Preventie- en Handhavingplan Alcohol 2014-2016

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Preventie- en Handhavingplan Alcohol 2014-2016

HOOFDSTUK 1 Inleiding

Vanuit haar zorg voor de lokale gezondheid en zorg over het alcoholgebruik in de gemeente, voert de gemeente Zaanstad al een aantal jaar een alcoholbeleid. Sinds 2013 heeft de gemeente naast deze preventieve taak, ook een uitbreiding van de handhavende taak gekregen op het gebied van de Drank- en Horecawet (DHW). Met de laatste wetswijziging per 1 januari 2014, tegelijk met het verhogen van de leeftijdsgrens voor alcohol van 16 naar 18 jaar, is in de DHW de verplichting voor gemeenten opgenomen om iedere 4 jaar een preventie- en handhavingplan alcohol op te stellen. Met de verplichting tot het vaststellen van zo’n plan wil de wetgever integraal lokaal alcoholbeleid bevorderen.

In het voorliggende Preventie- en Handhavingplan Alcohol 2014-2016 is het alcoholbeleid van de gemeente Zaanstad beschreven op basis van de reeds bestaande door de gemeenteraad vastgestelde nota’s, zijnde de nota Gezondheidsbeleid 2013-2016 en het Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving 2012-2015. In beide nota’s zijn namelijk al het preventie en handhavingsbeleid ten aanzien van alcohol opgenomen. Nu de wetgever verplicht heeft een preventie- en handhavingplan alcohol op te stellen zijn de relevante delen uit deze nota’s opgenomen in het voorliggende plan. Het Preventie- en Handhavingplan Alcohol 2014-2016 geeft daardoor integraal weer hoe de gemeente invulling geeft aan alcoholpreventie en handhaving van de Drank en Horecawet. Primaire insteek van dit Preventie- en Handhavingplan Alcohol is de gemeentelijke zorg voor de lokale gezondheid, met nadruk op de preventie van alcoholgebruik onder jongeren. Doel is het terugdringen en voorkomen van schadelijk alcoholgebruik in de gemeente Zaanstad.

Het plan hangt nauw samen met de nota Gezondheidsbeleid 2013- 2016 en wordt in de toekomst ook gelijktijdig met deze nota vastgesteld. De wet vereist gelijktijdige vaststelling met de Nota Gezondheidsbeleid, aangezien het (preventieve) alcoholbeleid in belangrijke mate onderdeel uitmaakt van de gemeentelijke zorg voor de lokale gezondheid. Dit betekent dat het eerste Preventie- en Handhavingplan Alcohol een looptijd heeft van (augustus) 2014 tot en met 2016 en daarmee eenzelfde einddatum heeft als de reeds vastgestelde Nota Gezondheidsbeleid 2013-2016.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt de achtergrond en aanleiding van dit plan beschreven. Hoofdstuk 3 laat zien welk beleid al is vastgelegd ten aanzien van preventie, de acties die de gemeente onderneemt om alcoholgebruik te voorkomen of te matigen en de manier waarop we als gemeente de handhaving van de naleving op de Drank- en Horecawet vorm geven. Controles kunnen worden uitgevoerd bij alle alcoholverstrekkers: slijterijen, supermarkten, snackbars, commerciële en paracommerciële horeca en evenementen. De wijze waarop de gemeente de DHW handhaaft, met name de leeftijdsgrens van 18 jaar, staat in hoofdstuk 4 beschreven. In dit hoofdstuk is ook de bestaande Horeca-sanctiestrategie opgenomen. Deze strategie laat zien met welke sanctiemogelijkheden tegen overtreders van de DHW wordt opgetreden. De horeca-overtredingen zijn in drie groepen ingedeeld, van zware overtredingen tot lichte overtredingen. Elke groep geeft inzicht in de stappen die (kunnen) worden ondernomen op het moment dat er een overtreding plaatsvindt. In de bijlage is een tabel met overtredingen van de DHW en de APV opgenomen, waarin zichtbaar wordt in welke groep iedere overtreding is ingedeeld.

HOOFDSTUK 2 Preventie- en Handhavingplan Alcohol

2.1 Aanleiding

De Drank- en Horecawet (DHW) is het wettelijk kader waarin de verplichting ligt om preventie en handhaving op het gebied van alcohol nadrukkelijker vorm te geven. Op grond van artikel 43a van de Drank- en Horecawet dient de gemeente een preventie- en handhavingplan alcohol vast te stellen.

Op basis van artikel 43a van de DHW dient het plan de hoofdzaken te bevatten van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet. In het voorliggende Preventie- en Handhavingplan Alcohol 2014-2016 wordt conform wettelijke vereisten aangegeven:

  • a.

    wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;

  • b.

    welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen;

  • c.

    de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen;

  • d.

    welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.

2.2 Zaanstad en de nieuwe Drank- en Horecawet

In onze gemeente wordt reeds vanuit verschillende beleidsterreinen aandacht besteed aan alcoholpreventie en zijn diverse activiteiten al uitgezet. De gemeente Zaanstad heeft al vastgestelde preventie- en handhavingplannen ten aanzien van alcoholgebruik en toezicht en handhaving van de DHW. Deze plannen zijn opgesteld vanuit de beleidsterreinen Volksgezondheid en Handhaving. Deze plannen worden samengebracht in één beleidsplan om aan de wettelijke plicht van de DHW te voldoen.

DHW en de Nota Gezondheidsbeleid 2013-2016 (nr. 2013/844010)

Op 3 april 2013 heeft de gemeenteraad de nota Gezondheidsbeleid vastgesteld. De nota Gezondheidsbeleid bevat beleid en doelstellingen op het gebied van preventie van schadelijk alcoholgebruik door jongeren. In de nota Gezondheidsbeleid is een van de speerpunten het terugdringen en voorkomen van schadelijk alcoholgebruik bij de jeugd en hun ouders/ opvoeders. Door preventief in te zetten op het terugdringen van alcoholgebruik bij de jeugd kan een bijdrage worden geleverd aan het voorkomen van gezondheidsproblemen.

DHW en het Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving 2012-2015 (nr. 2012/27322)

Op 8 februari 2012 heeft de gemeenteraad het beleidsplan vastgesteld. In het beleidsplan is vastgelegd op welke wijze de gemeente vergunningen verleent, toezicht houdt en handhaaft. De in dit plan opgenomen Zaanse algemene handhavingstrategie en horeca sanctiestrategie laat zien wanneer de gemeente welk instrument inzet bij een geconstateerde overtreding. De werkwijze is gerelateerd aan de ernst van de geconstateerde overtreding en de risico’s die hieraan verbonden zijn. Naast het beleidsplan, stelt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks een handhavingsprogramma op, waarin ook het toezicht op en de handhaving van de Drank- en horeca regelgeving is opgenomen. Zowel de handhavingstrategie als het handhavingsprogramma zijn breder dan alleen het toezicht op de DHW.

2.3 Taken en verantwoordelijkheden van de gemeente

De gemeente is sinds 2013 de belangrijkste uitvoerder van de DHW geworden. Zowel op juridisch, handhaving- en preventief vlak is de gemeente de regisseur van het alcoholbeleid. Ten eerste is de gemeente verantwoordelijk voor de lokale regelgeving t.a.v. drank en horeca. De APV bepaalt welke partijen onder welke voorwaarden, waar, wanneer en aan wie alcohol mogen verstrekken. Deze regels worden vastgesteld vanuit het belang van openbare orde en veiligheid (het tegengaan van overlast ten gevolge van alcoholgebruik) en vanuit het oogpunt van alcoholmatiging, in het bijzonder ter bescherming van jongeren. Op basis van de APV verleent de gemeente vergunningen voor de verkoop van alcohol of ontheffingen op het verbod om alcohol te schenken.

Ten tweede is de gemeente vanuit het (preventieve) gezondheidsbeleid verantwoordelijk voor preventie en signalering van alcoholgebruik. Communicatie en voorlichting speelt daarbij vanzelfsprekend een grote rol. Tenslotte is de gemeente (sinds 1 januari 2013) verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van de DHW door horeca-inrichtingen.

2.4 Terugblik wetswijziging Drank en Horeca 2013-2014

De belangrijkste wijzigingen in de Drank- en Horecawet zijn:

Per 1 januari 2013:

  • ·

    overdracht van toezichthoudende taken van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit naar de gemeente;

  • ·

    aanwijzen van de burgemeester als bevoegd gezag;

  • ·

    verplichting om specifieke regels voor de paracommerciële horeca in een verordening op te nemen.

De nieuwe regels met betrekking tot de paracommerciële horeca zijn inmiddels in de geldende APV opgenomen. Reguliere horecabedrijven dienen op grond van de APV over een exploitatievergunning te beschikken wanneer bedrijfsmatig dranken of spijzen worden verstrekt voor gebruik ter plaatse. Voor slijterijen bevat de DHW aparte bepalingen en inrichtingseisen. Binnen de detailhandel wordt geen alcohol geschonken voor consumptie ter plaatse, zodat een DHW vergunning of horeca exploitatievergunning niet nodig is. Deze bedrijven dienen zich wel te houden aan een aantal regels van de DHW zoals naleving van de leeftijdgrenzen bij de verkoop van alcohol.

Per 1 januari 2014:

  • ·

    verhoging van de leeftijdgrens van zestien jaar naar achttien jaar om alcohol te mogen kopen;

  • ·

    strafbaarstelling jongeren onder de achttien jaar wanneer zij in de openbare ruimte alcohol drinken of alcohol bij zich hebben;

  • ·

    verplichting om een preventie- en handhavingplan vast te stellen door de gemeenteraad.

De gewijzigde DHW heeft de volgende doelstellingen:

  • ·

    Effectiever tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren;

  • ·

    Terugdringen van alcohol gerelateerde overlast en verstoring van de openbare orde;

  • ·

    Vermindering van de administratieve lasten.

HOOFDSTUK 3 Preventie en Handhaving

Dit hoofdstuk bevat de wettelijke eisen die voortvloeien uit artikel 43a, tweede en derde lid onder a van de Drank- en Horecawet. Relevante onderdelen uit het al bestaande vastgestelde preventiebeleid verwoord in de nota Gezondheidsbeleid 2012-2016 en het bestaande vastgestelde handhavingsbeleid verwoord in het Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving 2012-2015van de gemeenten worden in dit hoofdstuk belicht. Ook komt aan de orde wat de doelstellingen zijn van het Preventie- en Handhavingplan Alcohol en welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.

3.1 Preventie

Zaanse jongeren zijn in het alcoholgebruik in Nederland geen koploper, maar wijken niet af van delandelijke trend. Net als in de rest van Nederland wordt er in Zaanstad te veel, te vaak en ook te jong alcohol gedronken, vooral door scholieren van het vmbo en vierdeklassers jonger dan 16 jaar. In Zaanstad wordt onder jongeren minder gedronken vergeleken met de regio. Van de leerlingen die jonger zijn dan 16 en die wel eens alcohol drinken, geeft 41% aan dat het door hun ouders wordt gedoogd. Een kwart van de ouders weet niet dat hun kind drinkt.

De hoofdlijnen van het preventiebeleid richten dan ook op voorlichting over alcohol, waarbij de gemeente zich richt op meerdere leefgebieden: thuis, op school en in de vrije tijd. Om de aanpak te concretiseren heeft de gemeente vier pijlers benoemd:

  • 1.

    inrichting van de omgeving;

  • 2.

    regelgeving en handhaving;

  • 3.

    voorlichting en educatie;

  • 4.

    signalering, advies en ondersteuning.

Praktijkervaringen en wetenschappelijke inzichten leren dat het meeste effect valt te verwachten van een basispakket dat bestaat uit interventies en maatregelen die:

  • a.

    de beschikbaarheid van alcohol verlagen;

  • b.

    het uitoefenen van controle op leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop na te leven en het in bezit hebben van alcohol op straat te handhaven;

  • c.

    maatschappelijke normen beïnvloeden door risico’s van alcoholgebruik continu onder de aandacht te brengen.

3.2 Doelstellingen en resultaten alcoholpreventie

Op basis van de nota Gezondheidsbeleid zijn de volgende doelstellingen / te behalen resultaten op het gebied van preventie van schadelijk alcohol gebruik geformuleerd:

1. In 2016 is het percentage jongeren onder de 14 jaar dat nog nooit alcohol heeft gedronken in de regio ZW gestegen van 61% (2010) naar 65%.

2. In 2016 is het percentage jongeren onder de 16 jaar dat nog nooit alcohol heeft gedronken in de regio ZW gestegen van 50% (2010) naar 55%.

3. In 2016 is het percentage jongeren onder de 16 jaar dat geen alcohol heeft gedronken in de maand voorafgaand aan het E-MOVO onderzoek in de regio ZW gestegen van 52% (2010) naar meer dan 55%.

4. In 2016 is het percentage vierdeklassers van het VO dat aan ‘binge’ drinken heeft gedaan in de maand voorafgaand aan het E-MOVO onderzoek in de regio ZW gedaald van 54% (2010) naar 50%.

5. In 2016 is het percentage ouders dat alcohol drinken door hun kind van jonger dan 16 jaar gedoogt (‘vindt het goed’ of ‘zegt er niets van’) in de regio ZW gedaald van 41% (2010) naar 36%.

6. In 2017 is minstens 75% van de ouders van jongeren van 10 en 11 jaar in de regio ZW van plan om met hun kinderen een afspraak te maken over niet drinken vóór het 16e levensjaar. Dit was in 2011 68%.

7. In 2017 heeft minder dan 6% van de moeders van kinderen tot 4 jaar tijdens de zwangerschap in de regio ZW alcohol gedronken. Dit was in 2011 6%.

8. In 2016 is het aantal jongeren in de regio ZW dat met een alcoholvergiftiging in een ziekenhuis is behandeld gedaald t.o.v. de periode 2007-2010 (81 jongeren in 4 jaar tijd).

3.3 Uitvoering van preventiebeleid

De uitvoering van het preventiebeleid is belegd bij de GGD Zaanstreek Waterland, de stichting Brijder Verslavingszorg en (de hoofdaannemers van) de Sociale Wijkteams in Zaanstad.

GGD

Met de GGD Zaanstreek Waterland heeft de gemeente een subsidierelatie. De GGD gebruikt hun bestaande contactmomenten met ouders/kinderen vanuit de jeugdgezondheidszorg om aandacht te besteden aan de gevaren van alcoholgebruik door kinderen. Een voorbeeld zijn de vijf extra ‘alcoholminuten’ tijdens het periodiek geneeskundig onderzoek in groep 7 van de basisschool. Aan de hand van een afbeelding van een hersenscan van een drinker en een niet-drinker praten verpleegkundigen met ouders en kinderen over de gevaren van alcoholgebruik op jonge leeftijd. De afspraak ‘geen alcohol onder de 18 jaar’ staat in dit gesprek centraal.

Brijder

Ook met de stichting Brijder Verslavingszorg heeft de gemeente een subsidierelatie. Deze subsidie voorziet in diverse preventieve activiteiten gericht op jongeren. Dit loopt uiteen van spreekuren op scholen, voorlichting tijdens uitgaansnachten in kroegen en discotheken en vormen van digitale ondersteuning tot trainingen voor jongerenwerkers.

Sociale wijkteams

In de gemeente Zaanstad wordt de infrastructuur van welzijn en zorg opnieuw ingericht. De gemeente gaat meer opgave gericht werken en dichter bij de burgers. Dit krijgt vorm in een stedelijk netwerk van Jeugdteams en sociale wijkteams. In de nieuwe infrastructuur is preventie een van de pijlers. Door de integrale opzet van de sociale wijkteams en jeugdteams moet het eenvoudiger worden signalen vroegtijdig op te pikken en waar nodig te interveniëren. Deze herinrichting gaat gepaard met een gedeeltelijke verschuiving van middelen van de huidige subsidierelaties met de stichting Brijder en GGD ZW naar de (hoofdaannemers van) sociale wijkteams en jeugdteams. In 2013 heeft een aanbesteding plaatsgevonden voor 5 sociale wijkteams. Deze zijn per 1 januari 2014 van start gegaan.

Voor een uitgebreid overzicht aanpak van schadelijk alcoholgebruik bij jongeren verwijzen we u naar de nota Gezondheidsbeleid 2013-2016.

3.4 Handhaving

Al voor de wijzigingen van de DHW voerde de gemeente Zaanstad een groot aantal taken uit op het gebied van horeca toezicht en handhaving. Sinds 1 januari 2013 omvatten toezicht en handhaving op het gebied van de horeca in de gemeente Zaanstad de volgende werkterreinen:

  • ·

    Reguliere horeca (alcoholschenkend en alcoholvrij);

  • ·

    Paracommerciële horeca;

  • ·

    Slijterijen;

  • ·

    Supermarkten;

  • ·

    Evenementen;

  • ·

    Tapontheffingen;

  • ·

    APV (exploitatievergunning, sluitingstijden, leidinggevenden, terras, speelautomaten, alcoholverbodgebieden);

  • ·

    Bezit van alcohol door jongeren onder de 18 jaar op voor het publiek toegankelijk plaatsen;

  • ·

    Coffeeshops;

  • ·

    Aanwezigheid van wapens en drugs in horecabedrijven.

De gedetailleerde uitwerking van de handhavingactiviteiten en de verschillende sancties die opgelegd kunnen worden, zijn te vinden in het al eerder genoemde Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving 2012-2015 en het Handhavingsprogramma 2014.

3.5 Doelstelling handhaving

De toezicht- en handhavingactiviteiten van de gemeente hebben als doel een bijdrage te leveren aan een leefbare omgeving door de stad schoon, heel en veilig te houden. Door toezicht en handhaving van regels wordt hieraan een bijdrage geleverd. Leidend principe bij het toekennen van prioriteiten is een risicoanalyse waarbij wordt gekeken naar de kans dat een probleem zich voordoet en het effect dat het probleem vervolgens heeft op veiligheid en leefbaarheid. De gemeente heeft in haar handhavingvisie nadrukkelijk de verantwoordelijkheid neergelegd bij de ondernemers en paracommerciële instellingen en de jeugd en hun ouders. Voorkomen van overtredingen heeft prioriteit. De prioriteit ligt bij leeftijdcontroles zowel bij het verkopen en schenken van alcohol aan jongeren als bij het in bezit hebben van alcohol door jongeren zelf. Met toezicht en handhaving wil de gemeente een bijdrage leveren aan de volgende doelen:

  • ·

    inzetten van toezichtcapaciteit om overtredingen op grond van de Drank- en Horecawet op te heffen en herhaling te voorkomen;

  • ·

    met behulp van leeftijdcontroles een bijdrage te leveren aan alcohol preventie bij jongeren;

  • ·

    het (per direct) beëindigen van risicovolle situaties met betrekking tot de Drank- en Horecawet, APV en de openbare orde;

  • ·

    het gezamenlijk optreden met verschillende handhavingpartners omtrent overtredingen op grond van de Drank- en Horecawet;

  • ·

    eenduidig optreden tegen overtreders volgens de bestaande Zaanse handhavingstrategie en Horeca- sanctiestrategie;

  • ·

    overlast binnen uitgaansgebieden te beperken en veiligheid tijdens het uitgaan te vergroten;

  • ·

    hinderlijke gedragingen in het openbaar tegen te gaan;

  • ·

    toezicht op naleving van de Drank- en Horecawet structureel uit te voeren.

3.6 Uitvoering toezicht en handhaving

Op hoofdlijnen zijn er drie vormen van toezichtactiviteiten te onderscheiden:

  • 1.

    Basiscontrole: hieronder vallen de controles op horecabedrijven en evenementen. De basiscontrole is gericht op de DHW en APV voor de drankverstrekkende horeca (reguliere horeca, para commerciële horeca, slijterijen, supermarkten, cafetaria’s etc.) en op evenementen waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Het zwaartepunt van de controles ligt hierbij op de aanwezigheid en actualiteit van de vergunningen of ontheffingen en op het voldoen aan de voorschriften.

  • 2.

    Leeftijdscontrole: het gaat hierbij om leeftijdcontroles bij evenementen, leeftijdscontroles bij alcoholgebruik ter plaatse (bijvoorbeeld bij cafés) en controle van de leeftijd bij gebruik elders dan ter plaatse zoals bij supermarkten en slijterijen.

  • 3.

    Controles op de bedrijfsvoering en inrichting: controles gericht op de naleving van de milieuthema’s zoals geur, geluid en afvalwater.

De toezichthouder gaat als volgt te werk:

Stap 1: De toezichthouder verzamelt relevante feiten en omstandigheden. Deze informatie kan gebaseerd zijn op eigen waarneming of verkregen van een externe handhavingpartners.

Stap 2: De toezichthouder beoordeelt de geconstateerde feiten en bepaalt in overleg met een juridisch medewerker of sprake is van overtreding van de wettelijke voorschriften. Indien er een overtreding is geconstateerd, wordt een eventuele sanctie bepaald op basis van de sanctiestrategie Drank en Horeca.

Stap 3: De sector Veiligheid en Handhaving registreert de controles en bewaakt het handhavingtraject. Daarbij worden de noodzakelijke vervolgstappen genomen zoals in de Zaanse sanctiestrategie beschreven (zie hoofdstuk 4).

Na constatering van een overtreding wordt zoveel als mogelijk met de ondernemer in overleg getreden om de overtreding te beëindigen of herhaling te voorkomen. Soms is aanvullende informatie nodig van een van de handhavingpartners (brandweer of politie) om het vervolgtraject te kunnen bepalen. In dat geval wordt contact opgenomen met de handhavingspartners en zo nodig om een aanvullende rapportage verzocht.

Binnen de gemeente Zaanstad is een globale scheiding aangebracht in toezicht binnen horeca inrichtingen en toezicht in de openbare ruimte. De Buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) van de afdeling Straattoezicht concentreren zich op het DHW/APV toezicht in de openbare ruimte met nadruk op het bezit en gebruik van alcohol en leeftijdscontroles bij supermarkten en slijterijen. De toezichthouders van de afdeling Gebruikstoezicht houden toezicht binnen horeca inrichtingen (reguliere horeca, paracommerciële horeca, sportkantines, cafés etc.) en bij grote evenementen, waarbij ook leeftijdscontroles worden uitgevoerd.

Resultaten en acties handhaving

De resultaten voor 2014 zijn benoemd in het Handhavingsprogramma 2014 en zijn:

  • ·

    controle van alle 8 evenementen vermeld op de evenementenkalender;

  • ·

    uitvoeren van 15 geluidsmetingen;

  • ·

    afhandelen van 140 meldingen, verzoeken tot handhaving en ontvangen bestuurlijke maatregelen van de politie;

  • ·

    controleren van 60 horeca bedrijven op milieuthema’s;

  • ·

    uitvoeren van 328 leeftijdcontroles.

In 2014 gaat de gemeente ook controleren op het verstrekken van alcohol bij dag evenementen, waar jongeren worden verwacht zoals de kermis van Assendelft en het evenement Immer Gerade Aus.De politie maakt na afloop van haar controles in het horecaconcentratiegebied rapportages (zogenaamde verzoeken bestuurlijke maatregel). De gemeente onderneemt naar aanleiding van deze rapportage actie in de vorm van toezicht en handhaving bij de horeca inrichtingen genoemd in de rapportages. De toezichthouders voeren controles uit bij snackbars, commerciële horeca inrichtingen en paracommerciële inrichtingen zoals sportkantines en buurthuizen. Ook zien zij toe op de APV voorschriften die gelden bij de paracommerciële inrichtingen. De Boa’s van de afdeling Straattoezicht voeren controles uit bij supermarkten en slijterijen in Zaanstad. Nieuw dit jaar is dat de Boa’s ook gaan controleren op het in bezit hebben van alcohol op diverse hotspot locaties in de openbare ruimte.

Jaarlijks stelt de gemeente een nieuw Handhavingsprogramma vast, waarin ook het toezicht op en de handhaving van de Drank- en Horeca regelgeving voor dat jaar is opgenomen.

Toezicht door politie

Naast de gemeente Zaanstad, houdt ook de politie Zaanstreek-Waterland toezicht op de horeca. De gemeente Zaanstad wordt na elk weekend door de politie Zaanstreek-Waterland, via bestuurlijke rapportages, geïnformeerd over overtredingen en/of misstanden bij of rondom horecaondernemingen. Daarbij kan de gemeente verzocht worden om handhavend op te treden tegen door de politie geconstateerde horeca gerelateerde overtredingen.

HOOFDSTUK 4 Sancties en de Horeca-sanctiestrategie

Dit hoofdstuk geeft duidelijkheid over de wijze waarop de gemeente Zaanstad zal optreden indien overtredingen op grond van de Drank- en Horecawet en APV worden geconstateerd en welke sanctiemiddelen (kunnen) worden toegepast.

4.1 Inzet handhavingsinstrumenten

Wanneer een overtreding is geconstateerd gaat de gemeente over tot handhavend optreden door middel van één van de volgende bestuurlijke handhavinginstrumenten: last onder dwangsom, last onder

bestuursdwang of intrekking van de exploitatievergunning.

Nieuw is de verplichte keuze voor de gemeente om een bestuurlijke boete of een strafbeschikking als sanctiemiddel op te leggen bij overtreding van artikel 45 DHW (bezit en nuttigen alcohol door jongeren onder de 18 jaar). Deze sanctiemiddelen kunnen door een Boa van de gemeente worden opgelegd en bestaan uit het uitschrijven van een proces-verbaal. De administratieve afhandeling en inning van een bestuurlijke boete verloopt via de gemeente, de afhandeling van de strafbeschikking verloopt onder verantwoordelijkheid van het OM via het CJIB. Zaanstad kiest voor de strafbeschikking als sanctiemiddel om toename van administratieve werkzaamheden te voorkomen. Bovendien sluit dit aan bij de werkwijze van de afdeling Straattoezicht, waar dit middel al wordt ingezet.

Na vaststelling van het Preventie- en Handhavingplan Alcohol 2014-2016 gaan Boa’s van de gemeente Zaanstad middels de strafbeschikking handhavend optreden tegen overtreding van artikel 45 DHW. Dit betekent dat Boa’s van de gemeente rondom verschillende uitgaanslocaties jongeren in de openbare ruimte gaan controleren op het bezit van alcohol. De afdoening en inning van deze boete verloopt vervolgens via het CJIB. 

4.2 Horeca-sanctiestrategie

In het Beleidsplan Vergunningverlening, toezicht en handhaving 2012-2015 is een algemene handhavingstrategie en een aparte Horeca-sanctiestrategie opgenomen. Deze Horeca-sanctiestrategie is overgenomen in deze paragraaf van het Preventie- en Handhavingplan Alcohol 2014-2016.

Deze strategie laat zien met welke sanctiemogelijkheden tegen overtreders van de DHW wordt opgetreden. De horeca-overtredingen zijn in drie groepen ingedeeld, van zware overtredingen, gemiddelde overtredingen tot lichte overtredingen (zie tabel 1 op de volgende pagina). Elke groep geeft inzicht in de stappen die (kunnen) worden ondernomen op het moment dat er een overtreding plaatsvindt.

Tabel 1 Prioritering

Groep 1

(hoge prioriteit)

Denk hierbij aan: (zware) mishandeling, steek- en/of schietpartijen en handel in drugs welke aan het horecabedrijf en /of de ondernemer te relateren is.

Direct toepassen ≤ 05 werkdagen

·Last onder bestuursdwang/last onder dwangsom

·Geen of zeer korte begunstigingstermijn

·Art.45 DHW: bestuurlijke strafbeschikking

Groep 2

(gemiddelde prioriteit)

Denk hierbij aan: vrees voor herhaling van overtreding van sluitingstijden, terrasvoorschriften en/of geluidsoverlast

1.Bestuurlijke zienswijze brief ≤ 10 werkdagen

·aankondiging dat sanctie volgt als na termijn de overtreding voortduurt/ter voorkoming van herhaling

·termijn zienswijze bekend maken.

Indien niet tijdig hersteld/herhaling voorkomen:

2.Handhavingbeschikking opleggen (bestuursdwang / dwangsom, afschrift aan politie)

Indien niet tijdig hersteld/herhaling overtreding:

3.Verbeuren en innen dwangsom of uitvoeren bestuursdwang

Groep 3

(lage prioriteit)

Denk hierbij aan: eenmalige overtredingen welke geringe overlast veroorzaken.

Gesprek ≤ 20 werkdagen

·Overtreding wordt vermeld in het controlerapport.

·Voorlichting en communicatie op maat.

Toelichting prior i teringstabel

Bij overtredingen die in groep 1 vallen, kan de gemeente direct bestuursdwang toepassen, een last onder dwangsom opleggen of een bestuurlijke strafbeschikking uitreiken. De overtreder krijgt geen of een zeer korte begunstigingstermijn.

Bij constatering van een overtreding uit groep 2 wordt eerst een bestuurlijke zienswijze brief verstuurd. In deze zienswijze brief wordt aangekondigd dat de gemeente handhavend zal optreden indien de overtreding voortduurt of herhaling dient te worden voorkomen. In de zienswijze brief wordt een termijn gesteld waarbinnen de overtreder zijn zienswijze ten aanzien van het voornemen tot handhavend optreden kan indienen. Daarna wordt een besluit genomen over het opleggen van een handhavingbeschikking. Dit kan een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang zijn.

Bij overtredingen die in groep 3 vallen zal de toezichthouder de geconstateerde overtreding in eencontrolerapport vermelden. De toezichthouder maakt afspraken met de overtreder over het ongedaan

maken of voorkomen van herhaling van de overtreding. Indien blijkt dat de overtreder de gemaakte afspraken niet naleeft en de overtreding voortduurt of zich herhaalt, zal een zienswijze brief verstuurd worden aan de overtreder waarna mogelijk een handhavingbeschikking kan worden opgelegd.

Horeca-overtredingen

In bijlage 1 is per artikel van de DHW en APV de prioritering ofwel de groep waarin een overtreding valt, aangegeven. Zo is voor iedereen duidelijk wat men kan verwachten bij overtredingen van de DHW en de APV. Bij het beoordelen van een overtreding wordt rekening gehouden met:

  • ·

    de mogelijke gevolgen van die overtreding;

  • ·

    de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan;

  • ·

    het gedrag van de overtreder;

  • ·

    de voorgeschiedenis;

  • ·

    de samenloop van overtredingen;

  • ·

    het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel: de sanctie die wordt toegepast dient het minst ingrijpende te zijn is en het best passend om het gestelde doel te bereiken.

  • ·

    de verwijtbaarheid van de overtreder.

De tabel Horeca-overtredingen bevat geen limitatieve opsomming van alle mogelijke horeca-overtredingen maar vermeldt de meest voorkomende. In voorkomende gevallen bestaat echter de mogelijkheid dat (gemotiveerd) wordt afgeweken van de in de tabel opgenomen prioritering. Voor de overtredingen die niet in de lijst zijn opgenomen omdat ze minder vaak voorkomen, wordt aansluiting gezocht bij overtredingen in de tabel die vergelijkbaar zijn in zwaarte.

In 2014 ligt, net als in 2013, de prioriteit bij voorlichting in combinatie met handhavend optreden in situaties waarin ernstige overtredingen worden geconstateerd. De Horeca-sanctiestrategie is van toepassing in 2014 en 2015. In 2015 zal het Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving worden herzien en wordt de Horeca-sanctiestrategie ook geëvalueerd. De sanctiestrategie zal dan kunnen komen te vervallen omdat deze ook is opgenomen in het voorliggende plan. Vanaf 2017 zal de sanctiestrategie (al dan niet in aangepaste vorm) worden opgenomen in het tweede Preventie- en Handhavingplan Alcohol dat vanaf 2017 zal gaan gelden.

Bijlage 1 tabel

Horeca-overtredingen

Reikwijdte:

De tabel heeft betrekking op bepalingen uit de DHW, de APV, de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit (ten aanzien van overtredingen van geluid, geur en afvalwater door horecabedrijven) en kansspelautomaten.

In de tabel is zichtbaar gemaakt welke artikelen, vanwege de wetswijziging van de DHW in 2013-2014 nieuw zijn of juist gewijzigd zijn.

Regelgeving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Groep

Para commercieel

DHW APV

4 DHW 2:34a APV

(nieuw artikel)

Paracommercieel horecabedrijf houdt zich niet aan de schenktijden voor alcoholhoudende drank

Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard kunnen uitsluitend alcoholhoudende drank verstrekken op: a. maandag tot en met vrijdag na 18.00 uur en tot 24.00 uur b. zaterdag, zondag en feestdagen na 12.00 uur en tot 22.00 uur

2

DHW APV

APV 2:34a

(nieuw artikel)

Paracommerciële rechtspersoon waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen zoals buurt- en dorpshuizen, houdt zich niet aan de schenktijden voor alcoholische drank

Alcoholhoudende drank mag uitsluitend verstrekt worden op:

a.zondag tot en met donderdag na 12.00 uur en tot 24.00 uur b. vrijdag en zaterdag na 12.00 uur en tot 01.00 uur

2

DHW

4 lid 5 (nieuw artikel)

Ontheffing niet aanwezig

2

DHW

9

Geen registratie van barvrijwilligers of reglement aanwezig bij para commercieel horecabedrijf

Projectmatig 2014

3

Terras

APV

2:28, 2:27 lid 1a

Bedrijf exploiteert terras zonder vergunning

Het is verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester

2

APV

2:28 1:4

Overtreding voorschriften terrasvergunning

handhaven op voorschriften uit exploitatievergunning.

2

Exploitatie

APV

2:28

Horecabedrijf exploiteert zonder exploitatievergunning

Geen vergunning, geen/wel zicht op legalisatie

1/2

APV

2:28 1:4

Overtreding voorschriften exploitatievergunning

2

Sluitingstijden

APV

2:29

Horecabedrijf is geopend na sluitingstijd of houdt zich niet aan de regels t.a.v. sluitingstijden

Het is verboden in een horecabedrijf bezoekers toe te laten tussen 03.00 uur en 7.00 uur. Het is verboden in een horecabedrijf bezoekers te laten verblijven tussen 05.00 uur en 7.00 uur.

2

APV

2:30

Horecabedrijf houdt zich niet aan afwijkende sluitingstijd / tijdelijke sluiting

De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer horecabedrijven tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2:29 geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen

1

Verboden gedragingen

APV

2:30 a

illegaal gokken, handel, discriminatie en ernstige verstoring openbare orde, wet wapens en munitie

De burgemeester kan ter bescherming van de openbare orde, de sluiting bevelen van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte

1

APV

2:31

Aanwezigheid in (door gemeente) gesloten horecabedrijf

Artikel 2:31 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf: Het is bezoekers verboden zich in een horecabedrijf te bevinden gedurende de tijd dat het bedrijf krachtens artikel 2:29 of ingevolge een op grond van artikel 2:30 genomen besluit gesloten dient te zijn.

1

Geluid

APV en Wm

1.4 APV

2.17e.v.

Activiteitenbesluit

Horecabedrijf overtreedt voorschriften/regels ten aanzien van geluid (regulier of tijdens een collectieve/incidentele festiviteit)

2

APV en Wm

4:5 APV

2.17 e.v. Activiteitenbesluit

Horecabedrijf overtreedt de regels voor onversterkte muziek binnen inrichtingen

2

Ordeverstoring en ernstige incidenten

Gemeente wet APV

172 174 t/m 176a 2:30 a

Gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door voorgedane feiten

Afhankelijk van de ernst van de overtreding

1

APV en Gemeentewet

Art. 174 Gemeentewet

APV 2.28a

Aanwezigheid wapens (belangrijk: is er sprake van medeplegen door exploitant in een horeca inrichting

1

APV en Gemeentewet

Art. 174 Gemeentewet

APV 2.28a

Incidenten met wapens; met/ of geen (mede)verantwoordelijkheid exploitant in een horeca inrichting

1

Gemeentewet

APV

Art. 174 Gemeentewet

APV 2.28a

Handel in / met wapens in een horeca inrichting

1

APV

2:25 lid 1 juncto 1:4

Niet voldoen aan voorschriften vergunning

Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen

2

APV

2:25, lid 1

Groot Evenement zonder vergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren

1

Evenementen

APV

2:25 lid 1 juncto 1:4

Niet voldoen aan voorschriften vergunning

Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen

2

APV

2:25, lid 1

Groot Evenement zonder vergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren

1

Drank en Horeca

DHW

3

Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning slijterij

Geen vergunning, geen/wel zicht op legalisatie

2

DHW

3

Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning horeca

Geen vergunning, geen/wel zicht op legalisatie

1/2

DHW

8

Leidinggevende voldoet niet langer aan een of meerdere aan hem gestelde vereisten

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning

2

DHW

10

Inrichting voldoet niet langer aan een of meerdere gestelde inrichtingseisen

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning na redelijk hersteltermijn

2

DHW

12, lid 1 en 2

Verstrekken alcoholhoudende drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit

2

DHW

13, lid 1

Verbod verstrekking alcohol voor gebruik elders dan ter plaatse

3

DHW

13, lid 2

Verbod verstrekking alcohol voor gebruik ter plaatse in slijtersbedrijf

Slechts toegestaan indien een klant erom vraagt de alcoholhoudende drank eerst te proeven

3

DHW

14, lid 1

Verbod andere bedrijfsactiviteiten in slijtersbedrijf

In het Besluit aanvulling omschrijving slijtersbedrijf staat welke activiteiten in het slijtersbedrijf zijn toegestaan

3

DHW

14, lid 2 en 15, lid 1

Verbod kleinhandel in horecalokaliteit of op terras

3

DHW

19, lid 1

Verbod op bestelservice sterke drank voor ander bedrijf dan slijtersbedrijf en partijen catering

3

DHW

45 (nieuw artikel)

Alcohol bij zich hebben op publiek toegankelijke plaatsen door < 18 jaar, m.u.v. in winkels

 < 16 jaar 45 euro, > 16 jaar 90 euro

2

DHW

20, lid 1 jo. 19a(gewijzigd artikel)

Verkoop alcohol aan persoon < 18

 ( 3 strikes out, detailhandel)

2

DHW

20, lid 2

Persoon < 16 jaar, zonder toezicht van persoon 21 jaar of ouder, toegelaten in slijtersbedrijf

3

20, lid 4

Niet duidelijk aangegeven leeftijdsgrenzen

3

DHW

20, lid 5

Dronken personen of onder invloed van drugs toegelaten in horeca- en slijtersbedrijf

3

DHW

20, lid 6

Onder invloed (dronken of drugs) aan het werk zijn in horeca- en slijtersbedrijf.

2

DHW

21

Alcohol verstrekken wat tot verstoring openbare orde, veiligheid of zedelijkheid leidt

1/2

DHW

24, lid 1 en 2

Geen leidinggevende aanwezig in horeca- en slijtersbedrijf

2

DHW

24, lid 3

Verkoop alcohol/dienst door personen < 16 jaar

2

DHW

25, lid 1

Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank behoudens uitzondering

2

DHW

25, lid 2

Verbod nuttiging alcoholhoudende drank ter plaatse niet zijnde horecabedrijf, behoudens uitzondering (bv supermarkt)

2

DHW

29, lid 3

Vergunning, aanhangsel e.d. niet aanwezig in inrichting

3

DHW

30

Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijziging in inrichting

Imperatieve intrekkingsgrond met redelijk hersteltermijn

2

DHW

30a, lid 1

Geen melding nieuwe leidinggevende of doorhaling gedaan

Imperatieve intrekkingsgrond met redelijk hersteltermijn

2

DHW

35, lid 1

Zonder ontheffing zwak-alcoholhoudende drank verstrekken

1/2

DHW

35, lid 2

Niet voldoen aan beperkingen/voorschriften die gekoppeld zijn aan ontheffing

2

DHW

35, lid 4

Ontheffing niet aanwezig

3

DHW

44

Niet meewerken aan artikel 5:20 Awb toepassen van bestuursdwang (Afhankelijk van waaraan niet meegewerkt wordt)

1/2

DHW

2

reclame buiten regels (met name supermarkten)

3

Speelautomaten

APV

2:28a

Overtreding art 1 WOK

speelautomaten zonder vergunning en gelegenheid geven tot gokken

2

Verordening Speelautomaten

4 lid 1

Aanwezigheid speelautomaten zonder vergunning of het overtreden van de (vergunning)voorschriften (o.a. overstijgen maximum aantal toegestande speelautomaten)

2