Subsidieverordening dorpsvernieuwing Ameland 2014

Geldend van 19-03-2014 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening dorpsvernieuwing Ameland 2014

Artikel 1

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. beeldbepalend pand: een pand die niet als rijks-, provinciaal- of gemeentelijk monument is beschermd, maar die naar het oordeel van het gemeentebestuur een kenmerkend onderdeel vormt van het op grond van de Monumentenwet beschermde dorpsgezicht in Hollum, Ballum en Nes, alsmede de panden die op grond van de subsidieverordening dorpsvernieuwing in 1985 zijn geselecteerd als zijnde structureel en architectonisch bepalend;

b. welstandsnota:  het wettelijk toetsingskader voor welstandseisen, zoals dat door de gemeenteraad op 28 juni 2004 is vastgesteld c.q. opvolgend is gewijzigd;                 

c. bijzondere activiteiten: activiteiten, nader aangeduid in bijlage II, behorende bij deze verordening;

d. dorpsvernieuwing: de stelselmatige inspanning, zowel op stedenbouwkundig als op sociaal, economisch en milieuhygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied;

e. dorpsvernieuwingsgebied: de gemeente Ameland;

f. monument: een pand aangewezen als zijnde een beschermd gemeentelijk monument, als bedoeld in de Monumentenverordening van de gemeente Ameland, vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 1991, en geplaatst op een nog nader door de raad vast te stellen lijst;

g. perceel: een door het Kadaster aangewezen onroerende zaak met een eigen kadastraal nummer;

h. restauratie: hetgeen hieronder in de Monumentenwet 1988 wordt verstaan;

i. reclame: objecten ter openbare aanprijzing van goederen en/of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

j. vaststellen van de subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en burgemeester en wethouders zich verplichten tot betaling;

k. verlenen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat een aanspraak op subsidie verschaft.

Prioriteiten

Artikel 2

De gemeenteraad neemt jaarlijks, tegelijk met het vaststellen van de gemeentebegroting, een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor dat begrotingsjaar beschikbaar wordt gesteld ter uitvoering van deze verordening, alsmede de verdeling van dit bedrag voor de volgende categorieën:

het restaureren van monumenten en beeldbepalende panden;

het stimuleren van zaken in het kader van het beeldambitieplan;

bijzondere door de gemeenteraad aan te wijzen activiteiten.

Artikel 3

De gemeenteraad kan burgemeester en wethouders toestemming verlenen de bedragen als bedoeld in artikel 2 onder a tot en met c te wijzigen binnen nader door hem te bepalen grenzen.

Grondslag en werkingssfeer

Artikel 4

Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de dorpsvernieuwing aan  natuurlijke of rechtspersonen subsidie verstrekken.

Burgemeester en wethouders houden bij hun besluit op grond van het eerste lid rekening met andere financiële middelen die door de aanvrager van subsidie voor dezelfde werkzaamheden op grond van enige regeling of anderszins kunnen worden verkregen.

Artikel 5

Een aanvraag om subsidie gaat tenminste vergezeld van gegevens over het doel waarvoor subsidie wordt gevraagd, een aanduiding van de periode waarin de werkzaamheden worden verricht en een begroting van de kosten.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders bevestigen binnen drie weken de ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders verlenen subsidie op volgorde van binnenkomst.

Artikel 8

Burgemeester en wethouders verlenen subsidie onder voorwaarde dat zonder hun

toestemming niet wordt afgeweken van de ingediende plannen.

Artikel 9

Burgemeester en wethouders weigeren een aanvraag om subsidie indien:

a. door verstrekking van de subsidie de op grond van artikel 2 vastgestelde bedragen zouden worden overschreden, tenzij zij toepassing geven aan artikel 10;

b. de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt gevraagd niet zijn aangewezen als bijzondere activiteit als bedoeld in artikel 2 onder c.

Artikel 10

a. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvraag aanhouden tot het volgende          begrotingsjaar indien er geen middelen resteren als vastgesteld op grond van artikel 2.

b. Een beschikking tot aanhouding kan voor een aanvraag slechts eenmaal worden genomen.

Artikel 11

Indien subsidie wordt verleend kan aan de aanvrager op zijn verzoek een voorschot worden verstrekt. Het voorschot wordt verrekend bij de betaling van de subsidie.

Artikel 12

Er dient aan de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren inzage te worden verleend in de op de werkzaamheden betrekking hebbende bescheiden en tekeningen en worden alle inlichtingen verstrekt die naar hun oordeel nodig zijn om te beoordelen of aan de voorwaarden verbonden aan het verlenen van subsidie wordt voldaan.

Artikel 13

1. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende en gemotiveerde aanvraag van de subsidieaanvrager ontheffing verlenen van de in de verordening genoemde termijnen.

2. Indien burgemeester en wethouders een aanvraag als bedoeld in het eerste lid honoreren, geven zij een nieuwe termijn aan.

3. Burgemeester en wethouders kunnen aan de toestemming voor de in het tweede lid bedoelde nieuwe termijn nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 14

Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen betreffende de wijze waarop de aanvraag en de gereedmelding worden gedaan.

Artikel 15

Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 16

1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kunnen burgemeester en wethouders de

beschikking tot verlening van de subsidie intrekken of ten nadele van de ontvanger

van de subsidie wijzigen en reeds betaalde voorschotten terugvorderen, indien:

a. a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

b. de ontvanger van de subsidie niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden;

c. de ontvanger van de subsidie onjuiste of onvolledige informatie heeft

verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot verlening van de subsidie zou hebben

geleid;

d. de verlening van de subsidie anderszins onjuist was en de ontvanger van de subsidie dit wist of behoorde te weten;

e. de woning of het bedrijf waarvoor subsidie is verleend, wordt vervreemd voordat burgemeester en wethouders hebben ingestemd met de gereedmelding;

2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

3. Indien een in het eerste lid genoemde beschikking gedeeltelijk wordt ingetrokken, is dit gedeelte evenredig aan de mate waarin de in het eerste lid genoemde situaties zich voordoen.

Artikel 17

1. Burgemeester en wethouders kunnen een vastgestelde of verstrekte subsidie intrekken of ten nadele van de ontvanger van de subsidie wijzigen en reeds betaalde voorschotten terugvorderen:

a. op grond van feiten en omstandigheden waarvan zij hij de vaststelling van de subsidie redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de beschikking tot verlening of verstrekking van de subsidie zou zijn vastgesteld;

b. indien de vaststelling van de subsidie onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten, of

c. indien de ontvanger van de subsidie na de vaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden.

2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is     vastgesteld of verstrekt, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

3. De beschikking tot vaststelling of verstrekking van de subsidie kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval, bedoeld in het eerste lid onder c, sedert de dag waarop de handeling is strijd met de voorwaarden is verricht of de dag waarop aan de voorwaarden voldaan had moeten zijn.

4. Indien een in het eerste lid genoemde beschikking gedeeltelijk wordt ingetrokken, is dit gedeelte evenredig aan de mate waarin de in het eerste lid genoemde situaties zich voordoen.

Hoofdstuk 2 Monumenten en beeldbepalende panden

Het aanvragen van subsidie

Artikel 18

1. De eigenaar van een monument kan bij burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland een bijdrage aanvragen in de kosten van het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken van dat pand, en/of voorzieningen ter instandhouding van de monumentale waarden van dat pand;

2. De bijdrage als bedoeld in lid 1 bedraagt ten hoogste 50 % van de in lid 1genoemde kosten met een maximum van € 15.000,- voor de verbetering van een gemeentelijk monument of een beeldbepalend pand.

3. Onder het opheffen van bouwtechnische gebreken wordt verstaan:

- verbeteren fundering;

- herstel gevels en dragende muren;

- herstel vloerconstructies;

- herstel kapconstructies;

4. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van de bepalingen van dit artikel afwijken.

5. De bijdrage als bedoeld in lid 4 bedraagt ten hoogste 50% van de in lid 4 genoemde kosten met een maximum van € 15.000,--.

Artikel 19

1. De aanvraag om toekenning van een bijdrage wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

2. Naast het in het lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te bevatten:

a. een gespecificeerde begroting van de kosten;

b. een werkomschrijving;

c. tekeningen, aangevende zowel de bestaande toestand, als de te maken toestand van de woning (schaal 1:100);

d. naam en adres van de aannemer.

Het verlenen van subsidie

Artikel 20

1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie;

2. Bij hun besluit omtrent subsidieverlening bepalen zij voorlopig de hoogte van de subsidie;

3. Zij kunnen beslissen hun besluit tot het verlenen van subsidie met ten hoogste acht weken te verdagen.

 

Artikel 21

De subsidie wordt door burgemeester en wethouders toegekend indien:

a. het pand waaraan de voorzieningen wordt getroffen geregistreerd staat als beeldbepalend pand of gemeentelijk monument en het casco van het pand de laatste vijftien jaren niet met overheidssteun is verbeterd;

b. de duurzaamheid van het casco van het pand na voltooiing van de werkzaamheden naar   het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende is gewaarborgd.                

Artikel 22

1. De subsidie wordt toegekend onder de voorschriften dat:

a. binnen 3 maanden na toekenning van de subsidie met het treffen van de  voorzieningen een aanvang wordt gemaakt en waarvan schriftelijke mededeling wordt gedaan aan burgemeester en wethouders binnen deze termijn;

b. de voorzieningen zijn getroffen binnen twee jaren na toekenning van de subsidie;

c. aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door  die personen te bepalen tijdstippen:

 de toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed

 inzage wordt verleend van de op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

 de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

 gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

d. de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze   verordening worden verstrekt;

2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijkingen van de in het eerste lid onder a. en b. genoemde termijnen toestaan.

Artikel 23

1.   De subsidie wordt niet toegekend indien:

a. een woning een rijksmonument is ex. art. 6 van de Monumentenwet 1988;

b. met het treffen van de voorzieningen het belang van de dorpsvernieuwing naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

c. de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

d. met het treffen van voorzieningen is begonnen voordat de eigenaar bij de gemeente een aanvraag tot subsidie heeft ingediend;

e. het pand waaraan de voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van tien jaar te worden afgebroken;

f. de toekenning tot gevolg zal hebben dat het ingevolge artikel 1 gereserveerde bedrag wordt overschreden.

2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in lid 1 onder d. en e.

Artikel 24

Indien meer dan de helft van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van derden, zonder dat daarbij sprake is van een bedrijf, wordt het in artikel 27 lid 2 genoemde bedrag verminderd met 55 %.

Vaststellen en uitbetalen van de subsidie

Artikel 25

1. Burgemeester en wethouders stellen de bijdrage definitief vast aan de hand van het door de aanvrager overlegde overzicht van de werkelijk gemaakte kosten en van de op de restauratie betrekking hebbende nota’s.

2. Burgemeester en wethouders betalen de door burgemeester en wethouders vastgestelde definitieve bijdrage rechtstreeks aan aanvrager uit.

3. Indien binnen de termijn als bedoeld in artikel 22, lid 1 onder a een dergelijke mededeling achterwege blijft dan wordt de voorlopige toekenning ingetrokken.

Bevoorschotting

Artikel 26

1. Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een daartoe strekkende aan vraag een voorschot op een toegekende bijdrage verlenen, indien 50 % of meer van de werkzaamheden zijn verricht.

2. Het voorschot bedraagt niet meer dan 50 % van de toegekende bijdrage.

3. Burgemeester en wethouders betalen het vastgestelde voorschot rechtstreeks aan aanvrager uit.

Hoofdstuk 3 Stimuleren van zaken in het kader van de ruimtelijke kwaliteit gericht op de cultuurhistorische karaktereigenschappen van de dorpen.

Grondslag en werkingssfeer

Artikel 27.

Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een perceel in het belang van de dorpsvernieuwing subsidie verlenen ter stimulering van zaken in het kader van de cultuurhistorische karaktereigenschappen, en wel voor de volgende zaken:

a. voor het plaatsen c.q. aanpassen van karakteristieke erfscheidingen grenzend tussen het  particuliere erf en de openbare weg (Amelander lattenhekken en heggen);

b. voor het vervangen of nieuw plaatsen van een voor Ameland karakteristieke uilenbord;

c. het aanpassen c.q. verfraaien van ontsierende gevels;

d. overige, nader door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen zaken,   betrekking hebbende op de opwaardering van de ruimtelijke- en beeldkwaliteit.

Het aanvragen van subsidie

Artikel 28

1. De subsidie als bedoeld in artikel 27 bedraagt ten hoogste 50 % van de kosten met een maximum van:

- €      500,- voor de categorieën als bedoeld onder artikel 27 sub a en b;

- €   2.500,- voor de categorieën als bedoeld onder artikel 27 sub c;

- € 15.000,- voor de categorie als bedoeld onder artikel 27 sub d;

2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van de bepalingen van dit artikel afwijken.

Artikel 29

1. De aanvraag om toekenning van een bijdrage wordt op een door burgemeester en                                  wethouders beschikbaar te stellen formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

2. Naast het in het lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te bevatten:

a. een gespecificeerde begroting van de kosten;

b. een (werk-)omschrijving, al dan niet met tekeningen, aangevende zowel de   bestaande toestand, als de te maken toestand;

c. naam en adres van de uitvoerder.

Het verlenen van subsidie

Artikel 30

1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie;

2. Bij hun besluit omtrent subsidieverlening bepalen zij voorlopig de hoogte van de subsidie;

3. Zij kunnen beslissen hun besluit tot het verlenen van subsidie met ten hoogste acht weken te verdagen.

Artikel 31

De subsidie wordt door burgemeester en wethouders toegekend indien de opwaardering van de beeldkwaliteit door het treffen van voorzieningen naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende is gewaarborgd.

Artikel 32

1. De subsidie wordt toegekend onder de voorschriften dat:

a. binnen 3 maanden na toekenning van de subsidie met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt gemaakt en waarvan schriftelijke mededeling wordt gedaan aan burgemeester en wethouders binnen deze termijn;

b. de voorzieningen zijn getroffen binnen twee jaren na toekenning van de subsidie.

c. aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

- de toegang wordt verleend tot het perceel

- inzage wordt verleend van de op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende  bescheiden en tekeningen

- de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

- gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

d. de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening worden verstrekt;

2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijkingen van de in het eerste lid onder a. en b. genoemde termijnen toestaan.

Artikel 33

1. De subsidie wordt niet toegekend indien:

a. met het treffen van de voorzieningen het belang van de beeldkwaliteit c.q.  dorpsvernieuwing naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

b. de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in

redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

c. met het treffen van voorzieningen is begonnen voordat de eigenaar bij de gemeente een aanvraag tot subsidie heeft ingediend;

d. de toekenning tot gevolg zal hebben dat het ingevolge artikel 2 gereserveerde bedrag wordt overschreden.

e. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in lid 1 onder c.

Artikel 34

Indien meer dan de helft van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van derden, zonder dat daarbij sprake is van een bedrijf, worden de in artikel 37 lid 1 genoemde bedragen verminderd met 55 %.

Vaststellen en uitbetalen van de subsidie

Artikel 35

1. Burgemeester en wethouders stellen de bijdrage definitief vast aan de band van het door de aanvrager overlegde overzicht van de werkelijk gemaakte kosten en van de op de uitvoering van de voorziening betrekking hebbende nota’s.

2. Burgemeester en wethouders betalen de door burgemeester en wethouders vastgestelde       definitieve bijdrage rechtstreeks aan aanvrager uit.

3. Indien binnen de termijn als bedoeld in artikel 32, lid 1 onder a een dergelijke mededeling achterwege blijft dan wordt de voorlopige toekenning ingetrokken.

Hoofdstuk 3 Bijzondere activiteiten

Artikel 36

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor bijzondere activiteiten, als bedoeld in artikel 2 onder c, en nader genoemd in de bijlage II behorend bij deze subsidieverordening.

Artikel 37

1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag.

2. Bij hun besluit omtrent subsidieverstrekking stellen zij de hoogte van de subsidie vast.

3. Zij kunnen beslissen hun besluit met ten hoogste acht weken te verdagen.

Artikel 38

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken indien:

a. het plan sober en doelmatig is;

b. de voor het treffen van de voorzieningen, c. q - verrichten van activiteiten eventueel noodzakelijke vergunningen zijn verleend;

c. er niet reeds een begin met de voorzieningen c. q. activiteiten is gemaakt zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 39

De subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarde dat de aanvrager van de subsidie binnen een nader door burgemeester en wethouders te bepalen termijn een verslag aan burgemeester en wethouders zendt waaruit blijkt dat aan hef doel van de subsidie is voldaan, alsmede een financieel overzicht van de verrichte activiteiten. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat dit verslag vergezeld gaat van een accountantsverklaring.

Artikel 40

De aanvrager dient een aanvraag tot uitbetaling in na het treffen van de voorzieningen, c.q. het verrichten van de activiteiten.

Artikel 41

1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken op het verzoek tot uitbetaling;

2. Uitbetaling vindt plaats binnen acht weken na het besluit als bedoeld in het vorige lid.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 42

Deze verordening kan aangehaald worden als “Verordening dorpsvernieuwing Ameland 2014”.

Artikel 43

Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking.

Artikel 44

Aanvragen die zijn ingediend voordat deze verordening in werking trad, worden afgehandeld als zijnde ingediend op de dag dat deze verordening in werking is getreden.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 24 februari 2014.

De griffier,

Jacqueline Metz

 

Bijlage II behorende bij raadsbesluitnummer 11, vastgesteld in de raadsvergadering van 24 februari 2014.                      

Artikel 1

Onder bijzondere activiteiten als bedoeld in artikel 2, sub c en artikel 36 van bijlage II kunnen bedoeld worden:

a. het restaureren van schilderijen en/of kunstobjecten van cultuurhistorische waarde voor de gemeente Ameland;

b. het restaureren van objecten welke bij opgravingen of iets dergelijks binnen de gemeente Ameland zijn gevonden;

c. voor het restaureren van historische documenten en/of boeken welke cultuurhistorisch van belang zijn voor de gemeente Ameland;

d. voor het restaureren van monumentale grafstenen en/of monumentale onderdelen van de begraafplaatsen binnen de gemeente Ameland;

e. voor het doen van archeologisch onderzoek binnen de gemeente Ameland;

f. voor het doen van andere verrichtingen, in het kader van cultuurhistorisch belang, binnen de gemeente Ameland;

g. voor behoud en herstel van de oude zeeweringen binnen de gemeente Ameland;

h. voor behoud en herstel van oude dôbbes binnen de gemeente Ameland;

i. voor behoud en herstel van bestratingen met cultuurhistorische waarde binnen de gemeente    Ameland;

j. voor behoud en herstel van de Amelander reddingboot met paarden.

Artikel 2

Voor wijziging van de aangegeven bijzondere activiteiten of toevoeging van een nieuwe activiteit doen burgemeester en wethouders opnieuw een voorstel aan de raad van de gemeente Ameland.

Toelichting.

Het behoud van cultuurhistorische elementen van gemeentelijke monumenten/beeldbepalende panden brengt hogere kosten met zich mee. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan het vervangen van de rieten bedekking op de kap van de schuur van een bestaande boerderij dan wel bij vervangende (zo authentiek mogelijke) nieuwbouw daarvan, inclusief dakvorsten en dergelijke.

Tot artikel 18, lid 4 wordt gerekend:

Voor het exterieur: voegen, dakbeschot, natuursteenelementen, decoratieve gepleisterde ornamenten, oorspronkelijke ramen en deuren en kozijnen, glas in lood, decoratief hout- en lijstwerk (goten etc.), dakbekroningen en of sierelementen. Maar ook een schoorsteen al dan niet met kap of een muur.

Voor het interieur: monumentale schoorsteenmantels, decoratieve stucplafonds en ornamenten, decoratief schilderwerk etc..

 

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 24 februari 2014.
 
De griffier,
Jacqueline Metz
De burgemeester,
Albert de Hoop