Besluit van Provinciale staten van Noord-Holland van 18 mei 1992, van Utrecht van 15 april 1992, van Zuid-Holland van 16 april 1992, Gedeputeerde staten van Noord-Holland van 31 maart 1992, van Utrecht van 28 mei 1991, van Zuid-Holland van 18 maart 1992, De commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland van 31 maart 1992, in de provincie Utrecht van 28 mei 1991, in de provincie Zuid-Holland 18 maart 1992, tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling ter behartiging van een doelmatig beheer van de Amstel (Beheersregeling Amstel).

Geldend van 01-01-1993 t/m heden

Intitulé

Besluit van Provinciale staten van Noord-Holland van 18 mei 1992, van Utrecht van 15 april 1992, van Zuid-Holland van 16 april 1992, Gedeputeerde staten van Noord-Holland van 31 maart 1992, van Utrecht van 28 mei 1991, van Zuid-Holland van 18 maart 1992, De commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland van 31 maart 1992, in de provincie Utrecht van 28 mei 1991, in de provincie Zuid-Holland 18 maart 1992, tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling ter behartiging van een doelmatig beheer van de Amstel (Beheersregeling Amstel).

Besluit van Provinciale staten van Noord-Holland van 18 mei 1992, van Utrecht van 15 april 1992, van Zuid-Holland van 16 april 1992, Gedeputeerde staten van Noord-Holland van 31 maart 1992, van Utrecht van 28 mei 1991, van Zuid-Holland van 18 maart 1992, De commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland van 31 maart 1992, in de provincie Utrecht van 28 mei 1991, in de provincie Zuid-Holland 18 maart 1992, Provinciaal blad van Utrecht nr. 1 van 1993, tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling ter behartiging van een doelmatig beheer van de Amstel.(Beheersregeling Amstel)

Provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissarissen der Koningin in de provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland besluiten tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling ter behartiging van een doelmatig beheer van de Amstel luidende als volgt:

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    De Amstel : de vaarweg vanaf de beheersgrens tussen de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam, nabij de Omval te Amsterdam, tot en met de Tolhuissluis bij de aansluiting op de Drecht en het Aarkanaal, gedeeltelijk gelegen in de provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland, een en ander zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende overzichtskaart (1);

  • b.

    het bestuur: provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris der Koningin, voor zover het hun respectieve bevoegdheden betreft;

  • c.

    beheer: de zorg voor de instandhouding en de bruikbaarheid voor de scheepvaart van de Amstel, de daartoe behorende kunstwerken en de daarlangs gelegen oevers en oeverwerken. 

Artikel 2. Doel van de regeling.

Deze regeling heeft tot doel te komen tot een door het bestuur van Noord-Holland uit te voeren beheer van de Amstel. 

Artikel 3. Deelnemers aan de regeling.

Deelnemers aan de regeling zijn de besturen van Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. 

Artikel 4. Beheersregeling.

  • 1 De besturen van Utrecht en Zuid-Holland dragen de uitoefening van hun uit de Provinciewet voortvloeiende bevoegdheid met betrekking tot het beheer van de Amstel over aan het bestuur van Noord-Holland, met inbegrip van de eventuele toepassing van bestuursdwang.

  • 2 Het bestuur van Noord-Holland zal het beheer uitvoeren en handhaven, overeenkomstig het bepaalde in het Reglement Vaarwateren Noord-Holland 1990, vastgesteld bij besluit van provinciale staten van Noord-Holland van 14 mei 1990, nr. 20, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 8 augustus 1990, nr. 90-017558 en in werking getreden op 19 november 1990 (provinciaal blad van Noord-Holland, nrs. 38 en 39). 

Artikel 5. Overleg.

Het bestuur van Noord-Holland zal met de besturen van Utrecht en Zuid-Holland overleg plegen indien een wijziging of een gehele herziening van de in artikel 4, tweede lid, genoemde verordening, voor zover betrekking hebbend op het beheer van de Amstel, door hem noodzakelijk wordt geacht. 

Artikel 6. Inwerkingtreding en duur van de regeling.

Deze regeling treedt - met inachtneming van het bepaalde in artikel 41, juncto artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen Stb. 1984 667) - in werking op een in gezamenlijk overleg tussen de betrokken colleges van gedeputeerde staten te bepalen datum en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. (2) 

Artikel 7. Wijziging en opheffing van de regeling.

Deze regeling kan worden gewijzigd of opgeheven bij gelijkluidend besluit van de deelnemers aan deze regeling. Een besluit tot opheffing van de regeling treedt - met inachtneming van het bepaalde in artikel 41, juncto artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen - eerst in werking nadat een voorziening is getroffen ten aanzien van het beheer van de Amstel. 

Artikel 8. Uittreding uit de regeling.

Uittreding kan gebeuren bij besluit van een van de deelnemers aan deze regeling. De uittreding gaat eerst in - met inachtneming van het bepaalde in artikel 41, juncto artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen - nadat door de uittredende provincie een voorziening is getroffen ten aanzien van het beheer van het gedeelte van de Amstel waartoe het uittredingsbesluit strekt. 

Artikel 9. Citeertitel.

Deze regeling kan worden aangehaald als "Beheersregeling Amstel".

Ondertekening

Aldus besloten door:
Provinciale staten van Noord-Holland in hun vergadering van 18 mei 1992;   Provinciale staten van Utrecht in hun vergadering van 15 april 1992;   Provinciale staten van Zuid-Holland in hun vergadering van 16 april 1992;
Gedeputeerde staten van Noord-Holland in hun vergadering van 31 maart 1992;
Gedeputeerde staten van Utrecht in hun vergadering van 28 mei 1991;
Gedeputeerde staten van Zuid-holland in hun vergadering van 18 maart 1992;
De commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland bij besluit van 31 maart 1992;
De commissaris der Koningin in de provincie Utrecht bij besluit van 28 mei 1991;
De commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland bij besluit van 18 maart 1992;
(1) In werking getreden op 1 januari 1993 (Pb nr. 2 van 1993).