Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen houdende dienstreizen en verblijfskosten Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Vlaardingen

Geldend van 19-11-2016 t/m heden

Intitulé

Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Vlaardingen

Het college van de gemeente Vlaardingen;

Besluit

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 15:1:22, 15:1:23 en 18:1:10 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

mede gelet op het bepaalde in de Reisregeling Binnenland en het Reisbesluit Binnenland;

rekening houdend met de fiscale regelgeving inzake het vergoeden van reis- en verblijfkosten;

na verkregen instemming van de commissie voor Georganiseerd Overleg;

tot vaststelling van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vlaardingen:

Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Vlaardingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

1. Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onder a van de CAR.

2. Dienstreis

Een naar het oordeel van het bevoegd gezag noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van een dienst buiten de plaats van tewerkstelling, evenals het hiermede verband houdende verblijf buiten deze plaats.

3. Standplaats/plaats van tewerkstelling

Het adres waar of van waaruit de medewerker wordt geacht doorgaans zijn werkzaamheden voortvloeiend uit zijn functie te beginnen en/of te beëindigen.

4. (Motor)voertuig

(Gemotoriseerd) vervoersmiddel waarvan de medewerker eigenaar is.

5. College

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen.

6. Leidinggevende

De functionaris aan wie volgens de hiërarchische organisatiestructuur verantwoording verschuldigd is.  

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1. De medewerker heeft voor het maken van een dienstreis voorafgaande toestemming nodig van zijn leidinggevende.

  • 2. De dienstreizen dienen in principe met openbare vervoersmiddelen te worden gemaakt, tenzij anders is bepaald door de leidinggevende.

  • 3. Indien de dienstreis naar het oordeel van de leidinggevende niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden gemaakt, kan de leidinggevende aan de medewerker toestemming verlenen om voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig.

Artikel 3 Reiskosten dienstreis

  • 1. Onder noodzakelijke reiskosten in het belang van de gemeente Vlaardingen wordt verstaan, kosten gemaakt:

    • in de lijn van de normale uitoefening van de functie;

    • in het kader van het werken buiten de standplaats;

    • in het kader van training, vorming of opleiding geheel of gedeeltelijk voor rekening van de gemeente Vlaardingen;

  • 2. Reiskosten voor woon-werkverkeer worden niet aangemerkt als kosten in belang van de gemeente Vlaardingen.

  • 3. Dienstreizen naar het buitenland moeten vooraf worden gemeld aan het college, voorzien van een gespecificeerde raming van de kosten. Het college moet toestemming verlenen voor deze dienstreis.

  • 4. Verkeersovertredingen worden niet aangemerkt als reiskosten.

Artikel 4 Afstand

  • 1. Tenzij een andere opdracht is gegeven, behoort een dienstreis via de meest optimale route te worden gemaakt.

  • 2. De plaats van tewerkstelling wordt door het college als begin- en eindpunt aangemerkt. Het aantal kilometers wordt naar boven afgerond tot het naast hogere gehele getal.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

Artikel 5 Vergoeding reiskosten

  • 1. Voor het vervoersgebruik van een openbaar vervoer middel dient de medewerker gebruik te maken van de NS-business card, beschikbaar gesteld door de gemeente Vlaardingen, voor een plaats in de meest voordelige klasse.

  • 2. Indien de leidinggevende vooraf toestemming heeft verleend voor het gebruik van een eigen voertuig krijgt de medewerker een kilometervergoeding overeenkomstig het bedrag per kilometer zoals vastgelegd in de reisregeling Binnenland.

Artikel 6 Vaste vergoeding reiskosten

  • 1. Wanneer de medewerker, in verband met de aard van zijn functie, zijn auto regelmatig voor de vervulling van die functie gebruikt, kan het college in plaats van de onder artikel 5 tweede lid bedoelde kilometervergoeding een vaste vergoeding per jaar toekennen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vaste vergoeding wordt berekend op basis van de schatting van het af te leggen aantal kilometers per jaar. De vergoeding is overeenkomstig de reisregeling binnenland.

  • 3. De medewerker die de vaste vergoeding ontvangt verliest bij ziekte of andere verhindering aanspraak op deze vergoeding wanneer de ziekte of andere verhindering langer dan één kalendermaand aanhoudt.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen van het in derde lid bepaalde positief afwijken. Met dien verstande dat een dergelijke afwijking ten hoogste 24 maanden kan duren.

Artikel 7 Verblijfskosten

  • 1. Onder noodzakelijke verblijfskosten in het belang van de gemeente Vlaardingen worden verstaan, kosten gemaakt:

    • In de lijn van de normale uitoefening van de functie;

    • In verband met een dienstreis;

    • In het kader van overwerk;

    • In het kader van training, vorming of opleiding geheel of gedeeltelijk voor rekening van de gemeente Vlaardingen, met uitzondering van die kosten die gewoonlijk ook worden gemaakt.

  • 2. Verblijfskosten worden vergoed tot de naar het oordeel van de leidinggevende in redelijkheid gemaakte werkelijke kosten, met inachtneming van het derde lid van dit artikel.

  • 3. De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden, logies en voor kleine uitgaven overdag en 's avonds worden vergoed op basis en met toepassing van de bedragen zoals vastgelegd in de reisregeling Binnenland.

Artikel 8 Declaratie

  • 1. Uitbetaling van reis- en verblijfskosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. Declaratiesdienen voorzien te zijn van originele, deugdelijke bewijsstukken.

  • 2. Declaraties dienen zo spoedig mogelijk na de gemaakte kosten doch uiterlijk na drie maandenna het ontstaan hiervan te worden ingediend bij de leidinggevende.

Artikel 9 (fiscale) Regelgeving

  • 1. De gemeente Vlaardingen behoudt zich het recht voor om de in deze regeling genoemde bedragen aan te passen in verband met fiscale wijzigingen of andere wijzigingen in de huidige regelgeving.

  • 2. Het maximaal toegestane onbelaste vergoedingsbedrag per kilometer bedraagt € 0,19. De vergoeding die bovenop dit bedrag wordt verstrekt, wordt belast uitgekeerd.

Artikel 10 Aansprakelijkheid bij schade

In geval van schade aan het eigen motorvoertuig, ontstaan tijdens uitoefening van de dienst, wordt gehandeld op basis van het gestelde in artikel 15:1:23 van de CAR-UWO.  

Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Vlaardingen”. Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie. Op de datum van inwerkingtreding wordt de “Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Vlaardingen” vastgesteld op 31 januari 2012 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 10 november 2015.
De secretaris, De burgemeester,
mw. mr. A.G. Knol-van Leeuwen A.B. Blase