Subsidieregeling Meedoen in Sport, Zaanstad

Geldend van 02-10-2015 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Meedoen in Sport, Zaanstad

Vastgesteld door: College van burgemeester en wethouders Zaanstad

Datum :

Onderwerp: Subsidieregeling Meedoen in Sport

Proces: Subsidieverstrekking

Inwerkingtreding: op de dag na bekendmaking in het digitale gemeenteblad

Kenmerk: 2014/233614

Subsidieregeling Meedoen in Sport, Zaanstad

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd:

  • 1.

    Artikel 147 Gemeentewet;

  • 2.

    Artikel 2 Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014;

  • 3.

    Algemene wet bestuursrecht;

  • 4.

    Nota Sportbeleid “Zaankanters in Beweging” 2008-2014;

  • 5.

    Uitgangspunten “subsidieregeling sportaccommodaties”

  • 6.

    Beleidsnotitie Sportparken, 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bespelinggraad: een bepaling van de intensiteit van het gebruik van sportvelden, bepaald op grand van normen (door NOC*NSF opgesteld) die, op basis van aantallen teams of aantallen leden, bepalen hoeveel uren per jaar velden belast kunnen worden.

buitensportaccommodatie: voorzieningen, zijnde opstallen, sportvelden en restruimte die worden gebruikt voor het bedrijven van buitensporten.

ISA Sport: Instituut voor Sportaccommodaties.

NOC*NSF: Nationaal Olympisch Comité en de Nederlandse Sportfederatie.

normbedrag: een door het college vast te stellen bedrag, waarmee de hoogte van de subsidie wordt berekend. Dit bedrag kan jaarlijks worden geïndexeerd.

restruimte: de oppervlakte van een sportpark, niet zijnde opstallen of sportvelden. Deze restruimte wordt onderverdeeld in grijs (verharding, bestrating) en groen (beplanting).

sport: een lichamelijke bezigheid ter ontspanning met spel- en wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd worden.

sportactiviteit: een door een organisatie georganiseerde lichamelijke bezigheid ter ontspanning met spel- en wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd worden.

sportorganisatie: een organisatie met volledige rechtsbevoegdheid en statutair gevestigd in Zaanstad, die als voornaamste activiteit, al dan niet in competitieverband, gelegenheid biedt sport te beoefenen, die is aangesloten bij een of meer door het NOC*NSF erkende overkoepelende sportorganisaties en die geen mensen bij voorbaat uitsluit van een lidmaatschap, en stichtingen die, vanuit een beheerstaak, gelegenheid bieden tot sportbeoefening aan sportorganisaties die voldoen aan deze criteria.

verordening: de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014.

Artikel 2 Doel van de regeling

Door middel van deze regeling wil Zaanstad:

  • 1.

    de sportdeelname van de Zaanse inwoners verhogen door middel van het stimuleren van sportactiviteiten die bijdragen aan het versterken van de sociale samenhang;

  • 2.

    de eigen kracht van een sportorganisatie stimuleren.

Artikel 3 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in hoofdstuk 2 bedoelde activiteiten.

Hoofdstuk 2 Subsidiabele activiteiten

Paragraaf 1 Onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie

Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten

Een onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie kan worden toegekend ten behoeve van:

  • a.

    het reguliere onderhoud en de periodieke renovatie van de natuurgrassportvelden;

  • b.

    het reguliere onderhoud van de door de gemeente aangelegde of goedgekeurde kunststof- en kunstgrassportvelden;

  • c.

    Het onderhoud en de renovatie van de restruimte op de buitensportaccommodatie.

Artikel 5 Aanvraag onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie

  • 1. Een onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie kan aangevraagd worden door een sportorganisatie die voldoet aan de onderstaande vereisten:

    • a.

      de sportorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      de sportorganisatie vraagt van haar leden een contributie overeenkomstig het landelijke gemiddelde of van een vergelijkbare hoogte;

    • c.

      de sportorganisatie is niet in staat het onderhoud van de buitensportaccommodatie ten behoeve van de sportbeoefening van de eigen leden op eigen kracht te realiseren.

  • 2. Voor het aanvragen van een onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie moet een daartoe vastgesteld formulier gebruikt worden.

  • 3. De gemeente laat periodiek een schouw uitvoeren ten aanzien van de staat van het onderhoud op de buitensportaccommodatie waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Op basis van deze schouw ontvangt de subsidieaanvrager een advies voor het jaarlijkse onderhoudsplan van de buitensportsportaccommodatie. De subsidieaanvrager dient in zijn subsidieaanvraag rekening te houden met het gegeven advies.

  • 4. Organisaties die hun activiteiten gedwongen buiten de gemeentegrenzen dienen te organiseren omdat de faciliteiten binnen Zaanstad ontbreken, kunnen ook een subsidieaanvraag indienen.

Artikel 6 Subsidiegrondslag

  • 1. De hoogte van de onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie wordt gebaseerd op de bespelinggraad van de sportvelden van de organisatie.

  • 2. De bespelinggraad van de wedstrijdvelden van de organisatie wordt, conform het "Handboek Sportaccommodaties" van ISA Sport, bepaald door het aantal normteams af te zetten tegen de maximale bespeling van de velden.

  • 3. De bespelinggraad van trainingsvelden wordt op het maximum gesteld.

  • 4. Voor het bepalen van het aantal normteams is het aantal competitieteams op de peildatum 1 mei van het jaar voorafgaande aan het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft leidend.

  • 5. De bespelinggraad kan worden verhoogd met het aantal uren dat extra activiteiten op de sportvelden hebben plaatsgevonden in het jaar voorafgaande aan het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 6. Onder extra activiteiten als bedoeld in lid 5 worden activiteiten verstaan die voldoen aan de onderstaande vereisten:

    • a.

      de activiteiten zijn sport en/of spel gerelateerd;

    • b.

      aan de activiteiten ligt een schriftelijke overeenkomst of een schriftelijk besluit ten grondslag;

    • c.

      de activiteiten hebben een bereik van minimaal 8 personen.

  • 7. De extra activiteiten van een organisatie die niet regulier gebruik maakt van de sportvelden waarvoor een aanvraag is gedaan, worden alleen meegerekend als bij de betreffende organisaties sprake is van een aantoonbaar capaciteitstekort op de sportvelden waar deze organisatie regulier gebruik van maakt.

  • 8. De bespelinggraad is ten hoogste gelijk aan een maximale bespeling van de daadwerkelijk aanwezige sportvelden. Overbespeling is derhalve niet van invloed op de hoogte van de subsidie.

Artikel 7 Subsidieberekening

  • 1. Voor het reguliere onderhoud en de periodieke renovatie van de sportvelden wordt ten hoogste een subsidie toegekend, die als volgt wordt berekend: de bespelingsnorm van de sportvelden zoals berekend op basis van artikel 6 x het normbedrag x 45%.

  • 2. Voor het onderhoud en de renovatie van de restruimte op de buitensportaccommodatie wordt ten hoogste een subsidie toegekend, die als volgt wordt berekend: de oppervlakte groen op de buitensportaccommodatie x het normbedrag x 45% plus de oppervlakte grijs op de buitensportaccommodatie x het normbedrag x 45%.

  • 3. Voor kunststof- of kunstgrassportvelden die zonder goedkeuring van de gemeente Zaanstad worden aangelegd zijn voor het berekenen van de onderhoudssubsidie de normbedragen voor onderhoud en renovatie natuurgrasvelden van toepassing.

  • 4. De in lid 1 en 2 genoemde normbedragen worden jaarlijks geïndexeerd conform de indexering van de gemeentelijke begroting.

  • 5. Indien de bespelingsnorm van de sportvelden van een organisatie is gedaald, wordt de subsidie eenmalig aangevuld tot maximaal de hoogte van het verleende subsidiebedrag in het jaar voorafgaand aan het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 6. Het normbedrag van de restruimte groen wordt ingedeeld naar onderhoudsintensiteit van de buitensportaccommodatie: - categorie 1: bewerkelijk onderhoud, 130% van het normbedrag; - categorie 2: normaal onderhoud, 100% van het normbedrag; - categorie 3: minder bewerkelijk onderhoud, 90% van het normbedrag.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Naast de in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014 genoemde weigeringsgronden kan subsidie worden geweigerd indien:

1.De totale door de gemeente vastgestelde onderhoudskosten van natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen (van dagelijks- en groot onderhoud en renovatie) per lid per jaar minder bedragen dan € 55,-.

Artikel 9 Te subsidiëren activiteiten

Bij de subsidievaststelling, als bedoeld in artikel 17 van de verordening, wordt het advies genoemd in artikel 5, lid 3 van deze subsidieregeling betrokken.

Paragraaf 2 Exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen

Artikel 10 Te subsidiëren activiteiten

Vervallen

Artikel 11 Aanvraag exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen

  • Vervallen

Artikel 12 Subsidieberekening

Vervallen

Paragraaf 3 Subsidie voor specifieke organisaties

Artikel 13 Schaatsorganisaties

  • 1. Aan de Schaatstrainingsgroep Zaanstreek en de KNSB Jeugdschaatsen District Zaanstreek kan een subsidie worden toegekend ten behoeve van het vervoer van jeugdleden naar ijsbanen gelegen in andere gemeenten indien binnen de gemeente Zaanstad geen ijsbaan aanwezig is.

  • 2. Voor het aanvragen van een subsidie moet de schaatsorganisatie een daartoe vastgesteld formulier gebruiken.

  • 3. Voor het vervoer van jeugdleden naar ijsbanen gelegen in andere gemeenten wordt ten hoogste een subsidie toegekend, die als volgt wordt berekend: het aantal jeugdleden x het normbedrag tot een maximum van € 10.000,00.

Artikel 14 Organisaties gericht op mensen met een beperking

  • 1. Aan organisaties gericht op het aanbieden van sportactiviteiten aan mensen met een beperking kan een subsidie worden toegekend.

  • 2. Een subsidie kan worden aangevraagd door een organisatie die voldoet aan de onderstaande vereisten:

    • a.

      het ledenbestand van de organisatie bestaat voor minimaal 66% uit mensen met een beperking;

    • b.

      de tak van sport van de organisatie is erkend door NOC*NSF dan wel Gehandicaptensport Nederland;

    • c.

      de organisatie bestaat minimaal twee jaar.

  • 3. Voor het aanvragen van een subsidie moet de organisatie een daartoe vastgesteld formulier gebruiken.

  • 4. Een toe te kennen subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de totale exploitatiekosten tot een maximum van € 2.500,00.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 15 Onvoorziene situaties

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2. De subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling “Meedoen in Sport”

TOELICHTING

In deze toelichting wordt per artikel en waar nodig een uitleg en verdieping gegeven van het in dat artikel gestelde. Deze subsidieregeling "Meedoen in Sport" is gebaseerd op de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014 (ASV).

Artikel 1 Begripsbepalingen

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 2 Doel van de regeling

Ad 1. Onder het versterken van de sociale samenhang wordt verstaan: het creëren van ontmoetingen, het aangaan van nieuwe relaties en het in contact komen met mensen buiten de eigen groep.

Artikel 3 Toepassingsbereik

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten

Er kan een subsidie worden verleend voor het onderhoud van de omgeving van de sportvelden. Deze "restruimte" behelst afrastering, verlichting, verharding en beplanting. Er wordt onderscheid gemaakt in groene (gras, bomen en beplanting) en grijze (bestrating, verharding) restruimte.

Artikel 5 Aanvraag onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie

Het normbedrag voor onderhoud wordt gebaseerd op de aard van het veld (natuur- of kunstgras). Uitgangspunt is dat alleen daar waar aantoonbaar is dat het onderhouden van een

buitensportaccommodatie voor de sportbeoefening van de eigen leden niet op eigen kracht kan worden gerealiseerd, door de gemeente een accommodatiesubsidie wordt verstrekt (lid c).

In artikel 8 wordt de minimale grens van eigen kracht van een sportorganisatie gedefinieerd.

Lid 2. Het aanvraagformulier staat op de gemeentelijke website na het invoeren van de zoekterm “subsidieregeling Meedoen in Sport”.

Om de kwaliteit van de sportparken te kunnen waarborgen ontvangen de sportorganisaties een handleiding met richtlijnen voor het onderhoud van de velden en de buitenruimte. Daarnaast zal de gemeente jaarlijks een schouw laten uitvoeren. Elk sportpark zal in ieder geval eens in de drie jaar geschouwd worden, tenzij er aanleiding is voor een eerdere schouw. De gegevens van de schouw worden gebruikt om de sportorganisaties te adviseren hoe ze hun sportvelden en buitenruimten efficiënter kunnen onderhouden.

Artikel 6 Subsidiegrondslag

De onderhoudssubsidie voor sportvelden wordt berekend op basis van de bespelinggraad van de velden.

De bespelinggraad wordt als volgt berekend:

  • -

    aantal teams van een vereniging wordt omgerekend naar normteams. Daarbij worden volgens vastgestelde coëfficiënten de diverse soorten teams (jeugd, dames etc.) omgerekend naar seniorenteams. Het aantal seniorenteams op deze manier berekend is het aantal normteams.

  • -

    Het aantal velden wordt bepaald (telling).

  • -

    Er wordt bepaald hoeveel normteams er op de velden kunnen spelen (maximale bespeling).

  • -

    Dan wordt het aantal normteams verdeeld over de beschikbare velden waarbij eerst de kunstgrasvelden worden gevuld tot de maximale bespeling.

  • -

    Dan wordt het aantal normteams per veld gedeeld door de maximale bespeling voor dat veld.

  • -

    Die cijfers per veld zijn samen opgeteld de bespelinggraad voor de betreffende vereniging.

Voor het bepalen van de maximale bespeling geldt het volgende:

  • -

    Voor de diverse sportsoorten en veldsoorten wordt gebruik gemaakt van de normen zoals vastgesteld door ISA Sport.

  • -

    Waar sprake is van een onderscheid in zaterdag, zondag en weekendnormen (zoals bij voetbal) wordt de bespelinggraad uitgerekend voor alle normen, en wordt de norm gehanteerd die voor de vereniging het voordeligst is.

De begrippen normteams en bespelinggraad (planningsnorm) worden in het "Handboek Sportaccommodaties" van ISA Sport verder toegelicht. De reden dat de normen van ISA Sport worden gehanteerd is omdat zij door het NOC*NSF worden onderschreven.

Als een veld maar gedeeltelijk bezet is (de bespelinggraad is lager dan de maximale bespeling), wordt er slechts voor dat deel van het veld een subsidie toegekend. Hierdoor worden de verenigingen gestimuleerd om voor hun velden een optimale bezetting te realiseren. Mogelijkheden hiervoor zijn bijvoorbeeld een groei van het ledenaantal, het organiseren van activiteiten voor andere doelgroepen dan de eigen leden, of het samenwerken met andere verenigingen.

Voor de organisatie van extra activiteiten wordt het aantal uren per jaar dat de velden hiervoor worden gebruikt omgerekend naar normteams, om zo de bespelinggraad te kunnen verhogen.

Hiervoor is per sportsoort bepaald hoeveel uren gebruik wordt gemaakt van een veld door een normteam. Dat aantal uren maal het maximale aantal normteams voor een veld geeft een aantal uren dat een veld maximaal bespeeld kan worden. Dat aantal uren gedeeld door 10 is het aantal uren dat georganiseerd moet worden voor het ophogen van de bespelinggraad met 0,1. Daarbij is een stimuleringsregeling van kracht die aangeeft dat maar 60% van het aantal extra uren nodig is voor ophoging met 0,1 bespelinggraad.

Voor kunstgrasvelden die door een andere organisatie dan de gemeente Zaanstad zelf worden aangelegd en waar de gemeente Zaanstad geen goedkeuring aan heeft gegeven (lid 3) geldt dat de renovatie niet door de gemeente Zaanstad wordt gedaan. Voor die velden geldt dat de aanvrager een onderhoudssubsidie kan aanvragen, waarbij het onderhouds- en renovatienormbedrag voor een natuurgrasveld wordt gebruikt.

Artikel 7 Subsidieberekening

De berekende bespelinggraad (inclusief de extra activiteiten) wordt vermenigvuldigd met de normbedragen voor onderhoud (kunst en natuurgras) en renovatie (natuurgras) per jaar. Van dat bedrag wordt de helft (45%) verleend als subsidie.

De bespelinggraad wordt voor het berekenen van de subsidie maximaal gesteld aan de maximale bespeling. Overbespeling of organisatie van extra activiteiten bovenop de maximale bespeling zijn dus niet van invloed op het subsidiebedrag.

Voor de berekening van de subsidie voor het onderhoud aan de restruimte is het aantal m2 restruimte, onderverdeeld naar groen en grijze restruimte, per sportpark op digitale wijze en door middel van observaties bepaald door een extern adviesbureau. De gegevens hiervoor zijn aangeleverd door de gemeente.

  • -

    Het aantal m2 maal het vastgestelde normbedrag, maal 45% is het bedrag dat als subsidie wordt verleend.

  • -

    Het aantal m2 wordt op sportparken waar verenigingen afzonderlijk subsidie aanvragen verdeeld over de diverse verenigingen op basis van het aantal velden dat de verenigingen gebruiken.

  • -

    Doordat er grote verschillen bestaan in onderhoudsintensiteit van de sportparken wordt het normbedrag van de restruimte groen ingedeeld naar onderhoudsintensiteit van de buitensportaccommodatie: - categorie 1: bewerkelijk onderhoud, 130% van het normbedrag; - categorie 2: normaal onderhoud, 100% van het normbedrag; - categorie 3: minder bewerkelijk onderhoud, 90% van het normbedrag.

In tabel 1 in bijlage 1 staat de hoogte van het normbedrag voor de restruimte groen en grijs.

De indeling van de sportparken in deze drie categorieën is gedaan door voor elk sportpark de algemene beeldkwaliteit vast te stellen op basis van de beeldkwaliteitscatalogus van het CROW en een inventarisatie van een extern adviesburo.

  • -

    De normbedragen die bij de berekening van de subsidie worden gehanteerd, zijn vastgesteld op basis van informatie van ISA Sport en andere adviserende instanties (bonden, ingenieursbureaus). Er worden uniforme normbedragen gehanteerd voor elk soort veld en er wordt geen onderscheid gemaakt per accommodatie/ sportpark.

  • -

    De diverse normbedragen worden door het college vastgesteld en jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Een onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie kan aangevraagd worden door een sportorganisatie die niet in staat is om het onderhoud van de buitensportaccommodatie ten behoeve van de sportbeoefening van de eigen leden op eigen kracht te realiseren, zie artikel 5 lid 1c. In beginsel verstrekt de gemeente geen subsidie, alleen daar waar strikt noodzakelijk.

Om de minimale grens van de eigen kracht van een sportorganisatie te kunnen definiëren, zijn de totale onderhoudskosten per sport per lid per jaar bepaald (bijlage 2). Deze onderhoudskosten zijn gebaseerd op kengetallen en landelijke ervaringscijfers. Uitkomst hiervan is dat een bedrag van € 55,- per lid per jaar door de gemeente als acceptabel wordt geacht.

In de subsidieregeling wordt daarom een weigeringsgrond opgenomen dat bepaalt dat subsidie geweigerd kan worden indien de totale door de gemeente vastgestelde onderhoudskosten van natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen (van dagelijks- en groot onderhoud en renovatie) per lid per jaar minder bedragen dan € 55,-.

Artikel 9 Subsidievaststelling

De gegevens van de schouw (zie ook artikel 5) worden meegenomen bij de vaststelling van de onderhoudssubsidie. Mocht het onderhoud aantoonbaar slecht zijn uitgevoerd, dan is het mogelijk dat de subsidie lager wordt vastgesteld.

Artikel 10 Te subsidiëren activiteiten

Er kan een subsidie worden aangevraagd ter dekking van (een deel van) de huisvestingskosten van een buitensportaccommodatie.

Artikel 11 Aanvraag exploitatiesubsidie gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen

Deze subsidie kan alleen worden aangevraagd door een beheerstichting die ten doel heeft 'gelegenheid geven tot sportbeoefening' en daarmee voldoet aan het Sportbesluit (kenmerk CPP2007/536m). Dit betekent o.a. dat de stichting zich hiermee verplicht jegens de gebruiker en/of haar verenigingsleden de volgende dienstverlening te verrichten:

  • -

    er moeten (sport)velden ter beschikking worden gesteld;

  • -

    die velden moeten door de beheerstichting onderhouden worden;

  • -

    er moeten kleedruimten ter beschikking worden gesteld;

  • -

    er moeten sanitaire voorzieningen ter beschikking worden gesteld;

  • -

    de kleedruimten en sanitaire voorzieningen moeten schoongemaakt worden;

  • -

    er moet beheer geregeld zijn op het sportpark;

  • -

    er moeten materialen, nodig zijn voor de betreffende sport, ter beschikking worden gesteld.

Deze dienstverlening wordt door de beheerstichting tegen een gebruikersvergoeding (belast met een verlaagd BTW-tarief) ter beschikking gesteld aan de gebruiker en/of haar verenigingsleden. Lid 2. Het aanvraagformulier staat op de gemeentelijke website na het invoeren van de zoekterm “subsidieregeling Meedoen in Sport”.

Artikel 12 Subsidieberekening

De subsidie is maximaal gelijk aan de door de gemeente Zaanstad in rekening gebrachte huurkosten, exclusief BTW voor de gemeentelijke natuur- en kunstgrasvelden en kunststofbanen. De huurprijs is opgenomen in de huurovereenkomst.

Artikel 13 Schaatsorganisaties

Lid 1 Het gaat hier alleen om structurele subsidies voor de jeugdleden zolang binnen de gemeente Zaanstad geen ijsbaan aanwezig is.

Lid 2. Het aanvraagformulier staat op de gemeentelijke website na het invoeren van de zoekterm “subsidieregeling Meedoen in Sport”.

Lid 3. Er wordt een normbedrag per jeugdschaatser vastgesteld (tabel1). Het totale subsidiebedrag bedraagt maximaal € 10.000,00 per jaar per organisatie.

Artikel 14 Organisaties gericht op mensen met een beperking

Lid 3. Het aanvraagformulier staat op de gemeentelijke website na het invoeren van de zoekterm “subsidieregeling Meedoen in Sport”.

Artikel 15 Onvoorziene situaties

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 16 Slotbepalingen

Geen nadere toelichting nodig.

Bijlage 1:

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

afbeelding binnen de regeling