Besluit van de burgemeester van de gemeente Vlaardingen houdende nadere regels omtrent beoordeling aanvraag vergunning Speelautomatenhal

Geldend van 07-11-2017 t/m heden

Intitulé

Besluit van de burgemeester van de gemeente Vlaardingen houdende nadere regels omtrent beoordeling aanvraag vergunning Speelautomatenhal

Inleiding

De raad heeft op 14 september 2017 de Speelautomatenhalverordening Vlaardingen 2017 (verder te noemen: Verordening) vastgesteld. In de Verordening zijn ook de uitgangspunten voor de door de burgemeester vast te stellen nadere regels voor het verlenen van een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal vastgesteld.

Op grond van de Verordening kan de burgemeester voor maximaal één speelautomatenhal vergunning verlenen.

In deze nadere regels wordt eerst de vergunningsprocedure omschreven. Vervolgens wordt toegelicht welke informatie moet worden ingediend, hoe deze moet worden aangeleverd en tenslotte wordt toegelicht hoe aanvragen beoordeeld worden.

Beschrijving vergunningprocedure Speelautomatenhalverordening, algemeen

In de Verordening is geregeld dat een exploitatievergunning uitsluitend kan worden verleend voor een speelautomatenhal, gevestigd in het gebied, zoals aangegeven op de bij de Verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart en nadat, ingevolge de nadere regels, aan potentiële gegadigden door de burgemeester gedurende een door de burgemeester te bepalen periode gelegenheid is gegeven mee te dingen naar die vergunning. Besluitvorming op de aanvragen zal plaatsvinden op basis van de criteria die nader vorm zijn gegeven in deze nadere regels.

Bekendmaking

Wijze van bekendmaking

De procedure start met het openstellen van de mogelijkheid voor belangstellenden om een vergunningaanvraag in te dienen. Dat gebeurt door middel van een bekendmaking zoals bedoeld in artikel 2 lid 3 van de Verordening. De burgemeester zal het beschikbaar worden van de exploitatievergunning in ieder geval bekend maken op de gemeentelijke website, hetgeen blijkens de uitspraak van 9 maart 2016 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2016:661) voldoende is.

Aanvraagtijdvak

In diezelfde bekendmaking zal de burgemeester de periode bekend maken gedurende welke de geïnteresseerden een aanvraag kunnen indienen (het aanvraagtijdvak). Tenzij de burgemeester een afwijkende termijn stelt, zal dit een periode van 6 weken zijn. Na deze 6 weken kunnen er geen aanvragen meer worden ingediend. Deze periode wordt voldoende geacht omdat het breed bekend is, gezien de aandacht voor een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2927), dat een exploitatievergunning per 19 december 2017 beschikbaar zal komen vanwege het aflopen van de termijn van de enige in Vlaardingen te vergeven vergunning, en gegadigden zich zo lang hebben kunnen voorbereiden op een aanvraag. Voorts is het wenselijk dat het publiek dat prijs stelt op het bezoek aan een speelautomatenhal in Vlaardingen zo kort mogelijk van een speelautomatenhal verstoken blijft en dat er zo snel mogelijk na 19 december 2017 weer een nieuwe vergunning verleend zal zijn en een speelautomatenhal geopend zal zijn in Vlaardingen.

Door de ruime opzet van de bij de Verordening behorende kaart zijn voor meerdere locaties aanvragen mogelijk opdat op één van die locaties de speelautomatenhal kan worden gevestigd en geëxploiteerd. Hierbij is het aan de gegadigde ondernemers om zich in te spannen de beschikking over geschikte panden te verkrijgen of panden geschikt te maken voor een speelautomatenhal die voldoet aan de eisen met en krachtens de Verordening.

Verdelingsprocedure

Na ontvangst van de aanvragen wordt beoordeeld of zij voldoen aan de indieningsvereisten. Aanvragen die hier niet aan voldoen, worden niet in behandeling genomen, behoudens het hierna onder ‘ontvankelijkheid’ bepaalde. Hierna worden de aanvragen getoetst aan de uitsluitingscriteria. Aanvragers op wie tenminste één van de uitsluitingscriteria van toepassing is, ontvangen een negatieve beschikking. Vervolgens vindt een inhoudelijke beoordeling plaats op basis van de in dit document genoemde criteria, waarbij wordt beoordeeld welke van de geldige aanvragen in aanmerking komt voor de vergunning.

Na beoordeling door de beoordelingscommissie (de toelichting op de beoordelingscriteria volgt later in dit document) wordt bepaald of een aanvraag, en zo ja, welke aanvraag wordt getoetst op basis van de criteria uit de Wet Bibob.

Indieningsvereisten

Wijze van indiening

Gedurende het aanvraagtijdvak kunnen aanvragen worden ingediend. Aanvragen voor de verlening van een vergunning voor de vestiging van een speelautomatenhal (verder te noemen: aanvraag) dienen per post en in drievoud te worden ingediend. De aanvragen dienen te worden gericht aan de burgemeester van Vlaardingen. Een aanvraag dient rechtsgeldig ondertekend te zijn.


De enveloppe/verpakking dient gesloten te worden ingezonden met daarop de vermelding “Aanvraag vergunning speelautomatenhal: NIET OPENEN”. Een aanvraag dient uiterlijk op de laatste dag van het aanvraagtijdvak te 16.00 uur in het bezit van de gemeente Vlaardingen te zijn. Alleen aanvragen die tijdig zijn ontvangen zullen in behandeling worden genomen.

Indieningsvereisten

De indieningsvereisten voor de aanvraag zijn in artikel 3, eerste lid van de Verordening benoemd. De toelichting op artikel 3 van de Verordening, behorende bij de Verordening beschrijft de indieningsvereisten nader. Het betreft formele vereisten waaraan moet worden voldaan. De vereisten zijn vooral van feitelijke aard, maar hierna zal worden aangegeven dat daaraan gekoppeld kan zijn informatie die van belang is voor de beoordeling van de aanvragen.

Ontvankelijkheid

Aanvragen worden in eerste instantie beoordeeld op ontvankelijkheid. Daarbij wordt beoordeeld of de aanvragen voldoen aan de eisen gesteld in de artikelen 2 en 3 van de Verordening.

Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, kan de burgemeester de aanvrager een termijn van twee weken geven om de aanvraag aan te vullen. Is de aanvraag alsnog niet compleet, dan zal de burgemeester besluiten de aanvraag niet verder in behandeling te nemen, conform artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht. Indien direct of bij de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag blijkt dat deze niet voor inwilliging vatbaar is, kan het voorkomen dat de burgemeester een inhoudelijke beslissing tot afwijzing van de aanvraag moet nemen (zie bijvoorbeeld College van Beroep voor het bedrijfsleven 18 november 2011, ECLI:NL:CBB:2011:BU5467, AB 2012/109).

Uitsluitingscriteria / Weigeringsgronden

In artikel 6 van de Verordening zijn de weigeringsgronden voor een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal opgenomen. Aanvragen waarbij een of meerdere weigeringsgronden van toepassing zijn, zullen worden uitgesloten van verdere beoordeling. De aanvraag waarop een uitsluitingsgrond/weigeringsgrond van toepassing is, leidt tot een negatieve beschikking waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend.

Beoordeling

Vervolgens zal over worden gegaan tot de inhoudelijke beoordeling.

Adviserende beoordelingscommissie en ondersteuning door deskundigen

De burgemeester zal een beoordelingscommissie (verder: de commissie) instellen, die de burgemeester adviseert bij de beoordeling.

De commissie wordt als volgt samengesteld:

Een medewerker afdeling juridische zaken

Een medewerker van de afdeling Bijzondere Wetten en Bouw- en Woningtoezicht

Een medewerker met stedenbouwkundige expertise

Een medewerker met expertise op het gebied van Bibob en Ondermijning

Een medewerker van de afdeling Stedelijke Ontwikkeling

Een aanbestedingsjurist kan worden gevraagd de commissie ten aanzien van de procedure te adviseren. Indien nodig, worden ook andere deskundigen uitgenodigd om te adviseren over specifieke onderdelen. Deze adviseurs hebben geen rol bij het toekennen van punten.

De commissie adviseert de burgemeester. De burgemeester besluit over de vergunningverlening gezien de beoordeling van de commissie.

Beoordelingscriteria

Algemeen

De aanvragen van alle aanvragers die een ontvankelijke aanvraag hebben ingediend, die tevens voldoen aan de indieningsvereisten en op wie geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn zullen inhoudelijk worden beoordeeld door de commissie. Bij deze beoordeling zijn maximaal 100 punten te behalen.

De commissie komt bij haar beoordeling in onderling overleg op basis van unanimiteit voor ieder beoordelingscriterium tot één van de navolgende scores:

Score

Omschrijving

100%

Uitmuntend: de inschrijver overtreft de verwachtingen van de gemeente en heeft het beoordelingscriterium Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden (SMART) uitgewerkt

75%

Goed: De inschrijver voldoet aan het gevraagde en heeft het beoordelingscriterium SMART uitgewerkt

50%

Matig: De inschrijver voldoet aan het gevraagde, maar de uitwerking van het beoordelingscriterium is niet volledig SMART

25%

Slecht: Inschrijver voldoet aan het gevraagde

0%

Onvoldoende: Inschrijver voldoet niet aan het gevraagde

Het aantal behaalde punten per beoordelingscriterium wordt bepaald door vermenigvuldiging van de score met het maximaal aantal te behalen punten op dat criterium.

De aanvragen worden beoordeeld op de volgende (hieronder nader uitgewerkte) criteria:

Criterium

Maximale score

1. Conceptomschrijving Speelautomatenhal

40 punten

2. Plan preventie gokverslaving

20 punten

3. Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid

40 punten

Totaal:

100 punten

De aanvraag die op basis van de beoordeling van de commissie als hoogste eindigt, kan worden getoetst aan de wet Bibob. Indien sprake blijkt van ernstig gevaar als bedoeld in de wet Bibob kan de vergunning worden geweigerd, in geval van minder mate van gevaar kan de vergunning verleend worden onder nadere voorschriften die zijn gericht op het wegnemen of beperken van het gevaar.

De burgemeester kan aanvragen die worden beoordeeld met minder dan 56 punten weigeren. Aanvragen die met minder dan 56 punten worden beoordeeld kunnen worden beschouwd als aanvragen met een onvoldoende niveau als bedoeld in artikel 6, tweede lid van de Verordening.

Beoordelingscriteria

De inhoudelijke beoordeling van de aanvragen vindt plaats aan de hand van het document 'Conceptomschrijving speelautomatenhal', het document 'Plan preventie gokverslaving' en het document 'Plan openbare orde en veiligheid'.

Criterium 1: Conceptomschrijving Speelautomatenhal

Als vereiste in de Verordening is opgenomen dat een speelautomatenhal onderdeel is van een breder amusementsbedrijf, met een combinatie van ontspanningsfaciliteiten en dat die daaraan ondersteunend is (artikel 2, vijfde lid van de Verordening).

In de conceptomschrijving zet de inschrijver uiteen op welke manier de speelautomatenhal is ingebed in een amusementsbedrijf en aan welke ontspanningsfaciliteiten die ondersteuning biedt.

De gemeente hecht aan een (haalbaar) concept waarin het accent ligt op recreatief spelen en bestendiging dan wel versterking van het recreatief profiel van de binnenstad van Vlaardingen. Verwezen wordt naar de eisen in de Verordening en de toelichting daarop. Het gelijktijdig realiseren van (dan wel het versterken of bestendigen van reeds bestaande) recreatieve functies is voor de gemeente belangrijk. Voor de gemeente is het wenselijk dat de speelautomatenhal in combinatie met de (gelijktijdige te realiseren of reeds in het amusementscentrum aanwezige) overige recreatieve functies bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad voor recreatieve functies en dat de speelautomatenhal aan de overige recreatieve functies ondersteunend is. De mate waarin dat het geval is, is onderdeel van de vergelijkende toets tussen de aanvragen.

Aandachtspunten

In het document 'Conceptomschrijving speelautomatenhal' moet worden omschreven op welke wijze de speelautomatenhal in samenhang met de andere in het amusementsbedrijf aanwezige recreatieve voorzieningen bijdraagt aan het versterken van het recreatief aanbod van ontspanningsfaciliteiten in de binnenstad van de gemeente Vlaardingen. In ieder geval moet ingegaan worden op de volgende aspecten:

  • de visie van de aanvrager op en de mate van de synergie tussen de speelautomatenhal en de overige amusementsfuncties;

  • de visie van de aanvrager op de rol van de speelautomatenhal in het bestendigen dan wel versterken van het recreatief profiel van de binnenstad van Vlaardingen en de mate waarin daarvan sprake is;

  • een nauwkeurige omschrijving van het gehele concept, de omvang van de totale inrichting, blijkend uit een voorlopig ontwerp en een beschrijving van het aanbod van voorzieningen (recreatieve functies) in het complex waarin de speelautomatenhal wordt gerealiseerd. In deze omschrijving moet ook de toegevoegde waarde van het concept en de samenhang met de gekozen locatie worden toegelicht. Indien het gaat om vestiging van een speelautomatenhal bij een reeds bestaande recreatieve voorziening met ontspanningsfaciliteiten dient ook aangeven te worden welke functies nieuw zijn en welke eventueel vervallen;

  • de wijze waarop is gewaarborgd dat de inbedding van de speelautomatenhal en de overige ontspanningsfaciliteiten gedurende de looptijd van de vergunning in stand blijven;

  • een opstellings- en inrichtingsplan van de speelautomatenhal, ter toetsing van de productdifferentiatie, waarin de plaats, het aantal en de samenstelling van de speelautomaten nauwkeurig worden vermeld en een weergave van de wijze waarop een en ander bijdraagt aan de doelstellingen van de gemeente;

  • een ondernemingsplan, met inbegrip van stukken, waaruit blijkt welk bedrag met de totale investering is gemoeid en een bewijs dat dit met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd.

Bij combinatie van een speelautomatenhal met recreatieve functies waar regelmatig jongeren onder 18 jaar komen (zoals een bowlingbaan) is de manier waarop de functies gescheiden worden van belang voor de beoordeling. Uitgangspunt is dat jongeren zo min mogelijk direct geconfronteerd worden met de speelautomaten.

Belangrijke doelstelling voor Vlaardingen is het versterken van het recreatief aanbod van ontspanningsfaciliteiten. Er zijn verschillende doelgroepen. Er zal worden gelet op de samenhang in het voorstel, onder meer ten aanzien van de doelgroepen van de verschillende onderdelen in het concept. Concepten die een evenwichtige bijdrage leveren waarmee verschillende doelgroepen worden bediend, zullen hoger worden gewaardeerd. Tevens zal de inrichting van de locatie worden beoordeeld op de aspecten die zien op de relatie met de omgeving met het oog op de bescherming en ondersteuning van het karakter van de wijk en de relatie met het derde criterium (openbare orde en bijdrage leefbaarheid), waaronder bereikbaarheid, toegankelijkheid en de inpassing in de omgeving

Omvang beantwoording inclusief eventuele bijlagen: maximaal 15 pagina’s A4.

Criterium 2: Plan preventie gokverslaving

De gemeente hecht waarde aan een open, weinig ingrijpende toegangscontrole, zonder dat dat betekent dat minderjarigen worden toegelaten in de hal.

In het kader van preventie wil de gemeente dat de exploitant zelf verantwoordelijkheid neemt voor het voorkomen van kansspelverslaving, door het personeel goed op te leiden en zorg te dragen voor een goede samenwerking met de bevoegde instanties. Ook het op peil houden van de benodigde vaardigheden van het personeel is voor de gemeente belangrijk.

Aandachtspunten

In het document 'Plan preventie gokverslaving' moet worden omschreven op welke wijze de ondernemer zorgt voor preventie en bestrijding van gokverslaving. In ieder geval moet ingegaan worden op de volgende aspecten:

  • de visie en ervaring van de aanvrager op preventie van gokverslaving en de maatregelen die hij in dat verband neemt;

  • de organisatie van de toegangscontrole (leeftijdscontrole en bezoekers met een al dan niet vrijwillige ontzegging);

  • de wijze waarop het personeel wordt opgeleid en getraind in:

    • o

      het bij personen signaleren van het ontwikkelen van gokverslaving;

    • o

      het ontwikkelen van communicatievaardigheden ten behoeve van de omgang van mensen met beginnende verschijnselen van gokverslaving;

  • de wijze waarop bezoekers voorlichtingsmateriaal over gokverslaving in de speelautomatenhal kunnen verkrijgen;

  • de wijze waarop periodieke afstemming met instellingen op gebied van preventie die binnen de gemeente Vlaardingen werkzaam zijn plaatsvindt.

Preventie van verslaving is een zeer belangrijk aspect. Het doel van de preventie van gokverslaving zal ook gediend zijn met het aan de ondernemer voor te leggen convenant, waarin mede dit aspect aan de orde komt (artikel 5, vierde lid van de Verordening). De ondertekening van dit convenant geldt als een voorwaarde voor verlening van de vergunning.

Omvang beantwoording: maximaal 5 pagina’s A4.

Criterium 3: Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid

De gemeente hecht aan de vestiging van een speelautomatenhal met een zo gering mogelijke negatieve impact op de omgeving. De manier van samenwerking met de belanghebbenden uit de omgeving (dit zullen in de binnenstad vooral bewoners en winkeliers zijn, doch ook exploitanten van andere recreatieve en ontspanningsfaciliteiten) en de informatievoorziening aan die belanghebbenden, vooraf, maar ook bij of na incidenten zal worden beoordeeld.

Aandachtspunten

In het 'Plan van aanpak openbare orde' moet worden aangegeven hoe de exploitant zorg draagt voor de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde in de directe omgeving van de eventuele speelautomatenhal. Daaronder wordt ook het voorkomen van parkeeroverlast verstaan.

De ondernemer dient een risicoanalyse op te nemen waaruit de risico's voor de directe omgeving van de onderneming blijken en welke maatregelen de ondernemer neemt om de gevolgen hiervan te beperken. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de aard van het bedrijf en de spanning waaraan het woon- en leefmilieu ter plaatse kan worden blootgesteld door de exploitatie van de onderneming.

In ieder geval dient de aanvrager aandacht te besteden aan de volgende aspecten:

  • de algemene visie van de ondernemer op het handhaven van de openbare orde in de omgeving

  • de wijze waarop de ondernemer wil bijdragen aan de leefbaarheid van de omgeving

  • welke gedrag- en huisregels gelden er voor komende en gaande bezoekers;

  • hoe de naleving van deze gedrag- en huisregels wordt bewaakt;

  • hoe wordt omgegaan met overlast en rondhangende onbevoegde personen rond de gelegenheid;

  • hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

  • welke openingstijden gelden en hoe deze zijn gerelateerd aan de andere faciliteiten binnen de onderneming;

  • de wijze waarop de ondernemer wil omgaan/samenwerken met eigenaren en gebruikers van nabij gelegen percelen / bebouwing (straal van 200 meter);

  • de wijze waarop de ondernemer wil omgaan/samenwerking met bevoegde instanties

  • de mate waarin de ondernemer handhavingskosten van de gemeente voorkomt

  • een risicoanalyse waarin de belangrijkste risico’s worden benoemd en adequate en reële beheersmaatregelen van de ondernemer zijn opgenomen

Omvang beantwoording: maximaal 7 pagina’s A4.

Gelijkscorende aanvragen

Als meerdere aanvragen gelijk scoren en met het verlenen van deze vergunningen het maximale

aantal vergunningen zou worden overschreden geeft het cijfer voor het concept (criterium 1) de doorslag. Indien dan nog steeds sprake is van meerdere aanvragen die gelijk scoren dan geeft het cijfer van die aanvragen voor het plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid (criterium 3) de doorslag. Indien dit nog steeds geen uitsluitsel geeft, dan beslist het lot.

Vervolg beoordelingsprocedure

Alle aanvragers worden geïnformeerd over de voorlopige uitkomst van de beoordeling.

Bibob-toets

De aanvraag die op basis van de beoordeling van de commissie als hoogste eindigt, kan worden getoetst aan de wet Bibob. Indien de gemeente op basis van het Bibob-advies tot de conclusie komt dat geen sprake is van gevaar, zal de burgemeester de vergunning verlenen aan de betreffende aanvrager. Indien sprake is van een mindere mate van gevaar, kan de vergunning verleend worden onder nadere voorschriften die zijn gericht op het wegnemen of beperken van het gevaar.

Voordat de burgemeester aan een beschikking voorschriften verbindt als bedoeld in artikel 3, zevende lid van de Wet Bibob, en voordat de burgemeester een voor de betrokkene negatieve beslissing neemt op grond van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet Bibob, dan wel op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 3, zesde lid van de Wet Bibob, stelt de burgemeester de betrokkene in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen. Hiervoor geeft de burgemeester een termijn van twee weken. De eventuele reacties worden besproken in de commissie. Dit kan leiden tot een aanpassing van het advies aan de burgemeester. Op basis van de genoemde adviezen zal de burgemeester uiteindelijk een besluit nemen.

Indien de burgemeester besluit op grond van de Bibob-toets de vergunning te weigeren aan de aanvrager met de hoogste score, kan de opvolgend aanvrager worden getoetst op basis van de Wet Bibob.

Andere vergunningen

Er kan pas gebruik worden gemaakt van de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal als het gebruik van het pand voor de speelautomatenhal en de overige te realiseren functies planologisch is toegestaan. Dit kan tot gevolg hebben dat de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal niet gebruikt kan worden omdat de ruimtelijke procedure of aanvraag voor een omgevingsvergunning niet leidt tot een aanpassing van het bestemmingsplan of omgevingsvergunning.

Vergunningverlening en rechtsbescherming

De burgemeester zal besluiten aan welke ondernemer de exploitatievergunning zal worden vergund. In aanvulling op de weigeringsgronden van artikel 6 van de Verordening geldt dat indien de burgemeester van mening is dat de (ontvankelijke) aanvragen een onvoldoende niveau hebben en er geen aanvragen zijn waaraan voldoende punten kunnen worden toegekend naar het oordeel van de burgemeester, de burgemeester de exploitatievergunning kan weigeren. Het is de beleidsvrijheid van de burgemeester om hetzij een nieuwe ronde van aanvragen open te stellen, of dat niet te doen. Uiteraard gelden de mogelijkheden van bezwaar en beroep voor de ondernemers van de (afgewezen) aanvragen.

De burgemeester zal de beslissing tot vergunning op de gemeentelijke website bekend maken, in aanvulling op de bekendmakingsvereisten uit de Algemene wet bestuursrecht.