Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling werktijden en verlof gemeente Alphen aan den Rijn

Geldend van 15-04-2014 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Regeling werktijden en verlof gemeente Alphen aan den Rijn

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn;

BESLUIT: vast te stellen de volgende regeling:

Regeling werktijden en verlof

Artikel 1 Definities

a.CAR-UWO

de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn zoals vastgelegd en gewijzigd in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.

b.Feestdag

de dagen genoemd in artikel 4:5, derde lid van de CAR-UWO, alsmede 5 mei en Goede Vrijdag

c.Medewerker

de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de CAR-UWO.

d.Volledige betrekking

de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder k, van de CAR-UWO met een arbeidsduur van maximaal 1824 uur per jaar.

e.WAZ

de Wet Arbeid en Zorg.

Hoofdstuk I WERKTIJDEN

Artikel 2 Arbeidsduur

  • 1. Het aantal uren waarop door een medewerker arbeid wordt verricht, bedraagt bij een volledige betrekking 1824 uur per jaar.

  • 2. Het aantal uren dat een parttime medewerker werkt, wordt berekend naar het deeltijdpercentage van zijn betrekking.

Artikel 3 Maximale arbeidsduur per dag en per week

  • 1. Per dag geldt een maximale arbeidsduur van ten hoogste 11 uur.

  • 2. Per week geldt een maximale arbeidsduur van ten hoogste 50 uur.

  • 3. Op verzoek van de medewerker die valt onder de standaardregeling van de werktijden kan van de leden 1 en 2 worden afgeweken.

Artikel 4 Pauzes

  • 1. Een werkdag wordt na maximaal 5,5 uur onderbroken door een pauze van tenminste 30 minuten.

  • 2. Als de medewerker meer dan 10 uur werkzaam is, bedraagt de pauze tenminste 45 minuten waarvan 30 minuten aaneen.

Artikel 5 Werktijden

  • 1. De medewerker en zijn leidinggevende maken afspraken over de werktijden.

  • 2. Voor de medewerker die enig vrijheid heeft bij de bepaling van zijn werktijden geldt een dagvenster dat loopt van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 – en 22.00 uur.

  • 3. Voor de medewerker die geen of heel geringe zeggenschap heeft over zijn werktijden en van wie de werktijd eenzijdig wordt vastgesteld, geldt de bijzondere regeling als bedoeld in artikel 4:3 tot en met 4:7 van de CAR-UWO.

  • 4. Indien overschrijding van de arbeidsduur per jaar onvermijdelijk is, wordt in overleg de omvang van de overschrijding vastgesteld, uitgedrukt in uren. De medewerker ontvangt voor elk teveel gewerkt uur een vergoeding ter hoogte van het uurloon of een uur vakantieverlof.

  • 5. Het vierde lid geld niet voor medewerkers met een functie die is gewaardeerd in salarisschaal 11 of hoger.

Artikel 6 Werken op zaterdag, zon- en feestdagen

  • 1. Indien dit in het belang van de dienst noodzakelijk is, kan de medewerker door de leidinggevende worden opgedragen om te werken op zaterdag, zon- en feestdagen.

  • 2. De voorwaarden genoemd in artikel 4:5 en 4:6 van de CAR-UWO worden hierbij in acht genomen.

Artikel 7 Tijd- en plaatsonafhankelijk werken

  • 1. De medewerker kan op vrijwillige basis buiten het stadhuis werken.

  • 2. De leidinggevende en de medewerker maken (schriftelijke) afspraken over prestatie en bereikbaarheid.

Hoofdstuk II VERLOF

Artikel 8 Vakantieverlof

  • 1.

    Het basis vakantieverlof voor een medewerker met een volledige betrekking is vastgesteld op 165,6 uur per kalenderjaar.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde verlof wordt in het kader van het leeftijdsbewust personeelsbeleid voor een medewerker met een volledige betrekking vermeerderd met:

    • §

      14,4 uur indien de medewerker in het betreffende kalenderjaar de leeftijd van 35 t/m 44 jaar bereikt;

    • §

      28,8 uur indien de medewerker in het betreffende kalenderjaar de leeftijd van 45 t/m 54 jaar bereikt;

    • §

      43,2 uur indien de medewerker in het betreffende kalenderjaar de leeftijd van 55 en ouder bereikt.

  • 3.

    Het in het tweede lid bedoelde verlof wordt bepaald naar de te bereiken leeftijd in het betreffende kalenderjaar.

  • 4.

    Voor de medewerker die geen volledige betrekking heeft gelden de leden 1 tot en met 3 naar evenredigheid.

Artikel 9 Niet verleend of niet genoten vakantieverlof

  • 1.

    De medewerker hoeft geen verzoek in te dienen om vakantieverlof mee te nemen naar een volgend kalenderjaar indien het niet verleende/genoten vakantieverlof 36 uur of minder bedraagt.

  • 2.

    Indien het niet verleende/genoten vakantieverlof meer dan 36 uur bedraagt, overlegt de medewerker hierover met zijn leidinggevende.

  • 3.

    Voor de medewerker die geen volledige betrekking heeft geldt het gestelde in de vorige leden naar evenredigheid.

Artikel 10 Buitengewoon verlof

  • 1.

    Naast hetgeen bepaald in de Wet Arbeid en Zorg (Waz) en artikel 6:4 e.v. van de CAR-UWO heeft de medewerker recht op buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging:

  • a.

    Bij overlijden en de lijkbezorging van zijn partner, (schoon)ouders, kinderen (bloed- en aanverwanten in de 1e graad) wordt verlof verleend van de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie met een maximum van vier dagen.

  • b.

    Bij overlijden en de lijkbezorging van bloed- en aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste twee dagen, tenzij de medewerker belast is met de regeling van de lijkbezorging en/of de nalatenschap, wordt verlof verleend van de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie met een maximum van vier dagen.

Artikel 11 Ouderschapsverlof

  • 1.

    De medewerker heeft op grond van artikel 6:5 e.v. van de CAR-UWO recht op betaald ouderschapsverlof.

  • 2.

    De medewerker heeft op grond van de WAZ recht op onbetaald ouderschapsverlof.

Artikel 12 Medisch bezoek

  • 1.

    Bij bezoek van de medewerker aan de (tand)arts of medisch specialist wordt van hem verwacht dat er rekening wordt gehouden met de belangen van de dienst.

  • 2.

    Medisch bezoek onder werktijd moet worden overlegd met de leidinggevende en wordt, met inachtneming van het eerste lid, door de leidinggevende aangemerkt als buitengewoon verlof.

Hoofdstuk III SlOTBEPALINGEN

Artikel 13 Overige bepaling

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het college.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt aangehaald als de Regeling werktijden en verlof en treedt in werking op 1 januari 2014.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 7 januari 2014,
de burgemeester, de secretaris,
T.P.J. Bruinsma, drs. P.W. Jeroense