Woonschepenverordening

Geldend van 24-04-2013 t/m heden

Intitulé

Woonschepenverordening

Woonschepenverordening Achtkarspelen 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen en wijze van meten

  • 1. 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Algemene plaatselijke verordening: de door de raad vastgestelde Algemene plaatselijke verordening Achtkarspelen;

    • b.

      college: burgemeester en wethouders van Achtkarspelen;

    • c.

      openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn;

    • d.

      aangewezen ligplaats: door het college aangewezen kavel in het openbaar water, al dan niet met een op de oever aangewezen terrein of gedeelte daarvan, bestemd voor het permanent afmeren van een (bepaald soort) woonschip;

    • e.

      woonschip: woonark of woonboot, uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen, niet zijnde een waterwoning;

    • f.

      woonark: drijvend object, in het algemeen niet bestemd of ingericht om te varen, doorgaans voorzien van een betonnen casco met vierkante of rechthoekige opbouw(en);

    • g.

      woonboot: drijvend of varend object dat herkenbaar is aan casco, romp en opbouw als een (van origine) varend schip;

    • h.

      bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van een woonschip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger of een loopplank;

  • 1. 2 De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten, daar waar de grootste afstand geldt, en verder met inachtneming van het volgende:

    • -

      lengte wordt gemeten op de plaats waar het woonschip het langst is, inclusief voorzieningen zoals stoot-, loop- en dakranden, goten, roer, boegspriet en dergelijke;

    • -

      breedte wordt gemeten op de plaats waar het woonschip het breedst is, inclusief voorzieningen zoals stoot-, loop- en dakranden, gangboorden, goten, zwaarden en dergelijke;

    • -

      hoogte wordt gemeten in meters vanaf de waterlijn tot aan het hoogste punt van de romp of, indien aanwezig, opbouw. Boven de romp of opbouw uitstekende delen en eenvoudig te verwijderen onderdelen, een en ander ter beoordeling van het college, worden niet meegerekend;

    • -

      diepte wordt gemeten vanaf de waterlijn tot het diepst stekende scheepsdeel;

    • -

      oppervlakte wordt bepaald als product van de lengte en de breedte van het woonschip.

Artikel 2 Algemene plaatselijke verordening

In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, is de Algemene plaatselijke verordening van toepassing.

Artikel 3 Verbod woonschip in openbaar water

  • 3. 1 Het is verboden in openbaar water met een woonschip ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen.

  • 3. 2 Het verbod in het voorgaande lid geldt niet voor een woonschip in aanbouw of ter reparatie op een scheepswerf of reparatie-inrichting, een en ander ter beoordeling van het college.

Artikel 4 Ligplaatsvergunning

Het college kan in afwijking van het verbod in artikel 3 op aanvraag aan een eigenaar vergunning verlenen om met een woonschip in openbaar water een aangewezen ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen.

Artikel 5 Aangewezen ligplaatsen en nadere regels

5.1. De plaatsen waar woonschepen ligplaats mogen hebben, zijn aangewezen op de ligplaatsenkaart, die als bijlage bij deze verordening is opgenomen.

  • 5.

    2 De ligplaatsenkaart kan door het college worden gewijzigd in overeenstemming met een planologische regeling die na het van kracht worden van deze verordening in werking is getreden.

  • 5.

    3 Het college kan aan het met een woonschip innemen van een aangewezen ligplaats dan wel aan het hebben of het beschikbaar stellen van een aangewezen ligplaats voor een woonschip in openbaar water:

    • a.

      nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

    • b.

      beperkingen stellen naar soort en aantal woonschepen.

Artikel 6 Aanvraag en beslistermijn

6.1 Een aanvraag om ligplaatsvergunning wordt ingediend door gebruikmaking van het daartoe door het college vastgestelde formulier.

6.2. Bij de aanvraag worden als bijlagen in ieder geval gevoegd:

  • a.

    kopie van de verkrijgingstitel;

  • b.

    indien van toepassing: kopie van inschrijving in scheepskadaster;

    • 6.

      3 Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, danwel de op verzoek aanvullend verstrekte gegevens.

Artikel 7 Weigering ligplaatsvergunning en vergunningvoorwaarden

  • 7. 1 Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      de aanvraag betrekking heeft op een locatie die niet op de ligplaatsenkaart is aangegeven;

    • b.

      voor de betreffende ligplaats al vergunning is verleend en deze nog geldig is;

    • c.

      het woonschip belemmeringen of gevaarlijke situaties veroorzaakt voor verkeer te water of op de wal;

    • d.

      vergunningverlening zou leiden tot afwijking van de ligplaatsenkaart;

    • e.

      de afmetingen van het woonschip niet voldoen aan het bepaalde in artikel 10;

    • f.

      de afmetingen van het woonschip weliswaar voldoen maar de aangevraagde afmetingen onmogelijk zijn als gevolg van plaatselijke omstandigheden van de betreffende ligplaats;

    • g.

      het uiterlijk van het woonschip naar het oordeel van het college afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

    • h.

      niet wordt voldaan aan de veiligheids- en inrichtingseisen als genoemd in artikel 11;

    • i.

      het, behoudens bijzondere omstandigheden, niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen twaalf weken na het indienen van de aanvraag met het woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen;

    • j.

      de aanvrager niet kan aantonen overeenstemming te hebben met de eigenaar van de ligplaats inzake de huur dan wel koop van de ligplaats.

  • 7. 2 Aan een ligplaatsvergunning kan het college voorwaarden verbinden.

Artikel 8 Karakter ligplaatsvergunning en tenaamstelling

  • 8. 1 Een ligplaatsvergunning is persoons-, ligplaats- en scheepsgebonden.

  • 8. 2 Een ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar van het woonschip en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van het woonschip.

  • 8. 3 Op verzoek van de eigenaar van het woonschip kan het college de vergunning op naam van een rechtverkrijgende stellen. Bij het verzoek, waarbij gebruikt wordt gemaakt van een aanvraagformulier,wordt een kopie van de verkrijgingstitel gevoegd.

Artikel 9 Wijzigingsvergunning

  • 9. 1 Indien wijziging van een ligplaatsvergunning noodzakelijk is, anders dan de enkele wijziging van een tenaamstelling als bedoeld in artikel 8 lid 3, dient de eigenaar vooraf bij het college een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in.

  • 9. 2 Op de aanvraag tot wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in de artikelen 6, 7 en 8 lid 1 en 2 van toepassing.

Artikel 10 Afmetingen woonschip en ontheffing

De maximum afmetingen van een woonark of woonboot zijn:

  • a.

    lengte: 20 meter;

  • b.

    breedte: 6,50 meter;

  • c.

    hoogte: 5 meter boven de waterlijn;

  • d.

    diepte: 2 meter onder de waterlijn.

Artikel 11 Veiligheids- en inrichtingseisen

11.1. In het kader van de veiligheid, de gezondheid en het milieu dient een woonschip te voldoen aan de navolgende eisen:

  • a.

    een woonschip wordt op deugdelijke wijze afgemeerd;

  • b.

    een woonschip is lekvrij en waterdicht;

  • c.

    een woonschip is op een veilige wijze van de wal te bereiken, waarbij:

    • 1.

      de toegang c.q. vluchtweg minimaal 0.85 meter breed is;

    • 2.

      de vluchtweg (loopplank) zodanig gelegen is dat, vanuit het woonschip komende, op de wal zonder obstakels zowel naar links als naar rechts kan worden gevlucht;

  • d.

    de opbouw beschikt over voldoende sterkte, stijfheid en stabiliteit, waarvan moet blijken uit een berekening, uit te voeren naar analogie van de in het Bouwbesluit gestelde voorschriften;

  • e.

    een woonschip moet ten aanzien van de brandveiligheid aan de volgende eisen voldoen:

    • 1.

      ter plaatse van of in de nabijheid van een stookplaats van een woonschip moet

onbrandbaar materiaal, bepaald volgens NEN 6064, worden toegepast:

a.indien ter plaatse van of in de nabijheid van die stookplaats een intensiteit van de

warmtestraling kan optreden, die, bepaald volgens NEN 6061, groter is dan 2 kW/m²,

of

b.indien in het materiaal een temperatuur kan optreden die, bepaald volgens NEN

6061, hoger is dan 363 K;

  • 2.

    een voorziening voor de afvoer van rook moet, bepaald volgens NEN 6062, brandveilig zijn uitgevoerd;

  • 3.

    een voorziening voor de afvoer van rook moet zijn samengesteld uit onbrandbaar materiaal, bepaald volgens NEN 6064, indien in dat materiaal een temperatuur, bepaald volgens NEN 6062, kan optreden van meer dan 363 K;

  • 4.

    een dak van een woonschip is, bepaald volgens NEN 6063, niet brandgevaarlijk;

    • f.

      indien aan de in NEN 6068 bedoelde weerstand tegen branddoorslag en –overslag tussen naast elkaar gelegen woonschepen wordt voldaan, kan de onderlinge afstand tussen de woonschepen onderling worden ingeperkt van 5 meter naar minimaal 1,5 meter;

    • g.

      een woonschip op minder dan 40 meter afstand van een gemeentelijk riool of andere

afvoervoorziening voor vuilwater en fecaliën is op die afvoervoorziening aangesloten;

  • h.

    Een woonschip heeft een aansluiting voor het distributienet van de openbare waterleiding.

    • 11.

      2 Met betrekking tot het bepaalde in de voorgaande lid kan het college nadere regels stellen.

Artikel 12 Intrekking ligplaatsvergunning

Het college kan de ligplaatsvergunning intrekken indien:

  • a.

    de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

  • b.

    de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften, waaronder de veiligheids- en inrichtingseisen als genoemd in artikel 11;

  • d.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft naar het oordeel van het college afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

  • e.

    het woonschip gedurende twaalf tot maximaal zesentwintig aaneengesloten weken niet op de ligplaats aanwezig is zonder voorafgaande schriftelijke melding aan het college;

  • f.

    het woonschip langer dan zesentwintig aaneengesloten weken niet op de ligplaats aanwezig is zonder voorafgaand schriftelijk gevraagde en voorafgaand verkregen toestemming van het college;

  • g.

    op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning.

Artikel 13 Herstellen, (ver)bouwen, droogzetten en slopen van woonschepen

  • 13. 1 Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college in openbaar water:

    • a.

      aan een woonschip herstellingen te verrichten;

    • b.

      een woonschip te bouwen, te verbouwen of te vergroten;

    • c.

      een vaartuig tot woonschip om te bouwen dan wel tot woonschip te verbouwen.

  • 13. 2 Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor kleine reparaties, behorende tot het normale onderhoud, voor inwendige verbouwingen en voor noodreparaties.

  • 13. 3 Bij de aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt tenminste gevoegd een toereikende omschrijving van de te verrichten werkzaamheden en bouwtekeningen van de bestaande en beoogde situatie. Voorts is op de aanvraag- en verleningprocedure van overeenkomstige toepassing:

    • a.

      artikel 6 lid 3;

    • b.

      artikel 7 lid 1, aanhef en sub b tot en met g.

  • 13. 4 Het is verboden een woonschip te slopen of droog te zetten op andere dan door het college aangewezen plaatsen.

Artikel 14 Aanwijzingen van het college

  • 14. 1 Het college kan aan de rechthebbende op een woonschip aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.

  • 14. 2 De rechthebbende op een woonschip is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.

Artikel 15 Bedrijfsmatige activiteiten op woonschepen

  • 15. 1 Het is verboden zonder voorafgaande ontheffing van het college bedrijfsmatige activiteiten op een woonschip uit te oefenen. Dit verbod geldt niet ingeval van gebruik van gedeelten van een woonschip als kantoor en/of praktijkruimte ten behoeve van aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mits:

    • a.

      de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;

    • b.

      het vloeroppervlak in gebruik voor kantoor-en/of praktijkruimte of de bedrijfsmatige activiteit niet groter is dan 30% van het bruto vloeroppervlakte van het woonschip en bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 45 m²;

    • c.

      ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;

    • d.

      het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;

    • e.

      geen horeca en geen detailhandel plaatsvinden;

    • f.

      het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend.

  • 15. 2 Het is verboden zonder voorgaande ontheffing van het college bedrijfsmatig goederen via internet aan te bieden op een woonschip. Dit verbod geldt niet ingeval van gebruik van gedeelten van een woonschip ten behoeve van verkoop van goederen via het internet mits:

    • a.

      de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;

    • b.

      het vloeroppervlak in gebruik voor de verkoop van goederen via internet niet groter is dan 30% van het bruto vloeroppervlakte van het woonschip en bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 45 m²;

    • c.

      er geen fysiek klantencontact plaatsvindt, ook niet voor de afhaal van goederen;

    • d.

      er ter plaatse geen uitstalling van de koopwaar en reclame-uitingen plaatsvinden;

    • e.

      bevoorrading vindt plaats in de dagperiode (07.00-19.00 uur).

Artikel 16 Ontsierende woonschepen

Het is verboden in openbaar water met een woonschip ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen waarvan het uiterlijk naar het oordeel van het college afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente.

Artikel 17 Anti-hardheid

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze verordening, indien toepassing daarvan zou leiden tot onevenredige onbillijkheid.

Artikel 18 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.

Artikel 19 Strafbepalingen

Overtreding van het bepaalde in artikel 3 lid 1 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 20 Binnentreden

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij ofkrachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: 'Woonschepenverordening Achtkarspelen'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Achtkarspelen d.d. 14 juni 2012
De voorzitter,
De griffier,