Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten

Geldend van 19-12-2002 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten(versie geldend sedert 14 december 2006)

De raad van de gemeente Beemster;

gelezen de voorstellen van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2002, nr. 51 en van 2 december 2002, nr. 67;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Beheersverordening begraafplaats: de verordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 februari 1997, dan wel de daarvoor in de plaats tredende regeling;

  • b.

    Begraafplaats: de algemene begraafplaats;

  • c.

    Algemeen graf- een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    Algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    Asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    Eigen graf.- een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • g.

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • h.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    het doen verstrooien van as;

  • j.

    Eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

  • k.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    het doen verstrooien van as;

  • m.

    Gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • n.

    Grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

  • o.

    Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.1 en 5.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.1 en 5.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.1 en 5.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, met ingang van 1 januari van het jaar volgend op dat, waarin de vergunning tot grafbedekking is verleend.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.1 en 5.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.1 en 5.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen, bedoeld in artikel 6, eerste lid moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 45,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De rechten, bedoeld in artikel 6, tweede lid moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Kwijtschelding

(vervallen)

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening begrafenisrechten 1997" van 12 december 1996, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 5 februari 1998, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2003.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening begrafenisrechten 2001'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Beemster d.d. 19 december 2002

Tarieventabel, behorende bij de Verordening begrafenisrechten 2001.

Tarieventabel begrafenisrechten