Regeling vervallen per 18-03-2021

Beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen

Geldend van 19-12-1997 t/m 17-03-2021

Intitulé

Beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen

BELEIDSREGELS MET BETREKKING TOT VENT- EN STANDPLAATSVERGUNNINGEN

Inleiding

De laatste jaren is het aantal verzoeken om een vent- en standplaatsver-gunning toegenomen.

Vaak betreft het hier venters die goederen verkopen die reeds in de gemeente in een winkel

verkocht worden.

Al deze verzoeken kunnen natuurlijk niet gehonoreerd worden. Het is niet wenselijk dat er iedere

dag een groot aantal venters in de gemeente rondrijden of staan. Tevens lijdt het verlenen van

een vent- of standplaatsvergunning vaak tot protest bij de plaatselijke winkeliers die dezelfde

goederen verkopen.

De vent- en standplaatsvergunningen kunnen echter ook een uitbreiding van het

voorzieningenniveau voor de kern betekenen wat weer een bijdrage levert aan de leefbaarheid in

een gemeenschap. Een aantrekkelijke markt c.q. verzameling standplaatsen is tevens een mooi

visitekaartje voor een (toeristisch-recreatieve) gemeente.

In deze notitie zal aangegeven worden hoe in de toekomst het beste met deze aanvragen

omgegaan kan worden. Allereerst zal beschreven worden wat de mogelijkheden zijn om een

aanvraag af te wijzen. Hierna wordt ingegaan op het te voeren beleid in de gemeente en tot slot

zal de procedure tot de inwerkingtreding van dit beleid besproken worden.

1. ALGEMEEN

1.1. Wettelijke beperkingen

Het afwijzen van een aanvraag voor een vent- of standplaatsvergunning gaat niet zomaar. In de Algemene Plaatselijke Verordening van onze gemeente is een artikel opgenomen met betrekking tot standplaats- en ventvergunningen. In dit artikel (bijgevoegd) staan de weigerings-gronden limitatief opgesomd. Deze weigeringsgronden bieden de mogelijkheden om een aanvraag af te wijzen. In deze beleidsnotitie worden de weigeringsgronden nader geïnterpreteerd. Uit de jurisprudentie is gebleken dat de gemeente een aanvraag niet mag afwijzen op grond van motieven die betrekking hebben op het plaatselijk verzorgingsniveau aangezien Nederland een vrij produktie- en distributiesysteem heeft. Ook de Vestigingswet Bedrijven kent geen behoefte-element. Wel is het de gemeente toegestaan in te grijpen indien, als gevolg van bijzondere omstandigheden ter plaatse, een redelijk verzorgingsniveau in gevaar zou komen. Hierbij moet gedacht worden aan kleine kernen en buitenwijken. Hier zou het verlenen van een standplaatsvergunning ertoe kunnen leiden dat een vast verkooppunt met dezelfde artikelen zou moeten verdwijnen omdat hij door de concurrentie van de standplaats niet meer voldoende omzet kan behalen. Deze weigeringsgrond is opgenomen in lid 3 onder d. van art. 5.2.2. en lid 6 onder e van art. 5.2.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening. Het oordeel dat door het verlenen van een standplaatsvergunning een winkel zou verdwijnen moet steunen op een deugdelijk onderzoek. Een voorbeeld hiervan is een Distributie-planologisch onderzoek (DPO).

1.2. Maximumstelsel

Een mogelijkheid om het "behoefte-element" bij de eventuele weigering en verlening van standplaats- en ventvergunning te betrekken is als volgt. Zoals in de APV vermeld staat kan een vergunning ook geweigerd worden in het belang van de openbare orde. Indien in een kleine kern op een gegeven moment 100 venters per week werkzaam zijn, kan hierdoor de openbare orde in gevaar komen.

Om dit te voorkomen kan het aantal vergunningen gelimiteerd worden (een zgn. maximumstelsel). Bij overschrijding van dit aantal kan de vergunning geweigerd worden in het belang van de openbare orde. Bij het invoeren van een dergelijk maximumstelsel kan rekening gehouden worden met de reeds aanwezige permanente verkooppunten.

Beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen

1

Er wordt een limiet gesteld aan het aantal te verlenen vergunningen, met onderverdeling naar branche en met aanwijzing van vast tijdstip, plaats van situering en dergelijke. In beginsel kan het gemeentebestuur een aanvraag die niet strookt met dit beleid dus afwijzen. Ze moeten echter wel in elk afzonderlijk geval nagaan of er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de beleidsregels noodzakelijk maken.

Bij het instellen van een maximumstelsel kan rekening gehouden worden met de grootte van de kern. Voor iedere kern moet een afzonderlijk maximumstelsel gelden. Voor wat betreft de branche-verdeling kan er niet voor gekozen worden om alleen voor die standplaatsen een vergunning te verlenen die goederen aanbieden die nog niet bij een vast verkooppunt in de gemeente te krijgen zijn. Hierdoor zou de gemeente teveel bezig zijn met het beschermen van de plaatselijke winkeliers. Regulering van de onderlinge concurrentie is geen taak van de gemeente. Uiteraard kan er wel op een andere manier rekening worden gehouden met de plaatselijke winkeliers. Zoals al eerder gezegd mag het voorzieningenniveau niet in gevaar worden gebracht. Tevens kan men wel het aantal standplaatsvergunningen voor een bepaalde branche vaststellen aan de hand van het aantal vaste verkooppunten in deze branche in de gemeente. Zijn er bijv. drie verkooppunten van brood in de kern, dan kan men bepalen dat er nog maar één standplaats-vergunning verleend wordt voor brood. Op deze manier kan toch voorkomen worden dat er te veel verkooppunten van een bepaald produkt in de gemeente komen.

1.3. Ventvergunning of straathandel

Ook al zijn vent- en standplaatsvergunningen zeer met elkaar verweven, er zijn toch wel

degelijk verschillen. Uit de jurisprudentie kan de richtlijn gehaald worden dat sprake is van

het innemen van een standplaats indien langer dan vijf minuten op één plaats wordt

gestaan zonder dat men klanten heeft.

Naast venten en standplaatsen bestaat tevens het verschijnsel "straathandel" wat vaak

verward wordt met venten.

Bij straathandel wordt alleen verkocht aan vaste afnemers. De ondernemer heeft een aantal

vaste adressen waar hij naar toe gaat om zijn produkten te verkopen. Andere huizen gaat

hij voorbij. Bij venten wordt aan willekeurige gegadigden verkocht.

Vaak gebeurt dit deur aan deur, maar ook door even op dezelfde plaats te blijven staan

waardoor de mensen naar de verkoper toe kunnen komen. Voor venten is een vergunning

ingevolge de A.P.V. vereist. Voor straathandel is dit niet het geval, hiervoor is, blijkens

uitspraken van rechters, geen vergunning nodig.

Om na te gaan of er een vergunning nodig is, moet men dus controleren of men

willekeurige klanten heeft of echt vaste adressen waar verkocht wordt.

De scheidingslijn tussen deze twee soorten van verkoop is zeer vaag. Is er bijvoorbeeld wel

een ventvergunning vereist voor een straathandelaar die in een straat iedere huis als vaste

klant heeft?

De beste oplossing is om geen vaste lijn uit te zetten hoe met straathandelaren wordt omgegaan maar om dit van geval tot geval te bekijken.

2. BELEID VOOR ALPHEN - CHAAM

2.1. Algemeen

Alle hiervoor genoemde uitgangspunten kunnen nu toegepast worden op de kernen Alphen, Chaam en Galder/Strijbeek/Ulvenhout AC/Bavel AC. Momenteel gelden er nog verschillende beleidslijnen in de kernen. In Alphen wordt op dit moment op de woensdagochtend door drie personen een standplaats ingenomen op het parkeerterrein voor "De Hoogt". In Chaam is een grotere verzameling van standplaatsen op de woensdag op het marktplein. Er is steeds sprake van een "verzameling standplaatsen" en niet van een markt. Voor een officiële weekmarkt dient de Raad een verordening in te stellen. Deze markten moeten aan een aantal eisen voldoen.

Gelet op de grootte van de kernen is de voorkeur gegeven aan een verzameling standplaatsen. In Galder/Strijbeek worden momenteel geen standplaatsen ingenomen. Voor alle kernen zijn jaarvergunningen verleend voor het venten met o.a. ijs en bloemen.

Voor wat betreft de verkoop van ijs, friet e.d. op recreatieterrein 't Zand, is een pachtovereenkomst gesloten met één vaste verkoper. Dit is al reeds jaren zo en het geniet ook de voorkeur dit zo in stand te houden. Dit om te voorkomen dat alle venters naar het recreatieterrein trekken aangezien hier veel mensen aanwezig zijn. Tevens is er nu iedere zomerdag een vast verkooppunt op het recreatieterrein en zijn de recreanten niet afhankelijk van een venter die toevallig langs komt.

Gelet op de voordelen van het eerder besproken maximumstelsel is het zeer gunstig dit ook in te voeren in Alphen-Chaam. Uit jurisprudentie is gebleken dat het niet mogelijk is om een aanvraag voor een vent- of standplaatsvergunning af te wijzen omdat er al een vast verkooppunt is. Wel kan bij het maximum aantal te verlenen vergunningen rekening gehouden worden met dit aantal verkooppunten en andere plaatselijke omstandigheden. In onze gemeente zal dus gekeken moeten worden naar de reeds aanwezige winkels, de grootte van de kern en de aanvragen die jaarlijks binnenkomen.

2.2. Standplaatsvergunningen

Het vast te stellen aantal te verlenen vergunningen in het kader van het maximumstelsel gelden voor vent- en standplaatsvergunningen samen.

Het is niet de bedoeling dat op een verzameling standplaatsen twee verkopers van hetzelfde produkt komen. Daar is de verzameling te klein voor.

Alphen

Het aantal standplaatsen in Alphen op de woensdagochtend zou nog uitgebreid kunnen worden. Wellicht dat een nieuwe verzameling van standplaatsen op het onlangs gerealiseerde W. Binck-plein geplaatst kan worden. In principe is het niet mogelijk om aanvragen voor een standplaatsvergunning af te wijzen omdat er maar op één dag standplaatsen ingenomen mogen worden. Hieraan moet een andere reden ten grondslag liggen die betrekking heeft op de weigeringsgronden zoals vermeld in de A.P.V. Een gegronde reden zou zijn het gebrek aan parkeerplaatsen. Door het innemen van standplaatsen wordt de parkeermogelijkheid te veel beperkt. De gemeente kan dan bepalen dat een dergelijke beperking voor één dag in de week in toegestaan.

De enige geschikte terreinen in onze gemeente voor het plaatsen van een verzameling standplaatsen worden tevens gebruikt als parkeerterrein. Aangezien hier in Alphen al een tekort aan is, wordt het niet wenselijk geacht hierop meerdere malen per week beslag te laten leggen door standplaatsen. Met name in het weekend is de parkeerdruk het hoogst in verband met familie- en kerkbezoek. Tevens ligt het W. Binck-plein naast het gemeenschapshuis waar de hele week door activiteiten worden georganiseerd. Gelet op bovenstaande kan het innemen van standplaatsen het best beperkt worden tot één dagdeel per week. Op het W. Binckplein kunnen ± 5 standplaatsen komen.

Tot slot moet dan nog de branche-verdeling geregeld worden.

Groente, fruit e.d.: max. 2 vergunningen per week

Vis: max. 2 vergunningen per week

Kaas: max. 1 vergunning per week

Bloemen: max. 1 vergunning per week

Us: max. 3 vergunningen per week

Brood/Banket e.d.: max. 1 vergunning per week

Per overige branche: max. 1 vergunning per week

Chaam

Op de huidige verzameling van standplaatsen op de woensdagochtend is geen ruimte meer over. Hiervoor kunnen dus geen standplaatsver-gunningen meer worden verleend. Op de verzameling van standplaatsen worden de volgende branches vertegenwoordigd:

  • -

    kleinvak, riemen, wenskaarten

  • -

    zuivelprodukten en aanverwante artikelen

  • -

    aardappelen, groente en fruit

  • -

    bloemen, kamer- en tuinplanten

  • -

    paling, vis, zuur (2x)

  • -

    beenkleding

  • -

    dames- en herenkleding

  • -

    snoepwaren en verpakte koek (géén banket)

  • -

    brood, koek en banket

  • -

    poelierswaren

  • -

    ondergoed en nachtkleding.

Bij de branche-verdeling per standplaatsvergunning moet dus rekening gehouden worden met de standplaatsen zoals die reeds op woensdag ingenomen worden en met de aanwezige vaste verkooppunten in dezelfde branche. Op het marktplein kunnen 11 standplaatsen ingenomen worden.

Groente, fruit e.d.: max. 2 vergunningen per week Vis: max. 2 vergunningen per week Kaas: max. 1 vergunning per week Bloemen: max. 1 vergunning per week Us: max. 3 vergunningen per week Brood/Banket e.d.: max. 1 vergunning per week Per overige branche: max. 1 vergunning per week

Uit jurisprudentie is gebleken dat, indien een verzameling standplaatsen het karakter en uiterlijk aanzien van een markt heeft, dit ook beschouwd moet worden als een markt en hiervoor dus een marktverordening ingesteld dient te worden. Hierbij wordt gekeken naar de grootte van de kern in relatie tot het aantal standplaatsen dat ingenomen wordt. Uit navraag bij de VNG blijkt dat voor Chaam wel het beste een marktverordening ingesteld kan worden. Een voorbeeld van een marktverordening is bij deze notitie gevoegd.

Galder/Strijbeek/Ulvenhout AC/Bavel AC

Momenteel worden er geen standplaatsen ingenomen in de kernen Galder/Strijbeek. Wellicht dat er in Galder wel de mogelijkheid bestaat om een aantal standplaatsen in te laten nemen. Aangezien het hier echter een kleine kern betreft, moet er rekening mee gehouden worden dat het plaatselijk voorzieningenniveau niet in gevaar komt. Het verlenen van standplaatsvergunningen zal hier echter ook een uitbreiding van het voorzieningenniveau betekenen. De vaste verkooppunten in Galder zijn in de volgende branches:

  • -

    melk- en zuivelhandel

  • -

    witgoed

  • -

    (open) haarden

  • -

    fietsen e.d.

  • -

    auto's

In iedere hierboven genoemde branche is maar één verkooppunt. Het geniet dus de voorkeur om vergunning te verlenen voor die standplaatsen die in een andere branche zitten. Het is echter niet mogelijk een aanvraag zomaar af te wijzen omdat er maar één vast verkooppunt is. Het risico dat dit vaste verkooppunt verdwijnt door het verlenen van de standplaats-vergunning dient eerst voldoende aangetoond te worden.

Gelet op het bovenstaande en op de grootte van de kern kan de branche-verdeling voor de

te verlenen standplaatsvergunningen als volgt zijn:

Groente, fruit e.d.: max. 1 vergunning per week

Vis: max. 1 vergunning per week

Kaas: max. 1 vergunning per week

Bloemen: max. 1 vergunning per week

IJs: max. 2 vergunningen per week

Brood/Banket e.d.: max. 1 vergunning per week

Overige: max. 1 vergunning per week

Het beste kan gekozen worden voor één vaste dag waarop dan een verzameling van standplaatsen zal plaatsvinden. Net als in de kern Alphen is ook in Galder het aantal parkeerplaatsen maar zeer beperkt. Aangezien in Chaam en in Alphen de verzameling standplaatsen op woensdagochtend is, zou het wellicht praktisch zijn ook in Galder op woensdagochtend de mini-markt te houden.

Algemeen

De vergunningen worden verleend voor een jaar. De standplaatsen moeten ingenomen

worden op één vaste plaats. Dit zal voor Alphen zijn het "W. Binck-plein" of het

parkeerterrein voor "de Hoogt", in Chaam het marktplein en in Galder/Strijbeek moet nog

een geschikte plaats gevonden worden. Indien de bijzondere omstandigheden dit vereisen,

mag op een andere plaats standplaats ingenomen worden mits dit niet tot

(verkeers)overlast lijdt.

Tevens moet de mogelijkheid blijven bestaan om tijdelijke standplaats-vergunningen af te

kunnen geven voor bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard. Hierbij kan gedacht worden

aan carnaval, kerstmis etc.

Indien alle vrije standplaatsen bezet zijn, kunnen nieuwe aanvragers op een wachtlijst geplaatst worden. De langst ingeschrevene in een bepaalde branche krijgt dan als eerste de kans om een vrijgekomen standplaats in te nemen. Uiteraard dient hierbij wel rekening gehouden te worden met de branche-verdeling.

De mini-markten vinden in de ochtend plaats. In Alphen kunnen de standplaatshouders pas om 11.00 uur de standplaats innemen omdat ze hiervoor in Riel nog een standplaats innemen. Uiteraard is dit geen ideale situatie. Er zal uiteindelijk naar gestreefd moeten worden om de verzameling ook in Alphen te laten plaatsvinden van 09.00 - 12.00 uur. Voor de standplaatshouders in Alphen betekent dit echter dat ze dan moeten kiezen tussen Alphen en Riel.

2.3. Ventvergunningen en straathandel

De ventvergunningen die in de kernen verstrekt zijn, zijn ook van belang m.b.t. het aantal te verlenen standplaatsvergunningen. Het maximumstelsel is ingevoerd om te voorkomen dat er teveel venters met hetzelfde produkt in de gemeente hun waren komen verkopen. Gelet op de grootte van de kernen in onze gemeente moet dit ook goed in de gaten gehouden worden.

De aantallen die hierboven genoemd zijn bij de brancheverdeling m.b.t. standplaatsvergunning gelden ook voor de ventvergunning. Het aantal dat genoemd staat is dus het aantal vent- en standplaats-vergunningen samen.

In de kernen zijn de volgende ventvergunningen voor één jaar verleend: Alphen: 3 x ijs

Chaam: 1 x bloemen

1 x ijs Galder/Strijbeek: 1 x bloemen

1 x ijs

Beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen

5

Bovenstaande maakt duidelijk dat voor Alphen geen vent- of standplaatsvergunningen meer verleend kunnen worden voor ijs. In Chaam en Galder kunnen nog 2 standplaats- of ventvergunningen verleend worden.

Het maximumstelsel geldt voor het aantal verkopers per week. Bij een ventvergunning mag gemiddeld één dag in de week gevent worden. De ijsventers bijvoorbeeld komen gemiddeld één keer per week. In de zomer kan dit echter ook wat vaker zijn maar in de winter komen ze ook enkele weken niet.

Voor Chaam en Galder/Strijbeek is het maximaal aantal te verlenen vergunningen ten behoeve van de verkoop van bloemen al verleend.

Naast de ventvergunningen voor een jaar worden er ook incidentele ventvergunningen afgegeven voor één of enkele dagen. Een aantal verenigingen vragen jaarlijks rond de feestdagen in december een vergunning aan voor het verkopen van kerststerren, oliebollen e.d. Tenslotte zijn er ook commerciële venters die een ventvergunning voor een dag aanvragen. In het verleden werden deze vergunningen telefonisch aangevraagd en verleend op de dag dat men wilde gaan venten. Ondanks dat op deze ventvergunning staat dat de vergunninghouder zelf van de vergunning gebruik moet maken, bleek vaak dat de vergunning werd overgedragen aan een groep studenten. Tevens is het voorgekomen dat er verontruste burgers naar het gemeentehuis belden omdat ze de venters niet vertrouwden.

Om deze situaties te voorkomen moeten in het vervolg ook de ventvergunningen voor één dag minstens drie weken van te voren aangevraagd worden (deze termijn wordt ook genoemd in artikel 1.5 van de APV). Op deze manier kan eerst nagegaan worden of de venter bij de politie bekend is. Tevens kan gepubliceerd worden dat een ventvergunning is verleend. De burgers weten dan dat het een legale venter is.

Voor wat betreft de branches waarvoor een dagventvergunning aangevraagd wordt moet ook rekening gehouden worden met de eerdergenoemde branche-verdeling. De dagventvergunningen worden verleend voor een maximum aantal van twee dagen per week. Dit kunnen twee dagen voor één ondernemer zijn of twee ondernemers één dag. Aan één en dezelfde ondernemer wordt per jaar maximaal vergunning verleend voor het venten op 6 dagen. Dit om te voorkomen, dat door middel van dagvergunningen een verkapte jaarvergunning kan ontstaan.

Voor de straathandel aan vaste afnemers is geen vergunning nodig. Dit soort handel vindt ook in onze kernen plaats. Meestal worden op deze manier ijs- en diepvriesprodukten verkocht. Ook zijn er momenteel verkopers van brood en kaas actief in Alphen. Zoals reeds eerder vermeld bij paragraaf 1.3., kan de gemeente hier niet tegen optreden omdat deze vorm van straathandel vergunningvrij is.

3. VOORSCHRIFTEN AAN DE STANDPLAA TS- EN VENTVERGUNNING

3.1. Algemeen

Bij het verlenen van een standplaats- of ventvergunning kunnen een aantal voorschriften opgelegd worden. Gelet op het karakter van deze vergunningen worden aan ieder andere voorschriften verbonden. Bij een standplaatsvergunning moet vooral gelet worden op het schoon achterlaten van het terrein en de plaats van de kraam. Uiteraard mag het verkeer niet belemmerd worden. Indien bederfelijke waren worden verkocht (o.a. vis) dan worden er tevens voorschriften opgelegd met betrekking tot de wijze van verkoop.

Bij een ventvergunning wordt ook op het verkeersveiligheidsaspect gelet. Er mag niet gestopt worden op plaatsen waar de verkeers-veiligheid in gevaar kan komen door de verkoop. Voor een dagventvergunning gelden dezelfde voorschriften als voor een jaarvergunning.

 3.2. Standaardvoorschriften vooreen (dag)ventvergunning

  • 1.

    de ventvergunning is strikt gebonden aan de persoon van de vergunninghouder, danwei aan personen die onder de directe verantwoordelijkheid vallen van de vergunninghouder;

  • 2.

    er mag niet langer dan gedurende vijf minuten op dezelfde plaats worden stilgestaan. Er mag geen standplaats ingenomen worden;

  • 3.

    behoudens het aankondigen met een bel mag muziek of zang middels een geluidsinstallatie niet ten gehore worden gebracht. In geen geval mag van deze bel na 20.00 uur gebruik worden gemaakt;

  • 4.

    binnen een afstand van 100 meter aan weerszijden van de schoolingangen mag niet worden gevent;

  • 5.

    van deze vergunning mag geen gebruik worden gemaakt op recreatieterrein 't Zand, alsmede aan of nabij de toegangswegen naar recreatieterrein 't Zand en naar zwembad "'t Weidebad";

  • 6.

    op de onder 6. genoemde locaties mag eveneens geen standplaats worden ingenomen;

  • 7.

    de verkeersveiligheid mag door het gebruik van deze vergunning niet in gevaar worden gebracht. Er mogen geen verkeersonveilige situaties gecreëerd worden door het stoppen op doorgaande wegen;

  • 8.

    tijdens het venten dient een geldig legitimatiebewijs en deze originele vergunning getoond te kunnen worden aan uw klanten;

  • 9.

    eventuele aanwijzingen, gegeven door of namens de regiopolitie Midden- en West-Brabant dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd. Het politieteam Breda Zuid-Oost wordt een afschrift gezonden van deze vergunning.

Noot: Bij het verlenen van een ventvergunning voor b.v. ijs moet erop gelet worden dat het voertuig waarmee gevent wordt geschikt is om te venten. Het mag niet zo zijn dat, doordat het voertuig meerdere malen "opgeladen" moet worden, de venter telkens terug moet naar één vaste plaats. Dit zou namelijk betekenen dat er een standplaats ingenomen wordt.

3.3. De standaardvoorschriften voor een standplaatsvergunning moeten zijn:

  • 1.

    de vergunning geldt van 1 januari t/m 31 december ....;

  • 2.

    de vergunning geldt voor een standplaats op de verzameling van standplaatshouders op de woensdagmorgen. De standplaatsen dienen ingenomen te worden van 09.00 tot 12.00 uur;

  • 3.

    vóór 1 november .... dient een vergunning voor het daaropvolgende jaar te worden aangevraagd;

  • 4.

    zonder deze vergunning mag men de standplaats niet innemen;

  • 5.

    de aan te bieden produkten moeten vallen in het branchepatroon;

  • 6.

    bij afwezigheid dient dit aan de gemeente kenbaar gemaakt te worden. Dit dient uiterlijk woensdagmorgen voor 09.00 uur te gebeuren. Bij afwezigheid van meer dan 4 maal per jaar, zonder geldige reden, trekt de gemeente de vergunning in;

  • 7.

    er zal bij intrekking van de vergunning of indien men zelf verkiest geen gebruik meer te willen maken van de vergunning geen restitutie van het standplaatsengeld en/of electriciteit- verbruik plaatsvinden;

  • 8.

    aanvrager dient er zelf zorg voor te dragen dat dozen, papier en ander afval direkt na afloop van de markt worden opgeruimd en afgevoerd voor eigen rekening;

  • 9.

    aanvrager dient de aanwijzingen die van gemeentewege worden gegeven op te volgen;

VERKOOP VAN VIS:

  • 1.

    de vergunning geldt voor de periode 1 januari t/m 31 december ....;

  • 2.

    standplaats wordt ingenomen op de woensdagochtenden van 09.00 tot 12.00 uur;

  • 3.

    de viswaren mogen alleen in daarvoor geschikte deugdelijk afgedichte zindelijke voorwerpen en/of vitrines worden bewaard, uitgestald, ter aflevering in voorraad worden gehouden dan wel ter verkoop voorhanden zijn;

  • 4.

    de temperatuur van bederfelijke viswaren mag niet hoger zijn dan 7°C;

  • 5.

    de aanwezige apparatuur voor het verkleinen van viswaren dient zich bij de aanvang van de werkzaamheden danwei verkoop in zindelijke toestand te bevinden en dient ook tijdens de werkzaamheden c.q. verkoop in zindelijke staat te worden gehouden;

  • 6.

    de bij de verkoop betrokken perso(o)n(en) dien(t)(en) schone kleding te dragen en steeds zindelijke handen en armen te hebben;

  • 7.

    aanwijzingen, gegeven door de daartoe bevoegde personen dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd;

  • 8.

    vóór 1 november .... dient een vergunning voor het daaropvolgende jaar te worden aangevraagd;

  • 9.

    zonder deze vergunning mag men de standplaats niet innemen;

  • 10.

    de aan te bieden produkten moeten vallen in het branchepatroon;

  • 11.

    bij afwezigheid dient dit aan de gemeente kenbaar gemaakt te worden. Dit dient uiterlijk woensdagmorgen voor 09.00 uur te gebeuren. Bij afwezigheid van meer dan 4 maal per jaar, zonder geldige reden, trekt de gemeente de vergunning in;

  • 12.

    er zal bij intrekking van de vergunning of indien men zelf verkiest geen gebruik meer te willen maken van de vergunning geen restitutie van het standplaatsengeld en/of electriciteit-verbruik plaatsvinden;

  • 13.

    aanvrager dient er zelf zorg voor te dragen dat dozen, papier en ander afval direkt na afloop van de markt worden opgeruimd en afgevoerd voor eigen rekening;

  • 14.

    aanvrager dient de aanwijzingen die van gemeentewege worden gegeven op te volgen;

4. Financiële consequenties

De gemeente Alphen - Chaam heeft een verordening op de heffing en invordering van marktgelden vastgesteld. Hierin worden de kosten voor een standplaats afhankelijk gesteld van de grootte van de standplaats.

Deze kosten bedragen momenteel f 0,40 per vierkante meter of gedeelte daarvan, exclusief afname elektra en f 0,45 per vierkante meter of gedeelte daarvan, inclusief afname elektra. De gemeente zal jaarlijks bezien of deze kosten aangepast dienen te worden.

Andere kosten die met een verzameling standplaatsen gepaard gaan zijn de kosten voor het opruimen en afvoeren van afval. In de standplaatsvergunning wordt het voorschrift opgelegd dat het afval door de standplaatshouder zelf dient te worden opgeruimd en afgevoerd.

In Chaam is op het marktplein een afvalcontainer geplaatst waarin de standplaatshouders hun afval kunnen deponeren. Deze container wordt op kosten van de gemeente geleegd. In Alphen zorgen de standplaatshouders zelf voor de afvoer van het afval. De gemeente maakt het terrein na afloop schoon en ruimt het afval op dat door de bezoekers is achtergelaten.

Het laten afvoeren van het afval door de standplaatshouders is uiteraard kostenbesparend voor de gemeente. Steeds meer gemeenten stoppen met het afvoeren van afval dat aan het einde van de markt aanwezig is. De verantwoordelijkheid voor de afvoer van het afval wordt bij de standplaatshouders neergelegd. Dit kan voor de standplaatshouders het voordeel opleveren dat de staangelden verminderd worden.

Momenteel is er een nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) in ontwikkeling met betrekking tot detailhandel en ambachtelijke bedrijven. De meeste ambulante handelaren zullen onder deze AmvB gaan vallen. Hierin staat het uitgangspunt dat aan alle ondernemers in de detailhandel wordt gevraagd het ontstaan van afvalstoffen zoveel mogelijk te voorkomen.

Ontstaat er toch afval, dan moeten vanaf een bepaalde grens de diverse stromen gescheiden worden aangeleverd.

Gelet op de hoge kosten voor de gemeente die gepaard gaan met de afvalcontainers op het marktplein in Chaam, geniet het de voorkeur om ook in Chaam de standplaatshouders zelf het afval te laten afvoeren en de containers te verwijderen. Bezien zal moeten worden of dit moet leiden tot een verlaging van de marktgelden. Om het afval wat door bezoekers achtergelaten wordt zoveel mogelijk te beperken kunnen er afvalbakken geplaatst worden.

Aan een ventvergunning zijn ingevolge de legesverordening Alphen - Chaam legeskosten verbonden. Deze kosten zijn momenteel:

  • a.

    voor één dag f 33,--

  • b.

    ten hoogste één week f 49,--

  • c.

    ten hoogste één maand f 65,--

  • d.

    één jaar of gedeelte (langer dan een maand) f 260,--

Vergunningen voor het venten met ijs worden uitsluitend afgegeven per ijswagen voor de termijn genoemd onder d.

De legesverordening wordt jaarlijks aangepast waarbij het mogelijk is dat deze kosten ook verhoogd zullen worden.

5. Organisatie

Om de organisatie van de verzamelingen standplaatsen ook ter plaatse goed te laten verlopen zal een soort marktmeester aangesteld moeten worden. Deze persoon controleert dan of alle standplaatshouders aanwezig zijn, of ze zich houden aan de afgesproken tijden en hoe omgegaan wordt met het afval. Tevens wordt het gebruik van de stroom en de grootte van de ingenomen standplaats gecontroleerd.

De juridische afwerking van de standplaats- en ventvergunningen wordt gedaan door de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Beheer. De feitelijke uitvoering, wat tot de taken van de marktmeester behoort, kan het beste ondergebracht worden bij de afdeling Civiele & Cultuurtechniek.

Deze afdeling is momenteel ook betrokken bij de stroomvoorziening en afvalverwerking van de standplaatshouders. Tevens geniet het de voorkeur om de juridische afwikkeling van de vergunning en de feitelijke uitvoering gescheiden te houden. Op deze manier blijft de verhouding tussen de gemeente en de standplaatshouders het zuiverst.