Mandaatbesluit uitvoering VTH-taken Brzo/RIE-4 bedrijven Vlaardingen 2014

Geldend van 01-08-2014 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit uitvoering VTH-taken Brzo/RIE-4 bedrijven Vlaardingen 2014

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen inzake het toekennen van mandaat en machtiging aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond.

Gelet op:

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

Artikel 1 Mandaat en ondermandaat

  • 1. Aan de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond wordt mandaat verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaatlijst, op voorwaarde dat het dagelijks bestuur van de DCMR daarmee instemt.

  • 2. De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond kan het hem verleende mandaat eenmaal ondermandateren aan leidinggevenden die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, tenzij dat ten aanzien van een concreet mandaat in de mandaatlijst uitdrukkelijk is uitgesloten.

  • 3. De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond is verplicht om het ondermandaat dat hij verleent aan zijn leidinggevenden aan te tekenen op een door hem gewaarmerkte ondermandaatlijst.

Artikel 2 Werkingsgebied

  • 1. Het mandaat heeft uitsluitend betrekking op taken, genoemd in de mandaatlijst behorende bij dit besluit, op het gebied van het omgevingsrecht (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de in artikel 5.1 van deze wet genoemde wetten en de Algemene wet bestuursrecht) ten aanzien van de Brzo/RIE-4-inrichtingen en hun rechtsopvolgers.

  • 2. Dit mandaatbesluit omvat tevens een machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond neemt bij de aan hem in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van het college in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden de relevante door de gemeenteraad vastgestelde kaders alsmede het door het college vastgestelde beleid.

  • 3. De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond treedt in overleg met de gemeente indien hij het noodzakelijk acht af te wijken van de in het tweede lid bedoelde kaders of beleid.

  • 4. De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond informeert het college indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk kan worden gesteld of anderszins aangesproken kan worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur tijdig alle benodigde informatie en voert hij overleg met de gemeente of en hoe hij de bewuste bevoegdheid uit mag oefenen.

Artikel 4 Ondertekening

Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens dit mandaatbesluit wordt bij de ondertekening aangegeven dat het besluit namens burgemeester en wethouders van Vlaardingen is genomen. Tevens wordt de naam en functie van de ondertekenaar weergegeven.

Artikel 5 Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking 1 dag na publicatie op de gemeentepagina.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: “Mandaatbesluit uitvoering VTH-taken Brzo/RIE-4 bedrijven Vlaardingen 2014”.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen op 8 juli 2014.
Het college van burgemeesters en wethouders van Vlaardingen,
de secretaris, de burgemeester,
ir. C. Kruyt drs. H.B. Eenhoorn