Regeling vervallen per 13-07-2022

Beleidsregels geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2018

Geldend van 30-03-2018 t/m 12-07-2022

Intitulé

Beleidsregels geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2018

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

gelet op artikel 4.1.1 van de Algemene Plaatselijke verordening,

BESLUIT

Beleidsregels ten aanzien van geluidhinder als gevolg van werkzaamheden te formuleren als nadere invulling van APV artikel 4.1.1

Hoofdstuk 1

Inleiding

In de gemeente Nijmegen worden jaarlijks een groot aantal bouw- en sloopwerkzaamheden uitgevoerd. In de meeste gevallen wordt het geluid van deze werkzaamheden niet direct als overlast ervaren. Dit komt omdat het vaak om kortdurende werkzaamheden in de dagperiode (07.00 - 19:00 uur) gaat. Het ook aanwezige omgevingsgeluid zal het geluid vanwege werkzaamheden grotendeels maskeren. Anders is dit als de werkzaamheden tijdens de avond- of nachtperiode , tijdens weekenden of tijdens feestdagen plaatsvinden. Lawaaiige werkzaamheden in deze perioden kunnen geluidsoverlast veroorzaken voor omwonenden waardoor het woon- en leefklimaat in meer of mindere mate wordt geschaad. In bepaalde omstandigheden is zelfs slaapverstoring mogelijk.

De laatste jaren is het aantal bouw- en sloopwerkzaamheden in de avond- en nachtelijke uren sterk toegenomen. Het is wenselijk dat voor dergelijke werkzaamheden op die momenten een ontheffing bij het bevoegd gezag wordt aangevraagd

De ‘Notitie Bouwlawaai’ is voor het eerst in 2006 vastgesteld naar aanleiding van vragen uit de Raadscommissie (01-12-2003) en de toezegging (12-01-2004) om de handhaving voor bouwlawaai beter te organiseren.

Als gevolg van het van kracht worden van het Bouwbesluit 2012 (1-4-2012) zijn op 24 april 2012 de ‘Beleidsregels geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2012’ opnieuw vastgesteld.

Huidige Bouwbesluit

In het huidige Bouwbesluit zijn de bouw- en slooplawaai voorschriften opgenomen in artikel 8.3 Bouwbesluit. Daarin staat dat onder werkdagen ook de zaterdag wordt verstaan. Voorts hebben de voorschriften alleen betrekking op bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden.

In artikel 8.3, vierde lid Bouwbesluit staat dat als B&W beleidsregels heeft vastgesteld er geen ontheffing meer hoeft te worden aangevraagd. Beleidsregels fungeren dan als materiële normen voor de avond- en nachtperiode en voor zon- en feestdagen. Als het bedrijf bij de uitvoering van de werkzaamheden voldoet aan bepaalde grenswaarden die voor een bepaalde blootstellingsduur gelden, dan is er geen ontheffing meer nodig. Het bedrijf moet wel de aanvang van de werkzaamheden twee dagen tevoren melden bij het bevoegd gezag. Datgene wat geldt voor de dagperiode gaat dan ook gelden voor de avond- en nachtperiode alsmede voor de zon- en feestdagen.

Beleidsregels mogen echter geen indienings- noch procedurevoorschriften bevatten. Dat betekent dat de aanvang van de werkzaamheden niet meer 4 weken tevoren bekend is. Tevens hoeft er geen akoestisch onderzoek meer te worden ingediend. Het bedrijf hoeft ook niet de noodzaak van het werken buiten de normale dagperiode te motiveren. Ook kunnen er geen voorschriften meer aan een te verlenen ontheffing worden verbonden. Maatwerk is dus niet meer mogelijk.

Gevolg is dat de overheid slechts toezicht kan houden op de in uitvoering zijnde werkzaamheden. Niet bekend is welke werkzaamheden er plaatsvinden, wat de aard, omvang en duur van de werkzaamheden zal zijn. Ook is niet bekend of het bedrijf de beleidsregels (en de daarin opgenomen grenswaarden en blootstellingsduur) zal overtreden. Er is immers geen akoestisch onderzoek. Bij klachten van omwonenden zal de overheid zelf geluidmetingen moeten verrichten (op kosten van de overheid). Die metingen moeten door de overheid plaatsvinden in de avond- en nachtperiode en op zon- en feestdagen. Als niet aan de normen wordt voldaan kan er slechts repressief (achteraf) handhavend worden opgetreden. Dat is lastig als de werkzaamheden in volle gang zijn.

Gelet op het voorgaande is het niet meer wenselijk om beleidsregels vast te stellen voor bouw- en slooplawaai. Dat betekent dat een bedrijf in alle gevallen voor bouw- en sloopwerkzaamheden in de avond- en nachtperiode en op zon- en feestdagen een ontheffing moet aanvragen. Dan blijft het mogelijk een akoestisch onderzoek te eisen. Dan kan de noodzaak van de werkzaamheden buiten de dagperiode worden beoordeeld, kan een ontheffing, zonodig, worden geweigerd, en kunnen aan een ontheffing voorschriften worden verbonden, zodat het belang van omwonenden in de afweging kan worden betrokken. Afhankelijk van de geluidbelasting op geluidgevoelige bestemmingen en de tijd dat omwonenden hieraan worden blootgesteld, kan als voorschrift worden opgenomen dat aan omwonenden binnen een bepaalde straal vervangend verblijf moet worden aangeboden.

Het is en blijft wel wenselijk om beleidsregels te hebben voor beoordeling van ontheffingsverzoeken voor geluidhinder op grond van artikel 4.1.1, lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening. De APV, anders dan het Bouwbesluit, maakt het wel mogelijk dat, ook als er beleidsregels zijn vastgesteld, een ontheffingsverzoek moet worden ingediend en om, zo nodig, voorschriften aan de ontheffing te verbinden.

Bureau Leefomgevingskwaliteit heeft, in overleg met Afdeling Juridisch Advies van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen deze beleidsregels opgesteld.

Hoofdstuk 2

Juridisch kader

Beoordeling in het kader van de APV

Artikel 4.1.1 van de Algemene plaatselijke verordening bevat voorschriften om geluidhinder te beperken. Denk hierbij aan werkzaamheden aan wegen, kanalen, rivieren, spoorwegen en degelijke. Op grond van dit artikel is het verboden om geluidhinder te veroorzaken.

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit verbod.

Het verbod geldt niet voor hindersoorten waarvoor Burgemeester en Wethouders nadere regels hebben gesteld. Het verbod van artikel 4.1.1 APV geldt ook niet als de beperking van geluidsoverlast is geregeld in de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wegen- verkeerswet, de Zondagswet, het Wetboek van Strafrecht, de Luchtvaartweg of het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels van toepassing is.

De Woningwet (en het Bouwbesluit) worden hier niet genoemd. Echter omdat er in een hogere regeling een specifieke vorm van geluidhinder is geregeld (namelijk bouw- en slooplawaai) prevaleert de hogere regeling. Artikel 4.1.1 APV is niet van toepassing voor bouw- en slooplawaai waarvoor een omgevingsvergunning is verleend (of vereist). Maar ook voor bouw- en slooplawaai als gevolg van bouw- en sloopactiviteiten waarvoor op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of op grond van het Bouwbesluit geen vergunning is vereist, is artikel 4.1.1 APV niet van toepassing.

Algemene wet bestuursrecht

Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen Burgemeester en Wethouders beleidsregels vaststellen en daarmee ontheffingsverzoeken en meldingen consequent en consistent beoordelen. Dit is in het belang van de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid en voorkomt willekeur.

De volgende publicaties zijn in ogenschouw genomen:

  • Circulaire Industrielawaai, ministerie van volksgezondheid en milieuhygiëne 1979

  • Handreiking industrielawaai en vergunningverlening 1998, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

  • Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999

  • Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval 2004 - Ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

  • Bouwbesluit, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

  • Beoogde effecten

  • Overlast gevende, lawaaiige werkzaamheden zoveel mogelijk overdag laten plaatsvinden.

  • Een eenvoudiger, eenduidiger en meer samenhangende aanpak voor geluidhinder realiseren.

  • Versterken van milieuvriendelijk gedrag.

  • Duidelijkheid creëren voor alle betrokkenen.

  • Samenwerking tussen alle betrokken partijen optimaliseren.

Aanpak

In het beleid wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende etmaalperioden (dag-avond-nacht). Per etmaalperiode zijn toegestane geluidniveaus vastgesteld. Daarbij wordt ook aangegeven hoeveel avonden of nachten deze geluidniveaus mogen aanhouden.

De geluidniveaus gelden op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen, op een hoogte waar de hinder kan worden ondervonden. De geluidsniveaus gelden alleen voor geluidsgevoelige bestemmingen die ook daadwerkelijk worden gebruikt.

Alle metingen en berekeningen moeten plaatsvinden conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI 1999).

Tot slot is een artikelsgewijze toelichting opgenomen.

Hoofdstuk 3 Beleidsregels

Paragraaf 1 Definities

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

dB(A): Eenheid voor geluid (de decibel), gecorrigeerd naar de gevoeligheid van het menselijk oor (de A-correctie).

Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau: (LAr,LT) het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai, HMRI-1999.

Maximaal geluidsniveau: (LAmax) maximaal geluidsniveau gemeten in de meterstand “Fast”, als vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai, HMRI-1999.

Etmaalperioden:

Van 07:00 tot19:00 uur: dagperiode,

van 19:00 tot 23:00 uur: avondperiode,

van 23:00 tot 07:00 uur: nachtperiode.

Locatie: Omschrijving van een gebied, doorgaans door middel van een (nabij gelegen) adres, inclusief de directe aangrenzende omgeving van de locatie.

Grenswaarde: De ontheffingswaarde voor geluid tot waar de ontheffing geldt.

Maximale blootstellingduur: Het maximaal aantal aaneengesloten dag-, avond en nachtperioden.

Ontvanger: De positie (in plaats en hoogte) waarvoor de geluidbelasting wordt bepaald en/of beoordeeld.

Paragraaf 2 De normstelling

Artikel 2

Normstelling op werkdagen in de avondperiode (19:00-23:00 uur)

Normstellings-regime

V

IV

III

II

I

LAr,LT in dB(A)

≤55 dB(A)

>55 - ≤60 dB(A)

>60 - ≤65 dB(A)

>65 - ≤70 dB(A)

>70 dB(A)

LAmax in dB(A)

≤65 dB(A)

>65 -≤70dB(A)

>70 -≤75dB(A)

>75 -≤80dB(A)

>80 dB(A)

Maximale blootstellings

Duur

30 avonden

15 avonden

5

avonden

1

avond

niet

mogelijk

Normstelling op weekend- en feestdagen in de avondperiode (19:00-23:00 uur)

Normstellings-regime

V

IV

III

II

I

LAr,LT in dB(A)

≤50 dB(A)

>50 - ≤55 dB(A)

>55 - ≤60 dB(A)

>60 - ≤65 dB(A)

>65 dB(A)

LAmax in dB(A)

≤60 dB(A)

>60 -≤65dB(A)

>65 -≤70dB(A)

>70 -≤75dB(A)

>75 dB(A)

Maximale blootstellings

Duur

nvt

4

avonden

4

avonden

1

avond

niet

mogelijk

Artikel 3

Normstelling op werkdagen in de nachtperiode (23:00-07:00 uur)

Normstellings-regime

X

IX

VIII

VII

VI

LAr,LT in dB(A)

≤50 dB(A)

>50 -

≤55 dB(A)

>55 -

≤60 dB(A)

>60 -

≤65 dB(A)

>65 dB(A)

LAmax in dB(A)

≤60 dB(A)

>60 -

≤65 dB(A)

>65 -

≤70 dB(A)

>70 -

≤75 dB(A)

>75 dB(A)

Maximale blootstellings

Duur

15 nachten

5

Nachten

1

nacht

4 uur in

1 nacht

niet mogelijk

Normstelling op weekend- en feestdagen in de nachtperiode (23:00-07:00 uur)

Normstellings-regime

X

IX

VIII

VII

VI

LAr,LT in dB(A)

≤45 dB(A)

>45 -

≤50 dB(A)

>50 -

≤55 dB(A)

>55 -

≤60 dB(A)

>60 dB(A)

LAmax in dB(A)

≤55 dB(A)

>60 -

≤50 dB(A)

>60 -

≤65 dB(A)

>65 -

≤70 dB(A)

>70 dB(A)

Maximale blootstellings

Duur

Nvt

4

Nachten

1

nacht

4 uur in

1 nacht

niet mogelijk

Artikel 4

Op alle metingen en berekeningen is de HMRI1999 van toepassing.

Artikel 5

De grenswaarden uit artikel 2 en artikel 3 gelden op gevels als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 1b, vijfde lid, van de Wet geluidhinder van woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidgevoelige gebouwen en op de grens van terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidgevoelige terreinen.

Artikel 6

De maximaal toelaatbare blootstellingsduur is per etmaalperiode gebaseerd op één normstellingsregime.

Artikel 7

De periode tussen twee blootstellingsperiodes is minimaal gelijk aan de blootstellingsduur waarop het normstellingsregime betrekking heeft, met een minimum van 5 avonden en 5 nachten.

Artikel 8

Na goedkeuring van de Portefeuillehouder kan worden afgeweken van het gestelde in artikel 2 en artikel 3.

Artikel 9

Een akoestisch onderzoek is niet vereist indien voldaan kan worden aan de grenswaarden uit artikel 2, ontheffingsregime II.

Artikel 10

Op zon- en feestdagen geldt voor de avond- en nachtperiode een 5 dB strengere geluidnorm.

Paragraaf 3 Het verzoek om ontheffing

Artikel 11

Een verzoek om ontheffing wordt schriftelijk of als webformulier ingediend bij het College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 12

Een aanvraag om ontheffing moet minimaal 4 weken voor aanvang van de werkzaamheden die geluidhinder kunnen veroorzaken worden ingediend.

Artikel 13

In de aanvraag moeten de volgende gegevens staan:

  • Naam, adres en woonplaats van de verzoeker om ontheffing evenals het elektronische adres van de verzoeker, indien het verzoek met een elektronisch formulier wordt ingediend.

  • Het adres, de kadastrale aanduiding of een omschrijving van de plaats waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden.

  • Een situatietekening (incl. schaalbalk, noordpijl) van de locatie van het project waarop ook aangegeven de eerstelijns bebouwing rondom de locatie van het project.

  • Een omschrijving van de aard, omvang en duur van de werkzaamheden.

  • De planning van de werkzaamheden uitgesplitst naar etmaalperiode;

  • De datum/data van de werkzaamheden.

  • De begin- en eindtijd (per dag en dagperiode) van de werkzaamheden.

  • Akoestisch onderzoek:

  • Geluidbronnen.

  • Geluidgevoelige bestemmingen.

  • LAr,LT en LAmax berekeningen per etmaalperiode.

  • Berekeningen volgens HMRI1999.

  • De naam en het mobiel telefoonnummer van de contactpersoon(en) tijdens de werkzaamheden.

Artikel 14

Het verzoek om ontheffing van artikel 2 en 3 moet worden gemotiveerd.

In het verzoek moet aangeven worden waarom het noodzakelijk is om af te wijken van het gestelde in artikel 2 en 3. De verzoeker moet daarbij ingaan op de risico’s van extra hinder en de wijze waarop dit zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Ook moeten compenserende maatregelen worden aangeboden.

Paragraaf 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels Geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2018.

Hoofdstuk IV: Artikelsgewijze toelichting

artikel 1

Geen toelichting.

artikel 2 en artikel 3

Deze beleidsregels voorzien in grenswaarden voor de avond- en nachtperiode. Voor lawaai gedurende de avond- en nachtperiode gelden strengere grenswaarden dan voor de dagperiode. Ook is de maximale blootstellingsduur per grenswaarde beperkt ten opzichte van de dagperiode.

artikel 4

In afwijking van de HMRI1999 wordt geen rekening gehouden met een toeslag voor impulsgeluid. Impulsgeluiden worden beoordeeld als maximaal geluidsniveau (LAmax).

Bij handhaving door, of in opdracht van, de gemeente wordt gebruik gemaakt van een gekalibreerde integrerende geluidmeter, klasse I.

artikel 5

Geen toelichting.

artikel 6

Een normstellingsregime is een combinatie van een grenswaarde (LAr,LT en LAmax) én een maximale blootstellingsduur.

Artikel 7

Geen toelichting.

artikel 8

Geen toelichting.

artikel 9

Geen toelichting.

artikel 10

Geen toelichting.

artikel 11

Geen toelichting.

artikel 12

Alleen indien de aanvraag zich beperkt tot de grenswaarden uit artikel 2, ontheffingsregime II, kan het een verzoek om ontheffing tot minimaal 5 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden die geluidhinder kunnen veroorzaken worden ingediend.

artikel 13

Geen toelichting.

artikel 14

Een beroep op artikel 8 van deze beleidsregels is alleen mogelijk door het aanvragen van een ontheffing (Zie paragraaf 3).

artikel 15

Geen toelichting.

Ondertekening

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

op 13 maart 2018.

De Gemeentesecretaris,

mr. drs. A.H. van Hout

De Burgemeester,

drs. H.M.F. Bruls