Regeling vervallen per 30-06-2023

ORGANISATIEREGELING GEMEENTE APELDOORN 2013

Geldend van 10-07-2013 t/m 29-06-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

ORGANISATIEREGELING GEMEENTE APELDOORN 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,

gelet op artikel 160, eerste lid en artikel 103, tweede lid van de Gemeentewet;

gelet op reorganisatie zoals die per 1 januari 2013 ingaat;

gezien het advies van de Ondernemingsraad d.d. 26 juni 2013;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Organisatieregeling betreffende de gemeentelijke organisatie met inbegrip van de Instructie voor de gemeentesecretaris en behoudens de raadsgriffie.

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Concerncontroller: adviseur met een eigen positie op het gebied van algemene bedrijfsvoering.

  • c.

    Directieraad: besluitvormend orgaan bestaande uit drie leden te weten: de gemeentesecretaris tevens algemeen directeur en twee concerndirecteuren.

  • d.

    Eenheid: elk organisatieonderdeel binnen de ambtelijke organisatie vande gemeente dat wordt aangestuurd door een eenheidsmanager.

  • e.

    Integraal management: leidinggeven door integraal te sturen op output, personeel en middelen.

  • f.

    Programma: complex vraagstuk waarbinnen meerdere projecten en eventueel andere activiteiten aangestuurd worden onder leiding van een programmamanager.

  • g.

    Project: een samenhangende en organisatieonderdeel overstijgende groep van activiteiten onder leiding van een projectleider.

  • h.

    Secretaris: de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

  • i.

    Team: elk organisatieonderdeel binnen een eenheid dat wordt aangestuurddoor een teammanager.

    j.Unit: elk onderdeel binnen een team dat wordt aangestuurd door een unitleider.

HOOFDSTUK II STRUCTUUR AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 2 Organisatieonderdelen

  • 1.

    • De hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie behoort tot de bevoegdheid van het college. De hoofdstructuur bestaat uit een directieraad en eenheden.

  • 2. Eenheden kunnen onderverdeeld worden in teams. Het instellen van teams behoort tot de bevoegdheid van de directieraad. Teams kunnen in specifieke situaties onderverdeeld worden in units.

  • 3. Naast de aangeduide organisatieonderdelen kunnen door het college tijdelijke organisatieonderdelen worden ingesteld.

  • 4. De ambtelijke organisatie als geheel heeft een directieraad; elke eenheid heeft een eenheidsmanager; elk team heeft een teammanager en elke unit heeft een unitleider; elk project heeft een projectmanager.

Artikel 3 Doelen en taken

  • 1. Binnen de door het college vastgestelde kaders bepaalt de directieraad de doelen en taken van de eenheden, de inhoud van projecten en draagt zorg voor de vastlegging daarvan.

  • 2. Binnen de door de directieraad gestelde kaders en richtlijnen bepaalt de eenheidsmanager de doelen en taken van de teams binnen de eenheiden de inhoud van projecten op eenheidsniveau en draagt zorg voor de vastlegging daarvan.

HOOFDSTUK III AANSTURING

Artikel 4 Aansturing

  • 1. De secretaris stuurt de concerndirecteuren aan.

  • 2. De directieraad stuurt de eenheidsmanagers aan.

  • 3. De eenheidsmanager stuurt de teammanagers van de eenheid.

  • 4. De teammanager stuurt de medewerkers in het team aan en, indien van toepassing, de unitleider.

  • 5. De unitleider stuurt de medewerkers in de unit aan.

  • 6. Binnen de ambtelijke organisatie geldt het uitgangspunt van integraal management.

HOOFDSTUK IV FUNCTIONARISSEN

Artikel 5 Gemeentesecretaris/algemeen directeur

  • 1.

    • De secretaris heeft de eindverantwoordelijkheid voor de ambtelijke organisatie en is leidinggevende van de concerndirecteuren. De secretaris treedt op als algemeen directeur en draagt in het bijzonder zorg voor:

      • a.

        het, als eerste adviseur, geven van advies en bijstand aan het college en aan de burgemeester als zelfstandig bestuursorgaan;

      • b.

        het geven van schriftelijk advies en/of het verlenen van ambtelijke bijstand aan de raad of leden van de raad, één en ander als bedoeld in artikel 4 van de Verordening ambtelijke bijstand;

      • c.

        de realisering van de gestelde bestuurlijke en ambtelijke doelen;

      • d.

        de bedrijfsvoering en de effectiviteit van de organisatie;

      • e.

        de doorontwikkeling en innovatie van de organisatie;

      • f.

        het signaleren en verbinden vanuit lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen;

      • g.

        het integraal aansturen van de directieraad en de gehele ambtelijke organisatie.

  • 2.

    • De secretaris staat het college en de burgemeester, als zelfstandig bestuursorgaan, bij de uitoefening van hun taak terzijde en draagt zorg voor:

      a. de voorbereiding, ondersteuning en afhandeling van de

    vergaderingen van het college;

    • b.

      vastlegging van collegebesluiten in een besluitenlijst en het bijhouden van een presentielijst;

    • c.

      de advisering aan het college;

    • d.

      de uitvoering van de besluiten van het college;

    • e.

      het realiseren en bewaken van de secretariële, administratieve, logistieke en facilitaire ondersteuning van het college;

    • f.

      de integrale toetsing van de aan het college voorgelegde adviezen;

    • g.

      het bijstaan van de burgemeester bij de bevordering van de eenheid van collegebeleid, alsmede bij de bewaking van het functioneren van het college als collegiaal bestuur.

  • 3. Onverminderd de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de directieraad voor de aansturing van de ambtelijke organisatie, heeft de secretaris de eindverantwoordelijkheid voor:

    a. kwaliteit van de ambtelijke advisering en ondersteuning van de bestuursorganen ten behoeve van het bestuurlijk besluitvormingsproces;

    • b.

      planning en control van gemeentelijke bedrijfsprocessen en de uitvoering daarvan met inachtneming van het terzake vastgestelde beleid;

    • c.

      samenhang alsmede een gecoördineerd handelen van de onderscheiden organisatieonderdelen en concernthema’s;

    • d.

      kwaliteit van het management en de organisatie van het ambtelijk apparaat;

    • e.

      het afsluiten en realiseren van het prestatiecontract met het college;

    • f.

      het regisseren en adviseren over strategische processen en vraagstukken op het gebied van bestuur en organisatie;

    • g.

      realisatie van de met de directieraad opgestelde resultaatgerichte afspraken met de eenheidsmanagers.

  • 4. De secretaris regelt na overleg met de concerndirecteuren de onderlinge taakverdeling binnen de directieraad.

  • 5. De secretaris is bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden en zorgt voor een goede invulling van de medezeggenschap binnen de ambtelijke organisatie, de griffie uitgezonderd.

Artikel 6 Directieraad

  • 1. Onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college draagt de directieraad met inachtneming van de taakverdeling als bedoeld in artikel 5 lid 4 de verantwoordelijkheid voor:

    • a.

      advisering en bijstand aan het college;

    • b.

      de realisatie van de gestelde bestuurlijke en ambtelijke doelen, de bedrijfsvoering en effectiviteit van de organisatie;

    • c.

      de samenhang, aansturing en het beheer van de ambtelijke

      organisatie;

    • d.

      de signalering en advisering over complexe en strategische vraagstukken op bestuurlijk en concernbreed niveau met een grote politieke en maatschappelijke impact;

    • e.

      de doorontwikkeling en innovatie van de organisatie;

    • f.

      het geven van richtlijnen voor de interne werking van de organisatie en de

      daarin toegepaste systemen en werkwijzen;

    • g.

      het geven van richtlijnen voor de uitvoering van het middelenbeleid en het

      toedelen van middelen;

    • h.

      de sturing op stadsdeelgericht werken, strategische projecten en strategisch beleid;

    • i.

      de bewaking van de integriteit van de ambtelijke organisatie;

    • j.

      de definiëring en rechtstreeks opdrachtgeverschap van programma’s en projecten.

Artikel 7 Eenheidsmanager

  • 1. Onder de verantwoordelijkheid van de directieraad draagt een eenheidsmanager zorg voor:

    • a.

      de aansturing en beheer van de eenheid;

    • b.

      het bereiken van de resultaten zoals vermeld in het eenheidsplan;

    • c.

      de ontwikkeling van de lange termijn visie voor de eenheid en de zorg voor de vertaling hiervan naar (beleids)uitvoeringsprocessen;

    • d.

      tijdige en volledige aanlevering van de juiste informatie ten behoeve van het college en/of directieraad en bewaking van de financiële en juridische rechtmatigheid;

    • e.

      de advisering van bestuur en/of directieraad op het terrein van de eenheid;

    • f.

      het in concernbelang leveren van bijdragen aan relevante beleidsgebieden binnen en buiten de gemeente.

  • 2. De eenheidsmanager is mede verantwoordelijk voor de realisatie van de gestelde bestuurlijke en ambtelijke doelen en de doorontwikkeling en innovatie van de organisatie.

  • 3. De eenheidsmanager is op het terrein van de eenheid het eerste aanspreekpunt voor de portefeuillehouder en/of de directieraad.

  • 4. De eenheidsmanager is verantwoordelijk voor medezeggenschap binnen zijn eenheid en draagt zorg voor regulier overleg binnen de eenheid en de daarin onderscheiden teams.

Artikel 8 Teammanager

  • 1. Onder de verantwoordelijkheid van de eenheidsmanager draagt de teammanager zorg voor:

    • a.

      de bedrijfsvoering van het team dat onderdeel is van een eenheid;

    • b.

      het bereiken van de resultaten van het team zoals vermeld in het eenheidsplan;

    • c.

      de dagelijkse leiding, aansturing en coaching van de medewerkers in het team in directe samenhang met beleids- en/of werkprocessen;

    • d.

      de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van productie en waar nodig coördinatie van beleidsontwikkeling in het belang van het concern en implementatie van beleid.

  • 2. De teammanager kan voor bepaalde onderwerpen, met instemming van de betrokken eenheidsmanager, aanspreekpunt zijn voor de portefeuillehouder en/of de directieraad.

Artikel 9 Unitleider

  • 1. Onder verantwoordelijkheid van de teammanager draagt de unitleider, met inachtneming van de gemeentelijke kaders, in het bijzonder zorg voor:

    • a.

      het geven van leiding aan de medewerkers van de unit;

    • b.

      advisering over vraagstukken binnen de unit;

    • c.

      afstemming van managementbesluiten en vertaling hiervan naar organisatorische taakstellingen en projecten.

Artikel 10 Concerncontroller

  • 1. De concerncontroller draagt in het bijzonder zorg voor:

    • a.

      het geven van leiding aan de eenheid concerncontrol;

    • b.

      de bedrijfsvoering en effectiviteit van de organisatie ten aanzien van de

      financiële huishouding;

    • c.

      signalering en advisering over strategische (financiële) vraagstukken op concernbreed niveau;

    • d.

      bewaking en bevordering van de integrale samenhang met betrekking tot de toepassing van instrumenten en beleid op bestuurlijk en concernniveau;

    • e.

      advisering en ondersteuning bij het opstellen van periodieke voortgangsrapportages.

  • 2. In het Uitwerkingsbesluit Financiële Verordening zijn nadere regels opgenomen voor de concerncontroller.

Artikel 11 Programma’s en projecten

  • 1. Voor zover het de eigen bevoegdheden betreft kunnen het college, directieraad, eenheidsmanagers en teammanagers tijdelijke projectstructuren inrichten.

  • 2. De bestuurlijk opdrachtgever van een programma of een project is het college of een door het college aangewezen collegelid. De ambtelijk opdrachtgever is de directieraad of een door de directieraad aangewezen lid van de directieraad. Het college of de directieraad kan een stuurgroep instellen die optreedt als bestuurlijk respectievelijk ambtelijk opdrachtgever.

  • 3. De projectleiders van de binnen het programma vallende projecten rapporteren aan de programmamanager. De programmamanager rapporteert aan de bestuurlijk opdrachtgever door tussenkomst van de ambtelijk opdrachtgever.

  • 4. De projectleider rapporteert aan de bestuurlijk opdrachtgever door tussenkomst van de ambtelijk opdrachtgever.

  • 5. Voor ieder programma en project wordt een opdracht en een plan van aanpak opgesteld. Deze documenten worden geaccordeerd en vastgesteld door de ambtelijk opdrachtgever na instemming van de bestuurlijk opdrachtgever.

  • 6. Als er sprake is van een project waar de directieraad niet rechtstreeks opdrachtgever en het project niet organisatieonderdeel overstijgend van aard is valt het project binnen de reguliere verantwoordelijkheden van de overige in deze regeling genoemde functionarissen.

  • 7. De directieraad is bevoegd nadere regels te stellen omtrent projectmatig werken.

HOOFDSTUK VI VERVANGING

Artikel 12 Vervanging

  • 1.

    Bij afwezigheid door ziekte, verlof of buitengewone omstandigheden is het principe van verticale vervanging van toepassing tenzij de directieraad anders beslist.

  • 2.

    Met inachtneming van het gestelde in het eerste lid vindt vervanging binnen de eenheid plaats volgens de door de betreffende eenheidsmanager vastgestelde vervangingsregeling.

  • 3.

    De concerncontroller wordt vervangen door de controller Grondbedrijf.

  • 4.

    Vervanging van de secretaris vindt plaats volgens de door het college vastgestelde vervangingsregeling.

  • 5.

    Indien langdurige vervanging nodig is, beslist de directieraad over de vervanging, met uitzondering van:

    • a.

      langdurige vervanging van de secretaris; dan beslist het college;

    • b.

      langdurige vervanging van een teammanager; na overleg met de

directieraad beslist de verantwoordelijk eenheidsmanager.

  • 6.

    Bij vervanging is het mandaat- en volmachtbesluit onverkort van toepassing.

  • 7.

    Vervanging in het kader van het budgethouderschap is geregeld in de budgethoudersregeling.

HOOFDSTUK VII OVERLEGSTRUCTUREN

Artikel 13 Directievergadering

De directieraad draagt zorg voor een overlegstructuur waarin coördinatie en besluitvorming plaatsvindt inzake concernaangelegenheden.

Artikel 14 Managementoverleg

Het managementoverleg is het overleg- en afstemmingsorgaan waarin concernbredeafstemming over voortgang en ontwikkeling van concernbrede (beleids) thema’szowel op het terrein van het primaire proces als op het terrein van bedrijfsvoering,organisatieontwikkeling en cultuurthema’s plaatsvindt.

Artikel 15 Eenheidsmanagementoverleg

Het eenheidsmanagementoverleg is het overleg- en afstemmingsorgaan dat de eenheidsmanager bijstaat bij het realiseren van zijn kerntaken en het invullen van zijn verantwoordelijkheden en waarin bewaking en uitvoering van de doelstellingen van de eenheid als geheel en als onderdeel van de totale organisatie plaatsvindt .

Artikel 16 Overleg binnen de eenheid

De eenheidsmanager is verantwoordelijk voor het waarborgen van de medezeggenschap binnen zijn eenheid en draagt zorg voor regulier overleg binnen de eenheid en daarin onderscheiden teams.

Artikel 17 Overige overlegstructuren

  • 1. De directieraad is bevoegd tot het instellen of opheffen van eenheids-overstijgende overlegstructuren.

  • 2. Bij het instellingsbesluit van een orgaan als bedoeld in het vorige lid behoort een duidelijke opdrachtformulering van de directieraad.

HOOFDSTUK VIII SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Onvoorziene gevallen

Bij twijfel over de uitleg van deze regeling of in gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 19 Inwerkingtreding/citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van de vaststelling en vervangt de Organisatieregeling van de gemeente Apeldoorn, vastgesteld 19 december 2008 en de Instructie voor de secretaris, vastgesteld d.d. 19 december 2008 en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Organisatieregeling gemeente Apeldoorn 2013.

Aldus vastgesteld door het college d.d. 9 juli 2013

Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 17 juli 2013

Inwerking getreden d.d. 10 juli 2013 en werkt terug t/m 1 januari 2013