Kadernota integrale veiligheid

Geldend van 10-01-2008 t/m heden

Intitulé

Kadernota integrale veiligheid

Kadernota Integrale Veiligheid

Sector Bestuurlijke & Juridische Zaken

Loes Huynen, 10 januari 2008

Samenvatting

In de programmabegrotingen van de afgelopen jaren en ook voor 2008 wordt het vormgeven van een integraal veiligheidsbeleid genoemd als prioriteit om het beoogde maatschappelijk effect ‘een veilige gemeente Alphen-Chaam voor iedereen’ te bereiken.

In deze opzet is een aantal speerpunten en overige aandachtspunten genoemd op het gebied van veiligheid. Dit waren alle onderwerpen, waar de gemeente dossiervorming over pleegt omdat het één of meerdere keren aan bod is gekomen.

In deze kadernota zijn alle genoemde punten systematisch uitgewerkt aan de hand van onderzoek en analyse. Op die manier ontstaat er per onderwerp een actueel beeld van de veiligheidssituatie. Om een heldere structuur aan te brengen, die ook landelijk wordt gehanteerd, zijn de onderwerpen geclusterd volgens de methode van het Kernbeleid Veiligheid VNG. De werkwijze van dit Kernbeleid is aangepast op de schaal en maat van Alphen-Chaam.

Bij de totstandkoming van integraal veiligheidsbeleid is het essentieel dat betrokken partijen samenwerken. `Integraal beleid` houdt in, dat kennis en informatie worden uitgewisseld en men gezamenlijk tot een aanpak komt zodat deze wordt gedragen vanuit de verschillende invalshoeken en disciplines. Deze nota is dan ook totstandgekomen dankzij de inzet van velen, zowel intern als extern betrokkenen.

Deze kadernota is nog geen plan van aanpak om de veiligheid ook daadwerkelijk vorm te geven. Om de uitwerking handen en voeten te geven, zal deze nota moeten worden vertaald in een veiligheidsprogramma. Daarin wordt per onderwerp aangegeven wat de doelstelling, de actie, de betrokken partijen, het tijdpad en budget zijn. Voorgesteld wordt om dit veiligheidsprogramma voor een periode van 2 jaar te laten opstellen en uitvoeren. De gemeenteraad geeft daarvoor aan het college van burgemeester en wethouders de opdracht.

De informatie is veelomvattend. De bedoeling is, dat uit deze informatie de speerpunten gekozen worden die in een concreet uitvoeringsprogramma worden uitgewerkt. Op de volgende pagina is een aanzet gegeven onder het kopje `conclusies en aanbevelingen`. De gemeenteraad staat het volledig vrij, om daarin andere keuzes te maken. Getracht is om via de onderliggende informatie de gemeenteraad zo optimaal mogelijk te ondersteunen bij het ontwerpen van de hoofdlijnen om tot een `veilige gemeente Alphen-Chaam voor iedereen` te komen.

Conclusies en prioriteiten

Bij het kiezen van prioriteiten, kan enerzijds gekeken worden naar de duurzaamheid c.q. hardnekkigheid van een bedreiging. Anderzijds is de maatschappelijke impact van een verschijnsel van belang om een aanpak te verantwoorden. Tenslotte is de wettelijke plicht of taak van de gemeente een mogelijk criterium.

Hierna wordt vanuit een drietal invalshoeken naar de informatie gekeken. Te weten de objectieve politiecijfers, de informatie vanuit het bevolkingsonderzoek en verschillend onderzoek van de GGD en tenslotte de ervaringsgegevens vanuit de verschillende deskundigen. Deze bevindingen, gekoppeld aan bovenstaande criteria, leiden tot een prioritering die daarna wordt weergegeven.

De objectieve cijfers van de politie over het aantal aangiften laat zien, dat er bij de meeste onderwerpen niet zo zeer sprake is van een stijging van de criminaliteit maar van een fluctuerende lijn. Bij een enkel onderwerp is er sprake van een toename. Het gaat dan met name om de onderwerpen `drugs`, `graffiti en vernieling` en `bedrijfsinbraken`. Deze laatste stijging doet zich vooral voor in de kern Chaam voor wat betreft het jaar 2007. Bij het onderwerp ‘voertuigcriminaliteit’ past de opmerking, dat sinds 2006 een stijgende lijn is ingezet. Bij het onderwerp ‘woninginbraken’ kan opgemerkt worden, dat de cijfers in de afgelopen jaren hoger waren dan het landelijk gemiddelde voor een gemeente van deze omvang. Het jaar 2007 wijkt daar in positieve zin vanaf. Er kan niet vanuit worden gegaan, dat dit de nieuwe trend wordt.

Het bevolkingsonderzoek uit 2005 en de GGD-enquêtes onder jeugdigen en ouderen met vragen over veiligheid, wezen uit dat de inwoners van Alphen-Chaam zich weleens onveilig voelen in hun eigen leefomgeving. Met name de aanwezigheid van donkere, enge plekken wordt daarbij genoemd. Daarnaast wordt verkeersveiligheid onder ouderen (vanaf 65 jaar) een belangrijk onderwerp gevonden. Op grond van onderzoek door de GGD is gerapporteerd over de alarmerende situatie rond overmatig drinkgedrag onder jeugdigen.

Vanuit de deskundigen (beleidsmakers en politie) wordt gewezen op het belang van goed en adequaat toezicht. Regels opleggen om de veiligheid te bevorderen in allerlei situaties kan aan de voorkant een goede maatregel zijn, als aan de achterkant ook wordt toegezien op de naleving van die regels. Dat betekent enerzijds dat ter plaatse wordt gecontroleerd. Anderzijds houdt dit ook in, dat waar regelgeving een goede controle aan de voorkant van het proces mogelijk maakt, ook in deze mogelijkheid wordt geïnvesteerd. Hierbij wordt met name gedoeld op de nieuwe wetgeving, geheten Bibob. Op grond van deze wetgeving kunnen aanvragen om een gemeentelijke subsidie of vergunning worden gescreend op een mogelijke criminele betrokkenheid. Dit onderwerp wordt verder uitgewerkt op de pagina’s 36 en 37.

Daarnaast is opgemerkt, dat factoren van onveiligheid evenveel aanwezig zijn binnen de recreatievoorzieningen. Alphen-Chaam profileert zich als groene, recreatieve gemeente. Veiligheid op de verschillende recreatieterreinen is voor de bezoekers zowel als voor de eigen bevolking van betekenis.

Samenvatting prioritering en clustering onderwerpen

Veilige woon- en leefomgeving

vernieling en graffiti aanpak aanwezig, onderwerp ‘vernielingen’ toevoegen

veilig wonen aanpak realiseren via Politiekeurmerk Veilig Wonen

veilig parkeren “ “ “

Bedrijvigheid en veiligheid

veilig ondernemen aanpak aanwezig (Keurmerk Veilig Ondernemen)

veilig recreëeren aanpak verder vormgeven (Groener dan Groen)

Jeugd en veiligheid

1. middelengebruik aanpak alcohol uitbreiden met aanpak drugs

Integriteit en veiligheid

Wet Bibob nieuw: oppakken

handhaving uitbreiden

Vanuit de criteria ‘duurzaamheid c.q. hardnekkigheid van een verschijnsel of bedreiging’, ‘maatschappelijke impact’ en ‘wettelijke plicht of taak van de gemeente’ is gekeken naar de veiligheidsonderwerpen aan de hand van de objectieve politiecijfers, de informatie vanuit verschillende onderzoeken en kennis en ervaringsgegevens van verschillende deskundigen.

De keuze van prioriteiten zoals hierboven verwoord, doet recht aan de verschillende invalshoeken en criteria. Bij elk onderwerp is in deze nota een aanpak of voorstel voor een aanpak verwoord. Voor een aantal onderwerpen geldt daarnaast, dat reeds een concrete aanpak is ingezet.

Deze onderwerpen met de concrete aanpak, tijdschema, betrokken partijen en benodigde middelen dienen te worden uitgewerkt in het veiligheidsprogramma voor de jaren 2008 en 2009. De bevoegdheid en verantwoordelijkheid hiervoor liggen bij het college van burgemeester en wethouders, in opdracht van de gemeenteraad. De nieuwe bevolkingsmonitor die in 2009 wordt afgenomen, vormt tezamen met een evaluatie van het veiligheidsprogramma de basis voor nieuw veiligheidsbeleid.

Een laatste opmerking wordt geplaatst rond de wijze waarop veiligheid in de praktijk wordt vormgegeven. Integraliteit staat daarbij voorop: alle betrokkenen werken samen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, deskundigheid en invalshoek. Daarbij is samenwerking met de burgers van belang, om niet over hoofden ‘heen te regeren’, maar juist de handen ineen te slaan. De betrokken burgers, of dat een groep jongeren is, buurtbewoners, ondernemers of anderszins, zijn ervaringsdeskundigen en belanghebbenden en kunnen bijdragen aan het vergroten van de veiligheid.

Verantwoording werkwijze

Als je integraal veiligheidsbeleid vormgeeft, maak je een keuze in de onderwerpen die gedurende een bepaalde periode centraal staan en waaraan je beleid koppelt door middel van het formuleren van een doelstelling en een bepaalde aanpak.

Voordat die keuze gemaakt kan worden, is inzicht nodig op welke terreinen zich een veiligheidsprobleem voordoet. In deze kadernota wordt getracht inzicht te verkrijgen in de veiligheidsproblematiek door alle onderwerpen systematisch uit te werken als volgt:

  • -

    Probleemanalyse (is er een probleem / wat is het probleem)

  • -

    Doelstelling (wat willen we bereiken)

  • -

    Stand van zaken (actualiteit)

  • -

    Aanpak (wat wordt gedaan)

  • -

    Aanvullend voorstel. (wat zou kunnen/moeten gebeuren)

Bij de informatievergaring is een drietal componenten essentieel. Dit betreft enerzijds de zogenaamde objectieve informatie. Dat zijn de harde politiecijfers waaruit blijkt welke feiten zijn geconstateerd en waarover aangiften zijn gedaan. Anderzijds is er de component ‘subjectieve veiligheid’. Daarmee wordt gedoeld op de wijze waarop de inwoners van Alphen-Chaam de veiligheid ervaren. Dit wordt ook wel de ‘zachte informatie’genoemd en kan soms behoorlijk afwijken van het harde materiaal. Tenslotte is er de informatie, afkomstig uit gegevensverzameling vanuit gesprekken met intern en extern deskundigen en brononderzoek.

In deze nota is de meest actuele politie-informatie verwerkt, met een terugblik op voorgaande jaren om vanuit de vergelijking van informatie te kunnen constateren of er sprake is van een bepaalde trend. Voor wat betreft de veiligheidservaring van de inwoners van Alphen-Chaam, is er geen actueel totaalbeeld beschikbaar. Er is teruggrepen op de informatie uit de monitor van 2005 en daarnaast is er enig materiaal vanuit de GGD-monitor onder jongeren (12 tot en met 17 jarigen) en de ouderenenquête 2007 voorhanden. Duidelijk moge zijn dat de laatst genoemde informatie vooral is gerelateerd aan gezondheidsaspecten.

Voor wat betreft de subjectieve informatie, is er in de districtsdriehoek voor gekozen om een gezamenlijke veiligheidsmonitor te laten uitvoeren in 2009. Een dergelijke samenwerking levert éénduidigheid op voor wat betreft de aanpak en verwerking van gegevens en werkt kostenbesparend. Om het risico van enquêteweerstand te voorkomen als in twee opvolgende jaren een zelfde soort onderzoek wordt gehouden en ook uit oogpunt van kostenbeheersing, is er voor gekozen om op dit moment te volstaan met de beschikbare informatie.

Uiteindelijk moet de probleemanalyse op grond van alle informatie leiden tot een prioritering van onderwerpen, die wordt geborgd in deze Kadernota integrale veiligheid. In de onderliggende nota worden de hoofdlijnen van het veiligheidsbeleid genoemd. Dit veiligheidsbeleid heeft een doorlooptijd die gekoppeld wordt aan de raadsperiode. Vervolgens wordt het beleid uitgewerkt in één- of tweejarige uitvoeringsprogramma’s waarin de doelstellingen worden gekoppeld aan beleid of uitvoeringsacties met prestatieafspraken tussen de betrokken partijen.

Stappenplan Alphen-Chaam in relatie tot Kernbeleid veiligheid[1]

In 2003, aangepast in 2006, is de VNG gekomen met een handreiking om gemeenten op weg te helpen met de vormgeving van integraal veiligheidsbeleid. Dit heeft geresulteerd in een werkwijze aan de hand van een stappenplan. Deze 20 stappen (eventueel te verkorten tot 12 stappen) zijn nog verder ingedikt tot een werkwijze waarin een 6-tal stappen centraal staat. Daarbij staat voorop dat wordt gekozen voor een pragmatische aanpak op de maat en schaal van Alphen-Chaam die moet leiden tot een goed gefundeerde en gedragen Kadernota integrale veiligheid en een concreet uitvoeringsprogramma.

In de werkwijze van de VNG is verder gekozen voor een clustering van veiligheidsonderwerpen. Dit vormt een goede kapstok om de veelheid van onderwerpen te structureren. In dit document is deze structuur gevolgd die tot uitdrukking komt in het benoemen van veiligheidsvelden en veiligheidsthema’s.

Vervolgstappen

Het onderzoek en de analyse, conform de stappen 1 en 2, zijn neergelegd in deze nota. Deze stap moet nu resulteren in een keuze van veiligheidsthema’s.

De volgende stappen zijn:

Vaststelling kadernota integrale veiligheid door de gemeenteraad.

De gemeenteraad geeft het college de opdracht om de kadernota nader uit te werken in een uitvoeringsprogramma.

4. In het uitvoeringsprogramma worden de veiligheidsthema’s gekoppeld aan doelstellingen en werkafspraken waaraan de ketenpartners zich committeren.

De consequenties voor middeleninzet en capaciteit worden zoveel mogelijk binnen het reguliere beleid opgevangen. Er zijn ontwikkelingen en onderwerpen waaraan kosten zijn verbonden, die nader in beeld moeten worden gebracht. Te denken valt aan de (mede-) bekostiging van het Veiligheidshuis, bekostiging van het jeugdwerk, middelen voor de inzet van een BOA/GOA en middelen om de Wet Bibob te implementeren.

Als dit gevolgen heeft voor de middeleninzet die niet is meegenomen in de huidige begroting, wordt een nader voorstel gedaan aan de gemeenteraad.

5. De portefeuillehouder (samen met het college) draagt zorg voor de uitvoering van het jaarplan via de uitwerking van project- of actieplannen. De coördinator integrale veiligheid heeft hierin een centrale rol.

Begrippenkader veiligheid

Als eerste gaat het om de zorg voor veiligheid:

Dit is van oudsher een belangrijke taak voor de lokale overheid. Het beslaat een breed scala van onderwerpen zoals criminaliteit, overlast, verkeersveiligheid als ook risico’s rond branden, ongevallen en rampen.

Deze “zorg voor veiligheid” is in 2002 door het rijk verder ingevuld in een programma van maatregelen die gericht waren op de bevordering van veiligheid en leefbaarheid. Het kabinet beschrijft hierin integrale veiligheid als “het bevorderen en in stand houden van de leefbaarheid en veiligheid van de samenleving”. Veiligheid wordt hierin gedefinieerd als “het aanwezig zijn van een zekere mate van ordening en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute of dreigende aantastingen. Onveiligheid is te omschrijven als “alles wat daar inbreuk op maakt”. Hierbij kan het gaan om risico’s en concrete inbreuken op de veiligheid (objectieve veiligheid) en om het gevoel van veiligheid (subjectieve veiligheid).

In juni jl. heeft het kabinet het nieuwe beleidsprogramma “Samen werken samen leven” gepresenteerd. Het nieuwe veiligheidsbeleid dat hieruit voortvloeit voor de periode 2008-2011 wordt vormgegeven rond de thema’s respect, preventie en een goede organisatie van de veiligheidsketen. In de missie verwoordt het kabinet

Uit het coalitieakkoord 2007-2011

“we willen een samenleving waarin mensen zich veilig, vertrouwd en met elkaar verbonden voelen. Een samenleving waarin wederzijds respect de norm is, waarin we elkaar geen overlast bezorgen en waarin geweld een uitzondering is, net als diefstal, vernieling en andere vormen van criminaliteit. Zo´n samenleving kan alleen worden bereikt als het streven daarnaar breed wordt omarmd, niet alleen in woorden maar ook in daden. Burgers en ondernemingen kunnen daarin veel betekenen op grond van hun eigen verantwoordelijkheid”.

Integraal veiligheidsbeleid kun je beschrijven als het regelmatig in kaart brengen van de veiligheidsproblemen die zich voordoen of die zich zouden kunnen voordoen en het waar nodig ondernemen van doelmatige en doeltreffende acties. Het is veiligheidsbeleid dat alle veiligheidsvelden bestrijkt, interne en externe partners betrekt bij de aanpak en ook de organisatorische borging van het beleid regelt.

Doel van integraal veiligheidsbeleid is het verbeteren en/of optimaliseren van de veiligheidssituatie voor en van de burger. Enerzijds betekent dit dat onveiligheid zoveel mogelijk dient te worden voorkomen. Anderzijds moeten de gevolgen van onveiligheid zoveel mogelijk worden beperkt.

Daarbij dient steeds te worden afgewogen welke situatie wenselijk is en wat praktisch haalbaar is. Met andere woorden, er dienen keuzes te worden gemaakt over de mate, waarin veiligheidsrisico’s beperkt worden.

De ambitie om tot een veiliger samenleving te komen kan alleen worden waargemaakt wanneer niet alleen de overheid maar ook anderen een rol van betekenis willen spelen bij de realisering van te stellen doelen. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid voor een veiliger samenleving een gedeelde verantwoordelijkheid.

Rollen en bevoegdheden

Wie is in de gemeente verantwoordelijk als het gaat om integraal veiligheidsbeleid? Waar liggen verantwoordelijkheden en bevoegdheden?

Al in 2002 positioneerde de regering de gemeente in de regierol waar het gaat om de veiligheid in het publieke domein. De gemeente heeft de opdracht een wezenlijke bijdrage te leveren in het bevorderen van veiligheid en leefbaarheid in haar gemeente.

In het nieuwe coalitieakkoord heeft het kabinet aangegeven, dat een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend waarin de lokale regierol van gemeenten op veiligheidsgebied wordt vastgelegd.

In het kader van die regierol dient de gemeente het initiatief te nemen. Concreet betekent dit dat de gemeente alle betrokken partijen activeert tot het benutten van de bij die partijen aanwezige mogelijkheden.

Integrale veiligheid betekent ook, dat er een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid aan ten grondslag ligt. De gemeente, de politie, het openbaar ministerie, maatschappelijke instellingen, woningbouwvereniging(en), belangenverenigingen, onderwijsinstellingen en niet in de laatste plaats de burger zelf zullen de handen ineen moeten slaan om veiligheidsbeleid effectief te laten zijn. Het is daarbij de verantwoordelijkheid van de gemeente om de veiligheidspartners samen te laten werken. De gemeente is regisseur op het gebied van lokale veiligheid waarbij een sleutelrol is weggelegd voor de burgemeester vanuit de wettelijke taken in het kader van de openbare orde en zijn rol als portefeuillehouder openbare orde en veiligheid.

De rollen en bevoegdheden zijn als volgt verdeeld over de verschillende bestuursorganen.

Gemeenteraad

De gemeenteraad treedt kaderstellend en controlerend op.

Concreet betekent dit dat de raad:

- de kadernota vaststelt waarin keuzes en randvoorwaarden worden vastgesteld;

- kennis neemt van de veiligheidsprogramma’s die het college heeft opgesteld;

- controleert op de uitvoering aan de hand van de evaluatie van de veiligheidsprogramma’s waarin het veiligheidsbeleid wordt uitgewerkt.

Burgemeester

De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en is daarvoor als eerste aanspreekbaar en verantwoordelijk. Hij is degene die verantwoordelijk is (opperbevel) bij rampen, branden of grootschalige ongevallen. In relatie tot zijn wettelijke taken vervult de burgemeester een coördinerende rol binnen het integrale veiligheidsbeleid.

College van burgemeester en wethouders

Het college is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de kaders. Verder zorgt het college voor de organisatie en uitwerking van het veiligheidsplan. Taken daarbij zijn o.a.:

- voorbereiding van het integrale veiligheidsbeleid

- uitvoering door middel van het vaststellen van een veiligheidsjaarplan (per jaar of 2-jaarlijks)

- evalueren van het veiligheidsbeleid

- zorgdragen voor bestuurlijke afstemming tussen alle betrokkenen

- oppakken van onderwerpen die – los van het beleid – actueel worden en komt met eigen voorstellen.

Gemeenteraad

College van burgemeester en wethouders

Burgemeester (portefeuillehouder openbare orde en veiligheid)

VEILIGHEIDSPROGRAMMA

Uitwerking van het integraal veiligheidsplan per kalenderjaar (danwel 2-jaarlijks): - prestatie- en werkafspraken - gekoppeld aan prioriteiten - integrale benadering staat voorop

Coördinator integrale veiligheid

ACTIEPLANNEN Per prioriteit wordt een actieplan uitgewerkt - coördinator veiligheid vervult spilfuntie (als aanjager, projectgroepleider, kartrekker of verzamelaar van gegevens en adviseur) - ketenpartners participeren vanuit eigen verantwoordelijkheid

periodieke meting via monitoring (GGD, politie etc)  analyse van gegevens = input voor beleidsvoorbereiding (college van b&w en burgemeester), bijstelling, vaststelling (raad) en uitvoering

Onderzoek op veiligheidsvelden en thema’s

De veiligheidsanalyse zoals die hier opgevat wordt, betreft een analyse van de bedreigingen, de huidige aanpak en de omissies in de aanpak rond de Alphense veiligheidsthema’s.

In totaal zijn er 30 gemeentelijke veiligheidsthema’s, verspreid over 5 veiligheidsvelden. In dit model zijn de thema’s voor Alphen-Chaam vetgedrukt en genummerd. Uiteraard kan een verschuiving plaatsvinden in aandachtsgebieden. Dat zal dan tot uitdrukking worden gebracht in een aanpassing van het veiligheidsbeleid c.q. de uitvoeringsprogramma’s.

Veiligheidsvelden

Veiligheidsthema’s

A. Veilige woon- en leefomgeving

1. Verloedering/kwaliteit woonomgeving

1.1 Graffiti

1.2 Vuurwerkoverlast

2. Huiselijk geweld

3. Geweld op straat

4. Woninginbraak

5. Voertuigcriminaliteit

6. Drugs- en alcoholoverlast

7. Overlast illegaal crossen

B. Bedrijvigheid en veiligheid

1. Winkelcentra en bedrijventerreinen

1.1 Veilig ondernemen

2. Toerisme en veiligheid

3. Grootschalige evenementen

C. Jeugd en veiligheid

1. Overlastgevende jeugd(groepen)

2. Alcohol

3. Drugs

D. Fysieke veiligheid

1. Verkeersveiligheid

2. Brandveiligheid gebouwen

3. Risico’s gevaarlijke stoffen /externe veiligheid

4. Risico’s natuurrampen

E. Integriteit en veiligheid

1. Radicalisering

2. Georganiseerde criminaliteit

2.1 Hennepkwekerijen

3. Bestuurlijke integriteit

3.1 Wet Bibob

4. Handhaving

4.1 Bestuurlijke handhaving

4.2 Bestuurlijke boete

Uitwerking veiligheidsvelden en veiligheidsthema´s

A. Veilige woon- en leefomgeving

Algemeen

De veiligheidsbeleving van de burger is onder andere afhankelijk van de zichtbare toestand van de openbare ruimte om zijn woning, op straat, in het winkelcentrum en bij sport- en recreatielocaties. Bijvoorbeeld, is de omgeving schoon en heel, is het groen voldoende gesnoeid en is er voldoende verlichting aanwezig. Mensen moeten zich veilig kunnen voelen in hun woon- en werkomgeving. Zoals bij alle veiligheidsthema’s is ook hierbij een aantal partijen in beeld, die door nauwe samenwerking de veiligheid in de woon- en leefomgeving kunnen optimaliseren: de gemeente, politie, justitie, woningverhuurders, maatschappelijke organisaties en de bewoners van de wijken.

Om veiligheid te meten, kijk je naar verschillende informatie. Op pagina 3 is daarop ingegaan. De informatie die in grafieken is weergegeven, is afkomstig van de politie. Dat zijn de cijfers waaruit blijkt welke feiten er zijn geconstateerd en waarover aangiften zijn gedaan. Voor wat betreft de informatie over de veiligheidsbeleving van de inwoners van Alphen-Chaam, is gekeken naar verschillende bronnen zoals onderzoeksgegevens van de GGD (2007) en de Politiemonitor Bevolking (meting 2005). De nieuwe monitor wordt gehouden in 2009.

Uit informatie blijkt[2], dat 36% van de ouderen vanaf 65 jaar sociale veiligheid (veilig gevoel op straat) een belangrijk onderwerp vindt. Dit onderwerp scoorde, na verkeersveiligheid, het hoogst (het regionale cijfer is 55%). Uit de jongerenenquête blijkt, dat 19% van de jeugd van 12 t/m 17 jaar zich weleens onveilig voelt (31% in de regio). Deze onveiligheid blijkt vooral te worden veroorzaakt door donkere, enge plekken (17% in Alphen-Chaam tegen 21% in de regio). Uit de volwassenenmonitor 2005 komt naar voren, dat 21% zich weleens onveilig voelt (25% regionaal) en dat dit zich toespitst op de avond en nacht (20% tegen 25% regionaal).

Op grond van deze informatie kun je constateren, dat het in elk geval van belang is stil te staan bij factoren rond de fysieke veiligheid in de woon- en leefomgeving.

A.1 Verloedering/kwaliteit woonomgeving

A.1.1 Graffiti (*) (alsook plakken en ander ongewenst gebruik van meubilair/gebouwen in de openbare ruimte)

Probleemanalyse

Er is in toenemende mate sprake van het ongewenst aanbrengen van teksten en afbeeldingen op wegmeubilair en openbare en particuliere gebouwen. Dit blijkt uit het groeiend aantal processen-verbaal van aangiften en meldingen die direct of indirect bij de politie is gedaan.

Ook hebben de wijkagenten van Alphen-Chaam en Baarle-Nassau zelf een spoor van graffiti gesignaleerd op wegmeubilair en gebouwen op de as die grofweg wordt gevormd door de provinciale weg N 260 tussen Gilze en Baarle-Nassau.

Niet alleen werkt dit sterk ontsierend, ook wordt dit als vandalisme ervaren hetgeen een negatief effect heeft op het sociale veiligheidsgevoel van de inwoners. Daarnaast is een grote onkostenpost gemoeid met het verwijderen van de graffiti.

Veel van deze graffitivervuiling is, gelet op de uiterlijke kenmerken van de aangebrachte teksten en afbeeldingen, te herleiden naar een beperkt aantal daders.

Voor wat betreft de aard van de vernielingen, is er een duidelijke relatie met het volgende onderwerp ‘vuurwerkoverlast’. Daar wordt dan ook naar verwezen. Voor wat betreft de aanpak, leent dit onderwerp zich ervoor om dat te koppelen aan de aanpak van overlast door graffiti.

Doelstelling

1. Het voorkomen van graffiti en vernielingen en ongewenst gebruik van gebouwen en meubilair in de openbare ruimte:

Het zo spoedig mogelijk verwijderen van de graffiti en verhaal halen op de daders.

Stand van zaken

De ‘graffitinota’ van de politie Midden- en West Brabant is van oktober 2006. In april 2007 heeft de politie dit nog eens aan de orde gesteld. In augustus 2007 is een drietal jongeren opgepakt voor graffiti dat voor een groot aantal zaken verantwoordelijk bleek te zijn. Graffitivervuiling is sindsdien aanmerkelijk minder geworden.

De gemeente is aangesloten bij het Veiligheidshuis te Breda. Dit is een samenwerkingsverband van de gemeente Breda, Slachtofferhulp Nederland, Vertizontaal, Bureau Jeugdzorg, HALT Breda e.o., Raad voor de Kinderbescherming, Stichting Reclassering Nederland, Novadic-Kentron, Politie Midden- en West Brabant en het Openbaar Ministerie. De doelstelling van het Veiligheidshuis is om een persoonsgebonden aanpak te realiseren van daders en slachtoffers met speciale aandacht voor jongeren en veelplegers. De aanpak van jeugdige daders van graffiti kan via het Veiligheidshuis, met speciale aandacht via HALT, gerealiseerd worden.

De gemeente heeft voorts een nota over reclamebeleid in voorbereiding. Hierin wordt aandacht besteed aan de verschillende mogelijkheden voor het hebben of aanbrengen van reclame-uitingen alsmede aan plakplaatsen en wildplakken. Daarbij wordt in overweging genomen om enkele plakplaatsen, waarop vrij kan worden geplakt, beschikbaar te stellen en te onderhouden. In dat geval zal het buiten deze aangewezen plaatsen verboden zijn om te plakken.

Aanpak

De aanpak is enerzijds gericht op het effectief communiceren van de problematiek en de onkosten richting bevolking. Anderzijds stelt de politie een breed opsporingsonderzoek in en wordt de controle geïntensiveerd.

Aanvullend voorstel

(politie)beleid inzake graffiti nader uitwerken in een nota samen met Baarle-Nassau

Onderstaande punten komen daarbij aan de orde:

- registratie opzetten van vandalisme aan gemeentelijke eigendommen met bijbehorende

onkosten (ook betrekken: onkosten tengevolge van vernieling van straatmeubilair door vuurwerk rond de jaarwisseling)

- In het lesmateriaal van het preventieproject ‘Be cool, feel good’ aandacht geven aan graffiti.

- Ook bureau Halt en politie kunnen in hun lessen hieraan aandacht schenken. E.e.a. dient afgestemd te worden met de intern deskundige, politie en Halt.

- Zo spoedig mogelijk verwijderen van de graffiti.

Beleid vaststellen ten aanzien van kladden en plakken via vaststelling van de nota reclamebeleid en voor wat betreft de handhaving inzet van de BOA.

Optrekken met Baarle-Nassau voor wat betreft een intensivering van de controle en opsporingsonderzoek.

Mogelijkheid onderzoeken om via Meld Misdaad Anoniem een gericht project op te zetten (kan ook worden toegepast op andere onderwerpen)

A.1.2 Vuurwerkoverlast rond jaarwisseling

Probleemanalyse

Straatmeubilair, met name verkeersborden en vuilnisbakken, moeten het ontgelden rond de jaarwisseling. Dit meubilair wordt letterlijk opgeblazen. Kapot meubilair geeft vaak aanleiding tot verdergaande vormen van vandalisme, hetgeen een negatief effect heeft op het veiligheidsgevoel. Daarnaast leidt het uiteraard tot een ongewenste kostenpost.

Volgens politiegegevens zijn het voornamelijk scholieren tussen de 12 en 18 jaar die onderweg naar school of naar huis voor vuurwerkoverlast zorgen.

Doelstelling

Terugdringen vernieling en overlast als gevolg van vuurwerk en het voorkomen van schade.

Stand van zaken

Vuurwerk is het gehele jaar door te verkrijgen in Baarle-Hertog. Vanuit de politie wordt aangegeven dat minderjarigen daar kennelijk gemakkelijk zelfstandig vuurwerk kunnen aanschaffen. De politie adviseert ter zake van de aanpak om regionaal te investeren in de aanschaf van vandalismebestendig straatmeubilair. Dit punt zou derhalve op de regionale veiligheidsagenda thuishoren.

Overigens is er in maart 2007 vanuit de districtsdriehoek Breda, waaraan Alphen-Chaam deelneemt, actie ondernomen om bij de Minister van VROM kenbaar te maken dat de nieuwe verruimde richtlijn ter zake van het afsteken van vuurwerk in het district tot ongewenste gevolgen heeft geleid. Deze actie heeft, voor zover bekend, (nog) niet geleid tot nadere maatregelen.

In december 2007 is er een vuurwerkactie georganiseerd in Alphen-Chaam tezamen met Baarle-Nassau.

Aanpak

1.Evaluatie van de vuurwerkactie in december 2007.

2. Regierol invullen en tezamen met de partners een plan van aanpak opstellen (aansluitend op het plan van aanpak van de politie), waarbij het aanbeveling verdient om hieraan ook regionaal aandacht te schenken. Deelaspecten hiervan zijn:

- uitkomsten evaluatie vuurwerkactie

- in kaart brengen van exacte problematiek (waar ontstaat welke overlast, wat zijn juridische

mogelijkheden, wie zijn betrokkenen),

- effectieve publieksvoorlichting met aandacht voor veiligheid, overlast en onkosten;

- in kader van het project ‘Be cool, feel good’ bekijken of een link kan worden gelegd naar de

onderwerpen vandalisme en graffiti;

- intensieve controle en repressief optreden door de politie;

- verwijdering overtollige verkeersborden;

- mogelijkheden onderzoeken aanschaf vandalismebestendig straatmeubilair (eventueel in

regionaal verband).

A.2 Huiselijk geweld

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring (partners, gezins- of familieleden en huisvrienden) van het slachtoffer is gepleegd. Geweld is de aantasting van de persoonlijke integriteit. Er wordt onderscheid gemaakt tussen geestelijk en lichamelijk (waaronder seksueel) geweld. Sinds 1 januari 2007 vallen maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en de bestrijding van huiselijk geweld onder de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Probleemanalyse

In 2005 werd het onderwerp ‘Huiselijk Geweld’ een landelijk speerpunt waaraan veel publiciteit is gegeven. Men vermoedt, dat dit invloed heeft op de aangiftebereidheid van slachtoffers van huiselijk geweld. De cijfers tonen in elk geval, dat er sprake is van huiselijk geweld. In gesprek met de verschillende hulpverleningsorganisaties blijkt dat het lastig is, om er grip op te krijgen waar en in welke mate er sprake is van huiselijk geweld. Scholen en huisartsen kunnen belangrijke informatiedragers zijn, doch gelet op de gevoeligheid van dit onderwerp alsmede het beroepsgeheim blijkt het niet eenvoudig om hun medewerking te organiseren.

Doelstelling

Bieden van opvang bij huiselijk geweld ( vrouwen kinderen, mannen) en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd.

Stand van zaken

Alphen-Chaam subsidieert het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) West-Brabant te Breda. Dit is een samenwerking van gemeenten, politie en diverse hulpverleningsorganisaties binnen West-Brabant met als doel om het huiselijk geweld gericht aan te pakken. Het ASHG geeft advies over huiselijk geweld en is er voor slachtoffers en hun omgeving maar ook voor daders. Extra aandacht wordt besteed aan voorlichting en publiciteit.

In september 2006 heeft het college besloten om mee te doen aan de publiekscampagne over huiselijk geweld van het Advies en Steunpunt huiselijk geweld te Breda.

In maart 2007 heeft de VNG het boekje ‘bouwstenen voor de aanpak van huiselijk geweld’ toegestuurd. Deze handreiking is bedoeld om gemeenten te ondersteunen in het ontwikkelen van beleid op dit punt.

Aanpak

In het kader van de Wmo valt dit onderwerp onder prestatieveld 7. Aan de centrumgemeente Breda wordt voor de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang een brede doeluitkering beschikbaar gesteld. Zij ontwikkelt beleid en maakt afspraken in nauwe afstemming met de regiogemeenten, waaronder Alphen-Chaam.

Gewenste actie: opstellen eigen visie en inbreng in Breda. In de sfeer van doorstroming en herstel zijn lokale activiteiten van belang. In dat kader zijn er belangrijke raakvlakken met onder meer sociale zaken, wonen, welzijn en openbare orde. Het ligt daarom voor de hand dat de ontwikkeling van een visie en een concrete lokale aanpak op integrale wijze wordt vormgegeven. Hierbij dient in Alphen-Chaam ook aandacht te zijn voor de recreatieterreinen en de mogelijk daar voorkomende problematiek.

De prioriteit die hieraan wordt toegekend, dient in samenhang met de overige veiligheidsonderwerpen en de benodigde capaciteit voor een plan van aanpak op die onderwerpen, te worden bekeken. Zowel de intern deskundige ter zake van de WMO als de coördinator veiligheid kunnen de probleemeigenaar zijn bij de vormgeving van de aanpak.

A.3 Geweld op straat

Algemeen

Geweld is in de meeste gevallen een zaak van politie en justitie. Echter in de lokale driehoek worden alle zaken met betrekking tot geweld afgestemd en wordt bekeken in hoeverre de gemeente hierin een bijdrage kan leveren. De gemeentelijke maatregelen hebben voornamelijk een preventief karakter.

Werd er in het Jaarplan 2006 van de Politie nog een toename van geweld gesignaleerd, de actuele cijfers laten zien dat er duidelijk sprake is van een daling van alle vormen van geweld. Dit wil niet zeggen dat aan dit onderwerp geen aandacht moet worden besteed.

Doelstelling

Vooralsnog is er geen doelstelling voor dit onderwerp geformuleerd.

Aanpak

Monitoring van politiecijfers binnen de lokale driehoek.

A.4 Woninginbraak

Algemeen

Woninginbraken zijn nog steeds een vorm van ernstige en veel voorkomende criminaliteit. Een woninginbraak tast de privacy van mensen en hun veiligheidsgevoel in ernstige mate aan en wordt door de slachtoffer(s) als zeer schokkend ervaren.

Slachtoffers van woninginbraken krijgen preventietips, slachtofferhulpaanbod en er wordt dezelfde dag buurtonderzoek gedaan. Bij iedere woninginbraak heeft de wijkagent aandacht voor nazorg: een slachtoffer krijgt bezoek van de wijkagent en kan met hem of haar spreken over de nasleep van de zaak. Naast een dadergerichte aanpak, is het voorkomen van woninginbraken essentieel. Bij de behandeling van woninginbraken is er intensief aandacht voor de opsporing.

Probleemanalyse

De inbraakratio in Alphen-Chaam is momenteel 0,7 (0,7 inbraken per 100 woningen). De harde cijfers laten een dalende lijn zien sinds 2005 en op dit moment is de ratio zelfs iets lager dan in de omliggende gemeenten in het politiedistrict. Helaas biedt dit geen enkele garantie voor de toekomst.

Volgens de politiegegevens wordt ingebroken in woningen op verschillende locaties dwars door de gemeente heen. Veelal in de late avond en in de nachtelijke uren worden woningen opengebroken en kostbare goederen weggenomen zoals sieraden, audio- en videoapparatuur e.d. De daders blijken in hoofdzaak mannen te zijn die niet tot de lokale bevolking behoren.

Doelstelling

Samen met de ketenpartners, inclusief de inwoners, het op een pro-actieve wijze veilig(er) maken van de woonomgeving.

Stand van zaken/aanpak

Een belangrijk middel dat de gemeente kan inzetten is het Politiekeurmerk Veilig Wonen.

Het Politiekeurmerk Veilig Wonen[3] is een preventie-instrument dat inmiddels zijn nut bewezen heeft: uit cijfers blijkt dat er tot 90% minder kans is op inbraak. Werd het instrument aanvankelijk alleen ingezet voor de beveiliging van de woning, sinds 2005 is de missie van het keurmerk het bevorderen van de sociale veiligheid in de woonomgeving.

Hierdoor kunnen ook andere vormen van criminaliteit dan alleen inbraak effectiever worden aangepakt, zoals bijvoorbeeld fietsen- en autodiefstal, vandalisme en graffiti.

Het gaat hierbij, naast de beveiliging van de woning, om de inrichting van de openbare ruimte waarbij te denken valt aan paden en brandgangen, verlichtingsplannen, verkeersontsluiting enzovoort.

Zoals onder het kopje ‘Algemeen’ op pag. 7 is opgemerkt, kan een goede inrichting van de openbare ruimte in belangrijke mate bijdragen aan een gevoel van veiligheid (bijv. het voorkomen van donkere, enge plekken).

Acties rond het Politiekeurmerk

In Alphen-Chaam ligt een startnotitie rond dit onderwerp, afkomstig van de sector Grondgebiedzaken, uit 2005. Plantoetsers zijn op cursus geweest en er is een checklist opgesteld voor de inrichting van de openbare ruimte. Dit heeft echter nog niet geleid tot een besluit om het Politiekeurmerk daadwerkelijk in te voeren.

In 2008 zal het beleidsplan openbare verlichting worden opgesteld. Ook hierin kan rekening worden gehouden met de vereisten van het Politiekeurmerk. Het Bouwbesluit is voor een groot gedeelte afgestemd op deze vereisten.

De invoering van het Politiekeurmerk betekent dus niet dat het werk op een totaal andere leest moet worden geschoeid. Er wordt al van alles gedaan. Toepassing van het Bouwbesluit bijvoorbeeld, betekent al dat voor een belangrijk deel volgens het Keurmerk wordt gehandeld.

Van belang is, dat ook ketenpartners zoals burgers (beveiliging huis), projectontwikkelaars en bouwbedrijven (bouwen volgens het politiekeurmerk) en woningcorporaties (renovatieprojecten) meegenomen worden in het traject van het keurmerk. Daarnaast is het van belang, dat een integrale werkwijze wordt toegepast zodat vanaf de ontwikkelfase van elke inrichtingsplan, ongeacht de toepassing (woningbouw of bedrijventerrein of wegenaanleg), steeds bij elke stap vanuit de filosofie van het keurmerk wordt gewerkt.

Aanvullend voorstel:

- Intentie uitspreken omtrent invoering van het Politiekeurmerk.

- Regiegroep instellen indien voor invoering Politiekeurmerk wordt gekozen.

- Regiegroep betrekt ketenpartners bij de invoering.

A.5 Voertuigcriminaliteit

Probleemanalyse

Het aantal inbraken in auto’s kent, sinds een daling in 2006, weer een stijgende trend. Het aantal fietsendiefstallen blijft al jaren ongeveer gelijk.

Doelstelling

Terugdringen van de criminaliteit rond autoinbraken en fietsendiefstallen.

Stand van zaken

Op dit moment is er geen specifieke aandacht voor dit onderwerp. In de voorbereiding van deze nota is wel een uitgangspunt aangedragen, te weten dat op plaatsen waar geconcentreerd geparkeerd wordt, deze plaatsen goed in het zicht moeten zijn en voldoende worden verlicht.

Aanpak

- Inventariseren waar de knelpunten liggen.

- Een mogelijke aanpak per knelpunt formuleren.

- In dit traject ook burgers en bedrijven betrekken.

Voorbeelden van maatregelen/instrumenten - geïntensiveerde surveillance politie - geïntensiveerde surveillance andere toezichthouders - gebiedsgerichte veiligheidsprojecten - bewaakte fietsenstallingen

- voorlichting over preventie voertuigcriminaliteit

Aanvullend voorstel:

Dit onderwerp kan meeliften in het traject ‘Politiekeurmerk Veilig Wonen’ indien daarvoor gekozen wordt. Dat betekent met name, dat in nieuwbouw- en renovatieplannen rekening wordt gehouden met een veilige parkeerplaats voor voertuigen en fietsen.

A.6 Drugs- en alcoholoverlast

Ten aanzien van overlast als gevolg van drugs en alcohol, doen zich nauwelijks problemen voor in Alphen-Chaam. De politiegegevens laten over 2007 geen overlastcijfers zien ten gevolge van alcohol en 3 aangiften ten gevolge van overlast van drugs.

Onder titel B. Jeugd en veiligheid wordt uitgebreid aandacht besteed aan de onderwerpen drugs en alcohol Ten aanzien van drugs wordt daarbij gesignaleerd, dat dit in toenemende mate een zorgpunt is.

A.7 Overlast illegaal crossen

Probleemanalyse

Naar aanleiding van klachten (tussen 10 en 20 klachten, gedeponeerd bij de wijkagent) over motorcrossers op onverharde paden is een bijeenkomst geweest met diverse partijen (o.a. burgemeesters van Alphen-Chaam en Goirle).

De wijkagent wil overtreders wel verbaliseren alleen is zijn probleem dat vrijwel nergens concreet staat aangegeven waar de openbare weg eindigt en waar de onverharde zandpaden (bosgebied/natuurgebied) beginnen.

Doelstelling

Terugbrengen overlast en beschermen natuurwaarden.

In deze doelstelling staat een drietal speerpunten centraal, te weten:

  • 1.

    bevorderen dat overlast wordt gemeld bij de gemeente en politie;

  • 2.

    communicatie verzorgen via de weekbladen betreffende de bezorgdheid voor het natuurgebied;

  • 3.

    vaststellen van de norm die vervolgens op ambtelijk niveau wordt uitgewerkt.

Stand van zaken:

Ambtelijk overleg is er geweest met Goirle. Geconcludeerd is dat de handhavingnorm goed is vastgelegd in de APV. Enkel dient duidelijk te worden aangegeven middels bordjes waar het privé-terrein begint en waar het natuurgebied begint.

Om eerst de omvang van het probleem vast te stellen wordt geïnventariseerd bij de gemeente Alphen-Chaam en Goirle hoeveel klachten er zijn (ook bij de politie wordt dit nagevraagd).

Aanpak:

Rond de drie speerpunten, zoals geformuleerd in de doelstelling, wordt het volgende uitgewerkt:

1. Communicatie over het melden van overlast (geldt voor meerdere onderwerpen!);

Communicatie over de bezorgdheid voor het natuurgebied;

in kaart brengen en op een kaart intekenen van de concrete problematiek:

  • -

    waar ontstaat welke overlast;

  • -

    wat zijn de juridische mogelijkheden;

  • -

    wie zijn betrokkenen (particuliere eigenaren die eveneens een zorgplicht hebben).

In 2008 worden verkeersbesluiten genomen om overlast door motorvoertuigen in bos- en natuurgebied te beperken.

Hierbij kan eveneens aandacht besteed worden aan illegale crossterreinen op particulier terrein.

B. Bedrijvigheid en veiligheid

B.1 Winkelcentra en bedrijventerreinen

Algemeen

Veiligheid is ook een belangrijk thema voor het bedrijfsleven. In Alphen en Chaam is geen nadrukkelijk winkelcentrum aanwezig. Zowel in Alphen als in Chaam liggen de winkels min of meer verspreid op en rond de hoofdas. In beide kernen is een bedrijventerrein waar verschillende bedrijfsactiviteiten plaatsvinden en buiten de kernen bevinden zich meerdere loonwerkerbedrijven.

Daarnaast is er de speciale situatie van de aanwezigheid van veel recreatievoorzieningen in de vorm van een 15-tal campings, bungalowparken en een aantal minicampings.

Het verhogen van de veiligheid bevordert de aantrekkelijkheid van een winkelgebied, van een bedrijventerrein alsmede van de toeristische sector.

Om de veiligheid te bevorderen en zelfs zo goed mogelijk te garanderen, is voor deze laatste sector een specifiek traject ingezet. Daarnaast wordt in het algemeen getracht het keurmerk ‘veilig ondernemen’ in te voeren om de veiligheid op bedrijfsterreinen en in winkels te bevorderen.

B.1.1 Veilig ondernemen

Op 15 januari 2007 is de werkgroep ‘Keurmerk Veilig Ondernemen’ samengesteld, bestaande uit de partijen Hoofdbedrijfschap Detailhandel, Ondernemersvereniging Alphen, Brandweer, Politie en de gemeente Alphen-Chaam.

Probleemanalyse

De aanleiding voor het opstarten van het keurmerk was de ervaren onveiligheid, die tot uitdrukking komt in het aantal bedrijfsinbraken. Was er in 2006 sprake van een groter aantal inbraken in de kern Alphen, in 2007 heeft zich dat verplaatst naar Chaam.

De werkgroep ‘Keurmerk Veilig Ondernemen’ heeft zich in 2007 op de veiligheid in het centrum van Alphen gericht. Inmiddels wordt dit uitgebreid naar de kern Chaam.

Doelstelling

Doel van het Keurmerk is het structureel verhogen en borgen van de objectieve en subjectieve veiligheid enerzijds en de aantrekkelijkheid en leefbaarheid in het betreffende gebied anderzijds door middel van een structurele en duurzame samenwerking tussen ondernemers, gemeente, brandweer, politie, openbaar ministerie en Kamer van Koophandel door middel van publiekprivate samenwerking. Gelet op het feit dat ook de horeca in dit traject betrokken is, is er geen afzonderlijk project opgezet voor Veilig Uitgaan.

Stand van zaken

In een voorlichtingsavond van de ondernemersvereniging waar de burgemeester bij was, werd onderstreept dat het Keurmerk VO een goede methodiek behelst en daarmee een goede basis vormt om de veiligheid in het centrum te vergroten. Het Keurmerk werkt in een aantal stappen.

Stap 1: er wordt een veiligheidsscan gemaakt op grond van harde cijfers (politie en brandweer), een straatinspectie en de resultaten van een ondernemersenquête.

Deze scan geeft een analyse van de actuele situatie.

Stap 2: maken van een maatregelenmatrix

Stap 3. Tekenen van een convenant waarmee wordt voldaan aan de vereisten voor het uitreiken van de eerste ster. Het echte keurmerk bestaat uit een drietal sterren.

Medio september 2007 zijn de eerste twee stappen uitgevoerd. In november 2007 is de eerste ster uitgereikt. Overigens richtte de eerste toepassing van het Keurmerk zich alleen op de ondernemers in Alphen.

Aanpak

1. De maatregelen die in de matrix, behorend bij dit Keurmerk Veilig Ondernemen, worden voorgesteld hebben een effect op de inzet van bijvoorbeeld politie. Dit dient te worden verwekt in het jaarplan integrale veiligheid waarin een prioritering wordt gegeven voor de aanpak van

(on-)veiligheid.

Concreet gaat het om de volgende voorstellen:

- extra surveillance in de openbare ruimte van het centrum

- maatregelen ter zake van verkeersveiligheid, zwerfvuil en herstelwerkzaamheden,

brandveiligheid, overlast van jeugd en communicatie. E.e.a. door het inzetten van een Boa.

2. Aanpak en aanbevelingen van het Keurmerk Veilig Ondernemen betrekken bij de inrichting van het

nieuwe centrum in Alphen

3. Uitbreiding van het Keurmerk naar de kern Chaam in 2008.

Aanvullend voorstel:

Deze hele aanpak vormt een uitstekend voorbeeld van een integrale werkwijze op projectmatige basis waarbij binnen vrij korte tijd een helder resultaat wordt neergezet. Dit resultaat vormt weer de basis voor het kiezen en aansturen van activiteiten om de veiligheid te vergroten.

In het kader van het vormgeven van integrale veiligheid kan dit Keurmerk toegelicht worden en als voorbeeld worden gebruikt voor een volgend project.

B.2 Toerisme en veiligheid

Groener dan Groen

Dit is een integraal veiligheidsproject van de politie Breda Zuid-Oost, gemeenten Alphen-Chaam en Baarle-Nassau, de toeristische diensten en de brandweer in deze gemeenten en Staatsbosbeheer.

Probleemanalyse

Recreatievoorzieningen zoals campings zijn minigemeenschappen waar zich ook de veiligheidsproblematiek van de ‘grote gemeenschap’ laat gelden. Met andere woorden, er is sprake van criminaliteit, overlast door alcohol- en drugsgebruik, geluidsoverlast, gevaar voor calamiteiten (brand e.d.) enz. Elders in deze nota wordt ook regelmatig verwezen naar de situatie die zich voordoet of voor kan doen in de recreatiegebieden. Deze problematiek dient in kaart te worden gebracht en een aanpak moet worden uitgewerkt via de bundeling van krachten van alle genoemde partijen.

Doelstelling

Het bereiken van een hoger veiligheidsniveau op de aanwezige campings en bungalowparken. Het verkrijgen van een nog te ontwerpen ‘veiligheidslabel’ voor de aanwezige campings hetgeen kan en zal bijdragen aan een positieve uitstraling op nationaal niveau.

Stand van zaken

In 2007 is dit project van start gegaan in de gemeente Baarle-Nassau. Sinds november 2007 wordt samengewerkt met de gemeente Alphen-Chaam en in 2008 zal dit traject verder inhoud worden gegeven met aandacht voor de lokale aandachtspunten.

In Baarle-Nassau ligt een conceptconvenant waarin knelpunten als ‘permanente bewoning’ en ‘veiligheid en bereikbaarheid’ worden aangepakt.

Aanpak

De omvang van de recreatiesector in Alphen-Chaam en het belang van veiligheid en aantrekkelijkheid van deze sector rechtvaardigen, dat in Alphen-Chaam een probleem-eigenaar of projectleider wordt benoemd om aan dit project vanuit deze gemeente mede invulling te geven. Dit is van belang om eigen relevante accenten te kiezen en voor een adequate sturing op de implementatie van gekozen maatregelen.

B.3 Grootschalige evenementen

Probleemanalyse

In 2006 is een nieuw evenementenbeleid vastgesteld waarin een onderscheid wordt gemaakt voor wat betreft de schaal en omvang van een evenement.

Om overlast tegen te gaan en de veiligheid te vergroten zijn diverse maatregelen genomen, waaronder verscherpte vergunningvoorschriften en een integrale benadering van het evenement. Uit onderzoek naar de situatie rond evenementen en feesten in het najaar van 2007 blijkt, dat dit evenementenbeleid succesvol genoemd mag worden. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar het collegebesluit van 13 november 2007.

Er is ook onderzoek gedaan naar de situatie rond middelengebruik bij grote evenementen. Hierop is nader ingegaan onder het kopje ‘C: Jeugd en Veiligheid’. Hieruit is ook een aantal aanbevelingen naar voren gekomen om het alcoholgebruik onder de jeugd terug te dringen. Onder het kopje ‘aanpak’ wordt hierop nader ingegaan.

Doelstelling

Op permanente basis aandacht hebben voor de aspecten overlast en veiligheid. Het terugdringen van middelengebruik onder jeugdige bezoekers van grote evenementen.

Stand van zaken

Aanpak

Om de twee jaar aanbieden van de cursus Eerste hulp bij Drugsincidenten in het Uitgaanscircuit ten behoeve van de plaatselijke horeca en organisatoren van grote evenementen.

Handhaving van de voorschriften (mede door een aan te stellen Boa).

Integraal beleid ontwikkelen, dat wil zeggen tezamen met relevante partners, met een link naar het Jeugdbeleid en het Gezondheidsbeleid met betrekking tot uitgaan en maatregelen daaromtrent. Voorbeelden van suggesties die hierbij betrokken kunnen worden zijn:

- dronken jongeren de deur weigeren en ouders betrekken bij de problematiek

- kijken naar mogelijkheden om bijvoorbeeld tot 22.00 uur een gereduceerd tarief te hanteren

zodat jongeren vroeger naar het evenement komen

- onderzoek doen met omliggende gemeenten naar de mogelijkheden van een regeling voor

(taxi-) vervoer in het uitgaanscircuit (zie ook onder C. Jeugd en Veiligheid onder punt 2.)

C. Jeugd en veiligheid

Algemeen

Jeugd- en veiligheidsbeleid bevindt zich op het snijvlak van het lokale jeugdbeleid en het lokale veiligheidsbeleid. Daarbij gaat het niet alleen om jeugdigen die in hun omgeving problemen veroorzaken (onveiligheid door jeugd) maar ook om jeugdigen die problemen ondervinden en hulp nodig hebben (onveiligheid voor jeugd). Daarom is het belangrijk om een adequate aanpak van jeugd- en veiligheidsproblematiek te ontwikkelen, die aansluit op problemen die spelen in Alphen en Chaam. Dit gebeurt al in de vorm van een preventieve aanpak via verschillende projecten met name in het basisonderwijs en in de vorm van hulpverlening en begeleiding. In Alphen en Chaam is een complicerende factor dat er geen scholen zijn voor voortgezet onderwijs. Met andere woorden: na de basisschool is er geen gemakkelijk toegankelijk platform om de jeugd te bereiken. Door het versterken van de gemeentelijke rol bij het vroegtijdig signaleren en aanpakken van problemen bij jongeren kan een deel van de negatieve spiraal in een vroegtijdig stadium worden gestopt. In 2009 zal in Alphen-Chaam op een nader te bepalen wijze invulling zijn gegeven aan het Centrum voor Jeugd en Gezin. Ouders en kinderen/jongeren kunnen daar met alle vragen en opmerkingen over opvoeding terecht.

Van belang is verder, dat waar mogelijk jeugdparticipatie wordt georganiseerd bij de uitwerking van alle beleid op het terrein van jeugd en veiligheid.

C.1 Overlastgevende jeugd

Probleemanalyse

In het algemeen kan gesteld worden dat slechts sommige jongeren overlast veroorzaken. Dit kan variëren van jongeren die gewoon op straat hangen tot en met jongeren die crimineel gedrag vertonen. Om vast te kunnen stellen of van het een of ander sprake is, is het van belang dat er een goed beeld bestaat van de jongeren, hun behoeften en hun problemen.

Indien nodig en relevant, zal vervolgens voor een gedifferentieerde aanpak gekozen moeten worden. Dit kunnen zowel groepsactiviteiten zijn als een persoonsgerichte aanpak. Van essentieel belang is de rol die de diverse partners in dit geheel spelen.

Met andere woorden: de keten ‘jeugd en veiligheid’ moet georganiseerd worden in samenwerking met de interne (gemeentelijke) en externe deskundigen c.q. partners.

De politie signaleert dat zich op dit moment geen structurele problemen voordoen op dit terrein. Er is van een groepje bekend wie daarvan deel uitmaken en waar zij zich ophouden. Er vindt geen overlast

(op structurele basis) plaats.

Doelstelling

Voorkomen van structurele problematiek.

Stand van zaken

Op dit moment wordt vormgegeven aan een integrale benadering van de jeugdhulpverlening via het 12- en 12+ overleg. Daarnaast zal elke minderjarige die met politie of justitie in aanraking komt worden besproken in het justitieel casusoverleg dat in het Veiligheidshuis plaatsvindt.

In het algemeen is een tweetal knelpunten gesignaleerd, te weten:

- er is geen specifiek budget beschikbaar voor de aanpak van knelpunten die in het 12- en 12+ overleg

gesignaleerd worden. Overigens moet hierbij opgemerkt worden, dat het niet gaat om knelpunten

die ontstaan als gevolg van overlast door jongeren. Veeleer moet worden gedacht aan knelpunten die

ontstaan in bijvoorbeeld een gezinssituatie waarvan kinderen/jongeren de dupe dreigen te worden. In

crisissituaties komt het incidenteel voor, dat budget nodig is om daarvoor een oplossing te vinden;

- in het kader van preventie, kan de politie idealiter een beroep doen op een jeugdwerker met een goed

jeugdnetwerk.

Aanpak

Voorzetting project ‘Be cool, feel good’.

Subsidiëring in zinnige vrijetijdsbesteding in jeugdactiviteiten. Beschikbaarstelling van een budget voor crisissituaties.

Aanvullend voorstel

Dit punt meenemen in actualisatie jeugdbeleid waar het gaat om het betrekken van de jeugd bij het creëren van voorzieningen voor hen. Verder op dit moment niet als actiepunt meenemen in veiligheidsbeleid.

C.2 Alcohol

Probleemanalyse

Problematisch alcoholgebruik is een probleem dat aanvankelijk door de wijkagent werd gesignaleerd en wat ook via bevolkingsonderzoek zoals de GGD-monitor bevestigd werd.

Door het sterk ontwikkelde verenigingsgebeuren en de daaruit voortvloeiende feesten en andere plaatselijke tradities is het gebruik van alcohol ook onder de leeftijd van 16 jaar ingeburgerd.

In Alphen en Chaam gebruikt 25% van de 12-17 jarigen zwaar alcohol, dat wil zeggen meer dan 6 glazen op één of meerdere dagen in het weekend. In West-Brabant is dit cijfer 13% (gegevens: GGD, themabijeenkomst volksgezondheid 2006 met raads- en commissieleden).

Overmatig alcoholgebruik is derhalve geconstateerd onder jongeren tussen 12 en 18 jaar, meer jongens dan meisjes, in hoofdzaak lokale jeugd bij de grootschalige evenementen zoals schuur- en tentfeesten maar ook op de campings (vakantiegangers) en bij de zwemgelegenheden (Weidebad en ’t Zand). Daarnaast op de bekende hangplekken op de Raadhuisstraat, W. Binckplein en Zandstraat

(bij kapelletje) in Alphen en/of Weidebad en Bouwerij in Chaam.

Doelstelling

Geen alcoholgebruik onder de 16 jaar en vermindering bovenmatig alcoholgebruik boven de 16 jaar [4].

Stand van zaken

De politie signaleert dat door de aanscherping van eisen bij evenementenvergunningen, zich tijdens de evenementen waarvoor vergunning is verleend, geen alcoholprobleem voordoet. Er is wat dat betreft sprake van een succesvolle aanpak. De problematiek verplaatst zich wel naar het zogenaamde indrinken. Jeugd komt ‘ingedronken’ naar een evenement. Een afdoende aanpak voor dit indrinken is (nog) niet voorhanden.

Uit een onderzoek van de gemeente Baarle-Nassau/Hertog en Alphen-Chaam door de jongerenwerker van Baarle-Nassau i.s.m. de veldwerker van Novadic-Kentron, o.a. naar de situatie rond grote evenementen, wordt ten aanzien van het indrinken het volgende voorgesteld:

- dronken jongeren de deur weigeren

- voor 22.00 uur een gereduceerd tarief hanteren zodat jongeren vroeger naar het evenement komen.

In dat kader wordt ook voorgesteld om in de voorverkoop alleen kaarten te verkopen met inbegrip van 1 consumptiebon en vermelding dat deze bon alleen voor 22.00 uur ingeleverd kan worden.

De tekst die hier cursief is gedrukt, is uitgewerkt binnen het onderwerp: B. Bedrijvigheid en veiligheid, punt 3. Grootschalige evenementen.

Daarnaast is er sprake van ‘ingeburgerd (probleem-) drinken’ bij activiteiten zoals carnavalswagens bouwen en seizoensarbeid in de land- en tuinbouw.

Een ander punt van aandacht is de vervoersproblematiek van de jeugd vanaf de uitgaanslocaties naar huis. Nader onderzoek tezamen met omliggende gemeenten kan inzicht geven in de (on-) mogelijk-heden en wensen omtrent het organiseren van taxivervoer of anderszins.

Naast de succesvolle aanpak via de evenementenvergunning, kan ook gesproken worden van een succes van de alcoholvrije jeugdsoos die éénmaal per maand wordt georganiseerd voor de jeugd in een drietal horeca-inrichtingen als volgt:

1. Alphen: Stichting Jeugdinstuif in café Welkom

2. Chaam: Stichting C-You in café Chaamsch Wapen (jeugd tot 16 jaar)

3. Galder: Stichting Jeugdbelangen Galder in De Leeuwerik (jeugd tot 14 jaar)

Aanpak

De aanpak is gericht op:

- nadere voorwaarden scheppen in het kader van evenementenvergunningen (zie onder B.3)

- voortzetting project ‘be cool, feel good’ op de basisscholen

- start 2007 met een preventief integraal project ‘Beperking gebruik genotmiddelen jeugd vanaf 10 jaar’. In dit project wordt met name ook aandacht besteed aan de rol van het verenigingsleven c.q. sportclubs, horeca, slijters en supermarkten

- integrale benadering van de jeugdhulpverlening in het 12- en het 12+ overleg (aan het 12+ overleg neemt ook de beleidscoördinator integrale veiligheid deel)

Aanvullend voorstel

- Breed integraal overleg organiseren waarin doelstellingen en aanpak wordt geformuleerd, dit in aansluiting op de doelstelling van de nota volksgezondheid om ‘een integraal projectplan uit te voeren om het alcoholgebruik onder jongeren (vanaf 10 jaar) terug te dringen in 2008 + voorbereiding en verdere integrale stappen met uitvoering in 2009 en 2010 en evaluatie in 2011’ .

- Integraal alcoholbeleid vormgeven waarbij ook aandacht voor (sport-)kantines e.d.

- Onderzoek doen met omliggende gemeenten naar de mogelijkheden van een regeling voor ( taxi) vervoer in het uitgaanscircuit.

C.3 Drugs

Algemeen

Anders dan ingeval van de alcoholproblematiek, geldt voor drugsgebruik niet dat dit met name onder jeugdige gebruikers tot opvallende problemen leidt. Wat dat betreft zou dit dan ook niet uitsluitend onder deze titel ‘jeugd en veiligheid’ aan de orde moeten komen.

Om pragmatische redenen alsook vanwege het feit, dat de politie heeft opgemerkt dat in de praktijk steeds jongere kinderen met steeds zwaardere drugs in aanraking komen, is ervoor gekozen om dit onderwerp toch op deze plaats uit te werken.

Cannabisproducten (hasj, marihuana) zijn niet sterk verslavend en relatief onschadelijk voor de gezondheid. Wel is het percentage van de werkzame stof in hasj behoorlijk toegenomen (in nederwiet is het percentage gestegen van 9% in 1999 tot 18% in 2005). Het risico van afhankelijkheid neemt toe bij langdurig frequent gebruik. Jongeren die blowen, vertonen meer probleemgedrag. Tevens blijken de schoolprestaties van cannabisgebruikers relatief vaker onder de maat vergeleken met scholieren die geen cannabis gebruiken. Het verband tussen cannabisgebruik en gedragsproblemen wordt sterker naarmate de frequentie van het gebruik toeneemt.

Van harddrugs is verslaving ofwel afhankelijkheid een belangrijk effect. De effecten van harddrugs verschillen sterk. Zo werkt heroïne vooral snel geestelijk en lichamelijk verslavend en is cocaïne wel geestelijk maar minder lichamelijk verslavend. Voor XTC en GHB geldt, dat de verslavende werking vermoedelijk gering is (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2006)[5].

Probleemanalyse

Ofschoon eerder nauwelijks van een drugsprobleem kon worden gesproken, geven de cijfers inmiddels een stijgende trend weer en signaleert de politie een zorgpunt.

Terwijl in de kern Alphen vooral een toename te zien is in de handel in softdrugs, is er in Chaam een groei waarneembaar in de handel in harddrugs. Daarnaast constateert de politie dat steeds jongere kinderen in aanraking komen met steeds zwaardere drugs.

Doelstelling

1. Monitoren van de actuele situatie en op grond daarvan voorstellen formuleren voor

maatregelen als daartoe aanleiding bestaat.

In samenspraak met alle betrokkenen en met inachtname van de wettelijke voorschriften, de grens bepalen van wat toelaatbaar wordt geacht en voorkomen dat deze grens wordt overschreden.

Stand van zaken

Enerzijds is er de situatie dat bewoners van recreatiebedrijven contacten hebben met randstedelijke dealers/gebruikers waardoor een toenemend drugsprobleem ontstaat. Novadic&Kentron heeft op de Alphense campings voorlichting over drugs gegeven via het project ‘De Bus’.

Anderzijds zijn in Chaam dealers vanuit de eigen woning actief met het verkopen van soft- en harddrugs aan o.a. de jeugd.

Voor de kernen Galder en Strijbeek geldt, dat er in 2007 een 5-tal respectievelijk 3-tal aangiften zijn gedaan over gebruik danwel handel in softdrugs. Aangiften met betrekking tot harddrugs zijn er niet of nauwelijks (van 2003 tot en met 2007 is er 1 aangifte in Strijbeek gedaan in 2006).

Aanpak

- Voortzetting van de nul optie ten aanzien van coffeeshops.

- Bespreking van individuele overlast in het MASS-overleg, het veiligheidshuis en het preventief casusoverleg. De focus ligt op het bezien van de mogelijkheden voor een integrale aanpak.

- Omtrent voorlichtingsacties die gericht zijn op de jeugd, wordt verwezen naar veiligheidsveld C: Jeugd en Veiligheid

- Via het integrale veiligheidsproject ‘Groener dan Groen’ voor de recreatiesector ook aandacht schenken aan drugs- en drugsgebruik.

- Voortzetting project ‘Be cool, feel good’ voor de basisschooljeugd.

- In het vervolgproject ‘Beperking gebruik genotmiddelen door de jeugd vanaf 10 jaar’ wordt hieraan (al) aandacht besteed.

- Om de twee jaar aanbieden van de cursus Eerste hulp bij Drugsincidenten in het uitgaanscircuit ten behoeve van de plaatselijke horeca en organisatoren van grote evenementen.

- Integrale benadering van jeugdhulpverlening in het 12- en 12+ overleg (leerplichtambtenaar, beleidscoördinator integrale veiligheid, politie, maatschappelijk werk Breda).

Aanvullend voorstel

Voortzetting voorlichtingsproject ‘De Bus’ van Novadic&Kentron op de campings. In kaart brengen van problematiek door politie, GGD en Novadic, e.e.a. op initiatief van de coördinator integrale veiligheid en vervolgens bestuurlijke afweging omtrent eventuele aanpak. Daarbij staat centraal:

monitoring van de situatie, bepalen van de toelaatbare grens en de wijze waarop dit wordt bewaakt.

D. Fysieke veiligheid

D.1 Verkeersveiligheid

Probleemanalyse

Uit het Jaarplan politie 2006 blijkt, dat in enkele wijken in Alphen en Chaam sprake is van overlast door snelheid en parkeergedrag, met name rond de basisscholen en de uitvalswegen. In Galder is sprake van overlast en risico’s voor de veiligheid door snelheid binnen de bebouwde kom waar een 30 kilometerzone is aangelegd. In Strijbeek en Ulvenhout A-C geldt hetzelfde maar daar wordt de overlast en het risico veroorzaakt door het doorgaand verkeer buiten de bebouwde kom. Uit het Uitvoeringsplan Verkeersveiligheid van 30 mei 2006 en uit politiegegevens blijkt, dat de verkeersveiligheid op de Strijbeekseweg aandacht behoeft.

Uit beschikbare informatie blijkt, dat in de nabije toekomst in Alphen-Chaam sprake is van vergrijzing[6]. De bevolkingsgroep vanaf 65 jaar ervaart verkeersveiligheid als het meest belangrijke onderwerp in deze gemeente (45%)[7]. Deze combinatie van factoren geeft aanleiding om het onderwerp verkeersveiligheid in relatie tot de genoemde groep weggebruikers op de agenda te plaatsen voor nader onderzoek.

Doelstelling

Streven naar permanente verkeerseducatie.

Realiseren van een verkeersveilige infrastructuur.

Realiseren van burgerparticipatie.

Stand van zaken

Voor wat betreft de verkeersveiligheid rond de scholen, wordt in Alphen-Chaam onder de noemer van het Brabants Verkeersveiligheidslabel op integrale wijze gewerkt aan een mensgerichte aanpak door middel van o.a. verkeerseducatie. Dit Verkeersveiligheidslabel is een samenwerkingsverband tussen de provincie, de gemeente en de scholen en wordt vanuit de provincie gesubsidieerd.

De verblijfsgebieden binnen de kernen Alphen, Chaam en Galder zijn ingericht en aangeduid als 30-km zones. Tevens zijn er delen buiten de bebouwde kom ingericht als 60 km-zone.

Aanpak

1. Voor wat betreft de verkeerseducatie:

- promoten toepassing van het Brabants Veiligheids Label

- organiseren ‘broemritten’

2. Voor wat betreft de verkeersinfrastructuur:

- permanent monitoren van de verkeersveiligheid op alle wegen

Vanuit het Uitvoeringsplan Verkeersveiligheid 2006 vloeit voort:

- uitbreiding 60 km- zones buiten de bebouwde kom, zowel in aantal als in oppervlak

- verhogen verkeersveiligheid Strijbeekseweg

3. Voor wat betreft het organiseren van burgerparticipatie:

- met wijkbewoners om de tafel gaan om behoeftes en problemen te inventariseren en gezamenlijk met gemeente en politie op te trekken als het gaat om het treffen van maatregelen, die direct aansluiten bij de lokale behoefte.

Bij bovenstaande punten is aandacht voor de invalshoek van toekomstige vergrijzing. Mogelijk moeten daaraan concrete actiepunten worden verbonden.

Voor wat betreft de handhaving kunnen gerichte controles uitgevoerd worden op plaatsen waar sprake is van:

-te hard rijden (bijv. via verrijdbare signalering)

-foutief parkeren

-crossen met scooters

-agressief weggedrag

Uitvoering: politie, verkeershandhavingsteam, scooterteam en districtelijke snelheidswaarnemer. Hierbij eveneens betrekken: Veilig Verkeer Nederland Alphen-Chaam/Baarle-Nassau.

Aanvullend voorstel:

Er komen in deze kadernota meerdere onderwerpen aan bod, waarbij burgerparticipatie wordt aanbevolen. Bij de uitwerking dient hieraan structuur te worden gegeven, zodat een éénduidig kader ontstaat voor het betrekken van burgers bij de uitwerking van deze onderwerpen.

D.2 Brandveiligheid gebouwen

Algemeen

Op grond van het Bouwbesluit en de Bouwverordening worden eisen gesteld aan gebouwen op gebied van brandveiligheid en het brandveilig gebruik. Binnen gemeente Alphen-Chaam verzorgt de brandweer de advisering op gebied van brandveiligheid, zoals bij bouwvergunningen. Ook verzorgt de brandweer de verstrekking van gebruiksvergunningen voor bouwwerken en tijdelijke bouwsels zoals tenten bij evenementen.

Probleemanalyse

De handhaving bij verleende gebruiksvergunningen verdient meer aandacht en dreigt achterstand op te lopen door beperkte capaciteit.

Doelstelling

Brandveilig maken van gebouwen op het niveau van het wettelijk minimum en het handhaven van dit brandveiligheidsniveau.

Stand van zaken

Binnen gemeente Alphen-Chaam is de inhaalslag brandveiligheid vrijwel voltooid. Het aantal gebruiksvergunningen dat voor (nieuwe) bouwwerken wordt verstrekt is heel beperkt. Door de voltooiing van de inhaalslag mag een voldoende mate van brandveiligheid worden geacht.

Ontwikkelingen

Onlangs heeft VROM minister Vogelaar het conceptbesluit Brandveilig gebruik bouwwerken ofwel kortweg Gebruiksbesluit naar de Tweede Kamer gestuurd. Met het Gebruiksbesluit komen eenduidige regels voor brandveilig gebruik van bouwwerken. Een gebruiksvergunning is te zijner tijd alleen nog vereist bij heel risicovolle vormen van gebruik zoals bepaalde kinderdagverblijven, onderwijsfuncties en logiesfuncties.

Het Gebruiksbesluit heeft veel invloed op het werkveld van brandweer en handhaving. De omvangrijke wijziging heeft de afgelopen jaren veel voeten in aarde gehad en kan nog op veel verzet stuiten. Zo heeft de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) aanbevelingen gedaan die zij nog graag terugziet in de uiteindelijke wettekst.

De administratieve en personele lasten nemen ogenschijnlijk af door het afschaffen van de gebruiksvergunning. Het taakaccent zal echter meer komen te liggen op gebied van toezicht en handhaving. Voorkomen moet worden dat het (brand)veiligheidsbewustzijn afneemt en dat bijvoorbeeld een wildgroei aan onveilige evenementen ontstaat.

Aanpak

Eventuele personele knelpunten in kaart brengen en oplossen.

Aanvullend voorstel:

De komende periode moet extra rekening worden gehouden met invoering en implementatie van wijzigingen in de regelgeving.

D.3 Risico´s gevaarlijke stoffen/externe veiligheid

Probleemanalyse

Binnen gemeente Alphen-Chaam is een beperkt aantal risicolocaties aanwezig. Het gaat met name om camping- of brandstofverkopende bedrijven. Een binnen de gemeentegrens aanwezige munitieopslag valt niet onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO).

Door de brandweer worden vrijwel geen aandacht geschonken aan dit onderwerp. Het is een specialistisch vakgebied. Indien daartoe noodzaak bestaat kan een beroep worden gedaan op specifieke vakkennis bij de regionale brandweer. Door het ontbreken van bedrijven die vallen onder BRZO mag worden verondersteld dat geen bijzonder risicovolle situaties aanwezig zijn.

Doelstelling

Stand van zaken

Aanpak

Element dat nader uitgewerkt moet worden: D.4 Risico’s natuurrampen

E. Integriteit en veiligheid

E.1 Radicalisering

Probleemanalyse

Naar aanleiding van een brede maatschappelijke discussie en incidenten die zich hebben voorgedaan in het politiedistrict Breda, heeft de districtsdriehoek van het politiedistrict Breda aan het COT[8] de opdracht gegeven om een verkennend onderzoek uit te voeren naar polarisatie en radicalisering. De onderzoeksvraag luidde: ‘in hoeverre is er sprake van polarisatie en radicalisering in de zes gemeenten en wat is hiervan de vermoedelijke aard en omvang?’

In augustus 2006 is het eindrapport opgeleverd en vervolgens aangeboden aan de leden van de districtsdriehoek.

Doelstelling

Monitoren van de actuele situatie om van daaruit een eigen visie met eigen keuzes te kunnen maken.

Stand van zaken

Uit het onderzoek bleek, dat in Alphen-Chaam geen sprake is van georganiseerd rechts-radicalisme. Wel zijn jongeren uit Alphen-Chaam wel eens betrokken bij incidenten in Breda. Ook kent de gemeente jongeren die zich xenofobistisch uiten en daarbij gebruik maken van rechts-radicale symboliek. Een groep van 10 tot 15 jongeren profileert zich als Lonsdaler.

Vanuit de allochtone gemeenschap zijn er geen signalen dat er sprake is van xenofobe uitingen.

In het politiedistrict Breda is een aantal ambtelijke werkgroepen geformeerd rond de thema’s ‘voetbal’, ‘scholen’ en ‘Lonsdale’. Alphen-Chaam is vertegenwoordigd in de werkgroep ‘scholen’.

Aanpak

Het onderwerp ‘polarisatie’ in het thema ‘Veilige School’ inpassen op de scholen voor voortgezet onderwijs. Een aantal aandachtspunten is benoemd:

afstemming zoeken met de regionale samenwerkingsverbanden buiten Breda, omdat er ook kinderen buiten het district naar school gaan;

het benoemen van zorgcoördinatoren en per school een veiligheidscoördinator ten aanzien van sociale en fysieke veiligheid;

in kader van preventief casus overleg eventueel aansluiting zoeken bij het Veiligheidshuis.

Aanvullend voorstel:

Het COT heeft voor Alphen-Chaam een tweetal aanbevelingen gedaan:

laat een vast aanspreekpunt van de gemeente actief contacten zoeken met lokale autoriteiten en scholen in andere gemeenten waar de jeugd uit Alphen-Chaam een groot deel van de tijd doorbrengt. Benut deze contacten voor het verkrijgen van meer kennis over en inzicht in gedrag van de eigen jeugd.

Wees alert op de beeldvorming bij de autochtone bevolking ten aanzien van de Poolse bewoners, zowel op de middellange en lange termijn.

E.2 Georganiseerde criminaliteit

E.2.1 Hennepkwekerijen

Probleemanalyse

Volgens een voorstel aan het college van b&w van 28 maart 2006 zijn ‘hennepkwekerijen een veel voorkomend verschijnsel’. In 2005 is een tweetal kwekerijen ontmanteld in Galder en Ulvenhout AC en in 2006 een kwekerij te Chaam. In de eerste helft van 2007 is een tweetal hennepkwekerijen in Alphen opgerold. Het exploiteren van een hennepkwekerij is een criminele, strafbare activiteit die vormen van overlast veroorzaakt, gevaar voor mensen en goederen, tast in het algemeen het woon- en leefklimaat aan van de omgeving en het veiligheidsgevoel van omwonenden in het bijzonder.

Doelstelling

Aanpak en terugdringen van hennepkwekerijen en eventuele drugspanden via een

gezamenlijk en afgestemd optreden tussen alle betrokken partijen in het politiedistrict Breda.

Stand van zaken

Aanpak

Per 1 januari 2008 wordt een convenant gesloten tussen gemeenten, politie, openbaar ministerie, Essent netwerk BV, woningbouwverenigingen en woningstichtingen in het gebied van de gemeenten Breda, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Rucphen Zundert en Etten-Leur (politiedistrict Breda) omtrent de aanpak van hennepkwekerijen en drugspanden.

Aanvullend voorstel

- problematiek nader in kaart brengen door samenwerking tussen politie, justitie en

gemeentelijke coördinator

- aanpak formuleren

E.3 Bestuurlijke integriteit

E.3.1 Wet Bibob

Probleemanalyse

Doelstelling

Op 1 juni 2003 is de wet Bibob in werking getreden. De wet voorziet in de mogelijkheid om aanvragen om een gemeentelijke subsidie of vergunning te screenen op een mogelijke criminele achtergrond. Via deze weg heeft de gemeente de mogelijkheid zich te beschermen tegen het risico dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteert.

Stand van zaken

Er ligt een eerste aanzet om te komen tot een Bibob-beleidslijn voor Alphen-Chaam. De beleidslijn richt zich tot de drank- en horecavergunningen, het prostitutiebedrijf/escortbedrijf en de speelautomatenhal. Overigens is de uitvoering en implementatie van de Wet Bibob ingebed in een regionale projectorganisatie, die wordt getrokken door een vanuit de politieregio aangewezen Bibob-coördinator. Regelmatig vindt afstemming plaats tussen de deelnemende gemeenten over de beleidsmatige en uitvoeringstechnische aspecten van de weet Bibob. Regionaal wordt onderzocht in hoeverre ook voor de sectoren bouw- en milieuvergunningen toepassing aan de wet kan worden gegeven.

Aanpak

Uit de geraadpleegde informatiebronnen blijkt, dat de aanpak via Bibob een behoorlijke impact heeft op de ambtelijke inzet. Het verdient aanbeveling om te onderzoeken in hoeverre Alphen-Chaam een beperkte of meer uitgebreide Bibob-toetsing wil introduceren. Dit dient uitwerking te krijgen in de gemeentelijke beleidslijn en vervolgens zal implementatie hiervan moeten volgen.

E.4 Handhaving

Algemeen

Handhaving is het door toezicht en het toepassen van bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en privaatrechtelijke middelen bereiken dat algemeen geldende voorschriften worden nageleefd. Handhaving moet daarbij worden beschouwd als een keten van met elkaar samenhangende en op elkaar volgende activiteiten, te weten: preventie, signalering, oordeelsvorming en sanctionering en daarnaast de ontwikkeling en de evaluatie van het handhavingsbeleid.

E.4.1 Bestuurlijke handhaving (Boa-Goa)

De gemeente heeft verschillende mogelijkheden om haar handhavende en toezichthoudende taak uit te voeren. In de eerste plaats kunnen zij daartoe aangewezen gemeenteambtenaren in het kader van hun toezichtstaak inzetten die overtredingen kunnen constateren. Op grond van artikel 5.2 Algemene wet bestuursdienst (Awb) kan het gemeentebestuur toezichthouders benoemen.

Probleemanalyse

Het feit dat momenteel geen gemeentelijke handhaver in Alphen-Chaam actief is ter zake van de APV en het evenementenbeleid, wordt ervaren als een manco waar het gaat om het houden van toezicht en het handhaven van de regelgeving op het gebied van de openbare orde en veiligheid. Dit geldt in het bijzonder voor de weekends en avonduren.

In recente besluitvorming op het terrein van het evenementenbeleid is ook aangegeven, dat een goed handhavingsbeleid moet worden vormgegeven om het ontbreken van gemeentelijke handhaving terzake van de APV en het Evenementenbeleid te compenseren.

Doelstelling

Het realiseren van beleid om regelgeving effectief te kunnen handhaven.

Stand van zaken

In Alphen-Chaam is een tweetal gemeentelijke toezichthouders actief, te weten op het terrein van bouwen en wonen en ruimtelijke ordening en op het terrein van milieuzaken.

Binnen het zogenaamde handhavingoverleg wordt tweemaandelijks, samen met de juridische handhaver en politie, de handhaving op deze specifieke terreinen bewaakt.

In Alphen-Chaam wordt in principe geen (niet ambtshalve) gemeentelijk toezicht gehouden op grond van de APV waarbij te denken valt aan overtredingen op het terrein van:

- het gebruik van de openbare ruimte

- horecaoverlast

- terrassen

- reclame

- campings en recreatievoorzieningen

- naleven van vergunningvoorschriften

- parkeren

- beplakken en bekrassen van de weg of een onroerende zaak

- overlast door mensen en dieren

Aanpak

- Inventarisatie handhavingbehoefte (zie ook hiervoor)

- Op een pragmatische wijze handhaving uitoefenen op grond van prioriteiten

- Aanstelling van BOA voor APV-zaken en andere overlast zaken. Een inschattting van de salariskosten die hieraan verbonden zijn komt uit op circa € 24.000,00 op jaarbasis voor een halve formatieplaats. Overigens kan ook op dit punt e.e.a. in samenwerking met Baarle-Nassau worden vormgegeven.

Aanvullend voorstel

E.4.2 Bestuurlijke boete (Wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte,

Wet BB)

Al enige tijd wordt gesproken over een nieuw handhavinginstrument: de bestuurlijke boete. Met behulp hiervan kunnen bestuursorganen bepaalde overtredingen beboeten.

Het gaat daarbij niet om een handhaving die is gericht op beëindiging van de overtreding, zoals bij de bestuurlijke dwangsom, maar om een punitieve sanctie in de vorm van een boete.

De strafbaarstelling van gedragingen zoals wildplassen en verkeerd aanbieden van huisvuil, zijn in lokale verordeningen geregeld. Alleen het sluitstuk van de punitieve handhaving valt in het huidig systeem onder het strafrecht. Dit betekent dat de gemeentelijke toezichthouder op bijvoorbeeld huisvuil of overlast in een winkelcentrum wel mag opletten of er iets aan de hand is, maar geen boete mag opleggen.

De invoering van de bestuurlijke boete komt tegemoet aan zowel de wens tot meer invloed van het gemeentebestuur op de handhaving van de normen betreffende overlast in de openbare ruimte als aan de wens om de strafrechtsketen te ontlasten. De invoering van de bestuurlijke boete ter bestrijding van overlast in de openbare ruimte, zal enerzijds als voordeel hebben dat de strafrechtsketen wordt ontlast, zodat politie en justitie meer capaciteit hebben om zwaardere zaken te behandelen.

Anderzijds zal het aan het gemeentebestuur in het kader van het integrale veiligheidsbeleid een grotere invloed verschaffen op de aanpak van overlast in de openbare ruimte en daarmee de handhaving op dat vlak kunnen versterken. Omdat de ontvangsten, anders dan bij strafrechtelijke boeten, naar gemeenten gaan, hebben gemeenten meer mogelijkheden voor versterking van de handhaving.

Invoering brengt echter betekent ook meer inzet van de handhavinginzet. Op het moment dat over dit instrument meer duidelijkheid is, kan bekeken worden of er toch toepassingsmogelijkheden zijn in Alphen-Chaam.

Bronvermelding

1. Politie Zuid Oost, gemeente Alphen - Chaam Jaarplan 2006

1. Politie Midden en West Brabant, district Breda, halfjaarrapportage 2007

alsmede meest actuele cijfers

2. Bevolkingsmonitor 2005

3. Integraal veiligheidsprogramma 2006 gemeente Breda

4. Veiligheidsjaarplan 2007/2008 gemeente Alphen - Chaam

5. GGD gezondheidsmonitor 2006

6. Kernboodschap voor Lokaal Beleid GGD 2007

7. Ouderenenquête GGD 2007

8. Diverse onderzoeksrapporten van Novadic-Kentron

9. Veiligheidsprogramma 2007 en 2008 gemeente Baarle-Nassau

10. Gesprekken met politie, GGD en gemeentelijke medewerkers

11. Presentatie MO op 29 oktober 2007

12. Raadsvoorstel met betrekking tot de vaststelling jeugdbeleid Alphen - Chaam 2008

13. Rapport 2006 COT ‘Tussen feiten, beelden en gevoelens’.

14. Politiemonitor bevolking meting 2005

15. Halfjaarrapportage politie Midden en West Brabant 2007

16. Ontwerpnota Volksgezondheid Alphen-Chaam 2008-2011

BIJLAGE: Stappenplan Veilig Alphen-Chaam

STAP 1 ONDERZOEK

- dossiers

- cijfermatiaal hard: politie-justitie-GGD

zacht: bevolkingsonderzoek, info sleutelfiguren organisaties

(intern en extern deskundigen)

betrokkenen

- coördinator veiligheid legt basis, verzamelt info

- portefeuillehouder bespreekt met politie en justitie/aanvullen info

- bespreking met sleutelfiguren (in- en extern deskundigen)

- basis creëren: veiligheidsthema’s vaststellen

STAP 2 ANALYSE

- sluit het huidig beleid aan op veiligheidsthema’s (problematiek)

- waar is bijstelling nodig c.q. nieuw beleid/aanpak

betrokkenen

- MO wordt geïnformeerd over integrale veiligheid en uitgangspunten

- betrokken in- en extern deskundigen bespreken analyse en vullen aan

- coördinator veiligheid bereidt collegevoorstel voor:

- kadernota gemeenteraad met voorstel om vast te stellen:

- prioritering veiligheidsthema’s raadsperiode (en ruimte voor bijstelling)

- zonodig middelen voor onderzoek en aanstellen coördinator veiligheid

- opdracht aan college voor uitwerking in veiligheidsprogramma

STAP 3 KEUZES en CONSEQUENTIES

- gemeenteraad stelt kaders (geeft opdracht aan college om prioritering

veiligheidsthema’s verder uit te werken in jaarplannen)

- college werkt veiligheidskaders uit in veiligheidsprogramma met prestatieafspraken (via coördinator integrale veiligheid)

- portefeuillehouder heeft overleg met politie, justitie, ketenpartners en organisatie om prestatieafspraken te borgen in verschillende begrotingen en jaarplannen (van partners)

- veiligheidsprogramma vastgesteld door college van b&w

- prestatieafspraken met doelstelling, tijdpad, middelen, bertrokken partijen

- ter kennisname aan raad aanbieden

STAP 4 IMPLEMENTATIE

- prestatieafspraken, afkomstig uit het veiligheidsprogramma, uitwerken in concrete projectplannen en/of inbedding in

nieuw of bestaand beleid

- gemeente participeert in externe projectplannen

betrokkenen

- coördinator veiligheid heeft regierol en soms projectleider-rol

- eigen organisatie en ketenpartners

- projectplannen, maatregelenen of aanpassing beleid /nieuw beleid

- integrale en multidisciplinaire aanpak staat voorop

- burgers betrekken waar mogelijk en relevant

STAP 5 COMMUNICATIE

- intern:

• tussentijds betrekken van MO en intern deskundigen inzake beleidsontwikkeling en voorgenomen besluitvorming

• extra aandacht voor integraal werken

• betrekken MO en intern deskundigen bij implementatie c.q. consequenties voor beleid en integraliteit

- extern:

• bevolking informeren over activiteiten gemeente en rol van bevolking hierin

• extern deskundigen

• partners in prestatieafspraken

betrokkenen

- portefeuillehouder

- coördinator veiligheid

- communicatie-adviseur

STAP 6 ONDERHOUD BELEIDSCYCLUS

EVALUATIE VAN VEILIGHEIDSBELEID EN ONDERZOEK:

GEGEVENS VERZAMELEN, ANALYSEREN, VOORSTELLEN DOEN VOOR WIJZIGING C.Q. AANVULLING BELEID, RAPPORTEREN EN INFORMEREN,

EVENTUELE CONSEQUENTIES VOOR KADERS EN BUDGETTEN IN BEELD BRENGEN EN VOORSTELLEN DOEN

IMPLEMENTEREN

NIEUWE CYCLUS OPSTARTEN

[1] Het stappenplan voor Alphen-Chaam is opgenomen in de bijlage.

[2] Informatie afkomstig uit de GGD ouderenenquête 2007

[3] De politie heeft in het kader van de landelijke kerntakendiscussie besloten dit veiligheidsinstrument over te dragen aan gemeenten. De gemeente kan zelf kiezen of gewerkt wordt met het Keurmerk, waarvan overigens een groot deel reeds is opgenomen in het Bouwbesluit.

[4] Doelstelling zoals geformuleerd in de Ontwerp nota volksgezondheid Alphen-Chaam 2008-2011

[5] Informatie GGD, 2007

[6] Kernboodschap voor Lokaal Beleid, GGD 2007

[7] Informatie afkomstig uit de ouderenenquête 2007

[8] COT: Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement