Verordening van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht houdende regels omtrent de interne organisatie (Organisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015)

Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht houdende regels omtrent de interne organisatie (Organisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015)

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht,

gelet op:

de Gemeenschappelijke regeling VRU, in het bijzonder artikel 3.5, onder c;

de Wet gemeenschappelijke regelingen;

de Wet veiligheidsregio’s, en

de Wet publieke gezondheid;

overwegende:

  • -

    dat het algemeen bestuur d.d. 4 juli 2014 een nieuwe visie op de organisatie van de VRU heeft vastgesteld, waarin de organisatie op hoofdlijnen is opgenomen;

  • -

    dat het dagelijks bestuur de kaders in deze visie heeft uitgewerkt en daartoe een doorontwikkeling heeft uitgewerkt, inhoudende een verandering van de organisatievorm en –structuur, en dit heeft neergelegd in het gewijzigd Organisatie- en Formatieplan, Doorontwikkeling VRU, dat is vastgesteld op 1 december 2014;

  • -

    dat de organisatie en de verdeling van de taken en verantwoordelijkheden op grond van het gewijzigd Organisatie- en Formatieplan worden neergelegd in voorliggende organisatieverordening;

  • -

    dat dientengevolge de bestaande Organisatieregeling Veiligheidsregio Utrecht 2010 niet meer actueel is en het algemeen bestuur op 16 februari 2015 heeft besloten deze per 1 april 2015 in te trekken;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Organisatieverordening Veiligheidsregio Utrecht 2015.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de VRU, bedoeld in artikel 2.2. van de Gemeenschappelijke regeling VRU;

  • b.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de VRU, bedoeld in artikel 2.7 van de Gemeenschappelijke regeling VRU;

  • c.

    algemeen directeur: de algemeen directeur van de VRU, bedoeld in artikel 2.13 van de Gemeenschappelijke regeling VRU;

  • d.

    directeur publieke gezondheid: de directeur publieke gezondheid, bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid, Jº artikel 32 van de Wet veiligheidsregio’s;

  • e.

    leidinggevenden: de functionaris die blijkens zijn aanstelling leiding geeft aan een organisatieonderdeel;

  • f.

    directieteam VRU: het directieteam VRU, bedoeld in artikel 4;

  • g.

    organisatieonderdelen: de onderdelen van de ambtelijke organisatie VRU, bedoeld in artikel 2;

  • h.

    gemeenten: de deelnemende gemeenten, bedoeld in artikel 1.1 onder e Gemeenschappelijke regeling VRU, en

  • i.

    VRU: het openbaar lichaam Veiligheidsregio Utrecht, bedoeld in artikel 1.3 van de Gemeenschappelijke regeling VRU.

Artikel 2. De ambtelijke organisatie

  • 1.

    De ambtelijke organisatie van de VRU wordt aangeduid als ‘het concern VRU’.

  • 2.

    De ambtelijke organisatie van de VRU bestaat uit organisatieonderdelen.

  • 3.

    Alle organisatieonderdelen zijn tevens administratieve onderdelen ten behoeve van het formatiebeheer.

  • 4.

    De organisatieonderdelen zijn ingedeeld naar organisatieniveau, zijnde:

  • a.

    organisatieniveau 1: de concerndirectie, zijnde de algemeen directeur;

  • b.

    organisatieniveau 2: de directies, het Bedrijf Preparatie Brandweer, de stafafdeling Bestuur & Control, alsmede het organisatieonderdeel GHOR;

  • c.

    organisatieniveau 3: de afdelingen en sectoren;

  • d.

    organisatieniveau 4: de teams en clusters, en

  • e.

    organisatieniveau 5: de vrijwillige brandweerposten en beroepsploegen.

  • 5.

    De ambtelijke hoofdstructuur van de VRU bestaat uit:

  • a.

    de concerndirectie;

  • b.

    de directie Brandweerrepressie;

  • c.

    het Bedrijf Preparatie Brandweer;

  • d.

    de directie Risicobeheersing;

  • e.

    de directie Crisisbeheersing;

  • f.

    het organisatieonderdeel GHOR;

  • g.

    de directie Bedrijfsvoering, en

  • h.

    de stafafdeling Bestuur & Control.

  • 6.

    De volgende onderdelen uit de hoofdstructuur zijn aan elkaar verbonden in clusterdirecties, die geen administratieve organisatieonderdelen zijn ten behoeve van het formatiebeheer:

  • a.

    de directie Brandweerrepressie en het Bedrijf Preparatie Brandweer vormen tezamen de clusterdirectie Brandweerrepressie ten behoeve van de uitvoering van het begrotingsprogramma Brandweer, en

  • b.

    de directie Crisisbeheersing en het organisatieonderdeel GHOR vormen tezamen de clusterdirectie Crisisbeheersing & GHOR.

  • 7.

    De uitvoering van de werkzaamheden kan op concernniveau, binnen de directies of de stafafdeling plaatsvinden. Daarnaast kan de uitvoering van de werkzaamheden worden georganiseerd in platforms, programma’s, projecten, alsmede de organisatorische verbanden zoals beschreven in het Regionaal Crisisplan, die geen administratieve organisatieonderdelen ten behoeve van het formatiebeheer zijn.

  • 8.

    De nadere uitwerking van de ambtelijke hoofdstructuur is neergelegd in bijlage 1 bij deze verordening.

Hoofdstuk 2. Structuur, taken en functies van de onderdelen van de ambtelijke organisatie

2.1 Algemeen directeur en directie VRU

Artikel 3. Taken en verantwoordelijkheden algemeen directeur

  • 1.

    De ambtelijke organisatie van de VRU staat onder leiding van de algemeen directeur.

  • 2.

    De leiding, bedoeld in het eerste lid, laat onverlet de leiding van de GHOR door de directeur publieke gezondheid, bedoeld in artikel 32 van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 3.

    De algemeen directeur is tevens plaatsvervangend commandant brandweer als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 4.

    De algemeen directeur heeft, mede gelet op de taken genoemd in artikel 2.13, tweede lid, van de Gemeenschappelijke regeling VRU, in elk geval de volgende taken:

  • a.

    strategisch aansturen van en leidinggeven aan de ambtelijke organisatie;

  • b.

    zorg dragen voor de inhoudelijke kwaliteit van de taakuitvoering en de dienstverlening;

  • c.

    besluiten over de inzet van mensen en middelen;

  • d.

    bijstaan en adviseren van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, en de voorzitter bij de uitoefening van hun taken, en

  • e.

    bewaken van de eenduidigheid in het functioneren van de VRU als geheel en het borgen van de verbinding met vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten.

  • 5.

    De algemeen directeur legt verantwoording af aan het dagelijks bestuur over de aansturing van de ambtelijke organisatie van VRU. De verantwoording, bedoeld in de vorige zin, vindt in ieder geval plaats door middel van twee bestuursrapportages en de jaarrapportage. De rapportages betreffen de inhoud en uitvoering van beleid alsmede de bedrijfsvoering en het beheer.

Artikel 4. Directieteam VRU

  • 1.

    Er is een directieteam VRU dat bestaat uit de algemeen directeur en de leidinggevenden van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, vijfde lid onder b tot en met h.

  • 2.

    De algemeen directeur stemt besluitvorming ten aanzien van organisatiebrede onderwerpen alsmede beleidsmatige en strategische onderwerpen af met het directieteam VRU.

2.2 Organisatieonderdelen van de hoofdstructuur

Artikel 5. Directie Brandweerrepressie

  • 1.

    De directie Brandweerrepressie staat onder leiding van de directeur Brandweerrepressie. De directeur Brandweerrepressie is commandant brandweer, bedoeld in artikel 25 Wet veiligheidsregio’s.

  • 2.

    De hoofdtaken van de directie Brandweerrepressie zijn:

  • a.

    repressie, zijnde de paraatheid en uitvoering van de repressieve brandweertaken op grond van de Wet veiligheidsregio’s en op grond van de Gemeenschappelijke regeling VRU;

  • b.

    dienstverlening, zijnde opgedragen taken op basis van afspraken met de deelnemende gemeenten;

  • c.

    eenduidigheid, sturing en kwaliteitsbewaking en –bevordering in het kader van de taken onder a en b;

  • d.

    de organisatie en ondersteuning van de jeugdbrandweer.

Artikel 5a. Bedrijf Preparatie Brandweer

  • 1.

    Het Bedrijf Preparatie Brandweer staat onder leiding van de transitiedirecteur Bedrijf Preparatie Brandweer.

  • 2.

    De hoofdtaken van het Bedrijf Preparatie Brandweer zijn het zorgdragen voor de uitvoering van en de organisatie van de bedrijfsvoering ter ondersteuning van de Brandweer, waaronder materieel-logistieke interne dienstverlening, preparatieve werkzaamheden en opleiden, trainen en oefenen, verbonden met de repressieve brandweertaak.

Artikel 6. Directie Risicobeheersing

  • 1.

    De directie Risicobeheersing staat onder leiding van de directeur Risicobeheersing.

  • 2.

    De hoofdtaken van de directie Risicobeheersing zijn:

  • a.

    advies, toezicht en voorlichting;

  • b.

    genereren van statische en dynamische risicoprofielen mede als input voor onder andere het platform Netcentrisch Veiligheidsinformatie- en opschalingscentrum (VIC);

  • c.

    uitvoering van wettelijke taken, waaronder adviseren op aanvraag van vergunningen en meldingen, alsmede toezicht houden in risicogebouwen, en

  • d.

    uitvoering van niet-wettelijke taken, waaronder informatie-uitwisseling veiligheidsketen, stimulerende preventie en het doen van (brand)onderzoek.

  • 3.

    De directeur Risicobeheersing draagt zorg voor effectieve afstemming met de directie Brandweerrepressie op operationeel, tactisch en strategisch niveau.

  • 4.

    De directeur Risicobeheersing draagt zorg voor effectieve ambtelijke afstemming met elke gemeente op dossierniveau, alsmede op operationeel, tactisch en strategisch niveau.

Artikel 7. Directie Crisisbeheersing

  • 1.

    De directie Crisisbeheersing staat onder leiding van de directeur Crisisbeheersing.

  • 2.

    De hoofdtaken van de directie Crisisbeheersing zijn:

  • a.

    multidisciplinaire preparatie, onder andere omvattend centrale planvorming, paraatheid en opleiding, training en oefening in het kader van incidenten- en rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • b.

    rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • c.

    advies, toezicht en voorlichting,

  • d.

    nazorg en evaluatie in het kader van de onder a en b genoemde taken, en

  • e.

    het verzamelen, analyseren, verwerken en verspreiden van informatie voor het VIC.

Artikel 7a. Organisatieonderdeel GHOR

  • 1.

    Het organisatieonderdeel GHOR staat onder leiding van de directeur publieke gezondheid.

  • 2.

    De hoofdtaken van de GHOR zijn de taken die bij of krachtens wet, of door of namens het algemeen of dagelijks bestuur van de VRU, zijn belegd bij de GHOR.

  • 3.

    De directeur publieke gezondheid legt verantwoording af aan het dagelijks bestuur over zijn in het eerste lid bedoelde leiding over het organisatieonderdeel GHOR, voor zover het betreft de leiding, bedoeld in artikel 32 van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 4.

    De directeur publieke gezondheid legt verantwoording af aan de algemeen directeur over zijn leiding over het organisatieonderdeel GHOR, voor zover het betreft bedrijfsvoerings-, personele en organisatorische aangelegenheden van de VRU.

Artikel 8. Directie Bedrijfsvoering

  • 1.

    De directie Bedrijfsvoering staat onder leiding van de directeur Bedrijfsvoering.

  • 2.

    De hoofdtaken van de directie Bedrijfsvoering zijn het zorgdragen voor de uitvoering van en de organisatie van de bedrijfsvoering ter ondersteuning van de taakuitvoering van de VRU.

Artikel 9. Vervallen

Artikel 10. Stafafdeling Bestuur & Control

  • 1.

    De Stafafdeling Bestuur & Control staat onder leiding van het hoofd stafafdeling Bestuur & Control.

  • 2.

    De hoofdtaken van de stafdeling Bestuur & Control zijn:

  • a.

    uitvoering van de planning en control;

  • b.

    advisering met betrekking tot, en ondersteuning bij, bestuurlijke aangelegenheden alsmede extern netwerkmanagement;

  • c.

    juridische kwaliteitszorg, control en advisering;

  • d.

    concerncommunicatie;

  • e.

    accountmanagement ten behoeve van de gemeenten en hun respectievelijke bestuursorganen en vertegenwoordigers;

  • f.

    advisering en ondersteuning op het gebied van kwaliteitsmanagement, en

  • g.

    advisering van de concerndirectie.

  • 3.

    Het hoofd van de stafafdeling Bestuur & Control wordt tevens benoemd als concerncontroller.

Hoofdstuk 3. Aansturing en verantwoordelijkheden leidinggevenden

Artikel 11. Leidinggevenden Organisatieniveau 2 t/m 4

  • 1.

    De leidinggevenden op organisatieniveau 2 tot en met 4 zijn integraal verantwoordelijk voor de aansturing van hun organisatieonderdeel.

  • 2.

    De leidinggevenden op organisatieniveau 2 tot en met 4 worden direct aangestuurd door de leidinggevende van het organisatieonderdeel op het daarboven liggend organisatieniveau waarvan het onderdeel is.

Artikel 12. Vervallen

Artikel 13. Vervallen

Artikel 14. Leidinggevenden Organisatieniveau 5

  • 1.

    De leidinggevenden op organisatieniveau 5 zijn verantwoordelijk voor de operationele aansturing en het resultaat gericht werken van hun organisatieonderdeel.

Artikel 15. Organisatieniveau leidinggevenden

Welke leidinggevenden tot welk organisatieniveau behoren, alsmede wat de afwijkingen zijn in de aansturing, is neergelegd in bijlage 2 bij deze verordening.

Artikel 16. Bevoegdheden

  • 1.

    Het dagelijks bestuur en de voorzitter dragen zorg voor mandaat, volmacht en machtiging aan de algemeen directeur ten behoeve van de uitvoering van zijn taken en verantwoordelijkheden.

  • 2.

    De algemeen directeur draagt zorg voor ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging, opdat de leidinggevenden beschikken over bevoegdheden om uitvoering te geven aan hun respectievelijke taken en verantwoordelijkheden.

Artikel 17. Plaatsvervanging algemeen directeur

  • 1.

    In geval van belet van de algemeen directeur wijst het dagelijks bestuur een plaatsvervanger van de algemeen directeur aan.

  • 2.

    Plaatsvervanging van de algemeen directeur geschiedt overeenkomstig daartoe strekkende instructies van het dagelijks bestuur.

Artikel 17a Plaatsvervanging overige leidinggevenden

  • 1.

    Bij afwezigheid van een leidinggevende worden zijn taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden uitgeoefend door een leidinggevende op een hoger organisatieniveau, bij voorkeur zijn direct leidinggevende, of binnen zijn directie door een leidinggevende op hetzelfde organisatieniveau.

  • 2.

    In aanvulling op het vorige lid kunnen de leidinggevenden op organisatieniveau 2 elkaar in dringende gevallen bij afwezigheid vervangen.

  • 3.

    De algemeen directeur kan in aanvulling op de plaatsvervanging, bedoeld in het eerste en tweede lid, nadere regels omtrent plaatsvervanging stellen.

  • 4.

    Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de algemeen directeur.

  • 5.

    De plaatsvervanger beschikt over alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de functionaris die hij vervangt, tenzij bij de plaatsvervanging of in de instructies bedoeld in het vierde lid anders wordt bepaald.

  • 6.

    De plaatsvervanging van de directeur publieke gezondheid, voor zover het betreft de leiding bedoeld in artikel 3 tweede lid, vindt plaats op een door het bestuur van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht te bepalen wijze.

Hoofdstuk 4. Organisatieniveau- en onderdeel, overstijgende en doorkruisende eindverantwoordelijkheden en –processen

Artikel 18. Concerncontroller

  • 1.

    De concerncontroller draagt zorg voor:

  • a.

    het toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de aanwending van financiële middelen en de besluitvorming, en

  • b.

    risicomanagement en kwaliteitszorg van financiële, juridische, organisatorische, personele en informatie(beheers)technische aard.

  • 2.

    De concerncontroller kan onafhankelijk, gevraagd en ongevraagd, zonder last of ruggenspraak, adviseren of informeren over onrechtmatigheden, risico’s of onvolkomenheden aan:

  • a.

    de algemeen directeur;

  • b.

    het directieteam VRU en elk van zijn leden;

  • c.

    het dagelijks bestuur,

  • d.

    de voorzitter, en

  • e.

    de accountant van de VRU.

  • 3.

    Alvorens het dagelijks bestuur tot benoeming van de concerncontroller overgaat, stelt het de algemeen directeur in de gelegenheid een advies te geven.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan een ambtsinstructie vaststellen voor de concerncontroller.

  • 5.

    De concerncontroller wordt tevens aangesteld als hoofd van de afdeling Bestuur & Control.

Artikel 19. Procesverantwoordelijke functionarissen

  • 1.

    Voor de in dit artikel genoemde processen en taken, waarvan onderdelen door meer dan één organisatieonderdeel, of concernbreed, worden uitgevoerd, is er een regisserend procesverantwoordelijke functionaris die de algemeen directeur adviseert. Deze functionaris is verantwoordelijk voor het proces, de integraliteit en de procesoutput.

  • 2.

    De verantwoordelijkheid voor het financiële proces is belegd bij de ‘chief financial officer’, ook te noemen ‘CFO’. De concerncontroller treedt op als CFO.

  • 3.

    De verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening en documentaire zaken is belegd bij de chief information officer, ook te noemen ‘CIO’.

  • 4.

    De verantwoordelijkheid voor het toezichthouden op de toepassing en naleving van de wet- en regelgeving met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, is belegd bij de functionaris voor gegevensbescherming, bedoeld in de artikelen 37, 38 en 39 c.a. Algemene Verordening Gegevensbescherming, ook te noemen ‘FG’.

  • 5.

    De verantwoordelijkheid voor de informatieveiligheid is belegd bij de chief information security officer, ook te noemen ‘CISO’.

  • 6.

    De verantwoordelijkheid concerncommunicatie is belegd bij de ‘chief communication officer’, ook te noemen ‘CCO’.

  • 7.

    De verantwoordelijkheid voor alle personele aangelegenheden is belegd bij de ‘chief personnel officer’, ook te noemen ‘CPO’.

  • 8.

    De algemeen directeur wijst de functionarissen, bedoeld in het derde tot en met zevende lid aan.

  • 9.

    Deze functionarissen kunnen door de algemeen directeur bevoegd worden gemaakt om, in het proces of de taak, bepaalde doorzettingskracht te hebben op de leidinggevenden in de het proces betreffende organisatieonderdelen.

  • 10.

    Het dagelijks bestuur kan in aanvulling op de in het tweede tot en met zevende lid bedoelde functionarissen, voor andere processen en taken verantwoordelijke functionarissen benoemen. Deze benoemingen worden opgenomen in bijlage 3 bij deze verordening.

Artikel 20. Rechtpositie en medezeggenschap

  • 1.

    Op het personeel van de VRU is de rechtspositieregeling Veiligheidsregio Utrecht van toepassing.

  • 2.

    De VRU is aangesloten bij de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten en volgt de bijbehorende uitwerkingsovereenkomst slechts voor zover het dagelijks bestuur daartoe besluit bij het vaststellen van de uitvoeringsregeling VRU.

  • 3.

    De algemeen directeur is bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden voor de centrale ondernemingsraad VRU.

  • 4.

    De directeur Brandweerrepressie is bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden voor de ondernemingsraad Brandweerrepressie VRU.

  • 5.

    De directeur Bedrijfsvoering is bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden voor de ondernemingsraad Veiligheid & Dienstverlening VRU.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur kan plaatsvervangers aanwijzen voor de bestuurders, bedoeld in het vierde en vijfde lid.

  • 7.

    De portefeuillehouder personeel en organisatie in het dagelijks bestuur zit de commissie voor het georganiseerd overleg met de vakorganisaties voor.

Artikel 21. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 april 2015.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Organisatieverordening VRU 2015’.

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur,

Utrecht, 23 maart 2015,

mr. J.H.C. van Zanen

voorzitter

dr. P.L.J. Bos

secretaris

BIJLAGE 1

Behorende bij de Organisatieverordening VRU 2015

Vastgesteld door het dagelijks bestuur d.d. 23 maart 2015

De organisatie binnen de ambtelijke hoofdstructuur

Directie Brandweerrepressie

De directie Brandweerrepressie kent de volgende organisatieonderdelen.

  • 1.

    Het team Regionale Alarmcentrale.

  • 2.

    De afdeling Voorbereiding Incidentbestrijding bestaande uit:

  • a.

    Het team Paraatheid & Inzet;

  • b.

    het team Operationele voorbereiding, en

  • c.

    het team Ontwikkeling & Specialismen.

  • 3.

    De sector West, met daarin:

  • a.

    het cluster Rijn & Venen Noord, met daarin de vrijwillige brandweerposten:

  • i.

    Abcoude;

  • ii.

    Vinkeveen;

  • iii.

    Mijdrecht;

  • iv.

    Wilnis;

  • v.

    Nigtevecht;

  • vi.

    Loenen;

  • vii.

    Nieuwer ter Aa;

  • viii.

    Breukelen;

  • ix.

    Kockengen, en

  • x.

    Maarssen;

  • b.

    het cluster Rijn & Venen Zuid, met daarin de vrijwillige brandweerposten:

  • i.

    Kamerik;

  • ii.

    Zegveld;

  • iii.

    Harmelen;

  • iv.

    Woerden;

  • v.

    Oudewater;

  • vi.

    Ijsselstein;

  • vii.

    Montfoort, en

  • viii.

    Linschoten;

  • c.

    het cluster Lekstroom, met daarin de vrijwillige brandweerposten:

  • i.

    Vianen;

  • ii.

    Hagestein;

  • iii.

    Ameide;

  • iv.

    Leerdam;

  • v.

    Lexmond;

  • vi.

    Meerkerk;

  • vii.

    Schoonrewoerd;

  • viii.

    Benschop, en

  • ix.

    Lopik;

  • d.

    het cluster Utrecht Zuid, met daarin:

  • -

    de vrijwillige brandweerposten:

  • i.

    De Meern, en

  • ii.

    Zuilen;

  • -

    de beroepsploegen:

  • iii.

    Tolsteeg A;

  • iv.

    Tolsteeg B;

  • v.

    Tolsteeg C;

  • vi.

    Tolsteeg D;

  • vii.

    Schepenbuurt A;

  • viii.

    Schepenbuurt B;

  • ix.

    Schepenbuurt C, en

  • x.

    Schepenbuurt D;

  • e.

    het cluster Utrecht Noord, met daarin:

  • -

    de vrijwillige brandweerpost:

  • i.

    Vleuten;

  • -

    de beroepsploegen:

  • ii.

    Leidsche Rijn A;

  • iii.

    Leidsche Rijn B;

  • iv.

    Leidsche Rijn C;

  • v.

    Leidsche Rijn D;

  • vi.

    Voordorp A;

  • vii.

    Voordorp B;

  • viii.

    Voordorp C, en

  • ix.

    Voordorp D.

  • 4.

    De sector Oost, met daarin:

  • a.

    het cluster Kromme Rijn, met daarin de vrijwillige brandweerposten:

  • i.

    Houten West;

  • ii.

    Houten Oost;

  • iii.

    Schalkwijk;

  • iv.

    Nieuwegein Noord;

  • v.

    Nieuwegein Zuid;

  • vi.

    Bunnik;

  • vii.

    Werkhoven;

  • viii.

    Cothen-Langbroek, en

  • ix.

    Wijk bij Duurstede;

  • -

    de beroepsploeg:

  • x.

    Nieuwegein Noord

  • b

    het cluster Heuvelrug Noord, met daarin:

  • -

    de vrijwillige brandweerposten:

  • i.

    Woudenberg;

  • ii.

    Leusden;

  • iii.

    Achterveld;

  • iv.

    Den Dolder, en

  • v.

    Zeist;

  • -

    de beroepsploeg:

  • vi.

    Zeist;

  • c.

    het cluster Heuvelrug Zuid, met daarin de vrijwillige brandweerposten:

  • i.

    Driebergen;

  • ii.

    Maarn-Maarsbergen;

  • iii.

    Doorn;

  • iv.

    Leersum;

  • v.

    Amerongen;

  • vi.

    Veenendaal;

  • vii.

    Elst;

  • viii.

    Rhenen-Achterberg, en

  • ix.

    Renswoude;

  • d.

    het cluster Eemland Noord, met daarin de vrijwillige brandweerposten:

  • i.

    De Bilt;

  • ii.

    Bilthoven;

  • iii.

    Westbroek-Tienhoven;

  • iv.

    Groenekan;

  • v.

    Maartensdijk;

  • vi.

    Bunschoten;

  • vii.

    Eemnes, en

  • viii.

    Baarn;

  • e.

    het cluster Eemland Zuid, met daarin:

  • -

    de vrijwillige brandweerposten:

  • i.

    Amersfoort Centrum;

  • ii.

    Amersfoort Noord;

  • iii.

    Soest, en

  • iv.

    Soesterberg;

  • -

    de beroepsbrandweerploegen:

  • v.

    Amersfoort Centrum A;

  • vi.

    Amersfoort Centrum B;

  • vii.

    Amersfoort Centrum C, en

  • viii.

    Amersfoort Centrum Dagdienst.

Bedrijf Preparatie Brandweer

Het Bedrijf Preparatie Brandweer kent de volgende organisatieonderdelen.

  • 1.

    De afdeling Bedrijfsbureau.

  • 2.

    De afdeling Vakbekwaamheid, met daarin:

  • a.

    het team Opleiden, Trainen & Oefenen Rijn en Venen;

  • b.

    het team Opleiden, Trainen & Oefenen Binnensticht-Lekstroom;

  • c.

    het team Opleiden, Trainen & Oefenen Utrecht;

  • d.

    het team Opleiden, Trainen & Oefenen Eemland

  • e.

    het team Opleiden, Trainen & Oefenen Heuvelrug, en

  • f.

    het team Opleiden, Trainen & Oefenen Centraal

  • 3.

    De afdeling Materieel & Logistiek, met daarin:

  • a.

    het team Planning & Logistiek;

  • b.

    het team Persoonlijke beschermingsmiddelen, en

  • c.

    het team Voertuigen & Inventaris.

Directie Risicobeheersing

De directie Risicobeheersing kent de volgende organisatieonderdelen.

  • 1.

    Het team Administratieve ondersteuning.

  • 2.

    De afdeling Risicobeeld, Analyse & Beleid.

  • 3.

    De afdeling Advies, met daarin:

    a. het team Advies 1, en

    b. het team Advies 2.

  • 4.

    De afdeling Toezicht, met daarin:

    a. het team Toezicht 1, en

    b. het team Toezicht 2.

  • 5.

    De afdeling (Brand)Veilig leven.

Directie Crisisbeheersing

De directie Crisisbeheersing kent de volgende organisatieonderdelen.

  • 1.

    De afdeling Preparatie & Vakbekwaamheid crisisorganisatie.

  • 2.

    De afdeling Gemeentelijke crisisbeheersing & Partners.

Organisatieonderdeel GHOR

Het organisatieonderdeel GHOR kent het volgende organisatieonderdeel.

  • 1.

    De afdeling GHOR.

Directie Bedrijfsvoering

De directie Bedrijfsvoering kent de volgende organisatieonderdelen.

  • 1.

    De afdeling Financiën.

  • 2.

    De afdeling Informatiemanagement & Informatie- en communicatietechnologie, met daarin:

  • a.

    het team Informatievoorziening, en

  • b.

    het team Beheer.

  • 3.

    De afdeling Human resource management, met daarin:

  • a.

    het team Personele en salarisadministratie;

  • b.

    het team Advies;

  • c.

    het team Arbeidsvoorwaarden & Rechtspositie, en

  • d.

    het team Beleid & Ontwikkeling.

  • 4.

    De afdeling Facilitair & Inkoop, met daarin:

  • a.

    het team Inkoop;

  • b.

    het team Facilitaire zaken, en

  • c.

    het team Arbo.

Stafafdeling Bestuur & Control

De stafafdeling Bestuur & Control kent de volgende organisatieonderdelen.

  • a.

    Het team Planning & Control.

  • b.

    Het team Bestuurlijke en Juridische zaken.

  • c.

    Het team Communicatie.

  • d.

    Het team Accountmanagement.

BIJLAGE 2

Behorende bij de Organisatieverordening VRU 2015

Vastgesteld door het dagelijks bestuur d.d. 23 maart 2015

1. Leidinggevenden organisatieniveau 2

Leidinggevenden op organisatieniveau 2 zijn:

  • a.

    de directeuren van de directies;

  • b.

    de transitiedirecteur Bedrijf Preparatie Brandweer;

  • c.

    het hoofd van de stafafdeling Bestuur & Control, en

  • d.

    de directeur publieke gezondheid.

2. Leidinggevenden organisatieniveau 3

Leidinggevenden op organisatieniveau 3 zijn:

  • a.

    de leidinggevenden van de afdelingen, en

  • b.

    de sectorcommandanten.

3. Leidinggevenden organisatieniveau 4

Leidinggevenden op organisatieniveau 4 zijn:

  • a.

    de leidinggevenden van de teams, en

  • b.

    de clustercommandanten.

4. Leidinggevenden organisatieniveau 5

Leidinggevenden op organisatieniveau 5 zijn:

  • a.

    de ploegleiders, en

  • b.

    de postcommandanten.

5. Afwijkingen in de aansturing

  • 1.

    De clusterdirectie Brandweerrepressie staat onder de gezamenlijke leiding van de directeur Brandweerrepressie en de transitiedirecteur Bedrijf Brandweerrepressie.

  • 2.

    De clusterdirectie Crisisbeheersing & GHOR staat onder de gezamenlijke leiding van de directeur Crisisbeheersing en de directeur publieke gezondheid.

Ondertekening