Brandbeveiligingsverordening 2012

Geldend van 03-04-2012 t/m heden

Intitulé

Brandbeveiligingsverordening 2012

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2443

Nr. 27

Raadsbesluit van 27 maart 2012, houdende vaststelling van de Brandbeveiligingsverordening.

Brandbeveiligingsverordening 2012

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geenbouwwerk is;

b.bouwwerk: elke constructie van enig omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in de of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

Paragraaf 2 Gebruiksvergunning

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben, voor zover daarin:

    • a.

      meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn, of;

    • b.

      aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft, of;

    • c.

      aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

2.Dit verbod geldt niet indien voor de activiteit waarbij de inrichting aanwezig is een evenementenvergunning is verleend door het college en de inrichting vermeld staat in de vergunning.

  • 3.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de artikelen 5 en 6.

  • 4.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.

  • 5.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 3 Weigeringsgronden

  • 1. Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig genoeg is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

  • 2. Het college weigert een gebruiksvergunning, indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming is.

Artikel 4 Te late indiening aanvraag

Indien een aanvraag voor gebruiksvergunning wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Paragraaf 3 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar

Artikel 5 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 van het Bouwbesluit 2012 zijn van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Paragraaf 4 Het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand

Artikel 6 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28 en 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 7 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Artikel 8 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van het Bouwbesluit 2012 en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Paragraaf 5 Overgangs-en slotbepalingen

Artikel 9 Bestuurlijke boete

Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid onder 1º.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1.

    Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening van 5 oktober 2010 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding een aanvraag om vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening van 5 oktober 2010 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

3.Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de brandbeveiligingsverordening van 5 oktober 2010 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het moment van inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012. Op dat moment vervalt de Brandbeveiligingsverordening 2010.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening 2012.

Gedaan ter openbare vergadering van 27 maart 2012

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen J.H.M. Hermans-Vloedbeld