Regeling vervallen per 01-04-2014

beleidsregel Damocles

Geldend van 07-10-2009 t/m 31-03-2014

Intitulé

beleidsregel Damocles

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2374

Nr. 37

Besluit van de burgemeester 25 september 2009, houdende vaststelling van de beleidsregel Damocles.

De Burgemeester van Almelo,

gelet op artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet,

in overeenstemming met het in het lokale driehoeksoverleg Almelo op 25 september 2009 overeengekomen beleid ten aanzien van drugshandel in openbare gelegenheden,

b e s l u i t

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam

DAMOCLESBELEID

Artikel 1 DEFINITIES

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    harddrugs: middelen vermeld op lijst I en lijst II behorend bij de Opiumwet, met uitzondering van softdrugs;

  • 2.

    softdrugs: hasjiesj en hennep (ook stekjes) zoals omschreven in lijst II behorend bij de Opiumwet, ook wel aangeduid als hasj, marihuana, weed, wiet of stuff;

  • 3.

    handel in drugs: het verkopen, afleveren of verstrekken van harddrugs of softdrugs, dan wel het daartoe aanwezig zijn daarvan; onder verkoop wordt tevens verstaan het sluiten van een mondelinge overeenkomst tot koop en verkoop van drugs, waarbij de aflevering van de drugs elders plaatsvindt;

  • 4.

    openbare gelegenheid: een besloten ruimte, met inbegrip van een daarbij behorend erf, die – al dan niet met enige beperking – voor het publiek toegankelijk is;

  • 5.

    horecabedrijf: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, clubhuis, of daaraan verwante inrichting waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, met inbegrip van een bij die inrichting behorend erf;

  • 6.

    vergunning: een vergunning voor de exploitatie van een horecabedrijf als bedoeld in artikel 7, tweede lid van de Verordening op de Openbare Inrichtingen, voor zover in deze beleidsnota niet anders is aangegeven;

  • 7.

    gedogen van de handel in softdrugs: geen gebruik maken van de bevoegdheid genoemd in artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet;

  • 8.

    coffeeshop: een alcoholvrij horecabedrijf ten aanzien waarvan de burgemeester in beginsel de handel in softdrugs gedoogt;

  • 9.

    coffeeshoplijst: de door de burgemeester vastgestelde en bijgehouden lijst waarop elke coffeeshop en de vergunninghouder daarvan staan vermeld;

  • 10.

    sluiting: een sluiting met toepassing van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet.

Artikel 2 UITGANGSPUNTEN

  • 1. Handel in drugs is een strafbaar feit op grond van de Opiumwet.

  • 2. Indien in een voor het publiek toegankelijk lokaal of een daarbij behorend erf handel in drugs plaatsvindt, dan maakt de burgemeester in beginsel gebruik van de bevoegdheid genoemd in artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, tenzij die handel – met inachtneming van de in deze beleidsregels aangegeven voorschriften en beperkingen (hierna: gedoogregels) – plaatsvindt in een coffeeshop.

Artikel 3 COFFEESHOPLIJST

  • 1. Er is een coffeeshoplijst, waarop per coffeeshop staan vermeld de naam waaronder de coffeeshop wordt geëxploiteerd, het adres waar de coffeeshop is gevestigd, alsmede de naam, de voorletters, de geboortedatum en de geboorteplaats van de bestuurders van de houder van de vergunning.

  • 2. Op de dag waarop deze beleidsregels worden bekendgemaakt, staan op de coffeeshoplijst vermeld de twee coffeeshops en de daarbij behorende vergunninghouders, ten aanzien waarvan de burgemeester de handel in softdrugs tenminste sinds 13 november 2001 onafgebroken heeft gedoogd.

  • 3. Overeenkomstig op 7 februari 1997 regionaal overeengekomen beleid dient het aantal coffeeshops op de coffeeshoplijst, gezien het aantal inwoners van Almelo ten tijde van de vaststelling van deze beleidsregels, te worden vastgesteld op twee.

  • 4. Op de coffeeshoplijst wordt een nieuwe combinatie van coffeeshop en vergunninghouder vermeld:

    • a.

      indien de coffeeshop voldoet aan de vestigingscriteria zoals omschreven onder artikel 4, én

    • b.

      wanneer voor de exploitatie van het horecabedrijf een vergunning van kracht is geworden, én

    • c.

      indien de houder van de vergunning de burgemeester schriftelijk heeft verzocht zijn coffeeshop op de coffeeshoplijst te vermelden.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het vierde lid, wordt op de coffeeshoplijst geen nieuwe combinatie van coffeeshop en vergunninghouder vermeld indien op deze lijst twee of meer coffeeshops zijn vermeld;

  • 6. De vermelding van een coffeeshop op de coffeeshoplijst wordt doorgehaald wanneer:

    • a.

      een besluit van de burgemeester om de vergunning voor de exploitatie van het horecabedrijf in te trekken, onherroepelijk is geworden;

    • b.

      de exploitatie niet meer plaatsvindt voor rekening en risico van de op de coffeeshoplijst vermelde vergunninghouder;

    • c.

      de vergunninghouder aan de burgemeester een schriftelijke verklaring heeft verstrekt dat hij de exploitatie van de coffeeshop onvoorwaardelijk en onherroepelijk staakt;

    • d.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat in de coffeeshop geen handel in softdrugs meer plaatsvindt;

    • e.

      vier weken na wisselingen in het bestuur van de houder van de vergunning zijn verstreken en deze bestuurswisselingen niet aan de burgemeester zijn doorgegeven.

Artikel 4 VESTIGINGSCRITERIA VOOR COFFEESHOPS

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, vierde tot en met zesde lid, wordt een andere combinatie van coffeeshop en vergunninghouder dan bedoeld in het tweede lid van artikel 3 slechts op de coffeeshoplijst vermeld:

    • a.

      indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

      • 1.

        ter plaatse is een bestemmingsplan van kracht dat tot stand is gekomen onder de vigeur van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (dus niet waar de Verordening bebouwingsvoorschriften stadskern 1943 nog van kracht is), en dat ter plaatse “horecabedrijven” als basisbestemming of medebestemming aangeeft;

      • 2.

        een loopafstand tussen coffeeshops onderling van ten minste 750 meter;

      • 3.

        een loopafstand van ten minste 250 meter tot percelen waarop een school voor van overheidswege bekostigd voortgezet dagonderwijs aanwezig of gepland is of waar een jongerencentrum of andere locatie waar jongeren tot 18 jaar regelmatig aanwezig zijn gevestigd is;

      • 4.

        niet op prominente plekken, zoals op de hoeken van belangrijke kruispunten en in bovengemiddeld karakteristieke panden;

      • 5.

        niet conflicteren met (ander) sectoraal of generiek gemeentebeleid, en verenigbaar met in voorbereiding of in uitvoering zijnde gemeentelijke projecten;

      • 6.

        de oppervlakte van de voor bezoekers beschikbare verblijfsruimte is niet groter dan ±100 m²;

      • 7.

        geen combinatie met andere (horeca-)activiteiten binnen hetzelfde horecabedrijf;

      • 8.

        niet in een deel van een pand dat is afgezonderd van een bestaand horecabedrijf, én

    • b.

      indien de vergunning is verleend aan een stichting, én

    • c.

      indien het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste drie personen, niet zijnde familieleden van elkaar, én

    • d.

      indien de houder van de vergunning of zijn bestuursleden geen exploitant zijn of zijn geweest van een Almelose coffeeshop, én

    • e.

      indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de houder van de vergunning of zijn bestuursleden geen zakelijke banden heeft met een persoon die exploitant is of is geweest van een Almelose coffeeshop.

  • 2. Wanneer op de coffeeshoplijst onherroepelijk minder dan twee coffeeshops zijn vermeld, dan wordt dit openbaar bekend gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze. Vervolgens kan een ieder die meent aan alle criteria te voldoen, de burgemeester binnen drie maanden schriftelijk verzoeken te gedogen dat softdrugshandel plaatsvindt in de inrichting waarvoor hem een (alcoholvrije) horecaexploitatievergunning is verleend, met inachtneming van de voor die handel in softdrugs geldende criteria. Er wordt géén wachtlijst aangehouden van gegadigden voor vestiging van een coffeeshop.

  • 3. Niet eerder dan drie maanden na de bekendmaking beoordeelt de burgemeester de binnengekomen verzoeken. Indien blijkt dat bij twee of meer verzoeken aan alle criteria wordt voldaan, beslist het lot. In dat geval worden de verzoekers in de gelegenheid gesteld bij de loting aanwezig te zijn.

Artikel 5 GEDOOGREGELS VOOR COFFEESHOPS

De burgemeester gedoogt de handel in softdrugs:

  • 1.

    uitsluitend in een coffeeshop vermeld op de coffeeshoplijst,

  • 2.

    zolang hij niet heeft aangegeven de handel in softdrugs in die coffeeshop niet meer te gedogen,

  • 3.

    zolang hij de vergunning voor de exploitatie van het betreffende horecabedrijf niet heeft ingetrokken,

  • 4.

    voor zover de volgende gedoogregels in acht worden genomen:

    • a.

      geen affichering voor softdrugs; dit betekent geen reclame voor softdrugs, op welke wijze dan ook, met uitzondering van een summiere aanduiding (hennepblad) op de betreffende coffeeshop;

    • b.

      geen harddrugs; dit betekent dat in de coffeeshop geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht mogen worden;

    • c.

      geen overlast veroorzaken; onder overlast wordt verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidhinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten;

    • d.

      geen verkoop van softdrugs aan jeugdigen; onder jeugdigen wordt verstaan personen jonger dan 18 jaar (minderjarigen);

    • e.

      geen toegang tot de coffeeshop voor jeugdigen; onder jeugdigen wordt verstaan personen jonger dan 18 jaar (minderjarigen);

    • f.

      geen verkoop van een grote hoeveelheid softdrugs per transactie; van een grote hoeveelheid is sprake als deze meer bedraagt dan 5 gram; onder transactie wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper;

    • g.

      geen handelsvoorraad van meer dan 500 gram; dat houdt in dat in de coffeeshop of een daarbij behorende ruimte in totaal nooit meer dan 500 gram softdrugs aanwezig mag zijn;

    • h.

      gedurende de openingsuren is te allen tijde een leidinggevende aanwezig die op de vergunning staat vermeld;

    • i.

      gesloten tussen 00.00 en 12.00 uur.

Artikel 6 REACTIES OP OVERTREDING VAN DE GEDOOGREGELS VOOR COFFEESHOPS

  • 1.

    De burgemeester reageert in beginsel op de hierna vermelde wijze op de overtreding van een gedoogregel zoals genoemd in artikel 5, vierde lid:

    • a.

      geen affichering voor softdrugs: sluiting van de coffeeshop voor een periode van 4 weken;

    • b.

      geen harddrugs: sluiting voor een periode van 1 jaar;

    • c.

      geen overlast veroorzaken: sluiting van de coffeeshop voor een periode van 13 weken;

    • d.

      geen verkoop van softdrugs aan jeugdigen: sluiting van de coffeeshop voor een periode van 26 weken;

    • e.

      geen toegang tot de coffeeshop voor jeugdigen: sluiting van de coffeeshop voor een periode van 13 weken;

    • f.

      geen verkoop van meer dan vijf gram softdrugs per transactie: sluiting van de coffeeshop voor een periode van 13 weken;

    • g.

      geen handelsvoorraad van meer dan 500 gram: sluiting van de coffeeshop voor een periode van 13 weken;

    • h.

      leidinggevende niet aanwezig: sluiting van de coffeeshop voor een periode van 4 weken;

    • i.

      gesloten tussen 00.00 en 12.00 uur: sluiting van de coffeeshop voor een periode van 4 weken.

  • 2.

    Indien niet meer dan vijf volle jaren zijn verlopen tussen de dag waarop de burgemeester de sluiting van een coffeeshop heeft bevolen en de dag waarop het feit plaatsvindt dat leidt tot een nieuw bevel tot sluiting van een coffeeshop op dezelfde locatie, dan heeft dat tot gevolg dat:

de vergunning wordt ingetrokken en de verkoop van softdrugs in de coffeeshop aldus niet meer wordt gedoogd.

Artikel 7 REACTIES OP DRUGSHANDEL IN OVERIGE OPENBARE GELEGENHEDEN

  • 1. De burgemeester reageert in beginsel op de hierna vermelde wijze op handel in drugs in een openbare gelegenheid die geen coffeeshop is:

    • a.

      handel in harddrugs: sluiting van de openbare gelegenheid voor een periode van 1 jaar;

    • b.

      handel in softdrugs:

  • 1. indien dat geschiedt in combinatie met een feit dat voor coffeeshops géén overtreding van een of meer gedoogregels betekent: sluiting van de openbare gelegenheid voor een periode van 4 weken;

  • 2. indien dat geschiedt in combinatie met een feit dat voor coffeeshops een overtreding van een of meer gedoogregels betekent, indien het feit betreft:

  • a. affichering voor softdrugs: sluiting van de openbare gelegenheid voor een periode van 8 weken;

  • b. overlast veroorzaken: sluiting van de openbare gelegenheid voor een periode van 26 weken;

  • c. verkoop van softdrugs aan jeugdigen: sluiting van de openbare gelegenheid voor een periode van 1 jaar;

  • d. toegang tot de openbare gelegenheid voor jeugdigen: sluiting van de openbare gelegenheid voor een periode van 26 weken;

  • e. verkoop van meer dan vijf gram softdrugs per transactie: sluiting van de openbare gelegenheid voor een periode van 26 weken;

  • f. handelsvoorraad van meer dan 500 gram: sluiting van de openbare gelegenheid voor een periode van 26 weken;

  • g. handel tussen 00.00 en 12.00 uur: sluiting van de openbare gelegenheid voor een periode van 8 weken.

    De betekenis van genoemde feiten komt overeen met hetgeen in artikel 5, vierde lid is vermeld,

    uitgezonderd de uitzondering vermeld in artikel 5, vierde lid, onder a.

  • 2. Indien niet meer dan vijf volle jaren zijn verlopen tussen de dag waarop de burgemeester de sluiting van een openbare gelegenheid heeft bevolen en de dag waarop het feit plaatsvindt dat leidt tot een nieuw bevel tot sluiting van een openbare gelegenheid op dezelfde locatie, dan heeft dat tot gevolg dat de toepasselijke sluitingsperiode wordt verdubbeld.

  • 3. Met nadruk wordt erop gewezen dat een sluiting voor een periode van ten minste een maand, op grond van artikel 5, eerste lid van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999, leidt tot intrekking van de vergunning op grond van de Drank- en Horecawet dan wel van de gemeentelijke Verordening op de Openbare Inrichtingen. Leidinggevenden (ondernemers, bedrijfsleiders, beheerders) van het betreffende horecabedrijf zijn dan gedurende de eerstvolgende 5 jaar niet meer gerechtigd op te treden als leidinggevende in een horecabedrijf.

Artikel 8 REACTIES OP DRUGSHANDEL IN WONINGEN

De burgemeester reageert op de hierna vermelde wijze op handel in drugs in woningen:

  • 1.

    Handel in harddrugs:

  • a.

    Bij de eerste overtreding van de Opiumwet wordt de woning gesloten voor een periode van

6 maanden.

  • b.

    Bij de tweede overtreding van de Opiumwet binnen 5 jaar na de eerste overtreding wordt

    de woning gesloten voor een periode van 12 maanden.

  • 2.

    Handel in Softdrugs:

  • a.

    Bij de eerste overtreding van de Opiumwet wordt volstaan met een schriftelijke

waarschuwing aan de overtreder.

b.Bij een tweede overtreding van de Opiumwet binnen 5 jaar na de eerste overtreding wordt

de woning gesloten voor een periode van de 3 maanden.

c.Bij een overtreding van de Opiumwet binnen 5 jaar na de tweede overtreding wordt de

woning gesloten voor een periode van 6 maanden.

d.Bij een vierde overtreding van de Opiumwet binnen 5 jaar na de derde overtreding wordt de

woning gesloten voor een periode van 1 jaar.

Artikel 9 HARDHEIDSCLAUSULE

De burgemeester kan gemotiveerd afwijken van de sancties zoals deze zijn vastgesteld in het beleid.

Artikel 10 CITEERTITEL

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel Damoclesbeleid’.

Artikel 11 SLOTBEPALING

  • 1.

    De nota “Coffeeshopbeleid en reacties op overtreding van de gedoogcriteria”, vastgesteld op 4 september 1997, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Bevelen tot sluiting die zijn opgelegd met toepassing van de hiervoor genoemde beleidsnota, worden geacht te zijn opgelegd met toepassing van de thans vastgestelde beleidsregel “Damoclesbeleid”.

INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking één dag na bekendmaking in het Gemeentenieuws in de Twenth Ruiten Drie d.d. 6 oktober 2009

Aldus op 25 september 2009 vastgesteld door de burgemeester van Almelo,

Drs. J. van Lidth de Jeude