Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling aanvullende afspraken beloningsbeleid BAR-organisatie

Geldend van 10-03-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Regeling aanvullende afspraken beloningsbeleid BAR-organisatie

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie

besluit:

- gelet op hoofdstuk 3 van de CAR-UWO,

- gelet op overeenstemming met het Georganiseerd Overleg op 2 november 2015

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de BAR-organisatie

REGELING AANVULLENDE AFSPRAKEN BELONINGSBELEID BAR-ORGANISATIE

Artikel 1 Gebruik van salarisschalen

Het salaris van de medewerkers, waarvan het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden afgeleid van de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de CAR-UWO, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de schalen 4 tot en met 15, met uitzondering van de tussenschalen 10A en 11A.

Artikel 2 Salarisverhoging

  • 1. Het salaris van de medewerker wordt conform artikel 3:4 CAR-UWO jaarlijks per 1 april periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag.

  • 2. De salarisverhoging wordt toegekend voor de eerste maal met ingang van 1 april na datum indiensttreding van de nieuwe medewerker. Dit tijdstip kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van de werkgever aanleiding bestaat.

  • 3. Bij indiensttreding of bevordering op of na 1 januari, vindt per 1 april daaropvolgend geen periodieke verhoging plaats.

Artikel 3 Geen salarisverhoging

  • 1. Als er in een betreffend jaar niet meer dan zes maanden arbeid is verricht, kan de werkgever bepalen dat de medewerker niet in aanmerking komt voor een salarisverhoging als bedoeld in artikel 2 van deze regeling. Als het niet verrichten van arbeid kan worden aangemerkt: onbetaald verlof en schorsing.

  • 2. Als er een besluit wordt genomen over het toepassen van dit artikel wordt de medewerker daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld. Het informeren van de medewerker vindt in elk geval plaats vóór de datum waarop de periodieke verhoging zou zijn ingegaan. Dit schriftelijke besluit bevat tevens de redenen voor het niet toekennen van de periodieke salarisverhoging.

Artikel 4 Periodieke salarisverhoging bij ziekte

Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de CAR-UWO is niet van invloed op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

Artikel 5 Inpassing in hogere schaal

  • 1. Wanneer voor de medewerker een hogere salarisschaal, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op een bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris, dat de medewerker in de oude schaal zou hebben genoten. Indien deze bevordering tegelijkertijd plaatsvindt met een periodieke verhoging vindt eerst de inschaling vanwege de bevordering plaats en wordt vervolgens de periodieke verhoging toegepast.

  • 2. Indien bij toepassing van het eerste lid van dit artikel het verschil tussen het oude salaris en het salaris in de nieuwe schaal minder dan 75% bedraagt dan het verschil tussen het bedrag dat de medewerker laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in de oude schaal, danwel het naastlagere bedrag in de oude schaal indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag in die schaal, wordt het nieuwe salaris met één periodiek verhoogd.

Artikel 6 Inconveniëntentoelage

  • 1. Aan de medewerker, die naar het oordeel van de werkgever onder bezwarende omstandigheden arbeid verricht, verleent de werkgever een compensatie in de vorm van een toelage op het salaris conform artikel 3:14 CAR-UWO, tenzij compensatie voor de bedoelde bezwarende omstandigheden aantoonbaar zijn verdisconteerd in het salaris en de salaristoelagen van de medewerker.

  • 2. De werkgever kan nader bepalen wat onder ´bezwarende omstandigheden´ moet worden verstaan en/of welke functies of taken in aanmerking komen voor de inconveniëntentoelage.

  • 3. De inconveniëntentoelage is een maandelijkse bruto toelage van 6,16% van het maximum van salarisschaal 4 en wordt automatisch aangepast aan algemene trendmatige salarisaanpassingen.

Artikel 7 Recepties bij ambtsjubilea en uitdiensttreding

Voor het geven van een receptie of etentje bij ambtsjubilea zoals bedoeld in artikel 3:19 CAR-UWO en bij uitdiensttreding van een medewerker die eervol is ontslagen wordt per gelegenheid € 600 ter beschikking gesteld. De kosten worden vergoed op declaratiebasis. Het bedrag wordt één keer in de vijf jaar bijgesteld door de BAR-directieraad.

Artikel 8 Beloning uitstekend functioneren (gratificatie)

  • 1. Indien een medewerker uitstekend functioneert of een bijzondere prestatie heeft geleverd, kan de werkgever een incidentele beloning als bedoeld in artikel 3:20 CAR-UWO toekennen.

  • 2. De incidentele beloning bestaat uit een netto bedrag of een niet geldelijke beloning.

  • 3. De incidentele beloning heeft een waarde van maximaal € 1.000 netto per medewerker per kalenderjaar.

Artikel 9 Garantietoelage

  • 1. De werkgever kan een medewerker die wordt geconfronteerd met een lager salaris en/of salaristoelagen, een garantietoelage toekennen conform artikel 3:15 CAR-UWO.

  • 2. Een garantietoelage wordt aangepast aan algemene trendmatige salarisaanpassingen, tenzij bij besluit is vastgesteld dat de garantietoelage niet worden aangepast.

  • 3. Bij bevordering naar een hogere salarisschaal wordt het bedrag van de garantietoelage geïncorporeerd in het toe te kennen salarisbedrag en vervalt gelijktijdig de garantietoelage, tenzij de werkgever schriftelijk een ander besluit neemt

  • 4. In bijzondere gevallen kan de werkgever een regeling treffen die afwijkt van of aanvullend is op het bepaalde in voorgaande leden.

Artikel 10 Bezoldiging bij ziekte

  • 1. De hoogte van het salaris en salaristoelagen van een zieke medewerker wordt bepaald op grond van de artikel 7:3 CAR-UWO.

  • 2. Het bedrag van de salaristoelagen zoals bedoeld in artikel 7:3 CAR-UWO wordt vastgesteld door het salaris te vermeerderen met het bedrag dat de ambtenaar gemiddeld over een periode van 13 weken voorafgaande aan de eerste ziektedag ontvangen heeft aan structurele toelagen. Van deze periode kan worden afgeweken wanneer deze periode een afwijkend beeld geeft van het gemiddelde. Voor zover de medewerker op de eerste ziektedag minder dan 13 weken zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand of week is toegekend over het tijdvak waarin hij vóór het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

  • 3. De toelage overgangsrecht (TOR) blijft buiten beschouwing bij het bepalen van de hoogte van (de korting op) het salaris en salaristoelagen in geval van ziekte.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen / hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

OVERGANGSRECHT

Artikel 12 Overgangsrecht ambtsjubileumgratificatie overheidsdienst

De medewerker die op 31 december 2015 in dienst was van de BAR-organisatie en die uiterlijk op 31 december 2020 recht heeft op een ambtsjubileumgratificatie vanwege 25, 40 en 50 jaar overheidsdienst zoals bedoeld in artikel 3:19 CAR-UWO, krijgt deze gratificatie netto uitgekeerd.

Artikel 13 Overgangsrecht garantietoelage

Garantietoelagen die uiterlijk op 31 december 2015 zijn toegekend worden voortgezet onder de voorwaarden waaronder ze zijn toegekend.

Artikel 14 Overgangsrecht afbouwtoelage

Afbouwtoelagen die uiterlijk op 31 december 2015 zijn toegekend worden voortgezet onder de voorwaarden waaronder ze zijn toegekend.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie d.d. 15 december 2015
de secretaris, de voorzitter,
Hans Cats drs. Hans-Christoph Wagner