Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam houdende regels omtrent Centrumregeling regionale samenwerking leerplicht, kwalificatieplicht en rmc regio nieuwe waterweg noord

Geldend van 19-04-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2019

Intitulé

Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam houdende regels omtrent Centrumregeling regionale samenwerking leerplicht, kwalificatieplicht en rmc regio nieuwe waterweg noord

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam;

Overwegendedat:

  • de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam verantwoordelijk zijn voor het toezicht op en handhaving van de leerplichtwet en de aanpak van voortijdig schoolverlaten;

  • door samen te werken binnen één regionaal bureau een integraal functionerende regionale structuur ontstaat voor jongeren van 5 tot 23 jaar;

  • door de integrale en regionale samenwerking de kwaliteit, continuïteit, eenduidigheid en efficiency wordt gewaarborgd;

  • het wenselijk is om de integrale en regionale samenwerking op het gebied van leerplicht, kwalificatieplicht en RMC vast te leggen in deze Centrumregeling;

Gelet op:

de Leerplichtwet 1969,

de Wet van 6 december 2001 betreffende de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie,

hoofdstuk 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen,

afdelingen 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

Gezien:

de besluiten van de raden van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam tot het verlenen van toestemming voor het treffen van deze gemeenschappelijke regeling, overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

BESLUITEN

te treffen de

Centrumregeling regionale samenwerking leerplicht, kwalificatieplicht en RMC Regio Nieuwe Waterweg Noord

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    centrumgemeente: de gemeente waarvan het bestuursorgaan is aangewezen om namens de deelnemers de bevoegdheden op grond van de Leerplichtwet 1969 en de RMC wetgeving uit te oefenen;

  • b.

    deelnemer: het aan deze regeling deelnemende bestuursorgaan;

  • c.

    gastgemeente: gemeente waarvan het college bevoegdheden aan het bestuur van de centrumgemeente mandateert als bedoeld in artikel 8, vierde lid van de Wgr;

  • d.

    regeling: Centrumregeling regionale samenwerking leerplicht, kwalificatieplicht en RMC Regio Nieuwe Waterweg Noord;

  • e.

    RMC: Regionale Meld – en Coördinatiefunctie;

  • f.

    RMC-wetgeving: Wet van 6 december 2001 inzake de regionale meld- en coördinatiefunctie;

  • g.

    Wet: Leerplichtwet 1969;

  • h.

    Wgr: Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 2 Te behartigen belang

De regeling is aangegaan met als doel het behartigen van de belangen van de deelnemers op het gebied van de uitvoering van de Wet en de RMC wet- en regelgeving.

HOOFDSTUK 2 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN CENTRUMGEMEENTE

Artikel 3 Centrumgemeente

  • 1. De gemeente Vlaardingen is aangewezen als centrumgemeente als bedoeld in artikel 8, vierde lid van de Wgr.

  • 2. Er zijn drie locaties vanuit waar de centrumgemeente haar taken uitvoert: Maassluis, Vlaardingen en Schiedam.

Artikel 4 Bevoegdheden centrumgemeente

  • 1. Het college van de centrumgemeente wordt bij dezen mandaat, volwacht en machtiging verleend om namens de deelnemers besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen te verrichten ter uitvoering van de bevoegdheden en taken, genoemd in de Wet en de RMC-wetgeving.

  • 2. Het college van de centrumgemeente is eveneens gemandateerd de krachtens voornoemde wetten vastgestelde regelgeving uit te voeren.

  • 3. Een deelnemer kan met inachtneming van artikel 2 van deze regeling, afzonderlijke bevoegdheden aan het college van de centrumgemeente mandateren.

  • 4. Afzonderlijke mandaatverlening als bedoeld in het derde lid behoeft instemming van het college van de centrumgemeente.

  • 5. De niet gemandateerde deelnemer wordt over de afzonderlijke mandaten geïnformeerd.

  • 6. Het college van de centrumgemeente kan de bevoegdheden genoemd in het eerste lid ondermandateren aan de medewerkers van de centrumgemeente, met uitzondering van de bevoegdheid tot het aanwijzen van ambtenaren die toezien op de naleving van de Wet en het vaststellen of wijzigen van de instructie voor de leerplichtambtenaar.

Artikel 5 Taken centrumgemeente

De centrumgemeente is belast met de uitvoering van de Wet en van de RMC-wetgeving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a.

    het werkgeverschap voor de aan de centrumgemeente verbonden medewerkers, met alle bevoegdheden en verplichtingen die daaraan verbonden zijn;

  • b.

    het aanwijzen van ambtenaren die regionaal toezien op de naleving van de Wet;

  • c.

    het vaststellen of wijzigen van de instructie voor de leerplichtambtenaar;

  • d.

    het voorbereiden van de jaarlijkse begroting en afrekening;

  • e.

    het opstellen van het jaarverslag;

  • f.

    het uitvoeren van overige werkzaamheden voortvloeiend uit de Wet en de Wet betreffende de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie.

HOOFDSTUK 3 INFORMATIE, AFSTEMMING EN VERANTWOORDING

Artikel 6 Portefeuillehouderoverleg

  • 1. Ten minste tweemaal per jaar vindt bestuurlijk overleg plaats tussen de portefeuillehouders Onderwijs en Jeugd van de gemeenten.

  • 2. De portefeuillehouders komen voorts bijeen wanneer één van hen dit onder opgaaf van redenen noodzakelijk acht.

  • 3. Binnen het portefeuillehouderoverleg worden afspraken gemaakt over onder andere het leerplicht- en voortijdig schoolverlatenbeleid, alsmede de samenhang met het onderwijs-, jeugd-, arbeidsmarkt, zorg- en veiligheidsbeleid.

Artikel 7 Afstemming jeugd- en onderwijsbeleid

  • 1. De portefeuillehouders jeugd en onderwijs stemmen het onderwijs- en jeugdbeleid, waaronder het leerplicht- en voortijdig schoolverlatenbeleid, af binnen het bestuurlijk overleg REA, waaraan ook onderwijsbestuurders po, vo en mbo en de samenwerkingsverbanden po en vo deelnemen.

  • 2. Periodiek vindt beleidsoverleg plaats tussen de directeuren po, vo, mbo en beleidsambtenaren jeugd en onderwijs van de gemeenten. Minimaal 1 maal per jaar sluiten de portefeuillehouders jeugd en onderwijs van de gemeenten hierbij aan. In dit overleg worden problemen gesignaleerd en ontwikkelingen op de terreinen jeugd en onderwijs, waaronder het leerplicht- en voortijdig schoolverlatenbeleid, besproken.

  • 3. In de Kerngroep Onderwijs en Jeugd wordt het regionale onderwijs- en jeugdbeleid voorbereid en afgestemd. De teammanager van de centrumgemeente en/of de RMC-coördinator nemen deel aan de Kerngroep om er voor zorg te dragen dat signalen worden uitgewisseld en beleid wordt afgestemd.

Artikel 8 Informatieverstrekking

  • 1.

    De centrumgemeente verstrekt schriftelijk binnen een maand de door een of meer colleges of raden van de deelnemende gemeenten gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

  • 2.

    De gastgemeenten verstrekken alle inlichtingen aan de centrumgemeente die voor de uitoefening van zijn taken nodig zijn.

  • 3.

    De centrumgemeente verstrekt jaarlijks aan de colleges en de raden van de deelnemers:

    • a.

      een leerplichtjaarverslag;

    • b.

      een afschrift van de RMC effectrapportage zoals ingediend bij het ministerie van OCW;

    • c.

      een afschrift van de leerplichtcijfers verstrekt aan het ministerie van OCW op grond van artikel 25 van de Wet.

  • 4.

    De deelnemers zorgen voor de tijdige levering van actuele Brp-gegevens van alle in de gemeente woonachtige jongeren in de leeftijd van 4 tot 23 jaar.

Artikel 9 Geheimhouding en verwerking persoonsgegevens

  • 1. De deelnemers nemen jegens derden die niet bij de uitvoering van deze regeling zijn betrokken zorgvuldigheid en geheimhouding in acht van alle vertrouwelijke gegevens dan wel anderszins gevoelige informatie van een andere deelnemer die hem in het kader van deze regeling ter kennis is gekomen, tenzij:

  • a.

    op de gemeente een wettelijke plicht rust tot openbaarmaking;

  • b.

    een gemeente zich voor de rechter moet verdedigen;

  • c.

    de ene gemeente de andere gemeente van de geheimhoudingsplicht heeft ontheven, of

  • d.

    de informatie via openbare bronnen beschikbaar is.

  • 2. De deelnemers nemen bij de verwerking van persoonsgegevens de Algemene Verordening Gegevensbescherming in acht. Voor zover vereist op grond van de toepasselijke wet – en regelgeving stellen de deelnemers nadere documenten op voor de verwerking van persoonsgegevens. Voorts verplichten de deelnemers zich om passende organisatorische en technische maatregelen te treffen om de in het kader van deze regeling relevante persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de ten uitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau gelet op de risico’s die de verwerking en de aard van de te beschermen gegevens met zich meebrengen.

HOOFDSTUK 4 BEKOSTIGING EN OVERIGE FINANCIELE BEPALINGEN

Artikel 10 Jaarplan en raming van lasten en baten

  • 1. De centrumgemeente stelt jaarlijks voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt een jaarplan en raming van lasten en baten op die voortvloeien uit de uitvoering van de taken genoemd in artikel 5 van deze regeling. Het jaarplan en de raming van lasten en baten worden in het portefeuillehouderoverleg als bedoeld in artikel 6 van deze regeling vastgesteld.

  • 2. Indien gedurende het kalenderjaar blijkt dat de werkelijke kosten de begrote kosten overstijgen en dit gevolgen heeft voor de bijdrage van de deelnemers, treden de deelnemers met elkaar in overleg om vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid tot een oplossing te komen.

Artikel 11 Financiële verantwoording

  • 1. De centrumgemeente stelt na afloop van elk kalenderjaar ter verantwoording een overzicht van de gerealiseerde lasten en baten op. Dit overzicht wordt vastgesteld in het portefeuillehouderoverleg als bedoeld in artikel 6 van deze regeling.

  • 2. Indien sprake is van een tekort draagt elke deelnemer bij in de kosten op basis van de in de raming van lasten en baten vastgestelde verdeelsleutel. Indien sprake is van een overschot, wordt dit op basis van de in de raming van lasten en baten vastgestelde verdeelsleutel verrekend met de bijdrage voor het daaropvolgende kalenderjaar.

Artikel 12 Wijze van betaling

De bijdrage van de gastgemeenten wordt bij voorschot per kalenderkwartaal aan de centrumgemeente betaald op basis van de in de raming van lasten en baten vastgestelde verdeelsleutel.

HOOFDSTUK 5 WIJZIGING, TOETREDING, UITTREDING EN OPHEFFING

Artikel 13 Wijziging

  • 1. De deelnemers kunnen aan de centrumgemeente voorstellen doen tot wijziging van de regeling.

  • 2. Een wijziging is tot stand gekomen, wanneer alle deelnemers daartoe hebben besloten na verkregen toestemming van hun raden.

Artikel 14 Toetreding

  • 1. Colleges van andere gemeenten kunnen tot deze regeling toetreden, wanneer alle deelnemers daartoe hebben besloten na verkregen toestemming van de raden.

  • 2. De deelnemers regelen in overleg de rechten en verplichtingen die voor de toe te treden gemeente uit de regeling voortvloeien.

Artikel 15 Uittreding

  • 1. Een deelnemer kan uit deze regeling treden door daartoe strekkend besluit van het college van die gemeente na verkregen toestemming van de betreffende raad.

  • 2. Een deelnemer kan uitsluitend per 1 januari van een kalenderjaar uittreden.

  • 3. Het voornemen tot uittreding wordt door de deelnemer minimaal twee jaar van tevoren per aangetekende brief kenbaar gemaakt aan de andere deelnemers.

  • 4. Als een deelnemer uittreedt, draagt deze gemeente de financiële gevolgen die rechtstreeks het gevolg zijn van de uittreding.

  • 5. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen als bedoeld in het vorige lid, wordt door de deelnemers gezamenlijk, advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van de deskundige in de vorige zin genoemd zal door partijen als bindend worden ervaren tenzij binnen vier weken na het uitbrengen van het advies een geschil over de financiële gevolgen aan een MfN-register mediator dan wel, indien mediation niet mogelijk is, gedeputeerde staten wordt voorgelegd.

Artikel 16 Opheffing

  • 1. De regeling wordt opgeheven, wanneer alle deelnemers daartoe hebben besloten na verkregen toestemming van hun raden.

  • 2. Indien de regeling wordt opgeheven regelt de centrumgemeente de financiële gevolgen daarvan in een opheffingsplan.

  • 3. De centrumgemeente registreert de werkelijke kosten die zij na het besluit tot opheffing per jaar maakt voor het te herplaatsen personeel en declareert deze bij de gastgemeenten volgens de laatst vastgestelde verdeelsleutel.

  • 4. Iedere deelnemer levert volgens de laatst vastgestelde verdeelsleutel een bijdrage aan het herplaatsen van het personeel.

  • 5. De bijdrage aan de opheffingskosten voor alle deelnemers komt te vervallen als al het personeel is herplaatst.

HOOFDSTUK 6 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 17 Archief

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de gemeenschappelijke regeling, overeenkomstig de Archiefverordening van Vlaardingen 2013 of regelingen die daarvoor in de plaats komen.

  • 2. De zorg voor de archiefbescheiden die ontstaan uit hoofde van de door de deelnemende gemeenten gemandateerde taken blijft bij deze overheden berusten. Het college van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente wordt bij deze mandaat verleend om de bevoegdheden uit te oefenen op grond van de artikelen 8 en 9 van het Archiefbesluit 1995 en artikel 25 van de Archiefregeling ten aanzien van de archiefbescheiden die ontstaan uit hoofde van de door de deelnemende gemeenten gemandateerde taken.

  • 3. Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de gemeenschappelijke regeling is belast de archivaris van de centrumgemeente. Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden die ontstaan uit hoofde van de door de deelnemende gemeenten gemandateerde taken is belast de archivaris van de desbetreffende gemeente.

  • 4. Bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling wordt ten aanzien van de archiefbescheiden een voorziening getroffen conform artikel 4 lid 1 van de Archiefwet 1995.

Artikel 18 Geschillen

In geval van geschillen als bedoeld in artikel 28 van de Wgr zullen partijen deze in eerste instantie proberen op te lossen met behulp van mediation door een MfN-register mediator.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

  • a.

    Deze regeling treedt voor wat betreft de uitvoering van de bevoegdheden en taken genoemd in de Wet in werking een dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 april 2019.

  • b.

    Deze regeling treedt voor wat betreft de uitvoering van de bevoegdheden en taken genoemd in de RMC-wetgeving in werking op 1 augustus 2019.

Artikel 20 Registers en bekendmaking

  • 1. De centrumgemeente zendt de regeling en de besluiten tot toetreding, uittreding, wijziging en opheffing aan gedeputeerde staten van de provincie Zuid Holland.

  • 2. De centrumgemeente maakt de regeling tijdig in alle deelnemende gemeenten bekend op de in de Wgr voorgeschreven wijze.

  • 3. De deelnemers nemen deze regeling op in het door hen bij te houden register als bedoeld in artikel 27 lid 1 van de Wgr.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door:

burgemeester en wethouders van Maassluis in de vergadering d.d. 9 april 2019

de secretaris,

A.L. Duijmaer van Twist,

de burgemeester,

dr. T.J. Haan

burgemeester en wethouders van Vlaardingen in de vergadering d.d. 9 april 2019

de secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen,

de burgemeester,

mr. A.M.M. Jetten MSc

burgemeester en wethouders van Schiedam in de vergadering d.d. 9 april 2019

de secretaris,

drs. K. D. Handstede,

de burgemeester

C.H.J. Lamers