Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen houdende regels omtrent het individueel keuzebudget Lokale IKB-regeling 2016 gemeente Vlaardingen

Geldend van 13-05-2017 t/m heden

Intitulé

Lokale IKB-regeling 2016 gemeente Vlaardingen

Het college van B&W van de gemeente Vlaardingen

besluit:

  • gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

  • gelet op Wet op de loonbelasting 1964

  • gelet op Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

  • gelet op Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965

  • gelet op hoofdstuk 3 van de CAR-UWO;

  • na overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vlaardingen.

Lokale IKB-regeling 2016 gemeente Vlaardingen

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, onder a van de CAR-UWO.

Fiscale ruimte

Het verschil - met betrekking tot de vergoeding voor woon-werkverkeer – tussen het bedrag dat fiscaal onbelast mag worden vergoed aan een medewerker en het bedrag dat daadwerkelijk door de werkgever voor woon-werkverkeer wordt vergoed.

Individueel KeuzeBudget (IKB)

In geldwaarde uitgedrukte aanspraken resulterend in een saldo dat de medewerker kan aanwenden voor de landelijke in de CAR-UWO neergelegde en lokaal aangewezen doelen.

Vakbond

Organisatie, zoals bedoeld in artikel 12:1, lid 1, sub c en artikel 12:1, lid 3 van de CAR-UWO.

Vakbondscontributie

Het geldbedrag dat moet worden betaald voor het lidmaatschap van een vakbond.

Werkgever

Het college van B&W van de gemeente Vlaardingen.

Artikel 2 Uitgesloten van deelname

Stagiaires, buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand en politieke ambtsdragers van de gemeente Vlaardingen kunnen niet deelnemen aan de IKB-regeling.

Paragraaf 2 Lokale doelen

Artikel 3 Lokale doelen

Lid 1

Naast de in artikel 3:29 van de CAR-UWO vermelde landelijke doelen (kopen van vakantie-uren, extra inkomen door uitbetaling en financieren van een opleiding, indien en voor zover deze niet door de werkgever wordt vergoed en de geldende fiscale regelgeving) gelden de volgende lokale doelen:

  • fiets;

  • vakbondscontributie;

  • fiscale uitruil woon-werkverkeer.

Artikel 4 Fiets

Lid 1

De medewerker heeft een dienstverband voor bepaalde tijd (minimaal 1 jaar) of onbepaalde tijd overeenkomstig de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR)

Lid 2

De medewerker kan eenmaal in de 36 maanden de keuze maken om het IKB te gebruiken voor de aanschaf van één fiets.

Lid 3

Door deze keuze te maken, verklaart de medewerker dat de fiets voor meer dan de helft van het voor hem of haar van toepassing zijnde aantal werkdagen voor het woon-werkverkeer wordt gebruikt.

Lid 4

De keuze van het type fiets is in die zin beperkt, dat de medewerker geen kinderfietsen of motorisch aangedreven fietsen mag kiezen. Fietsen met elektrische trapondersteuning, ook wel e-bikes genoemd, zijn toegestaan.

Lid 5

Het maximale bedrag dat hiervoor kan worden aangewend is € 749,- bruto, vermeerderd met maximaal € 246,- aan fietsbonnen en een verzekeringspremie.

Lid 6

De medewerker kan de keuze alleen maken indien hij of zij voldoende IKB heeft.

Lid 7

De medewerker vult het aanvraagformulier in. Het formulier wordt mede ondertekend door de leidinggevende. Na ondertekening dienen de formulieren naar de sectie Personeel & Organisatie van de afdeling Middelen gestuurd, waarna de fiets besteld wordt. Bij het afhalen kan de rijwielhandelaar een legitimatiebewijs vragen.

Lid 8

De werkgever is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door verlies, diefstal of beschadiging van de fiets, voor enige schade die het gevolg is van het gebruik van de fiets of voor eventuele andere gevolgen die deelname voor de medewerker met zich meebrengt.

Artikel 5 Vakbondscontributie

Lid 1

Indien de medewerker lid is van een vakbond die de belangen van medewerkers in de gemeentelijke sector behartigt, kan het IKB één keer per jaar worden aangewend voor het doel vakbondscontributie.

Artikel 6 Fiscale uitruil woon-werkverkeer

Lid 1

De medewerker kan - indien hier fiscale ruimte toe is - maandelijks het IKB aanwenden voor de fiscale uitruil woon-werkverkeer.

Lid 2

Hiertoe wordt fiscale ruimte bepaald die maandelijks belastingvrij kan worden uitgeruild.

Lid 3

De medewerker kan via de IKB-module aangeven gebruik te willen van de fiscale uitruil woon-werkverkeer.

Lid 4

In geval van verhuizing dient de medewerker dit direct aan de werkgever door te geven.

Lid 5

Bij een aanpassing van het aantal dagen waarop de medewerker werkt, wordt dienovereenkomstig het uit te ruilen bedrag aangepast.

Lid 6

In geval van afwezigheid of ziekte van de medewerker van meer dan 30 dagen wordt de uitruil stop gezet.

Lid 7

Indien de medewerker de maandelijkse uitruil wil stoppen dan dient de medewerker dit in de IKB-module aan te geven. Het initiatief hiertoe rust uitdrukkelijk bij medewerker.

Artikel 7 Gevolgen keuzes

Het bepaalde in artikel 3:33 van de CAR-UWO is van toepassing op deze regeling.

Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 9 Citeertitel en looptijd

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Lokale IKB-regeling 2016 gemeente Vlaardingen” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Ondertekening

de secretaris, de burgemeester,
mw. mr. A.G. Knol-van Leeuwen A.B. Blase