Algemene uitgiftevoorwaarden van de gemeente Beek

Geldend van 25-03-1993 t/m heden

Intitulé

Algemene uitgiftevoorwaarden van de gemeente Beek

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SEEK (L.);

overwegende dat het gewenst ia zijn besluit van 9 juli 1992 tot vaststelling van de "Algemene Uitgiftevoorwaarden van de gemeente Beek (L.)" te herzien;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 maart 1993;

gelet op artikel 228 van de gemeentewet;

B E S L U I T :

  • a.

    in te trekken het besluit van 9 juli 1992 tot vaststelling van de "Algemene Uitgiftevoorwaarden van de gemeente Beek {L.)”;

  • b.

    vast te stellen de gewijzigde "Algemene uitgiftevoorwaarden van de gemeente Beek (L.)", overeenkomstig de bij dit besluit behorende bijlage.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Beek (L.) op 11 maart 1993.

De raad voornoemd,

de sekretaris, de voorzitter,

ALGEMENE UITGIFTEVOORWAARDEN VAN DE GEMEENTE BEEK (L.)

INLEIDING.

In deze bijlage staan de Algemene uitgiftevoorwaarden van de gemeente Beek (L.) vermeld.

Als u een koopovereenkomst voor grond of een gebouw met de gemeente sluit, dan zijn er altijd bepalingen uit deze algemene voorwaarden voor u van toepassing. Voor u is het van belang om vooraf na te gaan of u met deze bepalingen akkoord kunt gaan.

Besluit u bijvoorbeeld over te gaan tot aankoop van een stuk bouwgrond, dan zijn de hoofdstukken 1, 2 en meestal enkele artikelen uit hoofdstuk 3 voor u van toepassing.

In de uitgifte-overeenkomst staat vermeld welke hoofdstukken en artikelen precies voor u gelden.

Bijzondere bedingen zijn extra artikelen die alleen in dat bijzondere geval in de overeenkomst worden opgenomen, bijvoorbeeld bij een optieregeling of als er rechten van derden op een onroerende zaak gelden.

Op bladzijde 3 van de algemene voorwaarden is een aantal definities opgenomen, waarin de gebruikte begrippen staan omschreven. Die begrippen zijn in overeenstemming met de termen die in het nieuwe Burgerlijk Wetboek (per 1 januari 1992 van toepassing) zijn opgenomen.

DEFINITIES

AFLEVERING: feitelijke ter beschikking stelling van

de onroerende zaak.

ALGEMENE deze voorwaarden van de gemeente Beek

UITGIFTEVOORHAARDEN: (L.) die bestemd zijn om te gelden bij

gemeentelijke uitgifte-overeenkomsten.

GROND: de over te dragen grond die het objekt

vormt van de verkoopovereenkomst.

INGEBRUIKNEMING: het moment waarop de wederpartij voor het eerst feitelijk over de onroerende zaak beschikt door deze te betrekken, er feitelijke werkzaamheden in of op uit te voeren of er een afrastering omheen te zetten. Het uitvoeren van een sonderingsonderzoek of een milieukundig bodemonderzoek valt hier echter niet onder en kan gebeuren zonder dat er sprake is van ingebruikneming.

NOTARIELE AKTE: de voor overdracht vereiste akte van

levering.

ONROERENDE ZAAK: de grond en/of de opstallen die het objekt van de verkoopovereenkomst vormen waarbij deze algemene voorwaarden behoren.

OVERDRACHT: juridische eigendomsovergang door inschrijving van de akte in de openbare registers.

UITGIFTE: verkoop van een of meer gemeentelijke

onroerende zaken.

UITGIFTE-OVEREENKOMST: de overeenkomst tot verkoop waarop deze

algemene voorwaarden van toepassing zijn.

VERKOOP: de overeenkomst waarbij de gemeente zich verbindt een onroerende zaak te geven en de wederpartij om daarvoor een prijs in geld te betalen.

WEDERPARTIJ: koper.

HOOFDSTUK 1 Bepalingen algemeen.

Artikel 1.1 Geldigheid.

  • a. Deze algemene uitgiftevoorwaarden behoren bij iedere verkoopovereenkomst tussen de gemeente Beek (L.) en haar wederpartij (en) waarin ze uitdrukkelijk van toepassing zijn verklaard, en vormen daarmee één onverbrekelijk geheel.

  • b. Alleen die hoofdstukken en artikelen die in de uitgifte-overeenkomst van toepassing zijn verklaard gelden tussen partijen.

Artikel 1.2 Definities.

De in de aanhef aangegeven definities zijn van toepassing op de termen aflevering, algemene uitgiftevoorwaarden, grond, (feitelijke) ingebruikneming, notariële akte, onroerende zaak, overdracht, uitgifte, uitgifteovereenkomst, verkoop en wederpartij.

Artikel 1.3 Tekening.

Van elke overeenkomst tot uitgifte van een gemeentelijke onroerende zaak maakt een tekening deel uit, waarop de over te dragen onroerende zaak staat aangegeven. In de uitgifte-overeenkomst wordt deze tekening met een nummer aangeduid indien de uitgifte een of meer gedeeltelijke kadastrale percelen betreft.

-

HOOFDSTUK 2 Bepalingen voor koop.

Artikel 2.1 Geldigheid van de artikelen in dit hoofdstuk.

De artikelen 2.2 tot en met 2.15 gelden uitsluitend bij overeenkomsten tot verkoop van gemeentelijke onroerende zaken.

Artikel 2.2 Staat van aflevering.

  • a.

    De onroerende zaak wordt vrij van hypotheken en van beslagen overgedragen.

  • b.

    De gemeente staat er voor in dat zij gerechtigd is de eigendom over te dragen.

Artikel 2.3 Overdracht en aanvaarding.

  • a.

    De transportakte wordt verleden binnen twee maanden na het tot stand komen van het gemeentelijke besluit tot uitgifte. De keuze van de (bij voorkeur Beekse) notaris ligt bij de wederpartij. Indien deze geen notaris kan of wil aanwijzen wijst de gemeente een notaris aan.

  • b.

    Tenzij in de uitgifte-overeenkomst een ander moment overeengekomen, kan de wederpartij de onroerende zaak in eigen gebruik en genot aanvaarden, zodra de koopsom alsmede eventuele rente en omzetbelasting volledig is betaald en de notariële akte is ondertekend.

Artikel 2.4 Lasten en belastingen.

  • a.

    Alle kosten, rechten en belastingen met betrekking tot de verkoop en met betrekking tot de overdracht en de aflevering, waaronder begrepen de kosten van de kadastrale meting, zijn voor rekening van de wederpartij.

  • b.

    Alle lasten en belastingen, welke van de onroerende zaak worden geheven, komen met ingang van 1 januari van het jaar volgende op de datum van het notarieel transport voor rekening van de wederpartij.

Artikel 2.5 Perceelsomschrijving, meting, terreingrenzen.

Voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak zullen de grenzen door de gemeente met piketten in het terrein worden aangeduid en aan de wederpartij op diens verzoek worden aangewezen. De wederpartij machtigt de gemeente de kadastrale aanwijs aan het kadaster te verzorgen. De wederpartij verplicht zich bij het plaatsen of doen plaatsen van gebouwen met de ambtenaar die daar het bouwtoezicht heeft overleg te plegen over de juiste plaatsing binnen de grenzen van de onroerende zaak.

Artikel 2.6 Over- en ondermaat.

Indien bij inmeting door het Kadaster blijkt, dat de werkelijke oppervlakte afwijkt van de beschreven oppervlakte, zal de meer- of mindermaat worden verrekend tegen de prijs per m2, zulks op verzoek van de meest gerede partij; het verzoek moet worden gedaan binnen zes maanden na dagtekening van de kennisgeving van het Kadaster omtrent het resultaat der inmeting.

Artikel 2.7 Milieukundig onderzoek.

Wanneer de grond bestemd is voor woningbouw of bedrijfsvestiging, wordt omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de uit te geven grond, een in de uitgifte-overeenkomst nader aangegeven onderzoek verricht.

De resultaten van dit onderzoek worden vastgelegd in een rapport waarin de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond in onaanvaardbare mate stoffen bevinden, die naar de huidige maatstaven schadelijk zijn te achten voor het milieu of de volksgezondheid, of die anderszins onaanvaardbaar zijn. De wederpartij heeft recht op inzage in het rapport. De gemeente verklaart dat er geen reden is om aan te nemen dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden bevinden.

Wanneer de resultaten van het onderzoek zodanig zijn dat deze verklaring niet kan worden afgegeven, zal met de wederpartij terzake overleg worden gevoerd en zijn partijen niet verplicht de koopovereenkomst na te komen.

Artikel 2.8 Ontbinding in geval van verontreiniging.

  • a.

    1. De wederpartij (niet-partikulier) heeft tot aan de start van de fundering van de bouw op het betrokken perceel, of als dit perceel verkaveld wordt: op de betrokken kavel, doch in geen geval langer dan ~ jaar na de koopovereenkomst, het recht de overeenkomst eenzijdig te ontbinden indien hij in het gekochte alsnog voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen aantreft, waarvan hij aannemelijk maakt, dat deze al aanwezig waren op het tijdstip dat hem het bezit werd overgedragen, en dat deze van zodanige aard zijn dat van hem niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt (met name ook als door deze verontreiniging de realisering van de door partijen op het gekochte beoogde bestemming in gevaar komt).

  • 2. De wederpartij (partikulier) heeft het recht de overeenkomst eenzijdig te ontbinden indien hij in het gekochte alsnog voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen aantreft, waarvan hij aannemelijk maakt, dat deze al aanwezig waren op het tijdstip dat hem het bezit werd overgedragen, en dat deze van zodanige aard zijn dat van hem niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt (met name ook als door deze verontreiniging de realisering van de door partijen op het gekochte beoogde bestemming in gevaar komt).

  • 3. Een recht op ontbinding bestaat niet indien de redelijkheid en billijkheid zich wegens de geringe ernst van de verontreiniging verzetten tegen ontbinding en/of indien de verkoper zich (ook ingeval van ernstiger verontreiniging) verplicht om op zijn kosten passende maatregelen te nemen tot opheffing van de verontreiniging casu quo de schadelijke gevolgen daarvan.

  • 4. Het vorenstaande laat onverlet het recht van de wederpartij op schadevergoeding indien en voorzover daarvoor wettelijke of kontraktuele gronden zijn.

  • 5. Niet als aan de gemeente toe te rekenen verontreiniging wordt aangemerkt aanwezigheid van stoffen waarvan de gemeente op het tijdstip van bezitsoverdracht niet een verontreinigend karakter als bedoeld in deze bepaling behoefde aan te nemen op grond van de toen in dit opzicht bestaande gezaghebbende inzichten.

  • b.

    Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsresten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, noch stobben van bomen of struiken, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden. Op deze zaken heeft dit artikel derhalve geen betrekking.

  • c.

    Van dit artikel kan in de uitgifte-overeenkomst worden afgeweken.

Artikel 2.9 Rapverbod.

De wederpartij verklaart ermee bekend te zijn dat het zich eventueel op de uitgegeven grond bevindende boombestand zoveel mogelijk moet worden gespaard.

Zich op de grond bevindende bomen mogen niet worden gekapt tenzij daarvoor door burgemeester en wethouders krachtens de bepalingen van de Algemene Plaatselijke Verordening een kapvergunning is verleend en de in die kapvergunning vermelde wachttijd is verstreken.

Artikel 2.10 Radio- en T.V.-antennes.

De wederpartij verklaart ermee bekend te zijn, dat in de gemeentelijke bouwverordening de plaatsing van antennekonstrukties van meer dan 5 meter hoogte, gemeten vanaf de voet van de antenne, slechts onder bepaalde voorwaarden is toegestaan.

Artikel 2.11 Faillissement en beslag.

  • a.

    Indien de wederpartij voor de datum van ondertekening van de transportakte in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling heeft gekregen, alsmede wanneer er voor de datum van ondertekening van de notariële akte exekutoriaal beslag op zijn roerende en onroerende zaken wordt gelegd, is de gemeente bevoegd de overeenkomst als ontbonden te beschouwen, zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist.

  • b.

    Reeds betaalde gedeelten van de koopsom zullen worden ge restitueerd voorzover ze het bedrag van de kosten en boeten ingevolge overeenkomst te boven gaan.

Artikel 2.12 Hoofdelijkheid

.

Indien in de uitgifte-overeenkomst omtrent één en hetzelfde objekt meer dan één natuurlijke- of rechtspersoon als wederpartij van de gemeente staat genoemd, zijn deze personen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die uit de uitgifte-overeenkomst voortvloeien.

Artikel 2.13 Geschillenregeling.

Alle geschillen die naar aanleiding van de uitgifte-overeenkomst mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de volgens de wet bevoegde rechter, tenzij partijen terzake van die geschillen arbitrage bij het Nederlands Arbitrage Instituut overeenkomen.

Artikel 2.14 Betaling koopsom.

  • a. De koopsom wordt vastgesteld en voldaan in Nederlands geld. Zij moet uiterlijk worden voldaan bij het passeren van de transportakte.

  • b. Vanaf de datum van het gemeentelijk besluit tot uitgifte tot de dag van het passeren van de transportakte is de koper aan de gemeente over het bedrag van de vastgestelde koopsom een rentevergoeding verschuldigd berekend naar het wettelijk rentepercentage. De rente dient te worden voldaan bij het passeren van de notariële akte.

Artikel 2.15 Boetebepaling.

  • a. Bij niet-nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit de koopovereenkomst en het daarin van toepassing verklaarde deel van deze algemene voorwaarden, verbeurt de wederpartij, na ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van tien procent van de koopsom, op welk bedrag de door de gemeente terzake van de wanprestatie te lijden schade wederzijds onveranderlijk wordt bepaald.

  • b. Naast het gestelde in lid a van dit artikel behouden de gemeente en wederpartij het recht om bij niet-nakoming van enige verplichting nakoming te vorderen.

HOOFDSTUK 3 Bepalingen die uitdrukkelijk van kracht moeten worden verklaard.

Artikel 3.1 Geldigheid van de artikelen in dit hoofdstuk.

Elk van de artikelen 3.2 tot en met 3.15 is slechts geldig, indien en voorzover deze in de uitgifte-overeenkomst uitdrukkelijk van toepassing is verklaard.

GROEP BEBOUWING.

Artikel 3.2 Bebouwing bij koopovereenkomsten.

  • a.

    De koper is verplicht de grond te bebouwen met de in de uitgifteovereenkomst aangegeven bebouwing, welke al naar gelang de bestemming van de grond (een) woning(en), bedrijfsgebouw(en) of kanto(o)r(en) of bijzondere- of andere nader omschreven bebouwing kan betreffen.

  • b.

    Binnen twee maanden na het passeren van de transportakte vraagt de koper bij burgemeester en wethouders schriftelijk een vergunning aan — overeenkomstig het bepaalde in de modelbouwverordening – voor het door hem gekochte terrein.

  • c.

    1. De koper is verplicht om binnen zes maanden nadat hij in het bezit ie van de vereiste vergunningen en goedkeuringen voor de uitvoering van zijn bouwplan, met de bebouwing te beginnen.

  • 2. Binnen één j aar nadat met de bebouwing is begonnen moet de op het terrein te stichten bebouwing zijn voltooid.

  • 3. In bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, kunnen burgemeester en wethouders de termijnen gemeld in beide voorgaande leden van dit artikel met een door hen te bepalen termijn verlengen, doch hooguit met één jaar.

  • d.

    Zolang niet is voldaan aan de in lid c vermelde verplichting kan de koper de grond niet zonder toestemming van burgemeester en wethouders in eigendom of ekonomisch eigendom overdragen, in erfpacht uitgeven, met beperkte rechten bezwaren, verhuren of verpachten. Voor vestiging van het recht van hypotheek is geen toestemming nodig. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • e.

    Het bepaalde in lid d is niet van toepassing in geval van exekutoriale verkoop en van verkoop op grond van artikel 3:174 NBW.

  • f.

    De in lid d bedoelde toestemming wordt geacht te zijn verleend als de overdracht van de onderhavige grond geschiedt ter uitvoering van een tussen de in uitgifte-overeenkomst genoemde koper en diens wederpartij (en) gesloten koop-/aannemingsovereenkomst, waarbij genoemde koper zich tegenover die wederpartij verplicht, de in de uitgifteovereenkomst genoemde en in de daarbij vermelde tekening nader gedetailleerde opstallen te bouwen.

  • g.

    Het in dit artikel in lid f gestelde, geldt uitsluitend voor de in de uitgifte-overeenkomst genoemde koper (s) en gaat niet over op diens rechtsopvolgers.

  • h.

    Indien na verloop van de in lid c genoemde termijn de bebouwing wel is aangevangen maar nog geen 50% van de geschatte bouwtijd is verlopen, is de koper aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd ter grootte van 10% van de koopsom.

  • i.

    Indien na verloop van de in lid c genoemde termijn de bebouwing is aangevangen, maar meer dan 50% van de bebouwing gereed is, verlenen burgemeester en wethouders uitstel van de bouwplicht voor de periode van de geschatte bouwtijd van het restant van de bebouwing. Indien na verloop van die verlenging nog steeds een wezenlijk deel van de bebouwing moet geschieden is de koper aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd overeenkomstig het bepaalde in lid h, onverminderd het recht van de gemeente om de volledige nakoming van de bouwplicht te vorderen.

GROEP WONINGEN.

Artikel 3.3 Verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop.

  • a.

    De wederpartij verplicht zich de op de verkochte grond te bouwen woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf (met zijn eventuele gezinsleden) te bewonen en die woning met de daartoe behorende grond niet aan derden te zullen doorverkopen, een en ander behoudens het vermelde in de hierna volgende leden. Artikel 2.15 is van toepassing.

  • b.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing in geval van:

    • 1.

      verkoop op grond van een machtiging van de rechter als bedoeld in artikel 3:174 NBW;

    • 2.

      exekutoriale verkoop;

    • 3.

      schriftelijke ontheffing door burgemeester en wethouders als bedoeld in lid d.

  • c.

    Het bepaalde in lid a en b vervalt nadat de wederpartij de desbetreffende woning gedurende één jaar heeft bewoond.Als maatstaf geldt hierbij de datum waarop en de tijd gedurende welke de wederpartij als bewoner van het desbetreffende adres in het bevolkingsregister is ingeschreven.

  • d.

    Burgemeester en wethouders kunnen schriftelijk ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel.Deze ontheffing wordt echter steeds verleend in geval van:

    • 1.

      verandering van werkkring van de wederpartij op grond waarvan redelijkerwijs verhuisd dient te worden;

    • 2.

      overlijden van de wederpartij of diens echtgeno(o)t(e) of partner;

    • 3.

      ontbinding van het huwelijk van de wederpartij door echtscheiding of ontbinding van een samenlevingsverband;

    • 4.

      verhuizing waartoe wordt genoodzaakt door de gezondheid van de wederpartij of van een van zijn gezinsleden.

Artikel 3.4 Aanleg parkeerplaats.

De wederpartij verbindt zich tegenover de gemeente om gelijktijdig met het gereedkomen van de woning (en), voor zijn rekening een van de openbare weg af met een auto toegankelijke parkeerplaats (bij elke woning) aan te leggen en in stand te houden.

Bij niet nakoming van de verplichting tot het aanleggen en/of instandhouden van bedoelde parkeerplaats (en) is koper aan de gemeente een boete verschuldigd van f 100,— voor elke dag dat de wederpartij in gebreke is.

Artikel 3.5 A.B.C.-bepaling*

De gemeente staat toe dat de wederpartij haar rechten op overdracht van de grond overdraagt aan de kopers van de woningen op de door haar te bebouwen kavels, eventueel voordat die bebouwing is tot stand gekomen,onder de voorwaarde dat:

  • a.

    in de tussen de wederpartij en haar kopers te sluiten overeenkomsten de artikelen 2.9, 2.10 en 3,3 van deze algemene voorwaarden (in samenhang met hetgeen omtrent deze artikelen in de uitgifte-overeenkomst is bepaald), integraal worden opgenomen;

  • b.

    de wederpartij zich tegenover de gemeente garant stelt voor de bouw, waartoe zij zich tegenover de hiervoor bedoelde kopers heeft verplicht.

Artikel 3.6 Betaling waarborgsom.

  • a.

    De koper zal binnen twee weken na de verzenddatum van de daartoe bestemde faktuur een aanbetaling in de vorm van een waarborgsom van tien procent van de koopsom voldoen.

  • b.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde bedrag zal worden verrekend met de verschuldigde koopsom.

  • c.

    Indien de raad of (bij delegatie) het kollege van burgemeester en wethouders niet tot uitgifte besluit, zal het in het eerste lid van dit artikel bedoelde bedrag vermeerderd met een vergoeding voor gederfde rente, berekend naar het rentepercentage voor kortlopende leningen van de Bank voor Nederlandse Gemeenten, worden terugbetaald.

GROEP BEDRIJVEN.

Artikel 3.7 Verbod tot verkoop aan de konsument.

  • a.

    Het is verboden het terrein en/of de daarop te stichten gebouwen te gebruiken of te doen gebruiken voor handelsdoeleinden, waarbij levering van goederen of waren direkt aan de konsument plaatsvindt.

  • b.

    Bij overtreding van het onder a van dit artikel bedoelde verbod zal de wederpartij een direkt opeisbare boete verschuldigd zijn van f 5.000,— voor elke week, waarin bedoelde levering aan de konsument plaatsvindt of op enigerlei wijze gekonstateerd wordt, zulks nadat de wederpartij terzake van de overtreding door het kollege van burgemeester en wethouders van de gemeente Beek (L.) bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploot in gebreke is gesteld.

Artikel 3.8 Afrastering.

De wederpartij verplicht zich tegenover de gemeente het terrein voor zijn rekening af te scheiden met een deugdelijke, niet ontsierende afrastering, zoals voor bedrijfsterrein gebruikelijk is.

GROEP ALGEHEEN.

Artikel 3.9 Eerdere ingebruikneming.

Het is de wederpartij toegestaan om de onroerende zaak per de in de uitgifte-overeenkomst genoemde datum in gebruik te nemen, voordat de notariële akte is ondertekend.

Indien de wilsovereenstemming omtrent de uitgifte-overeenkomst nog niet is tot stand gekomen door middel van een besluit daartoe door de gemeenteraad of burgemeester en wethouders, is het risiko dat de wilsovereenstemming niet tot stand komt voor de wederpartij . Indien de wilsovereenstemming niet tot stand komt, zal de wederpartij de onroerende zaak weer, voor zoveel mogelijk, in de oorspronkelijke toestand aan de gemeente terugleveren.

Eventuele gevolgen voor verschuldigdheid van omzetbelasting door de eerdere ingebruikneming zijn voor rekening van de wederpartij.

Artikel 3.10 Opstalrecht voor kabels en leidingen.

  • a. Ten laste van een daartoe op de bij de uitgifte-overeenkomst behorende tekening aangeduid gedeelte van de onroerende zaak en ten behoeve van de in de uitgifte-overeenkomst aangegeven begunstigde wordt gevestigd een opstalrecht, inhoudende het recht om nutsvoorzieningen te hebben, te houden, te inspekteren, te onderhouden en te vernieuwen.

  • b. Bij dit opstalrecht wordt bepaald dat op, respektievelijk in of boven dat gedeelte van het verkochte geen bouwwerken mogen worden opgericht, noch een gesloten wegdek wordt aangebracht, ontgrondingen worden verricht of bomen, dan wel diepwortelende struiken worden geplant, of aan derden toestemming tot zulk een handeling wordt verleend. Voor de vestiging van dit zakelijk recht is de begunstigde geen enkele vergoeding verschuldigd.

Artikel 3.11 Erfdienstbaarheden over en weer voor opstallen.

  • a.

    Ten behoeve en ten laste van het (de) in de uitgifte-overeenkomst vermelde uit te geven gebouw(en) en ten behoeve en ten laste van het (de) in de uitgifte-overeenkomst vermelde naastgelegen gebouw(en), worden gevestigd en aangenomen, al zodanige erfdienstbaarheden, waardoor de toestand waarin die percelen zich ten opzichte van elkaar bevinden, gehandhaafd blijft.

  • b.

    Onder andere geldt dit voor wat betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse kabels en leidingen, rioleringen, waterafvoeren, ventilatiesystemen, lichtinval, inankeringen, inbalkingen en overbouwingen. Hieronder kan echter nimmer een verbod tot bouwen of verbouwen worden verstaan.

Artikel 3.12 Overdracht van rechten.

Het is partijen verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de wederpartij rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst en/of eventuele met deze overeenkomst samenhangende overeenkomsten tussen partijen, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan derden; partijen zijn bevoegd om aan het verlenen van toestemming voorwaarden te verbinden.

Artikel 3.13 Ontbindingsmogelijkheid

.

  • a.

    Deze overeenkomst is ontbonden, indien de wederpartij geen hypothecaire lening onder naar de situatie op de geldmarkt redelijk te achten kondities heeft kunnen verkrijgen, nodig voor de financiering van de aan hem verkochte onroerende zaak, en de daarop in eerste instantie te stichten bebouwing.

  • b.

    Deze overeenkomst is eveneens ontbonden, indien de wederpartij geen goedkeuring verkrijgt ten aanzien van de bouwaanvraag met betrekking tot de aan hem verkochte onroerende zaak.

  • c.

    Bij vervulling van deze ontbindende voorwaarden dient de wederpartij de ontbinding van de overeenkomst schriftelijk in te roepen en aan de gemeente bekend te maken. N.

Artikel 3.14 Kettingbeding

.

  • a.

    De wederpartij is verplicht en verbindt zich jegens de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, het bepaalde in de daartoe in de uitgifte- overeenkomst aangewezen artikelen bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, alsmede bij de verlening daarop van een zakelijk recht, aan de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde op te leggen en in verband daarmee, om het in die artikelen bepaalde in de notariële akte of verlening van zakelijk recht woordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een direkt opeisbare boete van vijftigduizend gulden ten behoeve van de gemeente, met bevoegdheid voor deze laatste om daarnaast nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen.

  • b.

    Op gelijke wijze als hierboven onder lid a bepaald, verbindt de wederpartij zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de in lid a bedoelde artikelen, als de in lid a en in het onderhavige lid b opgenomen verplichting om dit door te geven, zal opleggen aan diens rechtsopvolgers/zakelijk gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan.

Artikel 3.15 Kwalitatieve verplichting.

De in de uitgifte-overeenkomst aangewezen artikelen blijven rusten op het registergoed en zullen van rechtswege overgaan op degene(n) die het goed onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij tevens wordt bepaald dat mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen.

Aangezien van deze overeenkomst tussen partijen een notariële akte wordt opgemaakt die daarna zal worden ingeschreven in de openbare registers, is voldaan aan de eis van artikel 6:252 lid 2 NBW.