Verordening regelende de vaststelling van de kermissen en de voorwaarden voor de verpachting van de standplaatsen

Geldend van 01-05-1994 t/m heden

Intitulé

Verordening regelende de vaststelling van de kermissen en de voorwaarden voor de verpachting van de standplaatsen

Verordening regelende de vaststelling van de kermissen en de voorwaarden voor de verpachting van de standplaatsen.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEK ( L . ) ;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 april 1994;

gelet op artikel 159 van de Gemeentewet en de Algmene wet bestuursrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende:

VERORDENING, REGELENDE DE VASTSTELLING VAN DE KERMISSEN EN DE VOORWAARDEN VOOR DE VERPACHTING VAN - STANDPLAATSEN

AFDELING I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan burgemeester en wethouders van Beek(L.).

  • b.

    pachter degene die een staanplaats pacht op een door de gemeente aangewezen kennisterrein.

  • c.

    inrichting de op een staanplaats aanwezige ruimten en/of installaties.

  • d.

    inschrijving het in een lijst opnemen van verzoeken om in aanmerking te komen voor toewijzing van een staanplaats.

AFDELING II KERMISSEN

Artikel 2

In de gemeente worden de volgende kermissen gehouden:

  • a.

    Beek-kom : de zomerkermis op de 2e zaterdag, zondag, maandag en dinsdag na Pinksteren;

    : de najaarskermis op de zaterdag, zondag, maandag en dinsdag op of na 19 oktober

  • b.

    Neerbeek : de zomerkermis op de 3e zondag, maandag en dinsdag na Pinksteren;

    : de najaarskermis op de zondag, maandag en dinsdag vóór 19 oktober;

  • Spaubeek :de zomerkermis op de laatste zondag, maandag en dinsdag vóór Pinksteren;

    :de Laurentiuskermis op de zondag en maandag op of na 10 augustus.

Artikel 3

De verplichte openingsuren van de in artikel 2 genoemde kermissen zijn:

's zaterdags van 14.00 - 22.00 uur;

-'s zondags van 14.00 - 23.00 uur;

's maandags van 15.00 - 22.00 uur;

's dinsdags van 15.30 - 21.00 uur.

AFDELING III AANBOD

Artikel 4

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan de mogelijkheid van inschrijving bekend maken in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad.

  • 2.

    Bij de bekendmaking kan het bestuursorgaan meedelen voor welke inrichtingen geen inschrijving zal plaats vinden.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan bij de bekendmaking de maximale richtprijs, toegangsprijs of inworp die op de kermis mag worden gehanteerd, vaststellen.

Artikel 5

Het bestuursorgaan is gehouden zijn aanbod gestand te doen wat betreft soort, aantal en kwaliteit van de kermisattrakties waarvoor de inschrijving werd opengesteld.

AFDELING IV INSCHRIJVING

Artikel 6

  • 1.

    Inschrijving dient t e geschieden op daartoe door het bestuursorgaan vastgestelde en t e r beschikking gestelde formulieren. Bij d i t formul i e r wordt een exemplaar van deze voorwaarden t e r hand gesteld.

  • 2.

    Op één inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven. Inschrijven voor een kombinatie van twee of meer i n richtingen worden n i e t in behandeling genomen.

  • 3.

    Inschrijvingen, bevattende konkurrentiebedingen die t o t doel hebben andere inrichtingen dan waarvoor wordt ingeschreven, t e weren of slechts om bepaalde personen toe t e laten, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 7

  • 1.

    De inschrijfformulieren moeten vóór een door het bestuursorgaan bepaalde datum zijn ontvangen. Inschrijvingen die na deze datum zijn ontvangen, worden niet in behandeling genomen.

  • 2.

    Als het inschrijvingsformulier niet volledig is ingevuld, krijgt de pachter gedurende twee dagen na mededeling daarvan door het bestuursorgaan de gelegenheid de ontbrekende gegevens aan te vullen.

  • 3.

    Een besluit om een inschrijving niet in behandeling te nemen wordt aan de pachter bekendgemaakt binnen één week na de in het eerste lid bedoelde datum. In de in het tweede lid bedoelde geval geschiedt deze bekendmaking binnen vier weken nadat nadat de in dat lid bedoelde termijn ongebruikt is verstreken of de ontbrekende gegevens onvoldoende zijn verstrekt.

Artikel 8

De pachter is gehouden zijn inschrijving gedurende drie weken na de in artikel 7, eerste lid, bedoelde datum te handhaven.

AFDELING V TOEWIJZING STANDPLAATSEN

Artikel 9

  • 1.

    Het bestuursorgaan besluit binnen drie weken na de in artikel 7, eerste lid, bedoelde datum over de toewijzing van de staanplaatsen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan maakt het besluit bekend door toezending aan de pachters.

Artikel 10

Met inschrijving voor een bepaalde staanplaats wordt bij de toewijzing rekening gehouden.

Artikel 11

De standplaatsen worden door de marktmeester aangewezen volgens een door het bestuursorgaan goedgekeurd plan.

AFDELING VI VERPACHTING

Artikel 12

  • 1.

    De standplaatsen worden verpacht door het bestuursorgaan.

Artikel 13

  • 1.

    De pachtsom moet in twee termijnen worden betaald:

    • a.

      50% binnen twee weken na dagtekening van de toewijzing van de staanplaats;

    • b.

      het restant twee weken vóór de aanvang van de kermis.

  • 2.

    Als de pachtsom niet is betaald binnen de in het eerste lid genoemde termijnen, wordt de pacht ontbonden door een schriftelijke verklaring van burgemeester en wethouders aan de pachter«

Artikel 14

  • 1.

    Wanneer de kermis door een niet aan de gemeente toe te rekenen oorzaak niet doorgaat of wordt onderbroken, wordt de pachtsom geheel gerestitueerd, dan wel gedeeltelijk naar rato van het aantal dagen, waarop de staanplaatsen niet kunnen worden gebruikt.

  • 2.

    De pachter vrijwaart de gemeente voor aansprakelijkheid wegens geleden schade als gevolg van het niet doorgaan of ophouden van de kermis als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Wanneer door een niet aan de pachter toe te rekenen oorzaak de toegewezen staanplaats niet kan worden ingenomen, wordt de pachtsom, dan wel het betaalde gedeelte, gerestitueerd.

AFDELING VII INNEMEN STAANPLAATS

Artikel 15

  • 1.

    De pachter is verplicht de hem toegewezen staanplaats in te nemen.

  • 2.

    Afstand, overdracht of ruiling van staanplaatsen is niet geoorloofd,tenzij met toestemming van het bestuursorgaan.

  • 3.

    Alle kosten voortvloeiende uit het gebruik van deze standplaats zijn voor rekening van de pachter.

Artikel 16

  • 1.

    Een standplaats moet uiterlijk om 14.00 n.m. op de dag, voorafgaande aan de aanvang van de kermis, door de pachter zijn ingenomen.

  • 2.

    Als de pachter niet aan het in het eerste lid bepaalde voldoet, verliest hij het recht op de standplaats.

Artikel 17

  • 1.

    Met het opbouwen van de inrichtingen mag niet eerder worden begonnen dan drie dagen vóór de aanvangsdatum van de kermis.

  • 2.

    o Na de aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd. Met het afbreken van de inrichtingen mag niet worden begonnen vóór het sluitingsuur.

  • 3.

    Gedurende de kermis mogen op het kennisterrein geen woon- en pakwagens staan.

AFDELING VIII VERPLICHTINGEN VAN DE GEMEENTE

Artikel 18

  • 1.

    De gemeente zorgt voor voldoende wateraftappunten en stroomtoevoerkontakten op het kennisterrein en op het terrein voor de woonwagens.

  • 2.

    De gemeente zorgt tijdens de kermis voor politietoezicht.

  • 3.

    De gemeente zorgt tijdens en na afloop van de kermis voor de reiniging van het kermisterrein en het terrein voor de woonwagens.

AFDELING IX ORDE EN VEILIGHEID

Artikel 19

  • 1.

    De pachter is verplicht in zijn inrichting toe te laten:

    • a.

      ambtenaren van de politie;

    • b.

      ambtenaren van bouw- en woningtoezicht;

    • c.

      de brandweer;

    • d.

      andere vertegenwoordigers van de gemeente.

  • 2.

    De pachter is verplicht de aanwijzingen te geven die de in het eerste lid genoemde personen geven in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden.

Artikel 20

Het is verboden:

  • a.

    muziek ten gehore te brengen buiten de openingsuren, behoudens voor het afstellen en testen van geluidsinstallaties;

  • b.

    gebruik te maken van sirenes, hoorns - anders dan in een draaizaak om het begin en einde van een rit aan te geven - en/of andere overmatig lawaaimakende apparaten;

  • c.

    in verkoopzaken gebruik te maken van versterkers;

  • d.

    in vermaakzaken konsumptie-artikelen of andere voorwerpen te verkopen;

  • e.

    vóór het sluitingsuur van de kermis inrichtingen te sluiten, of onverlicht te laten.

AFDELING X AANSPRAKELIJKHEID

Artikel 21

  • 1.

    De pachter is verplicht het risiko van aansprakelijkheid wegens geleden schade die ontstaat ten gevolge van het aanvoeren, plaatsen, hebben, gebruiken en afbreken van zijn inrichting te verzekeren.

  • 2.

    De pachter vrijwaart de gemeente voor alle in het eerste lid bedoelde aansprakelijkheid wegens geleden schade.

  • 3.

    De gemeente is aansprakelijk voor de in het eerste lid bedoelde schade, als deze het gevolg is van door de gemeente voor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen.

AFDELING XI SANKTIES

Artikel 22

De pachter verbeurt in de volgende gevallen aan de gemeente een boete van 50% van de pachtsom met een minimum van ƒ 100,—

  • a.

    als een hogere ritprijs, toegangsprijs of inworp wordt gevraagd dan de door het bestuursorgaan vastgestelde maxima;

  • b.

    bij overtreding van de bepalingen genoemd in de artikelen 15, 16,19 en 20.

Artikel 23

  • 1.

    De gemeente Beek (L.) is aangesloten bij de "Inlichtingen-dienst nalatige kermisexploitanten" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

    Burgemeester en wethouders houden zich het recht voor om bij niet-naleving van de in deze voorwaarden gestelde voor-schriften of de daaruit voortvloeiende maatregelen hiervan mededeling te doen bij deze vereniging. Zij geven hiervan tegelijkertijd kennis aan de betrokken pachter, onder mededeling dat hij zich tot een organisatie van kermisexploitanten kan wenden, teneinde zijn belangen bij genoemde vereniging te doen behartigen.

  • 2.

    De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft het recht om de in het eerste lid bedoelde mededeling ter kennis te brengen van de daarvoor in aanmerking komende gemeentebesturen. Zij gaat hiertoe niet over dan nadat de kalendermaand volgende op die waarin de mededeling van het gemeentebestuur is ontvangen, is verstreken.

AFDELING XII CITEERTITEL

Artikel 24

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening regelende de vaststelling van de kennissen en de voorwaarden voor de verpachting van de standplaatsen".

AFDELING XIII INWERKINGTREDING

Artikel 25

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 1994.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Beek (L.) op 21 april 1994.
De raad voornoemd,
de sekretaris, de voorzitter,

TOELICHTING bij "Verordening regelende de voorwaarden voor de verpachting van kermisstandplaatsen"

Grondslag verordening

De verordening vindt haar basis in artikel 149 van de Gemeentewet.

Relatie met Algemene wet bestuursrecht

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht die naast deze verordeningen gelden, zijn hieronder aangegeven.

In de derde kolom zijn de bepalingen van Burgerlijk Wetboek aangegeven die in ieder geval van toepassing zijn.

Omschrijving

Abw

BW

Zorgvuldigheid

en belangenafweging

3:2-2:4

Opschortingsrecht

6:52-6:57

Verzuim schuldeiser

6:58-6:64

Verzuim schuldenaar

6:81-6:87

Schadevergoeding

6:95-6:110

Algemene voorwaarden

6:231-6:237

Ontbinding

6:265-6:279

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 6

Dit artikel bepaalt dat inschrijving volgens een inschrijvingsformulier.

Op dit formulier staat welke gegevens moeten worden ingevuld. Dit kunnen

onder meer zijn:

  • a.

    naam en adres;

  • b.

    bank- en/of gironummer;

  • c.

    naam en omschrijving inrichting;

  • d.

    afmetingen van de inrichting;

  • e.

    aantal woon- en pakwagens;

  • f.

    aanduiding van het verlangde terrein;

  • g.

    de geboden pachtsom.

Ingevolge artikel art 6:234 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moeten de algemene voorwaarden door de gemeente aan de wederpartij ter hand worden gesteld.

Artikel 7

De regeling met betrekking t o t de ontvangst van de formulieren i s analoog aan het bepaalde in a r t i k e l 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 13

Als de pachter nalatig blijft de pachtsom te betalen, heeft de gemeente de keuze tussen opschorting van haar verplichtingen (art. 6:52 BW) en ontbinding (art. 6:265 BW) . Opschorting is weinig zinvol, omdat daarmee de staanplaats niet wordt bezet, wat nu juist het doel van de kermis is. Daarom is gekozen voor ontbinding. Daarvoor is een schriftelijke verklaring nodig: art. 6:267 BW.

Artikel 14

Dit artikel regelt de gehele of gedeeltelijke restitutie van de pachtsom in geval van niet aan de gemeente c.q. de pachter toe te rekenen oorzaken. Zie voor dit kriterium de artikelen 6:75 - 6:80 BW.

Verder bevat dit artikel een vrijwaring voor schade die voor de pachter voortvloeit uit het niet-doorgaan van de kermis. Bedingen die een bevrijding inhouden van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding, worden ingevolge artikel 6:237 onder f BW vermoed onredelijk te zijn ("grijs beding") . De gemeente moet aantonen dat het beding redelijk is. Het beroep op overmacht is in het algemeen een redelijke grond voor vrijwaring.

Artikel 21

Dit artikel bevat eveneens een exoneratieklausule. De gemeente kan in dit geval de redelijkheid van de exoneratie aantonen door erop te wijzen dat de exploitanten van kermisaktiviteiten tegen de in dit artikel genoemde schade verzekerd behoren te zijn. Het eerste lid verplicht overigens de exploitanten die verzekering te sluiten.

Artikel 22

Dit artikel verplicht de pachter tot betaling van een geldsom bij niet-nakoming van een aantal bepalingen. Boetebedingen moeten voldoen aan de bepalingen van de artikelen 6:91 - 6:98 BW. Een van die bepalingen is dat de schuldeiser (i.e. de gemeente) geen nakoming van het boetebeding kan vorderen als de tekortkoming niet aan de schuldenaar (i.e. de pachter) kan worden toegerekend.