Regeling vervallen per 01-03-2024

Beheersverordening Nieuwe Algemene Begraafplaats Baarn 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 29-02-2024

Intitulé

Beheersverordening Nieuwe Algemene Begraafplaats Baarn 2020

De raad van de gemeente Baarn, gelezen het voorstel van het college van 15 oktober 2019, nr. 84259; gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening: BEHEERSVERORDENING NIEUWE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS BAARN 2020.

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;

  • b.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • c.

    begraafplaats: Nieuwe Algemene Begraafplaats Baarn;

  • d.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats, degene die hem vervangt of degene die daartoe gemandateerd is;

  • e.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • f.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • g.

    gedenkteken: een grafsteen, liggend of staande zerk, sierurn, sluitplaat of ander monument ter nagedachtenis aan één of meerdere overledenen;

  • h.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, urnengraf, urnnennis of verstrooiingsplaats;

  • j.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere stoffelijke overschotten worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • k

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

  • 2.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 3.

    het doen verstrooien van as.

  • l.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 2.

    het doen verstrooien van as.

  • m.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • n.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • o.

    schudden: het opgraven van alle in een graf aanwezige stoffelijke resten en het in hetzelfde graf op grotere diepte herbegraven daarvan waarna in dat graf weer nieuwe bijzettingen kunnen plaatsvinden;

  • p.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • q.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

 

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnennis.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf’ mede verstaan een algemeen kindergraf.

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

 

Artikel 3. Openstelling begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

 

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden: elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen; sneller dan 10 km per uur.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, in het derde lid.

 

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn aangemeld bij de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  •  

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van stoffelijke overschotten, schudden van graven en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

 

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

 

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil begraven, as wil bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk of digitaal kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 3.

    De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

 

Artikel 8. Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van de ontvangstruimte, de aula alsmede de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd aan de beheerder. Voor de werkdagen zie artikel 10 lid 1.

  • 2.

    De ruimte en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende, een per keer vooraf te bepalen tijdsduur, ter beschikking van de aanvrager.

 

Artikel 9. Over te leggen stukken

  • 1.

    Pas als het verlof tot begraven is overgedragen aan de beheerder kan de begraving plaatsvinden.

  • 2.

    Als de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    De grafrechten van een particulier graf zullen bij een bijzetting of begraving, waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, worden verlengd tot een uitgiftetermijn van 15 jaar.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

 

Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van begraven en het bezorgen van as zijn:

  • a.

    in de periode vanaf 1 april tot en met 31 oktober: op werkdagen van 9.00 tot 15.30 uur en op zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur;

  • b.

    in de periode van 1 november tot en met 31 maart: op werkdagen van 9.00 tot 14.30 uur en op zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de in het eerste lid genoemde tijden afwijken.

 

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

 

Artikel 11. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

  • a.

    particuliere graven, particuliere kindergraven daaronder begrepen;

  • b.

    particuliere urnengraven;

  • c.

    particuliere urnennissen;

  • d.

    Algemene graven en algemene kindergraven.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten en hoeveel asbussen met of zonder urnen kunnen worden bijgezet in particuliere graven, particuliere urnengraven, particuliere urnennissen en hoeveel verstrooiingen van as op particuliere graven kunnen plaatshebben.

  • 3.

    Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

 

Artikel 12. Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal stoffelijke overschotten worden begraven.

 

Artikel 13. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De particuliere en algemene graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

 

Artikel 14. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

 

Artikel 15. Termijnen particuliere graven, urnengraven en urnennissen

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk of digitaal in te dienen aanvraag, voor de tijd van vijftien of dertig jaar recht op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf, het particuliere urnengraf of de particuliere urnennis is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt telkens verlengd met een periode van vijftien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    De verlenging zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel dient schriftelijk of digitaal bij het college te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 18 bedoelde personen.

 

Artikel 16. Termijnen algemene graven

  • 1.

    De uitgiftetermijn van een algemeen graf en een algemeen kindergraf bedraagt tien jaar zonder de mogelijkheid tot verlenging.

  • 2.

    Na afloop van de uitgiftetermijn is herbegraven mogelijk, zoals beschreven in artikel 24, vierde lid.

 

Artikel 17. Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particuliergraf een vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig door het college te stellen voorwaarden.

 

Artikel 18. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende wordt ingediend. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

 

Artikel 19. Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding, in welke aard en vorm dan ook, kan de rechthebbende schriftelijk of digitaal afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

 

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

 

Artikel 20. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Behoudens de gevallen genoemd in het vijfde lid, is voor het hebben van een grafbedekking een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

  • a.

    niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

  • b.

    de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

  • c.

    de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

  • 4.

    de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5.

    Voor het hebben van een grafbedekking is geen vergunning nodig als bedoeld in het eerste lid, indien:

  • a.

    bij een algemeen graf of een algemeen kindergraf de grafbedekking bestaat uit een letterplaat, neergelegd op het graf in een lessenaar vorm, waarvan de lengte- en breedtemaat niet meer dan 50 x50 cm bedraagt;

  • b.

    bij een particulier graf of een particulier kindergraf de grafbedekking bestaat uit:

  • i.

    staande steen van natuurstenen materiaal waarvan de hoogte niet meer dan 90 cm bedraagt en die de breedte de grafmaat niet overschrijdt, al dan niet in combinatie met een omranding, een set banden of een rand van blokken of stenen begrepen, die eveneens de grafmaat niet overschrijdt;

  • ii.

    een kruis of een zuiltje waarvan de hoogte niet meer dan 90 cm bedraagt, dan wel een liggende steen of zerk van natuurstenen materiaal, al dan niet op een roef, die de grafmaat niet overschrijdt, al dan niet in combinatie met een omranding, een set banden of een rand van blokken of stenen daaronder begrepen, die eveneens de grafmaat niet overschrijdt;

  • c.

    bij een particulier urnengraf de grafbedekking bestaat uit een liggende steen die de grafmaat niet overschrijdt, dan wel een urnentegel waarvan de lengte- en breedtemaat niet meer dan 30 x 49 cm bedraagt en de dikte 2 cm is;

  • d.

    bij een particuliere urnennis de grafbedekking bestaat uit een urnentegel waarvan de lengte- en breedte maat niet meer dan 30 x 49 cm bedraagt en de dikte 2 cm is;

  • e.

    op een graf uitsluitend beplanting aanwezig is.

  • 6.

    In de gevallen waarin het vijfde lid toepassing vindt meldt degene die tot plaatsing van een grafbedekking wil overgaan dit ten minste twee volle werkdagen voor de dag van de plaatsing aan de beheerder van de begraafplaats. Hierbij wordt aangegeven de aanduiding van het graf, het tijdstip van de aanvang en de duur van de werkzaamheden die nodig zijn in verband met de plaatsing van de grafbedekking, alsmede de naam van degene die de plaatsing uitvoert.

 

Artikel 21. Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    Het college voorziet in het onderhoud van het algemene deel van de begraafplaats (paden en groenvoorziening) en het onderhoud van de grafbedekking op een particulier graf.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht het onderhoud zoals bedoeld in het eerste lid te laten verzorgen.

  • 3.

    Voor particuliere graven waarvan de uitgifte dateert van vóór 1 juli 2013 is de rechthebbende verplicht het onderhoud van het algemene deel van de begraafplaats (paden en groenvoorziening) te laten verzorgen.

 

Artikel 22. Onderhoud door de rechthebbende of de gebruiker

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college van burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding in welke aard en vorm dan ook, verplicht is.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college van burgemeester en wethouders de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college van burgemeester en wethouders de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college van burgemeester en wethouders gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

 

Artikel 23. Niet-blijvende grafbeplanting

  • 1.

    Niet-blijvende grafbeplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder voorafgaande mededeling en zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding in welke aard en vorm dan ook.

  • 2.

    Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

  • 3.

    Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien de rechthebbende of de belanghebbende daartoe tevoren een aanvraag hebben ingediend bij de beheerder.

 

Artikel 24. Verwijdering grafbedekking na het verstrijken van de termijn

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 3.

    Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding, in welke aard en vorm dan ook, verplicht is.

 

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

 

Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten ten alle tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 4.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij het college een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.

  • 5.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven.

  • 6.

    De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

HOOFDSTUK 7. GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP

 

Artikel 26. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1.

    Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van een gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen van de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen.

  • 2.

    Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud of herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap schriftelijk om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.

 

HOOFDSTUK 8. IN STAND HOUDEN VAN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN

 

Artikel 27. Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

  • 4.

    Voor de inspectie voor oorlogsgraven die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan wordt een Baarnse consul Oorlogsgravenstichting benoemd. Deze consul wordt in persoon, niet als ambtenaar, benoemd door de burgemeester.

 

HOOFDSTUK 9. INRICHTING VAN HET REGISTER

 

Artikel 28. Voorschriften

  • 1.

    Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven stoffelijk overschotten alsmede andere gegevens in het belang van het beheer van de begraafplaats dan wel in verband met de instandhouding van de graven, urnengraven en urnennissen.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder of de door hem aangewezen ambtenaren.

 

HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 29. Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

 

Artikel 30. Intrekking oude regeling

De ‘Begraafplaatsverordening 2013’, vastgesteld op 24 april 2013, wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening.

 

Artikel 31. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de ‘Begraafplaatsverordening 2013’ gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Begraafplaatsverordening 2013’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

 

Artikel 32. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, derde lid, 4, 5 en 6 van de verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

 

Artikel 33. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Artikel 34. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Beheersverordening Nieuwe Algemene Begraafplaats Baarn 2020’.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2019.

 

De griffier,

 

De voorzitter,

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Het is mogelijk om particuliere graven te schudden. Het schudden van een graf houdt in dat de beenderen van alle stoffelijke resten in het graf, dieper in het graf worden herbegraven. Daarna kunnen er in hetzelfde graf nieuwe bijzettingen plaatsvinden.

Voorbeeld: in 1980 is een particulier graf uitgegeven. Tussen 1980 en 2005 zijn er drie overledenen in het graf bijgezet. Dat wil zeggen dat alle lagen “bezet” zijn. Een rechthebbende wil in 2015 een overledene bijzetten. Door het graf te schudden is er weer ruimte voor nieuwe bijzettingen.

 

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

In dit artikel geldt de zaterdag voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Dat wil zeggen dat er op zaterdag geen administratieve handelingen worden uitgevoerd. Kennisgeving van een begraving of asbezorging wordt gezien als een administratieve handeling.

 

Artikel 9. Over te leggen stukken

Lid 3 beschrijft een begraving of bijzetting in een al eerder uitgegeven particulier graf. Op alle graven rust de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar. Dat wil zeggen dat de houder van een begraafplaats wettelijk verplicht is om ‘een graf onaangeroerd te laten’. Concreet houdt dit in dat een overledene binnen deze 10 jaar niet mag worden opgegraven. Tenzij hier een bijzondere reden voor is. Bijvoorbeeld als er in het graf een overledene moet worden bijgezet. Voor de bijzetting geldt opnieuw een grafrusttermijn van 10 jaar.

Een bijzetting of begraving in een al eerder uitgegeven particulier graf, waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke grafrusttermijn afloopt (10 jaar), kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. Dit om de grafrusttermijn van de bijzetting in acht te nemen. Hierdoor worden de grafrechten van het totale graf automatisch verlengd tot een periode van 15 jaar.

 

Voorbeelden:

In 2014 wordt er een particulier graf uitgegeven voor 15 jaar. 2014 + 15 = 2029. In 2021 vindt er een bijzetting plaats. 2029 - 2021= 8 jaar. De bijzetting vindt plaats binnen het aflopen van de wettelijke grafrusttermijn. Er moet verlengd worden tot een periode van 15 jaar. De grafrechten van het graf zijn betaald tot 2029. Er resteren nog 8 jaar op het graf. Verlenging tot 15 jaar: 15-8 = 7. De grafrechten worden automatisch verlengd met 7 jaar. 2029 + 7 = 36. De nieuwe uitgiftetermijn loopt nu tot 2036.

 

In 2018 wordt er een particulier graf uitgegeven voor 15 jaar. 2018 + 15 = 2033. In 2032 vindt er een bijzetting plaats. 2033 – 2032 = 1 jaar. De bijzetting vindt plaats binnen het aflopen van de wettelijke grafrusttermijn. Er moet verlengd worden tot een periode van 15 jaar. De grafrechten van het graf zijn betaald tot 2033. Er resteert nog 1 jaar op het graf. Verlenging tot 15 jaar: 15 – 1 = 14. De grafrechten worden automatisch verlengd met 14 jaar. 2033 + 14 = 2047. De nieuwe uitgiftetermijn loopt nu tot 2047.

 

In 2016 wordt er een particulier graf uitgegeven voor 30 jaar. 2016 + 30 = 2046. In 2040 vindt er een bijzetting plaats. 2046 – 2040 = 6 jaar. De bijzetting vindt plaats binnen het aflopen van de wettelijke grafrusttermijn. Er moet verlengd worden tot een periode van 15 jaar. De grafrechten van het graf zijn betaald tot 2046. Er resteren nog 6 jaar op het graf. Verlenging tot 15 jaar: 15 – 6 = 9. De grafrechten worden automatisch verlengd met 9 jaar. 2046 + 9 = 2055. De nieuwe uitgiftetermijn loopt nu tot 2055.

 

In 2015 wordt er een particulier graf uitgegeven voor 15 jaar. 2015 + 15 = 2030. In 2019 vindt er een bijzetting plaats. 2030 - 2019 = 11 jaar. De bijzetting vindt plaats buiten het aflopen van de wettelijke grafrusttermijn. De grafrechten hoeven niet verlengd te worden. Bij de bezetting worden alleen de kosten van de begraving in rekening gebracht.

 

Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging

De tijden van begraven en asbezorging zijn in de zomer en winter verschillend. De begravingen vinden altijd bij daglicht plaats. Vandaar dat er een verschil is per periode.

 

Artikel 11. Indeling graven en asbezorging

Op de Nieuwe Algemene Begraafplaats Baarn zijn particuliere urnengraven aanwezig. Hiertoe is een graf verdeeld in vier vakken. Dit betekent dat er in ieder vak ruimte is voor één urn. Hierdoor kunnen vier overledenen door de rechthebbende bij elkaar worden bijgezet. In een particuliere urnennis is er ruimte voor twee urnen.

Particuliere zijn doorgaans drie lagen diep. Dit houdt in dat er op elke laag één overledene mag liggen. Oudere particuliere graven kunnen minder of meer lagen hebben.

 

Artikel 12. Aantal overledenen in algemene graven

In elk algemeen graf zijn er drie lagen beschikbaar. Dit houdt in dat er op elke laag één overledene mag liggen. Meer dan drie overledenen in een algemeen graf of schudden is niet mogelijk bij algemene graven. De begravingen vinden op volgorde van uitgifte plaats. Er is geen keuzemogelijkheid.

 

Artikel 13. Volgorde van uitgifte

De uitgifte van graven verloopt in de volgorde van ligging. Het reserveren van particuliere graven en urnennissen is op de Nieuwe Algemene Begraafplaats Baarn mogelijk. Voor het reserveren van graven worden kosten in rekening gebracht.

 

Artikel 14. Categorieën

De Nieuwe Algemene Begraafplaats Baarn is ingedeeld in verschillende categorieën of secties. Per grafsoort of urnensoort is een deel van de begraafplaats daarvoor bestemd. Ook heeft de Nieuwe Algemene Begraafplaats Baarn een as strooiveld en grafveld voor moslimgraven.

 

Artikel 15. Termijnen particuliere graven, urnengraven en urnennissen

Bij de uitgifte van particuliere graven, particuliere kindergraven, particuliere urnengraven en particuliere urnennissen heeft een rechthebbende keuze uit twee termijnen: 15 jaar of 30 jaar.

Na afloop van deze termijn kan een rechthebbende ervoor kiezen om te verlengen. Bij het verlengen is er geen keuze in verschillende termijnen. Er is alleen de mogelijkheid voor een verlenging van 15 jaar. Hiervoor is gekozen om het beheer van de begraafplaats op orde te houden.

Artikel 16. Termijnen algemene graven

In algemene graven worden achtereenvolgens drie personen begraven. Het is gebruikelijk dat deze personen geen familie van elkaar zijn. Op de Nieuwe Algemene Begraafplaats is het niet mogelijk om de uitgiftetermijn van een algemeen graf en algemeen kindergraf te verlengen. Dit omdat verlenging het delven en ruimen van algemene graven bemoeilijkt.

Herbegraven is wel mogelijk na afloop van de uitgiftetermijn. Bijvoorbeeld voor crematie of herbegraving elders. Indien er wordt gekozen voor herbegraving op de Nieuwe Algemene Begraafplaats, wordt de herbegraving gezien als een uitgifte particulier graf.

 

Artikel 21. Onderhoud door de gemeente

De onderhoudswerkzaamheden op een begraafplaats bestaan uit twee delen: het algemene onderhoud (paden en groenvoorziening) en onderhoud van de grafbedekking. Om te zorgen dat de begraafplaats een functie krijgt die verder gaat dan begraven en rouwverwerking alleen is iedereen verplicht om zowel het algemene onderhoud als het grafonderhoud te betalen. Hierdoor kunnen wij ervoor zorgen dat alle graven er verzorgd en behoorlijk onderhouden bijligt. Wat het aanzien van de begraafplaats als ontmoetingsplek ten goede komt.

Dit betekent dat het tarief is opgebouwd uit grafrecht, algemeen onderhoud en onderhoud van de grafbedekking. Voor de graven uitgegeven vóór 1 juli 2013 is het bedrag opgebouwd uit grafrecht en algemeen onderhoud. Grafonderhoud is optioneel af te kopen.

 

Artikel 27. Lijst

Het toezien op het onderhoud van oorlogsgraven moet als een ereplicht worden beschouwd. Een deel van de taak van de consul voorziet hierin. In Baarn bevinden zich zes geregistreerde oorlogsgraven; vier op de Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Wijkamplaan en twee op de R.K. begraafplaats aan de Kerkstraat. Op de R.K-begraafplaats bevindt zich het enige graf dat in beheer en onderhoud is van de Oorlogsgravenstichting, een zogeheten ‘stichtingsgraf’. De overige graven zijn particuliere graven.

 

De taken van de consul zijn als volgt:

  • a.

    dat deze op de hoogte is van de ligging van de oorlogsgraven in de gemeente en contact onderhoudt met de administratie van de (bijzondere) begraafplaats(en) in de gemeente waar zich oorlogsgraven bevinden;

  • b.

    dat hij/zij jaarlijks alle oorlogsgraven in de gemeente inspecteert en dit jaarlijks voor 1 november aan de Oorlogsgravenstichting rapporteert;

  • c.

    dat deze de Stichting vroegtijdig informeert over plannen tot bijzetting in - en ruiming van oorlogsgraven, herinrichting van begraafplaatsen en andere zaken die van belang zijn;

  • d.

    dat hij/zij de medewerkers van de Oorlogsgravenstichting begeleidt bij hun periodieke controlebezoek;

  • 5.

    dat deze de werkzaamheden van de Stichting actief, eventueel in samenwerking met de gemeentelijke afdeling Voorlichting, onder de aandacht brengt van de lokale bevolking.

 

Artikel 29. Hardheidsclausule

Dit artikel beschrijft de mogelijkheid van het college om af te wijken van de verordening, in gevallen waarin de verordening ontoereikend is.