Regeling vervallen per 08-03-2010

Verordening regelende de bevoegdheden en de samenstelling van de raadscommissies

Geldend van 15-03-2002 t/m 07-03-2010

Intitulé

Verordening regelende de bevoegdheden en de samenstelling van de raadscommissies(versie geldig sedert 15 maart 2002)

De raad van de gemeente Beemster;

gelezen het voorstel van de commissie duaal Beemster van 27 februari 2002, nr. 13;

gelet op artikel 82, eerste lid van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Verordening regelende de bevoegdheden en de samenstelling van de raadscommissies

Artikel 1

  • 1. Er zijn de volgende raadscommissies:

    • a.

      commissie grondgebied;

    • b.

      commissie samenleving;

    • c.

      commissie middelen.

  • 2. De taakvelden van de commissies vallen samen met die van de sectoren Grondgebied, Samenleving en Middelen.

Artikel 2

  • 1. De in artikel 1 genoemde commissies bestaan uit een voorzitter en 4 leden.

  • 2. De voorzitter is een door de raad aangewezen fractievoorzitter.

  • 3. De leden worden door de raad uit zijn midden benoemd voor de zittingsduur van de raad. De raad kan niet-raadsleden tot lid of plaatsvervangend lid benoemen. Als niet-raadsleden komen gedurende de eerste 2 jaren na de installatie van de raad uitsluitend in aanmerking zij, die voorkomen op de kandidatenlijst van de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gemeenteraad. De leden, die raadslid zijn kunnen voor zichzelf een plaatsvervanger aanwijzen. De plaatsvervanger dient lid te zijn van de raad of als niet-raadslid door de raad in enige commissie te zijn benoemd.

  • 4. Bij de benoeming draagt de raad er zorg voor, dat elke raadsfractie in de in artikel 1 genoemde commissies vertegenwoordigd is.

  • 5. Per raadsfractie kan slechts één niet-raadslid als plaatsvervangend commissielid worden aangewezen.

  • 6. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden worden benoemd voor de zittingsduur van de raad. In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 3

De raad wijst voor alle commissies een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aan.

Artikel 4

  • 1. Een commissie vergadert voorts zo dikwijls de voorzitter of twee leden dat nodig vinden. De vergaderingen van de commissies vinden in de regel plaats in de derde week voorafgaande aan die waarin een raadsvergadering plaatsvindt.

  • 2. De voorlopige agenda’s van de commissievergaderingen worden onder verantwoordelijkheid van het raadspresidium vastgesteld.

  • 3. Alle stukken, die van een commissie uitgaan, worden ondertekend door haar voorzitter en secretaris.

Artikel 5

De commissies hebben tot taak:

  • -

    het voorbereiden van tot hun taakveld behorende zaken, die aan de raad ter behandeling worden voorgelegd;

  • -

    het zo nodig zorgen voor informatie-uitwisseling met het college van burgemeester en wethouders en de afzonderlijke collegeleden.

Artikel 6

  • 1. Indien een lid verhinderd is een vergadering bij te wonen, kan hij zich doen vervangen door degene, die als zijn plaatsvervanger is aangewezen.

  • 2. Een lid kan zich tevens bij de behandeling van één of meer agendapunten doen vervangen door degene, die als zijn plaatsvervanger is aangewezen, met dien verstande, dat bij de behandeling van een agendapunt één fractievertegenwoordiger het woord voert.

  • 3. Een commissie kan niet vergaderen, indien niet naast de voorzitter 3 leden of plaatsvervangende leden tegenwoordig zijn.

  • 4. Kan dientengevolge een vergadering niet doorgaan, dan wordt zonodig met een tussentijd van tenminste vierentwintig uren, een nieuwe vergadering belegd, waarin de dan aanwezige beraadslagen en besluiten over de op de agenda vermelde onderwerpen.

  • 5. De voorzitter heeft in de commissies geen stem.

  • 6. De secretaris draagt er zorg voor, dat van een commissievergadering een beknopt verslag wordt gemaakt.

Artikel 7

  • 1. De voorzitter kan eigener beweging of op verlangen van de commissie leden van het college, gemeenteambtenaren of andere personen of organisaties buiten het gemeentebestuur staande, uitnodigen de vergadering bij te wonen voor het geven van adviezen of inlichtingen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde adviezen of inlichtingen kunnen door de voorzitter of de commissie ook schriftelijk worden verlangd.

Artikel 8

  • 1. De vergaderingen van de commissies zijn, behoudens het bepaalde in de Gemeentewet en deze verordening, openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter dat nodig oordeelt of daarom door één lid wordt gevraagd.

  • 3. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 4. Over onderwerpen die in een besloten vergadering zijn behandeld kan in een besloten vergadering worden beslist of een advies worden uitgebracht.

  • 5. Met gesloten deuren wordt in ieder geval vergaderd indien onderwerpen aan de orde zijn waarbij personen of functionarissen in persoon zijn betrokken of zaken die in de persoonlijke levenssfeer liggen, dan wel indien het gemeentebelang door openbare behandeling in het algemeen, of op dat tijdstip, kan worden geschaad.

Artikel 9

  • 1. Bij de behandeling van de afzonderlijke agendapunten tijdens de vergadering stelt de voorzitter de aanwezigen op de publieke tribune in de gelegenheid hun zienswijze over het agendapunten kenbaar te maken en daarover in discussie te gaan met de leden van de commissie.

  • 2. De voorzitter kan de spreektijd van de onder 1. bedoelde insprekers zonodig beperken.

Artikel 10

  • 1. De overige leden van de raad zijn bevoegd ook de besloten vergaderingen van de commissie, waarvan zij geen lid zijn, als toehoorder bij te wonen.

  • 2. Op degenen die vergaderingen van de commissies bijwonen op grond van lid 1 zijn de artikelen 11 en 12 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11

  • 1. De commissie regelt, indien wordt besloten tot het houden van een besloten vergadering, tevens de geheimhouding van het besprokene en hetgeen ten behoeve van die vergadering werd overgelegd.

  • 2. Zij kan de geheimhouding tot een bepaalde termijn beperken.

  • 3. Ten aanzien van de verslagen van besloten commissievergaderingen is hetgeen hierover in het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Beemster is bepaald van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12

De voorzitter kan ten aanzien van de aan de commissie over te leggen stukken voorlopige geheimhouding opleggen. De voorlopige geheimhouding geldt totdat door de commissie toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 11.

Artikel 13

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 15 maart 2002.

  • 2.

    Tegelijkertijd vervalt de bij raadsbesluit van 15 april 1998 vastgestelde verordening, regelende de bevoegdheden en de samenstelling van de vaste commissies van advies als bedoeld in artikel 91 van de Gemeentewet.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Beemster van 12 september 2002.