commissie wordt ondersteund vanuit de gemeente.

      • 7.

        De adviescommissie beoordeelt de aanvragen op subsidiewaardigheid aan de hand van de bij de aanvragen gevoegde activiteitenplannen. Met het oog op de verdeling van het voor amateurkunst beschikbare deelbudget onder de aanvragers, rangschikt de adviescommissie de aanvragers naar de mate waarin zij voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 7 Beoordeling van de aanvraag

  • 1.

    Het aangevraagde subsidiebedrag overschrijdt niet het maximaal te verstrekken subsidiebedrag en het maximale subsidiepercentage in relatie tot de totale uitvoeringskosten van de presentatieactiviteit bedraagt 40.

  • 2.

    Aanvragen die voldoen aan de in lid 1 bedoelde subsidievereisten worden, aan de hand van het oordeel van de adviescommissie, door het college gerangschikt naar de mate waarin de Presentatieactiviteit een kwalitatieve bijdrage levert aan het culturele programma en het productieklimaat in de gemeente Dordrecht.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college verstrekt voor een presentatieactiviteit op grond van deze regeling maximaal éénmaal per kalenderjaar een subsidie van maximaal € 5.000,-.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van een begroting van de presentatieactiviteit.

HOOFDSTUK 5 WEIGERINGSGRONDEN

  • 1.

    Voor subsidies die worden verstrekt op basis van de hoofdstukken 3 en 4 van deze subsidieregeling geldt, onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht, dat een aanvraag daartoe in ieder geval wordt geweigerd indien:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling;

    • b.

      de activiteiten in absolute zin als onvoldoende worden beoordeeld op basis van de voor de betreffende aanvraag geldende beoordelingscriteria;

    • c.

      de kosten van de activiteiten niet in redelijke verhouding staan tot het aantal te bereiken personen.

      • 2.

        Voor subsidies die worden verstrekt op basis van hoofdstuk 3 van deze subsidieregeling, wordt de subsidie in ieder geval ook geweigerd indien subsidie wordt of werd verstrekt op grond van een andere gemeentelijke subsidieregeling.

      • 3.

        Voor subsidies die worden verstrekt op basis van hoofdstuk 4 van deze subsidieregeling geldt dat deze in ieder geval ook wordt geweigerd, indien in het betreffende kalenderjaar reeds subsidie voor een presentatieactiviteit op grond van deze subsidieregeling is verstrekt.

HOOFDSTUK 6. SUBSIDIEVERPLICHTINGEN

Artikel 10 Subsidieverplichtingen

Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13 en 14 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht, dient de subsidieontvanger in ieder geval:

  • a.

    de gesubsidieerde activiteit uit te voeren conform de ingediende aanvraag en de daarbij gevoegde onderbouwing;

  • b.

    bij uitvoering van de gesubsidieerde activiteit de wet- en regelgeving na te leven en te handelen overeenkomstig de in verband met de activiteiten verleende vergunningen en ontheffingen en de daaraan verbonden voorschriften na te leven.

HOOFDSTUK 7. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Overgangs- en slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als "Subsidieregeling Evenementen en Amateurkunst 2016".

  • 2.

    De Nadere regels voor evenementensubsidies 2012 en de Nadere regels voor Amateurkunst 2010 worden ingetrokken.

  • 3.

    Voor subsidieaanvragen ten behoeve van evenementen, die plaatsvinden in de tweede helft van 2016, gelden de nadere regels voor evenementensubsidies 2012.

  • 4.

    Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 juli 2016.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de loco-secretaris de burgemeester

H. Kranendonk A.A.M. Brok