Uitvoeringsplan Veiligheid 2016

Bijlage 1 Overzicht betrokken partners

Onderstaande veiligheidspartners zijn betrokken bij het uitvoeringsplan veiligheid 2016:

• 1.

  Gemeenten

• 2.

  Politie

• 3.

  Woningbouwcorporaties

• 4.

  Trema, Juvans, Vleet

• 5.

  Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC)

• 6.

  BOA

• 7.

  GGD

• 8.

  Novadic Kentron

• 9.

  Openbaar Ministerie

• 10.

  Centrum voor Jeugd en Gezin

• 11.

  Veiligheidshuis Breda

• 12.

  AMHK/ Veilig thuis

• 13.

  Buurtpreventieteams

• 14.

  Halt

• 15.

  Veilig Verkeer Nederland

Bijlage 2 Veiligheidsanalyse

Leeswijzer van de veiligheidsanalyse

Deze rapportage vormt de weergave van de veiligheidsanalyse zoals die in de periode 2011 tot en met 2015 (voor zover bekend) heeft plaatsgevonden in het kader van de ontwikkeling van het integraal veiligheidsbeleid. Naast de gebruikelijke bronnen van de partners is ook gebruik gemaakt van de resultaten de leefbaarheidsenquête die begin 2014 is afgenomen. De veiligheidsanalyse vormt de basis voor de verdere uitwerking van het veiligheidsbeleid de komende jaren.

De veiligheidsanalyse richt zich op de vier hoofdprioriteiten van de kadernota veiligheid 2014-2018, te weten:

• 1.

  Woninginbraken;

• 2.

  Voertuigcriminaliteit;

• 3.

  Jeugd, alcohol en drugs;

• 4.

  Georganiseerde criminaliteit.

Voor een goed begrip van de rapportage is het volgende van belang:

• 1.

  Deze rapportage richt zich alleen op de vier bovengenoemde hoofdprioriteiten die voor het opstellen van het uitvoeringsplan veiligheid 2016 van belang zijn.

• 2.

  De cijfers van de verschillende bronnen ten opzichte van de voorgaande jaren kunnen verschillen, reden hiervan is dat bij een aantal organisaties de wijze van vraagstelling en/of registratie is veranderd, dit kan een vertekend beeld geven van een toename of afname van de problematiek.

• 3.

  De input is afkomstig van de veiligheidspartners Bureau Halt, de Politie Zeeland West Brabant, de GGD West-Brabant en de bekende registraties binnen de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem.

• 4.

  De output, beleidsversterkingen zijn gebruikt voor het Uitvoeringsplan Veiligheid 2016.

Inhoudsopgave

Leeswijzer en inhoudsopgave pag. 1

Leefbaarheidenquête pag. 2

Prioriteit 1: Woninginbraken pag. 3

Prioriteit 2: Voertuigcriminaliteit pag. 4

Prioriteit 3: Jeugd, alcohol en drugs pag.  6

Prioriteit 4: Georganiseerde criminaliteit pag.  8

Leefbaarheidenquête

In het voorjaar van 2014 hebben de samenwerkende gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem onderzoek laten doen naar de veiligheidsbeleving van haar inwoners. De enquête Leefbaarheid en Veiligheid is verzonden naar 6% van alle inwoners boven de 16 jaar. Het doel hiervan was om de huidige situatie met betrekking tot veiligheidsbeleving te peilen zodat men hierop als gemeentelijke overheden kunnen acteren.

Gesteld mag worden dat het Land van Heusden en Altena een veilige leefomgeving is. Inwoners voelen zich veilig, gemiddeld wordt er een 8,3 gescoord. De sociale cohesie in de buurt is groot, inwoners geven aan dat dit te maken heeft met het organiseren van buurtactiviteiten of een buurtvereniging.

Op de vraag wat inwoners zelf doen om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren werden antwoorden gegeven als: eigen verantwoordelijkheid nemen, elkaar aanspreken op gedrag, melding doen bij gemeente en politie en het organiseren van buurtactiviteiten.

In het voorjaar 2016 wordt er opnieuw een enquête leefbaarheid en veiligheid uitgevoerd. De uitkomsten worden vergeleken met de uitkomsten van de enquête uit voorgaande jaren en verwerkt in het Uitvoeringsplan Veiligheid 2017.

Cijfers

Indicatoren met betrekking tot deze prioriteit zijn:

Conclusie problematiek

Op basis van de bovenstaande cijfers en informatie kan het volgende geconcludeerd worden:

• 1.

  Het aantal woninginbraken is in de gemeenten Aalburg en Woudrichem in 2013 en 2014 gelijk gebleven, bij Werkendam was toen een daling te zien.

• 2.

  Als de lijn van januari 2015 t/m augustus lineair wordt doorgetrokken zal er in Aalburg en Woudrichem aan het eind van het jaar een stijging te zien zijn in het aantal inbraken. Werkendam zal in dat geval uitkomen op een daling van het aantal woninginbraken.

Cijfers

Indicatoren met betrekking tot deze prioriteit zijn:

Conclusie problematiek

Op basis van de bovenstaande cijfers kan het volgende geconcludeerd worden:

• 1.

  Werkendam heeft t/m 2014 te maken gehad met een stijging van auto inbraken, maar lijkt dit jaar een stuk lager uit te gaan komen. Aalburg blijft redelijk constant in de cijfers, in Woudrichem fluctueren de cijfers en laat op dit moment een lichte daling zien.

• 2.

  Op het gebied van daadwerkelijke diefstallen van personenauto’s zijn geen extreme pieken te ontdekken. Aalburg zal in 2015 in ieder geval wel met een stijging te maken krijgen (de teller staat nu al op drie tegenover twee in heel 2014).

• 3.

  Diefstal van vrachtauto’s/bestelauto’s komen in kleine mate voor, Werkendam laat hier wel een daling zien. Diefstallen in combinatie met geweld komen binnen de drie gemeenten zelden voor.

Cijfers

Indicatoren met betrekking tot deze prioriteit zijn:

Conclusie problematiek

Op basis van de bovenstaande cijfers en informatie kan het volgende geconcludeerd worden:

• 1.

  Het monitoronderzoek van de GGD WB vindt eens in de vier jaar plaats. Begin volgend jaar worden de nieuwe cijfers op regionaal niveau bekend gemaakt, op basis van deze cijfers worden hier in 2016 conclusies over getrokken.

• 2.

  In 2014 heeft er een afstudeeronderzoek m.b.t. drugsgebruik onder jongeren in de drie gemeenten plaatsgevonden. In dit onderzoek is op dezelfde manier gevraagd naar softdrugsgebruik als in het monitoronderzoek van de GGD WB (vierde kader). In Aalburg is daarbij een lichte daling te zien in vergelijking met de cijfers van 2011, in Werkendam en Woudrichem een stijging.

• 3.

  Het aantal doorverwijzingen naar Halt m.b.t. alcohol en drugsgerelateerde zaken is in 2014 in Werkendam met twee toegenomen. In Aalburg is dit met één verwijzing toegenomen. Woudrichem is met één verwijzing gelijk gebleven.  Tot en met augustus 2015 is tot nu toe alleen in Woudrichem een verwijzing naar Halt geschreven. Dit betekent een nog verdere daling van de verwijzingen, die daarmee erg laag blijven.

• 4.

  Over het algemeen zijn er weinig gevallen bekend bij de politie van jeugdige verdachten t/m 17 in drugsgerelateerde zaken. In de drie gemeenten zijn dit er vanaf 2012 nooit meer geweest dan in totaal drie verdachten.

• 5.

  Het aantal jeugdige verdachten qua drugsgerelateerde zaken tussen de 18 en 24 jaar ligt in Werkendam het hoogst. In Aalburg is in de cijfers vanaf 2012 een daling te zien, Werkendam had in 2013 een piek maar blijft verder ook redelijk constant, Woudrichem had tot 2014 ook telkens te maken met een daling, maar ziet tot nu toe in 2015 een lichte stijging.

Cijfers

Indicatoren met betrekking tot deze prioriteit zijn:

Toelichting

Conclusie problematiek

Op basis van de bovenstaande cijfers en informatie kan het volgende geconcludeerd worden:

• 1.

  In alle drie de gemeenten is er geen  directe overlast van motorclubs.

• 2.

  Het aantal geruimde hennepplantages is in Aalburg het hoogste, ook is er een stijging te zien in 2015. Daarnaast is ook in Werkendam een stijging te zien, Woudrichem is een uitzondering met minder geruimde hennepplantages.