Beleidsregels Algemene Subsidieverordening

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Algemene Subsidieverordening

Burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch,

 

gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening ’s‑Hertogenbosch (van kracht per 1-1-2012);

 

b e s l u i t e n :

 

I.   Vast te stellen de volgende beleidsregels:

II.   Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 januari 2012.

A. Beleidsregel bij het beoordelen van verzoeken om toestemming voor het oprichten van en/of deelnemen in een rechtspersoon door een gesubsidieerde instelling respectievelijk voor het wijzigen van de statuten

Artikel 1 Algemeen

  • 1. Voor het oprichten van en/of deelnemen in een rechtspersoon alsmede voor het wijzigen van de statuten is toestemming vereist van het college van burgemeester en wethouders. Hiervoor moet een gemotiveerde, schriftelijke aanvraag worden ingediend.

  • 2. De aanvrager voegt bij de aanvraag om toestemming voor het oprichten van en deelnemen in een rechtspersoon tenminste een accountantsverklaring over de financiële positie van de rechtsperso(o)n(en) of een due diligence.

  • 3. De aanvrager voegt bij de aanvraag om toestemming tot wijziging van de statuten de conceptstatuten.

  • 4. De aanvrager kan gemotiveerd verzoeken om vrijstelling van de te overleggen stukken.

Artikel 2 Voorwaarden

Aan de toestemming kunnen voorwaarden verbonden worden die het belang van de gemeente waarborgen.

Toelichting

De ASV geeft aan dat de subsidieontvanger voor bepaalde rechtshandelingen vooraf aan het college toestemming moet vragen.

Het uitgangspunt is dat subsidieontvangers zelf bepalen of zij fuseren of participeren in andere rechtpersonen. De gemeente wil zich niet de bedrijfsvoering van de instelling mengen. Echter het belang van de instelling kan een andere zijn dan het belang van de gemeente. De beoordeling van de rechtshandeling heeft tot daarom doel na te gaan of het belang van de gemeente gewaarborgd wordt.

De gevraagde informatie bij een aanvraag moet inzicht geven in de wijze waarop de rechtspersoon invulling geeft aan het waarborgen van het belang van de gemeente. In artikel 1 is aangegeven welke informatie daarvoor minimaal overlegd moet worden door de aanvrager.

Tijdens de beoordeling kan blijken dat er behoefte is aan meer informatie. Deze informatie wordt dan afzonderlijk opgevraagd.

 

Aan de toestemming kunnen nadere voorwaarden worden verbonden. De voorwaarden richten zich in elk geval op de vraag of de gemeente, als subsidiënt, voldoende invloed heeft en houdt op de efficiënte inzet van subsidiemiddelen in relatie tot gemeentelijke doelstellingen. Ook moet voorkomen worden dat gemeentelijk subsidiegeld, door de rechtshandeling, ten gunste komt van de met de rechtspersoon gelieerde instelling(en) waarmee vanuit de gemeente geen directe subsidierelatie bestaat.

De voorwaarden kunnen daarom ondermeer betrekking hebben:

  • -

    op het ten minste tegen kostprijs beschikbaar stellen of het tegen maximaal de kostprijs afnemen van goederen, diensten en faciliteiten. Controle daarop moet worden ingekaderd in de in te dienen jaarstukken;

  • -

    op de wijze waarop bekostiging en verrekening plaatsvindt tussen de rechtspersonen;

  • 3.

    op de wijze waarop in de jaarstukken (werkprogramma, jaarrekening en jaarverslag) wordt gerapporteerd over de rechtspersoon waarin wordt deelgenomen.

De besluitvorming rond deze toestemming kan ook leiden tot het stellen van nadere voorwaarden in de jaarlijkse subsidieverlening (toekenning en vaststelling)

B. Beleidsregel vorming reserves door gesubsidieerde instellingen

  • 1.

    Het vormen van reserves is toegestaan.

  • 2.

    De reserves (Eigen vermogen) worden onderverdeeld in de volgende soorten:

    • -

      Vrij besteedbaar vermogen (egalisatiereserve);

    • -

      Bestemmingsreserves, dit betreft het deel van het vrij besteedbaar vermogen dat door het bestuur van de instelling voor een bepaald doel is bestemd;

    • -

      Bestemmingsfondsen, dit betreft het deel van het vermogen dat een beperkte bestedingsmogelijkheid heeft welke door derden is bepaald.

  • 3.

    Met betrekking tot de maximale hoogte van het Eigen vermogen wordt de volgende beperking opgelegd:

    • -

      Het vrij besteedbaar vermogen, inclusief eventuele bestemmingsreserves, bedraagt maximaal 10% van de begrote lasten voor het daaropvolgende subsidiejaar.

  • 4.

    In specifieke gevallen kan van bovenstaande worden afgeweken.

A.    Beleidsregel vorming voorzieningen door gesubsidieerde instellingen

  • 1.

    Het vormen van voorzieningen is toegestaan.

  • 2.

    Onder voorzieningen worden de volgende posten opgenomen:

    • -

      Toekomstige verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is in te schatten.

    • -

      Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten.

    • -

      Kosten welke in een volgend boekjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het boekjaar of een voorafgaand boekjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren.

  • 3.

    Een voorziening wordt gevormd door een bepaald bedrag ten laste van de exploitatierekening te brengen.

  • 4.

    Indien een instelling voorzieningen wil treffen, heeft zij hiervoor de instemming nodig van de gemeente. Zij dient daartoe een voorzieningenplan in met de volgende informatie:

    • -

      een omschrijving en de doelstelling van de te treffen voorzieningen;

    • -

      het geraamde eindbedrag van de voorzieningen;

    • -

      de grondslagen voor de ramingen van de eindbedragen (offertes, ervaringsgegevens e.d.);

    • -

      het aantal jaren waarin het eindbedrag van de voorzieningen wordt bereikt en het jaar waarin voor het eerst aan de voorzieningen wordt gedoteerd.

  • 5.

    Zowel bij de subsidieaanvraag als bij de indiening van de jaarrapportage dient het (bijgestelde) voorzieningenplan te worden overlegd. Het is niet toegestaan van het voorzieningenplan af te wijken. Ook bij een negatief exploitatieresultaat wordt de storting in de voorzieningen zoals begroot uitgevoerd.

  • 6.

    In specifieke gevallen kan van bovenstaande worden afgeweken.

Ondertekening

de secretaris,
mw. mr.drs. I.A.M. Woestenberg
de burgemeester,
mr.dr. A.G.J.M. Rombouts