Verordening van de gemeente ’s-Hertogenbosch houdende regels voor speelautomatenhallen 2018

Geldend van 07-07-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeente ’s-Hertogenbosch houdende regels voor speelautomatenhallen 2018

De gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 3 juli 2018;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 mei 2018,

regnr: 6759781;

gelet op de Gemeentewet;

Besluit

  • 1.

    De verordening van de gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch houdende regels voor speelautomatenhallen 2018 vast te stellen.

  • 2.

    De Verordening op de kans- en behendigheidsspelen in te trekken.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      beheerder: de natuurlijk persoon of personen die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

    • b.

      hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30 onder d, van de wet;

    • c.

      kansspelautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30 onder c, van de wet;

    • d.

      laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30 onder e, van de wet;

    • e.

      ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal, hoogdrempelige of laagdrempelige inrichting exploiteert;

    • f.

      openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

    • g.

      speelautomaat: een automaat als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder a, van de wet;

    • h.

      speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid onder b, van de wet;

    • i.

      de wet: de Wet op de kansspelen.

Hoofdstuk 2 Speelautomatenhallen

Artikel 2 Exploitatievergunning

  • 1.

    Het is verboden zonder exploitatievergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan voor ten hoogste zes speelautomatenhallen een exploitatievergunning verlenen.

  • 3.

    Een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal wordt verleend voor de duur van maximaal vijftien jaar.

  • 4.

    Indien er één of meer exploitatievergunningen beschikbaar zijn, maar het aantal aanvragen het aantal beschikbare vergunningen overtreft, zal de besluitvorming omtrent de aanvragen geschieden overeenkomstig door de burgemeester vast te stellen beleidsregels.

Artikel 3 Aanvraag exploitatievergunning

  • 1.

    De ondernemer dient de exploitatievergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a.

      de personalia van de aanvrager/rechtspersoon en de beheerder(s) en/of de bedrijfsleider(s), voorzien van een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      adres en kadastrale gegevens van de beoogde locatie;

    • c.

      het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel;

    • d.

      een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

    • e.

      een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 2.

    De burgemeester kan nog nadere eisen stellen aan de in te dienen bescheiden in het kader van de inrichting van de speelautomatenhal, openbare orde en veiligheid en de preventie van gokverslaving.

Artikel 4 Beslistermijn exploitatievergunning

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag voor een exploitatievergunning met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De burgemeester kan de beslissing voor ten hoogste twaalf weken verdagen.

Artikel 5 Inhoud exploitatievergunning

  • 1.

    De exploitatievergunning kan uitsluitend worden gesteld op naam van de ondernemer, is locatiegebonden en niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de vergunning wordt de na(a)m(en) van de beheerder(s) vermeld.

  • 3.

    In de vergunning wordt het adres van de speelautomatenhal vermeld.

  • 4.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de opening- en sluitingstijd van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      hoeveel speelautomaten en hoeveel spelersplaatsen in de speelautomatenhal aanwezig mogen zijn en welke type speelautomaten mogen worden opgesteld, met dien verstande dat:

      • het aantal speelautomaten in maximaal één speelautomatenhal ten hoogste 150 mag bedragen, waarbij het aantal spelersplaatsen niet hoger mag zijn dan 250;

      • het aantal speelautomaten in maximaal twee speelautomatenhallen ten hoogste 100 mag bedragen, waarbij het aantal spelersplaatsen niet hoger mag zijn dan 150;

      • het aantal speelautomaten in maximaal drie speelautomatenhallen ten hoogste van 50 mag bedragen, waarbij het aantal spelersplaatsen niet hoger mag zijn dan 75.

    • d.

      de exploitatie van de speelautomatenhal.

  • 5.

    Naast de in lid 4 genoemde voorschriften kunnen aan een vergunning alle voorschriften worden verbonden, die strekken ter bescherming van het belang van de openbare orde, het woon en leefklimaat en het tegengaan van gokverslaving.

Artikel 6 Weigering exploitatievergunning

  • 1.

    De exploitatievergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de ondernemer of de beheerder(s) in enig opzicht van slecht levensgedrag getuigt, onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende zaken;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/ winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      de gegronde vrees bestaat dat de verlening van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid, het woon- en leefklimaat of de zedelijkheid in of in de nabijheid van de speelautomatenhal;

    • g.

      het bepaalde in artikel 2, vierde lid, van toepassing is en de aanvraag op basis van de in dat artikel genoemde beleidsregels niet voor honorering in aanmerking komt.

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid onder c.

  • 3.

    Een vergunning wordt geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 7 Wijziging beheerder exploitatievergunning

Indien een beheerder zijn hoedanigheid heeft verloren, dient de ondernemer, onder overlegging van de personalia en een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de beheerder, een aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning in te dienen binnen één maand nadat de beheerder zijn hoedanigheid heeft verloren.

Artikel 8 Intrekking exploitatievergunning

  • 1.

    De burgemeester trekt de exploitatievergunning in:

    • a.

      indien niet langer wordt voldaan aan de eisen die bij of krachtens deze verordening zijn bepaald;

    • b.

      indien de ondernemer of de beheerder(s) in enig opzicht van slecht levensgedrag getuigt, onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende zaken;

    • c.

      indien door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/ winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • d.

      indien de gegronde vrees bestaat dat het van kracht blijven van de exploitatievergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid, het woon- en leefklimaat of de zedelijkheid in of in de nabijheid van de speelautomatenhal;

    • e.

      indien de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan en naar het oordeel van de burgemeester voldoende aannemelijk is dat die strijdigheid niet zal worden opgeheven;

    • f.

      in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    • g.

      op verzoek van de exploitant.

  • 2.

    De burgemeester kan de vergunning intrekken:

    • a.

      indien blijkt dat de vergunning op grond van door de exploitant verstrekte onjuiste of onvolledige informatie er een ander besluit op de aanvraag zou zijn genomen indien bij het nemen daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

    • b.

      indien wordt gehandeld in strijd met aan de verleende vergunning en/of de daaraan verbonden voorschriften en beperkende voorwaarden;

    • c.

      indien voor de exploitatie van de speelautomatenhal tevens een andere vergunning is vereist en deze vergunning is ingetrokken;

    • d.

      indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

  • 3.

    Ten aanzien van speelautomatenhallen waarvan de exploitatievergunningen ingevolge het eerste lid onder d van dit artikel wordt ingetrokken kan tevens worden bepaald dat een exploitatievergunning voor de desbetreffende locatie gedurende een bepaalde termijn van maximaal vijf jaar kan worden geweigerd.

Artikel 9 Aanwezigheidsvergunning speelautomaten in een speelautomatenhal

  • 1.

    De aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten in een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 30b juncto 30c van de wet wordt uitsluitend gesteld op naam van de ondernemer die de speelautomatenhal exploiteert en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de aanwezigheidsvergunning wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de naam van de ondernemer;

    • b.

      het adres van de inrichting, waar de automaat aanwezig is;

    • c.

      de verplichting op of aan een kansspelautomaat een waarschuwing tegen gokverslaving en overige risico's van overmatig gokken te bevestigen. De plaats en de vorm van de waarschuwing moeten voldoen aan door de burgemeester te stellen eisen;

  • 3.

    De aanwezigheidsvergunning komt te vervallen wanneer de vergunningstermijn voor de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal zoals bedoeld in artikel 2 is verlopen of wanneer deze exploitatievergunning wordt ingetrokken.

Hoofdstuk 3 Straf- en slotbepalingen

Artikel 10 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze regeling wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11 Toezicht, opsporing en binnentreding

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van deze regeling en de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten, zijn de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren en personen, die door burgemeester zijn aangewezen, belast. Zij zijn bevoegd tot het verlangen van de noodzakelijke inlichtingen en inzage van stukken.

  • 2.

    Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze regeling bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid de inrichting, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te allen tijde te betreden verleend aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren en aan ambtenaren en personen voor zover die:

    • a.

      door het bevoegde bestuursorgaan zijn belast met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling;

    • b.

      door het bevoegde bestuursorgaan zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling;

    • c.

      door het bevoegde bestuursorgaan zijn belast met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze regeling.

  • 3.

    De in lid 2 bedoelde last is te allen tijde uitvoerbaar.

Artikel 12 Overgangsbepaling

Aanwezigheidsvergunningen voor kansspelautomaten in speelautomatenhallen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend blijven van kracht en gelden als verleend op grond van artikel 9.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de speelautomatenhallen ’s-Hertogenbosch 2018".

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van de afkondiging.

  • 2.

    Op dat tijdstip wordt de Verordening op de kans- en behendigheidsspelen d.d.19 december 2006 ingetrokken.

’s-Hertogenbosch,

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier,

drs. W.G. Amesz

De burgemeester,

drs. J.M.L.N. Mikkers

Ondertekening