Nadere regels geluidsplafond voor openbare inrichtingen en meldingsplichtige evenementen

Geldend van 29-06-2012 t/m heden

Intitulé

Nadere regels geluidsplafond voor openbare inrichtingen en meldingsplichtige evenementen

Burgemeester en wethouders van Barendrecht,

overwegende dat het in het belang van het beperken en voorkomen van geluidsoverlast nodig is nadere regels te stellen aan incidentele en collectieve festiviteiten in openbare inrichtingen en aan meldingsplichtige evenementen;

gelet op artikel 2.21 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, artikel 2.25 lid 2 en artikel 4.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Barendrecht;

B E S L U I TEN:

Vast te stellen de Nadere regels geluidsplafond voor openbare inrichtingen en meldingsplichtige evenementen.

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    bebouwde deel van een openbare inrichting: deel van de openbare inrichting zonder het open terreingedeelte en zonder het terrasdeel;

  • b.

    niet bebouwde deel van de openbare inrichting: het open terreingedeelte of het terrasdeel van de openbare inrichting. Tot het niet bebouwde deel worden ook tenten of andere tijdelijke bouwwerken gerekend.

Artikel 2 Geluidsvoorschriften voor collectieve en incidentele festiviteiten in openbare inrichtingen en voor meldingsplichtige evenementen in een bebouwd deel

  • 1. Voor het beoordelingsniveau geldt dat gedurende 3 minuten (LAr, 3 min) tijdens een collectieve of incidentele festiviteit of een meldingsplichtig evenement; veroorzaakt door muziekgeluid of stemgeluid afkomstig uit het bebouwde deel:

    • a.

      de niveaus op de in de tabel 1a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in tabel 1a aangegeven waarden:

    Tabel 1a

    7 – 19 uur

    19 – 23 uur

    23 – 7 uur

    LAr, 3 minuten op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen

    70 dB(A)

    55 dB(A)

    55 dB(A)

    LAr, 3 minuten in in- of aanpandige geluidsgevoelige gebouwen

    55 dB(A)

    40 dB(A)

    40 dB(A)

    • b.

      in de avond van vrijdag op zaterdag, de avond van zaterdag op zondag en de avond voorafgaand aan een feestdag de niveaus op de in tabel 1b genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in tabel 1b aangegeven waarden.

    Tabel 1b

    19 – 23 uur

    23 – 7 uur

    LAr, 3 minuten op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen

    60 dB(A)

    60 dB(A)

    LAr, 3 minuten in in- of aanpandige geluidsgevoelige gebouwen

    45 dB(A)

    45 dB(A)

    • c.

      de in de tabellen 1a en 1b aangegeven waarden binnen in- of aanpandige geluidsgevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze geluidsgevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;

    • d.

      de in de tabellen 1a en 1b aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij geluidsgevoelige terreinen op de grens van het terrein; en

    • e.

      de waarden in in- en aanpandige geluidsgevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft gelden in geluidsgevoelige ruimten.

  • 2. Wanneer op het beoordelingspunt binnen het totaal aanwezige geluidsniveau, vanwege het muziekgeluid afkomstig uit het bebouwde deel van de inrichting geluid met een duidelijk muziekkarakter wordt waargenomen, wordt op het gemeten equivalente geluidsniveau gedurende 3 minuten een toeslag van 10 dB toegepast, voordat aan de normwaarde uit het eerste lid wordt getoetst.

Artikel 3 Geluidsvoorschriften voor collectieve en incidentele festiviteiten bij openbare inrichtingen en meldingsplichtige evenementen op het niet bebouwde deel

  • 1. Het weergeven van muziek op het niet bebouwde deel mag tijdens collectieve en incidentele festiviteiten en tijdens meldingsplichtige evenementen uitsluitend plaatsvinden op werkdagen en op zaterdag tussen 10.00 uur en 23.00 uur, en op feestdagen en op zondag tussen 13.00 uur en 22.00 uur.

  • 2. Het equivalente geluidsniveau gedurende 1 minuut (LAeq, 1 min) tijdens een collectieve of incidentele festiviteit of meldingsplichtig evenement, veroorzaakt door muziekgeluid of stemgeluid afkomstig van het niet bebouwde deel,mag tussen 10.00 uur en 23.00 uur op een afstand van 10 meter van de geluidsbron niet meer bedragen dan 95 dB(A).

  • 3. Op het equivalente geluidsniveau gedurende 1 minuut (LAeq, 1 min) vindt geen verhoging van 10 dB vanwege muziekgeluid plaats.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking 8 dagen na bekendmaking van dit besluit.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels geluidsplafond voor openbare inrichtingen en meldingsplichtige evenementen

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 juni 2009
De secretaris, De burgemeester
drs. M.J.A. van Bijnen MBA drs. J. van Belzen

Toelichting op het besluit Nadere regels geluidsplafond voor openbare inrichtingen

Algemene toelichting

Openbare inrichtingen kunnen op grond van de artikelen 4.2 en 4.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Barendrecht vrijstelling krijgen van de geluidsvoorschriften die gelden op grond van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Besluit) bij het houden van collectieve en incidentele festiviteiten. Deze vrijstelling biedt ondernemers mogelijkheden om meer geluid te produceren en daarmee in te spelen op evenementen en festiviteiten in Barendrecht. Ondernemers hebben in Barendrecht twaalf keer per jaar de mogelijkheid om een incidentele festiviteit te organiseren. Tevens kunnen er elk jaar een aantal collectieve festiviteiten worden vastgesteld.

De APV biedt tevens de mogelijkheid om evenementen te organiseren die niet direct aan een openbare inrichting zijn gebonden, zoals straatfeesten etc. Artikel 2.25 lid 2 van de APV geeft aan in welke gevallen er met een melding voor het evenement kan worden volstaan in plaats van een vergunning. Aan een vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden, o.a. voorwaarden voor geluid. Aan een melding kunnen enkel voorwaarden worden verbonden die opgenomen zijn in de APV of krachtens de APV zijn vastgelegd. Om toch voorwaarden voor geluid voor meldingsplichtige evenementen te kunnen laten gelden zijn de meldingsplichtige evenementen in dit besluit meegenomen.

Het niet behoeven te voldoen aan de geluidsvoorschriften uit het besluit betekent voor de exploitanten van openbare inrichtingen en de organisatoren van meldingsplichtige evenementen geen vrijbrief om onbeperkt geluidhinder te veroorzaken bij festiviteiten of evenementen. Op grond van artikel 2.21, tweede lid van het Besluit kunnen bij of krachtens gemeentelijke verordening nadere voorwaarden worden gesteld ter voorkoming of beperking van geluidhinder bij festiviteiten. Artikel 4.6 van de APV maakt het mogelijk dat burgemeester en wethouders deze nadere voorwaarden kunnen stellen. Met dit besluit geven burgemeester en wethouders invulling aan de bevoegdheid zoals neergelegd in artikel 4.6 van de APV.

Het geluidsplafond voor festiviteiten en evenementen zoals neergelegd in deze nadere regels is dusdanig gekozen dat de productie van meer geluid bij festiviteiten en evenementen nog steeds mogelijk is, maar dat excessieve en onduldbare geluidhinder voorkomen wordt. Met de vaststelling van het geluidsplafond wordt zowel aan de wens van ondernemers/bewoners om festiviteiten of evenementen te kunnen organiseren als aan de wens van bewoners om op te kunnen treden tegen excessieve geluidhinder, tegemoet gekomen.

Toelichting artikel 2.

In artikel 2 is een geluidsplafond voor het bebouwde deel opgenomen.

Voor het bepalen van de hoogte van de geluidsnorm is een onderscheid gemaakt tussen een doordeweekse situatie en de situatie waarbij de dag na de festiviteit een zaterdag, zondag of feestdag is. De ervaring leert dat omwonenden geluidsoverlast beter accepteren als de volgende dag een vrije dag is. Tevens wordt een onderscheid gemaakt in de dag-, avond- en nachtperiode. Hoe later het tijdstip hoe minder ruim de geluidsnorm bij festiviteitenen evenementen is. Door deze differentiatie aan te brengen wordt gestimuleerd dat festiviteiten en evenementen worden gehouden op tijdstippen dat omwonenden daar minder overlast van ondervinden.

De vervangende geluidsnorm voor de dagperiode (09.00 – 19.00 uur) is 20dB ruimer dan de reguliere geluidsnormen uit het Besluit. De ervaring leert dat deze geluidsniveaus waarschijnlijk wel enige overlast bij omwonenden kunnen veroorzaken, maar dat geen sprake is van onduldbare overlast.

Voor de avondperiode (19.00 – 23.00 uur) en de nachtperiode (23.00 – 07.00 uur) zijn identieke geluidsnormen opgenomen. Het merendeel van de collectieve en incidentele festiviteiten zal in de avondperiode aanvangen en tot in de nachtperiode voortduren. Een scherpere geluidsnorm halverwege een feest met bijvoorbeeld levende muziek zal voor een horeca-ondernemer moeilijker te respecteren zijn dan een eenduidige geluidsnorm voor de gehele avond- en nachtperiode.

Voor meldingsplichtige evenementen geldt dat muziek is toegestaan tot uiterlijk 23.00 uur (22.00 uur op zon- en feestdagen).

De hoogte van de geluidsnorm tijdens de avond- en nachtperiode is gebaseerd op een verruiming van 15 dB (doordeweeks) respectievelijk 20 dB (in geval van een vrijdagavond, zaterdagavond of de avond voor een feestdag) ten opzichte van de reguliere geluidsnormen uit het Besluit voor de nachtperiode. Op basis van het normaliter in woningen aanwezige achtergrondsniveau en het indicentele karakter van de festiviteit zullen de toegestane geluidsniveaus niet tot onduldbare hinder of ernstige slaapverstoring leiden.

Opgemerkt wordt dat bij collectieve en incidentele festiviteiten meestal sprake is van muziekactiviteiten. Indien op het beoordelingspunt geluid met een muziekkarakter waarneembaar is, moet op het gemeten geluidsniveau een muziektoeslag van 10 dB toegepast worden, voordat getoetst wordt aan de geluidsnormwaarde.

In afwijking van de Handleiding meten en rekenen industielawaai (1999) is niet gekozen voor de beoordleingsgrootheid langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, maar voor het beoordelingsniveau gedurende 3 minuten. Er is bewust voor een kortere beoordelingsperiode gekozen, omdat deze ruimere geluidsnormen niet overschreden mogen worden, ook niet gedurende kortere tijd. Bij handhaving van de reguliere horeca-geluidsnormen ontstaan dikwijls twistpunten over de representativiteit van de geluidsmetingen voor de gehele beoordelingsperiode (dag-, avond- of nachtperiode). Omdat een collectieve of incidentele festiviteit of een evenement slechts gedurende één etmaal plaatsvindt, is een aanvullende geluidsmeting op een andere dag niet mogelijk. Door het geluidsniveau te middelen over 3 minuten wordt een optimum gevonden, waarbij een efficiënte handhaving van de geluidsnormen mogelijk is en een kortstondige verhoging van het geluidsniveau niet onmiddellijk tot een overschrijding van de geluidsnorm leidt.

Toelichting artikel 3

De vrijstelling van de geluidsvoorschriften van het Besluit tijdens een collectieve of incidentele festiviteit geldt voor de gehele horeca-inrichting. Dit betreft dus zowel het bebouwde deel als het niet-bebouwde deel (terras). Om te voorkomen dat door muziekactiviteiten op het terras overmatige geluidhinder bij omwonenden ontstaat, is in artikel 3 tevens een geluidsplafond voor het niet bebouwde deel (meestal een terras) opgenomen.

Ook de delen van het terras die overdekt zijn, worden voor de geluidsnormen gerekend tot het niet bebouwde deel van de openbare inrichting.

Veelal zullen meldingsplichtige evenementen in de openlucht worden gehouden. Artikel 3 van dit besluit zal dan ook meestal van toepassing zijn op meldingsplichtige evenementen.

Festiviteiten en evenementen buiten het bebouwde deel worden, voor muziek betreft, slechts toegestaan tot uiterlijk 23.00 uur (22.00 uur op zon- en feestdagen) . Na 23.00 uur mag er geen muziek meer worden voortgebracht.

Omdat de systematiek van beoordeling verschilt tussen festiviteiten/evenementen binnen en buiten het bebouwde deel zijn ook verschillende beoordelingsgrootheden gekozen. Voor festiviteiten/evenementen binnen het bebouwde deel is gekozen voor een beoordelingsniveau gedurende 3 minuten. Voor festiviteiten/evenementen op het niet-bebouwde deel is als beoordelingsgrootheid 1 minuut, gekozen. In tegenstelling tot festiviteiten/evenementen binnen het bebouwde deel vindt bij festiviteiten op het niet bebouwde deel geen muziektoeslag van 10 dB plaats, voordat getoetst wordt aan de geluidsnormwaarde.