Regeling vervallen per 23-12-2020

De burgemeester van Zaanstad,

Geldend van 13-08-2013 t/m 22-12-2020

Intitulé

De burgemeester van Zaanstad,

Gelet op artikel 2:76a van de Algemene plaatselijke verordening Zaanstad 2013 (Apv),

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en

artikel 172 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen:

Beleidsregels verblijfsontzeggingen Zaanstad

Artikel 1 Opleggen verblijfsontzegging bij tweede overtreding

  • 1. Een verblijfsontzegging kan alleen worden opgelegd aan de betrokkene, voor een gebied waar sprake is van structurele overlast en waar de openbare orde wordt verstoord.

  • 2. Een besluit tot het opleggen van verblijfsontzegging wordt niet eerder genomen dan na de tweede geconstateerde overtreding van de strafbepalingen zoals opgenomen in artikel 4 van dit beleid, blijkend uit de omstandigheid dat tegen de betrokkene voor de tweede keer

    proces-verbaal is opgemaakt, binnen een periode van twaalf maanden.

  • 3. De duur van de verblijfsontzegging is gebaseerd op de zwaarste overtreding.

Artikel 2 Waarschuwing

  • 1. Na de eerste overtreding van de in artikel 4 genoemde strafbepalingen krijgt de betrokkene een schriftelijke waarschuwing waarin wordt vermeld dat bij een tweede overtreding aan betrokkene een verblijfsontzegging kan worden opgelegd.

  • 2. De waarschuwing wordt door de politie zo spoedig mogelijk na constatering van de overtreding van in het eerste lid bedoelde strafbepalingen aan betrokkene uitgereikt en, indien dat niet mogelijk is, per post verstuurd.

  • 3. De politie licht de werkdag na de eerste constatering van de in het eerste lid bedoelde strafbepaling de burgemeester in.

Artikel 3 Voornemen en zienswijze

  • 1. Alvorens de burgemeester bij de tweede geconstateerde overtreding van de in artikel 4 genoemde bepalingen overgaat tot het opleggen van een verblijfsontzegging, wordt de betrokkene eerst in kennis gesteld van dit voornemen.

  • 2. Dit voornemen wordt door de politie mondeling aan betrokkenen meegedeeld.

  • 3. Betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld om binnen drie dagen na deze bekendmaking van het voornemen tot het opleggen van een verblijfsontzegging zijn zienswijze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen.

Artikel 4 Strafbepalingen

Overtreding van de volgende strafbepalingen kan leiden tot het opleggen van een verblijfsontzegging met bijbehorende duur:

Categorie 1 (drie weken)

artikel 2:1 Apv

samenscholing en ongeregeldheden

artikel 2:47, 2:49, 2:50, 2:51, 2:52 Apv

verboden hinderlijk gedrag

artikel 2:26b Apv

ordeverstoring bij evenementen

artikel 2:48 Apv

verboden drankgebruik

artikel 4:8 Apv

natuurlijk behoefte doen

artikel 426 en 453 Sr

openbare dronkenschap en het verstoren van de openbare orde in staat van dronkenschap

artikel 242 Sr

straatschenderij

Categorie 2 (6 weken)

artikel 2:74 Apv

drugshandel op straat

Wet wapens en munitie

traangas, boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d.

artikel 350 Sr

vernieling of beschadiging

artikel 141 Sr

openlijke geweldpleging uitsluitend tegen goederen

artikel 138 Sr

huisvredebreuk besloten lokaal

artikel 300 Sr

eenvoudige mishandeling

artikelen 2 en 3 Opiumwet

bezit van meer dan gebruikershoeveelheid drugs, verkopen of verstrekken van softdrugs

artikel 285 Sr

bedreiging

artikel 267 Sr

belediging van een ambtenaar in functie

artikel 184 Sr

negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel

artikelen 180 t/m 182 Sr

wederspannigheid

Categorie 3 (twaalf weken)

Wet wapens en munitie

vuurwapens/schietwapens

artikel 141 Sr

openlijke geweldpleging uitsluitend tegen personen

artikelen 302 en 287 juncto 45 Sr

(zware mishandeling en - poging tot - doodslag

artikel 2 Opiumwet

verkopen en verstrekken van harddrugs

artikel 312 Sr

diefstal met geweld

artikelen 317 en 318 Sr

resp. afpersing en afdreiging

artikel 2:76a Apv

overtreding van een eerder gegeven verblijfsontzegging

Artikel 5 Recidive

Begaat degene die een verblijfontzegging heeft gekregen binnen twaalf maanden na de datum van het besluit waarbij de verblijfsontzegging is opgelegd, een overtreding van een strafbepaling zoals opgenomen in artikel 4, dan kan in verband met recidive wederom en direct een verblijfsontzegging worden opgelegd.

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels verblijfsontzegging Zaanstad.

Toelichting

Algemeen

Instrument van verblijfsontzegging

Een verblijfsontzegging is een besluit in de zin van de Awb en de burgemeester dient dan ook de eisen die de Awb stelt aan een zorgvuldige besluitvorming in acht te nemen. Dat betekent dat degene aan wie de burgemeester een verblijfsontzegging wil geven eerst in staat gesteld wordt zijn of haar zienswijze kenbaar te maken (artikel 4:8 Awb). De burgemeester dient het besluit zorgvuldig voor te bereiden, deugdelijk te motiveren, tot een proportionele maatregel te besluiten en rekening te houden met de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Aan de verblijfsontzegging moet een concreet incident (en) ten grondslag

gelegd worden. Het incident behoort de rechtvaardiging te zijn voor de duur van de ontzegging en de omvang van het gebied waarvoor de ontzegging geldt.

Het opleggen van een verblijfsontzegging is een herstelsanctie, bedoeld om een einde te maken aan een onrechtmatige overlastveroorzakende situatie en uitdrukkelijk niet bedoeld om leed toe te voegen. Het is een bewegingsbeperkende maatregel en de nadelige gevolgen daarvan voor betrokkene moeten in verhouding staan tot het te dienen doel. Bij het opleggen van een herstelsanctie past dat de betrokkene eerst zelf de kans krijgt om zijn gedrag te veranderen. Vandaar dat in Zaanstad aan het opleggen van een verblijfsontzegging een waarschuwing vooraf gaat.

Doel

Het doel van de beleidsregels is om gebruiksinstructies vast te stellen voor het instrument verblijfsontzegging. De instructies gelden voor de burgemeester en eventueel voor de politiefunctionarissen die verblijfsontzeggingen in (onder)mandaat namens de burgemeester

gaan opleggen.