Drank- en horecaverordening

Geldend van 10-02-1995 t/m heden

Intitulé

Drank- en horecaverordening

GEMEENTE ALBRANDSWAARD

Besluit nr.: BZ 95/001.

Onderwerp:Drank- en horecaverordening.

De raad van de gemeente Albrandswaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 januari 1995 (voorstel nr. BZ 95/001);

gelet op de bepalingen van de Drank- en Horecawet, artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen omtrent openbare orde, veiligheid en gezondheid in en rond inrichtingen, waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt.                                                              

b e s l u i t :

vast te stellen de Drank- en horecaverordening.

Artikel 1 Algemene bepaling

Artikel 1 van de Drank-en Horecawet is van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.

Artikel 2 Sanitaire voorziening

De sanitaire installatie in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend dient aangesloten en ingericht te zijn volgens de algemene voorschriften waterleiding installaties.

Artikel 3 Ontheffingsbepaling

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen van de in artikel 2 gestelde eisen ontheffing verlenen.

  • 2 Burgemeester en wethouders beslissen binnen 12 weken na de dag waarop de aanvraag tot ontheffing is ontvangen.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen aan een krachtens deze verordening verleende ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden.

  • 4 Een krachtens deze verordening verleende ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 4 Terrassen

  • 1 Het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse is toegestaan op terrassen, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een inrichting waarin een horecawerkzaamheid of horecabedrijf wordt uitgeoefend.

  • 2 Onder terras wordt verstaan een gedeelte van de openbare weg waarvoor een vergunning is verleend ingevolge de algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Albrandswaard tot het hebben van een terras.

  • 3 Het terras moet tijdens het gebruik als zodanig voldoende verlicht zijn.

Artikel 5 Verbodsbepalingen

  • 1 Het is verboden op het terras alcoholhoudende drank te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van de op het terras aanwezig zitplaatsen.

  • 2 Het is verboden anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      voorzover daarin onderwijs wordt gegevens;

    • b.

      die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoersbedrijf.

  • 3 Het is verboden anders dan om niet voor gebruik ter plaatse sterke drank te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe etenswaren, zoals belegde broodjes, patates frites en croquetten, worden verkocht;

    • b.

      die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties, sportverenigingen of instellingen.

    • c.

      die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein.

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen van de in het tweede en derde lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

Artikel 8 Inrichtingseisen danslokaal

  • 1 Voor het verkrijgen van toestemming om gelegenheid te geven tot dansen in een inrichting waarin een horecabedrijf wordt uitgeoefend, daaronder begrepen de tot de inrichting behorende lokaliteiten, die niet in de vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet zijn aangewezen, moet worden voldaan aan de volgende inrichtingseisen:

    • a.

      in het lokaal of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt, moet een duidelijk van het overige deel van de vloer te onderscheiden dansvloer aanwezig zijn;

    • b.

      de dansvloer mag niet vervaardigd zijn van of bedekt zijn met weerspiegelend materiaal;

    • c.

      het lokaal of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt, moet van alle kanten goed te overzien zijn;

    • d.

      in de inrichting moeten ten behoeve van de bezoekers, voor mannen en voor vrouwen afzonderlijk, volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwezig zijn;I.zij moet één of meer behoorlijke privaten bevatten;II. zij moet één of meer behoorlijke voorzieningen bevatten om de handen met stromend deugdelijk drinkwater te kunnen wassen;III. de in de privaten aanwezige closetpotten en de urinoirs moeten voorzien zijn van waterspoeling, welke is aangesloten op de watervoorziening als bedoeld in het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet;IV. De privaten, alsmede de ruimten welke urinoirs bevatten, mogen niet rechtstreeks in verbinding staan met een lokaliteit of open aanhorigheid waar het dansen geschiedt;V. de sanitaire installatie dient aangesloten en ingericht te zijn volgens de algemene voorschriften waterleidinginstallaties.

    • e.

      de lokaliteit of de open aanhorigheid waar het dan-sen geschiedt, moet een zodanige kunstlicht voorziening hebben dat de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte, gemeten op 1 meter boven de vloer, over de gehele oppervlakte tenminste 50 lux kan bedragen.

  • 2 Wanneer de toestemming wordt gevraagd voor een lokaliteit of open aanhorigheid die pleegt te worden gebruikt als voor het publiek toegankelijke dansgelegenheid, of voor het houden van voor het publiek toegankelijke toneel-, muziek-, zang-, dans- en dergelijke uitvoeringen, van bijeenkomsten of van partijen, moet bovendien worden voldaan aan de volgende inrichtingseisen:

    • a.

      de oppervlakte van de lokaliteit of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt moet ten minste 70 m² bedragen;

    • b.

      de oppervlakte van de dansvloer moet ten minste een zesde deel bedragen van de oppervlakte van de lokaliteit of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt, met een minimum van 20 m²;

    • c.

      vóór de toiletten, bedoeld in het vorige lid, onder d, mag geen voor mannen, zowel als voor vrouwen toegankelijk voorportaal aanwezig zijn.

  • 3 De burgemeester kan aan een krachtens deze verordening verleende toestemming voorschriften en beperkingen verbinden.

  • 4 Een krachtens deze verordening verleende toestemming kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 9 Gebruiksvoorschriften danslokalen

Gedurende de tijd, dat gelegenheid wordt gegeven tot dansen in een inrichting als bedoeld in artikel 9 moeten de volgende voorschriften in acht genomen worden:

  • a.

    het lokaal of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt, moet voldoende verlicht zijn;

  • b.

    in de lokaliteit of de open aanhorigheid mogen niet aanwezig zijn schotten, schermen, gordijnen of andere afscheidingen, hoger dan 1.25 meter van de vloer, die van de lokaliteit of de open aanhorigheid een deel afzonderen;

  • c.

    in de lokaliteit of de open aanhorigheid mogen niet meer bezoekers aanwezig zijn dan het aantal behoorlijke zitplaatsen bedraagt;

  • d.

    het dansen mag uitsluitend op de dansvloer plaatsvinden;

  • e.

    personen die kennelijk onder de invloed van alcoholhoudende drank verkeren, die door hun gedrag aanstoot geven of die op enige wijze in strijd met de welvoeglijkheid handelen, en personen van verdachte zeden of die zich als zodanig voordoen, moeten uit de inrichting worden verwijderd;

  • f.

    voor de bezoekers moeten alcoholvrije dranken verkrijgbaar zijn;

  • g.

    wanneer in de lokaliteit of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt, een buffet aanwezig is, mag zich geen publiek ophouden aan de bar wanneer het zich daarbij tevens binnen 2 meter van de dansvloer bevindt;

  • h.

    de toiletten en de wasgelegenheden moeten in zindelijke staat verkeren en moeten voldoende verlicht zijn.

Artikel 10 Ontheffingsbepaling

  • 1 De burgemeester kan krachtens deze verordening ontheffing verlenen van de inrichtingseisen gesteld in artikel 8, eerste lid onder a, c, d, en tweede lid.

  • 2 De burgemeester beslist op de aanvraag om ontheffing binnen vier weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 3 De burgemeester kan aan een krachtens deze verordening verleende ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden.

  • 4 Een krachtens deze verordening verleende ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 11 Slotbepaling

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij bekendgemaakt is.

  • 2 Zij kan worden aangehaald als: Drank- en horecaverordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergaderingvan 30 januari 1995.De secretaris,                           De voorzitter,