Verordening rechtspositie burgemeester en wethouders

Geldend van 12-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beek,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 mei 2019;

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie burgemeester en wethouders 2019.

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    college: college van burgemeester en wethouders.

  • b)

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c)

    secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • d)

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1. De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De gemeentesecretaris beslist op de aanvraag voor scholing tot een bedrag van € 5.000 op basis van de overlegde stukken, voor scholingskosten boven € 5.000 beslist het college op basis van de overlegde stukken.

Artikel 3. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1. Aan de burgemeester of de wethouder worden ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 4. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 5. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 1 kalendermaand na afloop van de maand waarop de declaratie betrekking heeft ingediend bij de secretaris.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders binnen 1 kalendermaand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie burgemeester en wethouders 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 juni 2019.

Guliël Erven

Raadsgriffier

Christine van Basten-Boddin

Voorzitter