Beleid terugdringen onechte en ongewenste brandmeldingen gemeente Barendrecht

Geldend van 29-06-2012 t/m heden

Intitulé

Beleid terugdringen onechte en ongewenste brandmeldingen gemeente Barendrecht

Het college van burgemeester en wethouders stelt de volgende regeling vast.

Hoofdstuk 1 Inleiding

De bouwverordening eist vanuit artikel 2.6.1 dat bouwwerken voorzien worden van brandmeldinstallaties welke zijn aangesloten op Gemeenschappelijk Meldkamer (GMK). Dit kan tevens worden geëist vanuit de wet milieubeheer. De brandweer ontvangt bij een brandmelding deze direct op de centrale en kan direct actie ondernemen. Een nadeel van het aansluiten op de meldkamer is dat wanneer er een onechte of ongewenste brandmeldingen veroorzaakt wordt er tevens direct actie ondernomen wordt. Het verschil van een onechte of ongewenste melding is niet door de brandweer op de meldkamer te onderscheiden van een echte brandmelding. Voor het uitrukken naar onechte en ongewenste brandmeldingen wordt de brandveiligheid in gevaar gebracht. De brandweer is op dat moment niet instaat om op een andere melding snel te reageren en zal een minder dichtbij gelegen kazerne moeten alarmeren. De opkomsttijd is hierdoor langer geworden. Binnen de gemeente Barendrecht is een situatie ontstaan dat het aantal ongewenste dan wel onechte meldingen van dien aard is toegenomen dat men kan spreken van een verontrustend hoog aantal onechte en ongewenste brandmeldingen.

Artikel 1.1 Definitie onechte en ongewenste brandmeldingen

De definitie van onechte en ongewenste brandmelding wordt hieronder weergegeven even als voorbeelden van de verschillende soorten meldingen:

 

Ongewenste brandmelding: Dit betreft een brandmelding welke veroorzaakt is door de aanwezigheid van op brand lijkende verschijnselen, die niet het gevolg zijn van brand.

Onechte brandmeldingen: Hierbij gaat het om brandmeldingen die niet het gevolg zijn van een brand of een op brand lijkend verschijnsel.

 

Ongewenste brandmelding

(brandverschijnselen)

Onechte brandmeldingen

(technische oorzaak)

Brandmeldingen

(echte brand)

bedieningsfout

Kwaliteit onderhoud

(Beginnende) brand

kwaadwilligheid

Atmosferische invloeden

 

Gewijzigd gebruik

Invloed andere systemen

 

Abnormale situatie

systeemstoringen

 

Applicatie (toepassing)

beschadiging

 

Geen informatie

Oorzaak onduidelijk

 

Voorbeelden van oorzaken ongewenste en onechte brandmeldingen:

 

Ongewenste brandmelding

(brandverschijnselen)

Onechte brandmeldingen

(technische oorzaak)

Brandmeldingen

(echte brand)

Bakken en braden

Vervuilde melder

(Beginnende) brand

Rook- / stoomvorming

Beschadigde installatie

 

Werkzaamheden (bv lassen)

Defecte melder

 

Rook van siervuurwerk

Handbrandmelder indrukken

 

Rookmachine

Spontane melding

 

Artikel 1.2 Kosten voor het uitrukken naar onechte en ongewenste brandmeldingen

De uitruk naar een onechte dan wel ongewenste melding kost de gemeenschap € 800,00 per melding. Het gaat hierbij om kosten van mankracht en materieel. Brandweer Barendrecht is in 2007, 115 keer uitgerukt naar een automatische brandmelding. Grotendeels zijn deze uitrukken geweest naar onechte en ongewenste meldingen.

Artikel 1.3 Wettelijke kaders en NEN normeringen

Bouwverordening

Objecten met een brandmeldinstallatie welke een doormelding geven naar de brandweer hebben een verplichte brandmeldinstallatie welke geëist is op basis van milieuwetgeving, beheersbaarheid van brand of op artikel 2.6.1 van de bouwverordening en bijlage 10, 12e wijziging van de bouwverordening van de gemeente Barendrecht. Hierin word verwezen naar enkele NEN normen welke hieronder kort zijn toegelicht.

NEN 2535:1996/ A1:2002

NEN 2535 geeft eisen voor het ontwerp, de uitvoering, de compatibiliteit en de kwaliteit van het te installeren brandmeldsysteem. In de NEN norm zijn m.b.t. onechte en ongewenste meldingen aantallen gegeven voor acceptabele loze meldingen afhankelijk van oppervlakte en aantallen puntmelders.

NEN 2654

Bij brandmeldinstallaties is het belangrijk dat de beheerder zorgt dat het beheer, de controle en het onderhoud van de installatie op de juiste wijze plaatsvinden. Deze norm geeft aanwijzingen en eisen hiervoor.

Hoofdstuk 2 Terugdringen van onechte en ongewenste brandmeldingen

In de inleiding is weergegeven wat onechte en ongewenste brandmeldingen inhouden en wat hiervan de gevolgen zijn voor de veiligheid in de gemeente Barendrecht. Hieronder is het beleid weergegeven voor het terug dringen van deze meldingen.

Artikel 2.1 Doelstellingen

Het voorliggend document “Beleid onechte en ongewenste brandmeldingen” heeft de volgende doelen voor ogen:

  • .

    Het verhogen van de brandveiligheid in de gemeente Barendrecht;

  • .

    Een aanzienlijke reductie van het aantal onechte en ongewenste brandmeldingen;

  • .

    Een besparing op de kosten van onnodig uitrukken;

  • .

    Zorgen dat de aanwezige brandmeldinstallaties de juiste kwaliteit en paraatheid hebben;

  • .

    Bewustwording creëren bij de gebruikers van het belang van een goed werkende en  geëiste installatie.

Artikel 2.2 Communicatiemomenten

Om onechte en ongewenste brandmeldingen onder de aandacht te krijgen van gebruikers van een brandmeldinstallatie met doormelding naar de GMK als bedoeld in de bouwverordening zullen er op verschillende tijdstippen en manieren informatiemomenten zijn over het te volgen beleid.

 

Stap 1 Alle gebruikers die met een brandmeldinstallatie aangesloten zijn op de GMK krijgen een informatieve brief over het te hoge aantal onechte en ongewenste brandmeldingen en het op handen zijnde beleid.

 

Stap 2 Alle gebruikers krijgen na het vaststellen van het beleid een brief waarin ze medegedeeld wordt hoeveel onechte en ongewenste brandmeldingen ze reeds hebben veroorzaakt. De bedrijven welke al in overtreding zijn zullen gelijk worden aangeschreven. Het door de gemeente Barendrecht gehanteerde beleid zal met deze brief meegezonden worden.

 

Stap 3 In het plaatselijke informatiebulletin waar ook de gemeente zijn mededelingen doet, zal een artikel verschijnen over onechte en ongewenste brandmeldingen.

 

Stap 4 Naar aanleiding van meldingen zal het proces in gang gezet worden en zal handhaving plaats gaan vinden met als doel de gebruikers te bewegen hun zaken op orde te brengen om zo verwijtbare ongewenste dan wel onechte meldingen binnen de gestelde normen te houden.

Artikel 2.3 Stappenbeleid terug dringen onechte en ongewenste brandmeldingen

De onderstaande stappen beschrijven de werkwijze welke de brandweer zal volgen bij het terug dringen van onechte en ongewenste brandmeldingen.

 

  • 1.

    Bij een automatische brandmelding zal de brandweer uitrukken naar de opgegeven locatie.

  • 2.

    De oorzaak van de melding zal door de ter plaatse zijnde bevelvoerder onderzocht worden. Uitkomsten die naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek mogelijk zijn:

    • a.

      De installatie heeft gedaan waarvoor hij bedoeld is en heeft de brandweer gealarmeerd omdat er daadwerkelijk gevaar / brand is. De brandweer zal een inzet plegen.

    • b.

      De installatie heeft een melding gegenereerd waar verwijtbaar menselijk handelen (of het nalaten van een handeling) aan ten grondslag ligt.

  • 3.

    In het geval van uitkomst 2a zal geen verdere actie ondernomen worden m.b.t. onechte en ongewenste brandmeldingen. De procedure stopt.

  • 4.

    In het geval van uitkomst 2b zal de bevelvoerder het uitrukrapport opmaken en dit doorgeven aan de afdeling brandveiligheid van het District Rijnmond Zuid.

  • 5.

    Een medewerker brandveiligheid, afdeling Toezicht, Controle en Handhaving (TCH) zal de melding beoordelen. De volgende procedure wordt gevolgd:

    • a.

      Er is geen sprake van een onechte en ongewenste brandmeldingen. De procedure stopt;

    • b.

      Er is wel sprake van een onechte of ongewenste brandmeldingen.

  • 6.

    Wanneer er sprake is van een onechte of ongewenste brandmelding zal afhankelijk van het staduim de (hoofd)gebruiker op de hoogte worden gesteld middels een brief van deze overtreding. Er zijn twee stadia;

    • a.

      Een brief na de eerste onechte en ongewenste brandmeldingen met daarin een waarschuwing.

    • b.

      Wanneer de gebruiker geen onechte en ongewenste brandmeldingen meer mag veroorzaken conform de prestatie eis NEN 2535 zal de gemeente Barendrecht een zienswijze brief sturen waar men voornemens is tot het opleggen van een preventieve last onder dwangsom. Wanneer van de zienswijze mogelijkheid geen gebruik wordt gemaakt dan wel de zienswijze wordt weerlegd, zal de gemeente Barendrecht de preventieve last onder dwangsom opgelegen.

  • 7.

    Elke volgende onechte en ongewenste brandmeldingen leidt tot het verbeurd verklaren van de dwangsom. De hoogte van de dwangsom bedraagt € 800 per overtreding tot een maximum van 4000 euro. De gemeente Barendrecht zal overgaan tot het innen van een de dwangsom.

  • 8.

    Wanneer het maximum bedrag van 4000 euro wordt overschreden, zal de gemeente Barendrecht afhankelijk van de situatie, het maximum bedrag verhogen dan wel bestuursdwang opleggen.

 

Indien de deugdelijkheid van de brandmeldinstallatie zodanig is dat een onverantwoorde situatie ontstaat en direct handelen noodzakelijk is, zal in overleg met de juridische afdeling van de gemeente Barendrecht gelijkwaardigheid voor de brandmeldinstallatie van het bouwwerk direct aan de gebruiker worden opgelegd tot de brandmeldinstallatie weer deugdelijk functioneert. Mogelijke oplossingen zijn:

  • .

    Het door de gebruiker per direct laten inhuren van brandwachten of

  • .

    Overgaan tot het buiten gebruik nemen van het bouwwerk

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering.