Regeling vervallen per 01-01-2021

De Financiële verordening gemeente Bedum 2014.

Geldend van 01-07-2014 t/m 31-12-2020

Intitulé

De Financiële verordening gemeente Bedum 2014.

Financiële verordening gemeente Bedum 2014 (artikel 212 Gemeentewet)

De raad van de gemeente Bedum;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeesters en wethouders van

de gemeente Bedum d.d. 27 mei 2014;

Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

BESLUIT vast te stellen:

De Financiële verordening gemeente Bedum 2014.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die op grond van het “Organisatiebesluit Gemeente Bedum” een eigen verantwoordingsplicht aan de secretaris heeft.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Bedum en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de

    gemeente Bedum, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • 1.

      de financieel-economische positie; .

    • 2.

      het financiële beheer;

    • 3.

      de uitvoering van de begroting;

    • 4.

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • 5.

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • d.

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • e.

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Bedum

  • f.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

  • g.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • h.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk

    worden behaald.

  • i.

    Rapportagecyclus of Begrotingscyclus: een jaarplanning van de planning & control binnen de gemeente. Hierin zijn de data opgenomen, van aanbieding begroting, jaarrekening en jaarverslag en de tussentijdse rapportages, zoals is uitgewerkt in artikel 7 van deze verordening.

  • j.

    inkomsten: totaal van de baten voor onttrekking reserves;

  • k.

    netto schuld: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa;

  • l.

    overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

  • 1. De raad kan bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling opnieuw vaststellen.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten (wat willen we bereiken - outcome);

    • b.

      de te leveren goederen en diensten (wat gaan we ervoor doen en wat gaan we ervoor leveren - output;

    • c.

      de baten en lasten (wat mag het gaan kosten - input).

  • 3. De raad kan op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vaststellen voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid.

  • 4. De raad kan bij aanvang van iedere raadsperiode vaststellen over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen in de begroting en rekening kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de lasten en baten per activiteit weergegeven en bij de jaarstukken worden onder elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten per activiteit weergegeven.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.

  • 4. In de jaarrekening wordt van de investeringen en meerjarige projecten de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 5. De onderverdeling van de programma's in de activiteiten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de aanbieding van de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1. Het college biedt aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor 1 oktober vast.

  • 2. In de begroting wordt een post onvoorzien van € 2,50 per inwoner opgenomen.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per activiteit onder het programma.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Voorstellen voor investeringskredieten, die aangeboden worden buiten de vaststelling van de financiële positie om, worden door de raad alleen geautoriseerd, wanneer aangetoond is, dat het meerjarenperspectief sluitend blijft.

  • 4. Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde budgetten en de investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

  • 5. Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente, zoals opgenomen in de rapportagecyclus.

  • 2. De in lid 1 genoemde rapportagecyclus wordt jaarlijks door het college samengesteld en gelijk met de begroting aan de raad ter vaststelling aangeboden.

  • 3. De inrichting van de tussenrapportages aan de raad sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de baten en de lasten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten. In de rapportages wordt ook aandacht besteed aan de afwijkingen in de budgetten, die niet zijn opgenomen in programma’s van de begroting.

  • 5. In de rapportages geconstateerde en te verwachten afwijkingen van het financiële budget behorend bij een programma moet in de vorm van een voorstel tot wijziging van de begroting en met aangeven van redenen worden aangeboden aan de raad.

Artikel 7. Informatieplicht

Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft niet bij begroting of bij begrotingswijziging vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

  • a.

    investeringen groter dan € 10.000;

  • b.

    aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 10.000;

  • c.

    het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 10.000, met uitzonderingvan leningen aan ambtenaren;

  • d.

    het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen groter dan € 10.000.

Artikel 8. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting

Hoofdstuk 3. Financieel Beleid

Artikel 9. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. In de nota waardering & afschrijving worden de regels opgenomen voor de waardering en afschrijving van de vaste activa.

  • 2. Aan het begin van een nieuwe raadsperiode wordt de nota geijkt en zonodig herzien.

  • 3. De nota waardering & afschrijving maakt deel uit van deze verordening.

Artikel 10. Reserves en voorzieningen

  • 1. In de nota Reserves en voorzieningen worden de regels vermeld voor de reserves en voorzieningen van de gemeente Bedum.

  • 2. Aan het begin van een nieuwe raadsperiode wordt de nota geijkt en zonodig herzien.

Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor de vorderingen op verbonden partijen, derden, belastingen en heffingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.

Artikel 12. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van reserves/voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.

  • 3. Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van de begroting vastgesteld.

Artikel 13. Prijzen economische activiteiten

  • 1.

    Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

  • 3.

    Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.

  • 4.

    Raadbesluiten met de motivering van het publiekbelang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:

    • a.

      leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

    • b.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;

    • c.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;

    • d.

      een bevoordeling van sociale werkplaatsen;

    • e.

      een bevoordeling van onderwijsinstellingen;

    • f.

      een bevoordeling van publieke media-instellingen; en

    • g.

      een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.

Artikel 14. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen

1.Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor alle belastingen, heffingen, rechten, leges, verhuur sportaccommodaties en marktgelden.

Artikel 15. Financieringsfunctie

  • 1. Het college stelt regels inzake algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie, alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening en legt deze vast in een treasurystatuut, die ter vaststelling aan de raad wordt aangeboden.

  • 2. Bij het uitoefenen van de financieringsfunctie handelt het college conform het treasurystatuut.

Hoofdstuk 4. Paragrafen

Artikel 16. Lokale heffingen

  • 1. In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting wordt opgenomen:

  • · de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen;

  • · de kostendekkendheid van de heffingen;

  • · het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.

  • 2. In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en rekening wordt aandacht besteed aan:

  • · de (verwachte) opbrengsten per lokale heffing;

  • · het (verwachte) volume en bedrag aan kwijtscheldingen;

  • · de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor huishoudingen en bedrijven;

  • · de waardeontwikkeling van onroerende zaken in de gemeente.

Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het college geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken aan de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Tevens wordt de gewenste weerstandscapaciteit bepaald en opgenomen in de paragraaf. De basis voor deze paragraaf is de “nota Weerstandsvermogen”.

Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in de openbare ruimte geeft het college de kaders weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair, riolering en gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 2. Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallige onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering en gebouwen.

Artikel 19. Financieringsfunctie

  • 1. De paragraaf over de financiering bij de begroting geeft de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille weer.

  • 2. De paragraaf over de financiering bij de jaarstukken is een verantwoording van het college over de uitvoering van het treasurystatuut.

  • 3. In de paragraaf financiering bij de begroting en rekening zal in ieder geval ingegaan worden op:

  • · de kasgeldlimiet

  • · de renterisiconorm;

  • · de liquiditeitspositie.

  • · de rentevisie

  • · de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 20. Bedrijfsvoering

  • 1. In de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven;

  • 2. In de paragraaf bedrijfsvoering bij de jaarstukken wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering en over de nieuwe ontwikkelingen.

Artikel 21. Reserves en voorzieningen

  • 1. In de paragrafen en staat van reserves en voorzieningen wordt bij de begroting de verwachte ontwikkeling, inclusief de voorgenomen onttrekkingen en toevoegingen, van de reserves en voorzieningen aangegeven.

  • 2. In het jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over het verloop van de reserves en voorzieningen.

Artikel 22. Interne controle, rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid

  • 1. In de paragraaf “Interne controle, rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid” bij de begroting wordt op basis van het controleplan aangegeven op welke wijze de interne controle zal plaatsvinden, welke processen getoetst zullen worden op rechtmatigheid en welke onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet gedaan zullen worden.

  • 2. In de paragraaf “Interne controle, rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid” bij de jaarstukken doet het college verslag over de uitvoering van het controleplan en rapporteert de bevindingen met betrekking tot de werking van de administratieve organisatie en het rechtmatig handelen. De bevindingen betreffende de doelmatigheid en doeltreffendheid worden weergegeven in de rapporten, gemaakt naar aanleiding van de diverse onderzoeken.

Artikel 23. Verbonden partijen

  • 1. In de paragraaf verbonden partijen wordt weergegeven het openbare belang, het eigen vermogen en het financiële belang en de zeggenschap van de gemeente.

  • 2. In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen, de solvabiliteit, het financiële resultaat en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

Artikel 24. Grondbeleid

In de paragraaf grondbeleid van de begroting en jaarstukken wordt het grondbeleid van de gemeente bepaald. In het beleid wordt aandacht besteed aan:

  • a.

    de relatie met de programma’s van de begroting;

  • b.

    de strategische visie op het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

  • c.

    aan te ontwikkelingen en in ontwikkeling genomen projecten;

  • d.

    de voorraadverwerving en uitgifte van gronden.

Artikel 25. Verstrekking subsidies

In de paragraaf gemeentelijke subsidies van de begroting en jaarstukken geeft het college de kaders weer voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies.

Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 26. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen binnen de gemeente als geheel en binnen de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en terzake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 27. Financiële organisatie

Het college draagt zorgt voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de activiteitenraming en activiteitenrealisatie;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • h.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen; en

  • i.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 28. Interne controle

  • 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing op volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. In een door het college samengesteld en door de raad vastgesteld intern controleplan worden nadere regels voor deze toetsing gegeven en wordt aangegeven welke taakvelden of onderdelen van taakvelden getoetst worden.

  • 3. Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het tweede lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

  • 4. De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 29. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De “Financiële verordening gemeente Bedum”, vastgesteld in de raadsvergadering van 22 maart 2007, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

Artikel 30. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2014.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Financiële verordening gemeente Bedum 2014”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 18 juni 2014
de burgemeester, de griffier,