Regeling vervallen per 24-11-2022

Verordening commissie bezwaarschriften 2016

Geldend van 09-09-2016 t/m 23-11-2022

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften 2016

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Vlaardingen;

ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college;

gelet op de artikelen 7:5 en 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 84 van de Gemeentewet;

besluiten

vast te stellen de volgende verordening: Verordening commissie bezwaarschriften 2016

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    ambtelijk horen: horen van belanghebbenden als bedoeld in artikel 7:5 van de wet.

Paragraaf 2. De commissie

Artikel 2. Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. Daarnaast is de commissie bevoegd te adviseren over bezwaarschriften die worden ingediend tegen besluiten die door of namens het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS worden genomen op grond van art 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen:

    • a.

      besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      besluiten op grond van de Huisvestingsverordening Stadsregio Rotterdam;

    • c.

      besluiten die in mandaat namens het college door of namens het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS zijn genomen.

  • 4. In plaats van het horen en adviseren over een bezwaar door de commissie kan, met betrekking tot door het college bij afzonderlijk besluit daartoe aangewezen categorieën van bezwaarschriften, het horen ambtelijk plaatsvinden.

  • 5. In door het college aan te wijzen gevallen kan de secretaris van de commissie beslissen over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb

  • 6. Over de bezwaarschriften waarbij ambtelijk is gehoord adviseert de secretaris van de commissie.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste zes leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college kan plaatsvervangende leden benoemen.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

Artikel 4. Instellen van Kamers

  • 1. De commissie bestaat uit twee kamers: de Algemene kamer en de Kamer rechtspositie.

  • 2. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

    • a.

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of één van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

    • b.

      ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 3. Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen persoon.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer –plaatsvervangend- secretarissen aan voor de door de commissie ingestelde kamers.

Artikel 6. Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag nadat de zittingsduur genoemd in het eerste lid is verlopen. Met in achtneming van het eerste lid, kunnen zij terstond maximaal éénmalig worden herbenoemd.

  • 3. Het college kan voor het aflopen van de benoemingstermijn als bedoeld in het eerste lid, als het betreffende commissielid niet naar behoren functioneert, dan wel als door veranderde omstandigheden het lidmaatschap van het commissielid niet meer verenigbaar is met de (onafhankelijke) aard van de commissie, het betreffende commissielid ontslaan.

  • 4. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 5. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 3. Procedure

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt binnen twee werkdagen in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8. Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 9. Ambtelijk horen

  • 1. Het college kan categorieën van bezwaarschriften aanwijzen waarbij het horen ambtelijk kan plaatsvinden.

  • 2. De secretaris van de commissie die ambtelijk heeft gehoord brengt advies aan het bestuursorgaan uit over de bezwaarschriften waarbij ambtelijk is gehoord.

  • 3. Op de werkwijze van de secretaris met betrekking tot het ambtelijk horen is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10. Uitoefening bevoegdheden

  • 1. De voorzitter van de commissie dan wel van de kamer aan welke de behandeling van het bezwaarschrift is opgedragen draagt er zorg voor dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling ervan genoegzaam voor te bereiden.

  • 2. De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet zijn aan de secretaris gemandateerd:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim als bedoeld in art. 6.6 van de wet kan worden hersteld;

    • c.

      artikel 6:17, voor wat betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      de artikelen 7:4, tweede lid en 7:6, vierde lid;

    • e.

      artikel 7:10, derde en vijfde lid.

Artikel 11. Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie zijn bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 12. Hoorzitting

  • 1. De secretaris van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld door de commissie te worden gehoord.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 13. Uitnodiging zitting

  • 1. De secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de secretaris op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De secretaris kan wegens bijzondere omstandigheden afwijken of afwijking toestaan van de termijn, genoemd in het eerste lid.

Artikel 14. Quorum

  • 1. Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 2. In bijzondere gevallen kan de voorzitter besluiten de hoorzitting te –laten- houden door minder dan het aantal in het eerste lid genoemde leden. In dat geval wordt het besluit omtrent het uit te brengen advies aangehouden en wordt in de eerstvolgende vergadering waarin het in het eerste lid genoemde aantal leden aanwezig is, nadat zij kennis hebben genomen van het desbetreffende verslag, een besluit over het uit te brengen advies genomen.

Artikel 15. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 16. Openbaarheid zitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 17. Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb  vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 18. Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die mi8nderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 20. Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 17 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 21. Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 maart aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 22. Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften 2011 wordt ingetrokken.

Artikel 23. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

Artikel 24. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van ...
De griffier de voorzitter,
drs. E.W.K. Meurs A.B. Blase
Aldus vastgesteld door het college in de vergadering van …….
De secretaris de burgemeester,
Mr Anneke Knol-van Leeuwen A.B. Blase
Aldus vastgesteld door de burgemeester op ………..
De burgemeester,
A.B. Blase