Regeling vervallen per 03-01-2024

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent afvalstoffen (Afvalstoffenverordening 2009)

Geldend van 02-08-2019 t/m 24-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent afvalstoffen (Afvalstoffenverordening 2009)

Inhoud

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

    1. college: het college van burgemeester en wethouders;

    2. gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruikmaakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.3. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

    3. inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

    4. andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

    5. inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

    6. inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen be­stemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

    7. straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

    8. ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

    9. weg: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

    12. wet: Wet milieubeheer.

Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Het college wijst de inzameldienst aan die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het college kan over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen nadere regels stellen.

  • 4. Aan de aanwijzing kunnen voorschriften en beperkingen verbonden worden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1. De inzameldienst of andere inzamelaars zamelen in ieder geval de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk in:

    • a.

      klein chemisch afval;

    • b.

      glas;

    • c.

      oud papier en karton;

    • d.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • e.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • f.

      grof huishoudelijk afval;

    • g.

      huishoudelijk restafval;

    • h.

      groente-, fruit-, en tuinafval.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen over de categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld, waaronder het aanwijzen van andere categorieën.

  • 3. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste en tweede lid.

  • 4. In afwijking van het eerste lid kan het college in het belang van een doelmatig afvalstoffenbeheer de aanwijzing van afzonderlijk in te zamelen huishoudelijke afvalstoffen of fracties daarvan achterwege laten.

Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden met behulp van:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. In het belang van een doelmatige inzameling van huishoudelijke afvalstoffen kan het college besluiten dat inzameling nabij elk perceel plaatsvindt.

  • 3. In het belang van een doelmatige inzameling van huishoudelijke afvalstoffen kan het college besluiten dat huishoudelijke afvalstoffen minder vaak dan 1 keer per week worden ingezameld.

  • 4. Het college kan aanwijzen met behulp van welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of met behulp van welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 3. Het verbod geldt niet voor de inzamelaar die bij nadere regels van het college van het verbod is vrijgesteld.

  • 4. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 6 Verbod op afvaltoerisme

Het is anderen dan gebruikers van percelen binnen de grenzen van de gemeente verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden binnen die grenzen.

Artikel 7 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden en aanbieden aan bevoegde personen

  • 1. Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste en tweede lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor door het college bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen of situaties, waaronder het verlenen van vrijstelling van het verbod als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 4. Het in het derde lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, vierde lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening of brengdepot is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan met behulp van het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen in een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, vierde lid is bestemd.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel.

  • 4. Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6. Het is verboden bij het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel in strijd te handelen met hetgeen bij of krachtens dit artikel is bepaald. 

Artikel 9 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het college kan de dagen en tijden vaststellen waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling mogen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 10 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 2. Als het college regels heeft gesteld als bedoeld in het eerste lid, dan is het verboden huishoudelijke afvalstoffen op een andere wijze aan te bieden dan bij die regels is bepaald.

Artikel 11 Verbod kca en asbest aan de weg te plaatsen

  • Het is verboden klein chemisch afval en asbest op of aan de weg te plaatsen.

Artikel 12 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

  • Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Paragraaf 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

  • Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de vigerende Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Paragraaf 5 Zwerfafval en overige bepalingen

Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.      

  • 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 17 Ongeadresseerd reclamedrukwerk

  • 1 ) In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a

      ) ongeadresseerd reclamedrukwerk: reclamedrukwerk of samples die gratis huis aan huis worden verspreid zonder vermelding van naam, adres of postbus en woonplaats van de ontvanger, niet zijnde:

    • i

      ) een huis-aan-huisblad of andere informatie over werkzaamheden of activiteiten in de buurt die voor de bewoners/gebruikers van een woning, bedrijf of woonschip in die buurt van belang zijn om te weten;

    • ii) drukwerk van vrijwilligers of niet-commerciële organisaties;

    • b

      ) Huis-aan-huisblad: ongeadresseerd blad dat met een vaste frequentie gratis huis aan huis wordt verspreid in een geografisch beperkt gebied, daarbij de indeling van de gemeente in zeven stadsdelen volgend en waarvan tenminste 10% van de inhoud bestaat uit informatie over en nieuws uit het eigen verspreidingsgebied, niet zijnde reclame;

  • 2 ) Ongeadresseerd reclamedrukwerk mag uitsluitend bezorgd worden of laten worden bij een woning, bedrijf of woonschip als de bewoner of gebruiker kenbaar heeft gemaakt prijs te stellen op het ontvangen ervan;

  • 3 ) Een huis-aan-huisblad mag worden bezorgd bij een woning, bedrijf of woonschip, tenzij de bewoner of gebruiker expliciet kenbaar heeft gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen ervan.

Artikel 18 Achterlaten van straatafval

  • 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 19 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken, te verspreiden of te verwijderen.

  • 2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze op andere wijze te behandelen zodanig dat zwerfafval ontstaat.

  • 3. Het verbod als bedoeld in het eerste lid geldt niet voor het verwijderen van afval, mits daarbij geen verontreiniging van de omgeving plaatsvindt.

Artikel 20 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren danwel andere werkzaamheden te verrichten zodanig dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2. Als bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen de weg wordt verontreinigd danwel het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

  • 3. Het is verboden te handelen in strijd met het tweede lid.

Artikel 21 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 22 Strafbepaling

  • 1. Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

    artikel 5 (inzamelverbod huishoudelijk afval behoudens aanwijzing);

    artikel 6 (afvaltoerisme);

    artikel 7 eerste lid (verbod anders dan afzonderlijk aan te bieden);

    artikel 7 tweede lid (verbod om aan te bieden aan anderen dan aangewezen inzameldienst);

    artikel 8 eerste, tweede en zesde lid (verbod om op andere wijze aan te bieden dan is voorgeschreven);

    artikel 9 tweede lid (verbod om op andere dagen en tijden aan te bieden dan is bepaald);

    artikel 10, tweede lid (verbod om in bijzondere gevallen anders aan te bieden dan is bepaald);

    artikel 11 (verbod onbeheerd plaatsen kca en asbest);

    artikel 12 (verbod afgifte autowrak);

    artikel 14, eerste lid (verbod aanbieden bedrijfsafvalstoffen aan inzameldienst);

    artikel 14, vierde lid (verbod aanbieden bedrijfsafvalstoffen in strijd met art 13);

    artikel 15, tweede lid (verbod om bedrijfsafval aan te bieden aan anderen dan inzameldienst in strijd met regels);

    artikel 16 eerste lid (verbod op doen ontstaan diffuse verontreiniging);

    artikel 18 (verbod achterlaten straatafval);

    artikel 19 eerste en tweede (verbod doorzoeken en doen ontstaan zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen);

    artikel 20 eerste tot en met derde lid (verbod op doen ontstaan zwerfafval bij vervoeren etc);

    artikel 21 eerste lid (verbod opslag afvalstoffen).

  • 2. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 17 (bezorgen ongeadresseerd reclamedrukwerk) wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 23 Toezichthouders

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.

 Artikel 24 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 november 2009.

  • 2. Op deze datum vervallen alle eerder vastgestelde Afvalstoffenverordeningen.

Artikel 25 Overgangsbepalingen

  • 1. Vergunningen en ontheffingen op grond van een verordening als bedoeld in artikel 24, tweede lid blijven -voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden, voor zover van toepassing, beschouwd als een aanwijzing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2. Op aanvragen om een vergunning of ontheffing op grond van een verordening als bedoeld in artikel 24, tweede lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

  • 3. Besluiten ter uitvoering of handhaving van bepalingen van een verordening als bedoeld in artikel 24, tweede lid worden geacht te zijn genomen ter uitvoering of handhaving van deze verordening.

  • 4. Op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van een verordening als bedoeld in artikel 24, tweede lid waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt beslist op grond van de toepasselijke verordening als bedoeld in artikel 24, tweede lid.

  • 5. Het vervallen van de verordeningen als bedoeld in artikel 24, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van de op basis van die verordeningen vastgestelde nadere regels, aanwijzingsbesluiten en mandaatbesluiten als de rechtsgrond waarop die besluiten zijn gebaseerd ook is opgenomen in deze verordening en zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 26 Citeerbepaling

  • Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening 2009.