Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen van de gemeente Beesel

Geldend van 20-11-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen van de gemeente Beesel.

De raad der gemeente Beesel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Beesel d.d. 9 oktober 2006;

gelet op het bepaalde in de Wet op de lijkbezorging en artikel 147 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen van de gemeente Beesel.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening worden verstaan onder:

  • a.

    algemene begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaats nabij de Kerkstraat in Beesel en de gemeentelijke begraafplaats aan de Molenweg te Reuver.

  • b.

    graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het laten begraven van een lijk.

  • c.

    asbusbewaarplaats: plaats met asbuselementen waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten van asbussen.

  • d.

    asverstrooiplaats: een speciaal daartoe aangewezen deel van de begraafplaatsen waar verstrooiing van de as van de overledenen kan plaatsvinden.

  • e.

    grafbedekking: gedenkplaten of graftekens op een graf of een gedenktegel bij asbusbewaarelementen.

  • f.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen.

  • g.

    beheer: onderhoud en regelgeving voor het dagelijks beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen.

  • h.

    rechthebbende: de rechthebbende op een graf.

Artikel 2 Beheer

Burgemeester en wethouders voeren het beheer over de algemene begraafplaatsen.

Artikel 3 Administratie

  • 1. Ten behoeve van het beheer wordt een register bijgehouden met een inrichtingstekening.

  • 2. Op de tekening staat aangegeven: de opstallen, de graven met nummers en afmetingen, de asbusbewaarplaats met nummers, de asverstrooiplaats.

  • 3. De begravingen met reserveringen en de bijzettingen worden geregistreerd.

Artikel 4 Openstelling begraafplaatsen en ordemaatregelen.

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk tussen zonsopkomst en zonsondergang.

  • 2. Ter handhaving van de rust en orde of wegens bepaalde werkzaamheden op de begraafplaatsen kunnen de toegangen voor het publiek tijdelijk worden (af)gesloten.

  • 3. De begravingen, bijzettingen en asverstrooiingen geschieden op werkdagen en zaterdag tussen 8.00 uur en 16.30 uur. Het college kan in bijzonder gevallen van deze tijden afwijken.

  • 4. Het is verboden zonder toestemming van de beheerder met motorvoertuigen op de begraafplaatsen te rijden.

  • 5. Motorvoertuigen worden uitsluitend toegelaten voor het uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van begrafenissen, bijzettingen, het plaatsen van grafbedekkingen en asbus gedenktekens of voor de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan groenvoorzieningen, paden en gebouwen. Deze motorvoertuigen mogen niet harder dan 10 km per uur rijden.

  • 6. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 7. Degenen die zich niet aan de in het zesde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5 Verlof tot begraven of bijzetten asbussen.

Begraving of bijzetting mag slechts geschieden indien van te voren het verlof tot begraving of het bijzetten van asbussen is overhandigd aan de beheerder.

Artikel 6 Kennisgeving begraven of bijzetten asbussen.

  • 1. Degene die wil laten begraven, een asbus wil laten bijzetten of as wil verstrooien, stelt daarvan de beheerder in kennis tot uiterlijk 12.00 uur van de dag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of asverstrooiing plaatsvindt.

  • 2. Het openen van een graf of asbusbewaarplaats en het sluiten daarvan, alsmede het gebruik van hulpmiddelen geschiedt uitsluitend door personeel van de begraafplaats. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 7 Uitgeven van graven, asbusbewaarelementen of uitstrooien as.

  • 1. Op de begraafplaatsen worden graven uitgegeven en asbusbewaarelementen. Op de begraafplaatsen wordt de mogelijkheid geboden as van een overledene te verstrooien.

  • 2. De graven en asbusbewaarelementen worden in aaneengesloten volgorde uitgegeven.

  • 3. Per graf wordt 1 lijk begraven.

  • 4. Begravingen, bijzettingen en het verstrooien van as zijn alleen toegestaan voor overledenen die een sociale band met de gemeente hadden. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 3 en 4 ontheffing verlenen op grond van zwaarwegende redenen.

Artikel 8 Grafrechten en rechten asbusbewaarelementen.

  • 1. Het uitsluitend recht op een graf of asbusbewaarelement kan door burgemeester en wethouders worden verleend voor een periode van twintig jaar of dertig jaar. De termijn begint te lopen op de datum van de begrafenis of bijzetting.

  • 2. De in het vorige lid genoemde termijnen van twintig of dertig jaar kunnen telkens met een periode van tien jaren worden verlengd.

  • 3. Voor het verkrijgen van een uitsluitend recht, als bedoeld in lid 1 en voor een verlenging als bedoeld in lid 2, alsmede voor het verstrooien van as als bedoeld in artikel 7, lid 1 is een bedrag verschuldigd overeenkomstig de Verordening Lijkbezorgingrechten.

  • 4. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het recht op een graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 9 Uitsluitend recht.

  • 1. Het uitsluitend recht in een graf te laten begraven of een asbus in een asbusbewaarelement bij te zetten wordt verleend onder de voorwaarden genoemd in deze verordening en de Verordening Lijkbezorgingrechten.

  • 2. Het verkrijgen van het in het eerste lid genoemde recht is en blijft gelijk aan een publiekrechtelijke vergunning, waaraan geen burgerlijk recht kan worden ontleend en welke nimmer gevolgen kan hebben, verder strekkende dan de aard en de duur van de begraafplaatsen als zodanig.

Artikel 10 Tenaamstelling.

  • 1. Een graf of asbusbewaarelement kan slechts op naam staan van één rechthebbende, hetzij een natuurlijk persoon, hetzij een rechtspersoon.

  • 2. Het recht op een graf of asbusbewaarelement kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de in de vorige zin genoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3. Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht of recht op een asbusbewaarelement worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.

  • 4. Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het derde lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het graf of asbusbewaarelement te doen vervallen.

  • 5. Alle aanspraken op een graf of asbusbewaarelement vervallen bij het verstrijken van de uitgifteduur.

Artikel 11 Vergunning grafbedekking.

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders. De termijn waarvoor deze vergunning geldt is gebonden aan de termijn van de grafrechten of het recht op een asbusbewaarelement.

  • 2. Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen geven burgemeester en wethouders bij afzonderlijk besluit voorschriften.

  • 3. Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 12 Grafbeplanting.

  • 1. Niet blijvende beplantingen op een graf, die in verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij zijn verwelkt, door de beheerder worden verwijderd. Linten, vazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende. Na deze termijn vervallen deze voorwerpen aan de gemeente zonder aanspraak op een vergoeding door de rechthebbende.

  • 2. Beplantingen (heesters, coniferen en andere beplantingen) die door buitensporige groei over graven en paden groeien kunnen door de beheerder gesnoeid of verwijderd worden zonder dat de rechthebbende aanspraak kan maken op een vergoeding.

Artikel 13 Tijdelijke verwijdering grafbedekking.

Een ieder moet gedogen dat graftekens of andere voorwerpen en beplanting die op een graf staan, van gemeentewege worden verwijderd of verplaatst indien dit nodig is voor begravingen in de nabijheid van het betreffende graf. De grafbedekking wordt door de beheerder terug geplaatst.

Artikel 14 Ruimen van graven en asbusbewaarelementen.

  • 1. Wanneer het recht op een graf of asbusbewaarelement is vervallen, zijn burgemeester en wethouders bevoegd met inachtneming van de bij of krachtens de wet op de lijkbezorging gestelde regels, het graf of asbusbewaarelement te doen ruimen.

  • 2. Het voornemen van burgemeester en wethouders een graf te ruimen wordt gedurende tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden, via het mededelingenbord van de begraafplaats, ter kennis van de belanghebbende gebracht. In het geval het adres van de rechthebbende bekend is zal deze op hetzelfde tijdstip ook schriftelijk in kennis worden gesteld.

  • 3. Indien de rechthebbende c.q. de nabestaanden zich niet binnen één jaar na de bekendmaking bij burgemeester en wethouders hebben gemeld, wordt het graf of asbusbewaarelement na verloop van de vermelde tijdsduur van gemeentewege geruimd en wordt de grafbedekking gelijktijdig verwijderd. De kosten van verwijdering van de grafbedekking zullen indien mogelijk verhaald worden op de rechthebbende.

  • 4. De rechthebbende op een asbusbewaarelement kan de beheerder schriftelijk verzoeken deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien. Het herbegraven of opnieuw bijzetten dan wel verstrooien van as geschiedt van gemeentewege tegen het daarvoor verschuldigde recht.

  • 5. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde afgesloten gedeelten van de begraafplaats.

  • 6. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 11 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 7. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • a.

      geen verzoek op grond van het zesde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend, is verstreken;

    • b.

      de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 15 Onderhoud grafbedekking.

  • 1. De grafbedekking en de ruimte die ter beschikking staat voor het plaatsen van de grafbedekking dient door de rechthebbende te worden onderhouden.

  • 2. Bij niet voldoende onderhoud als bedoeld in het eerste lid, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, of indien verschil van mening bestaat tussen de rechthebbende en het college over de wijze van onderhoud, geschiedt het herstel of onderhoud vanwege de gemeente op kosten van de rechthebbende; bij niet voldoening van de kosten zal het onderhoud worden gestaakt en de voorwerpen worden geruimd. Indien hij nalaat de grafbedekking of de ruimte daarvoor behoorlijk te onderhouden, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen.

  • 3. De verwijdering vindt pas plaats nadat de rechthebbende schriftelijk in kennis is gesteld van de toestand van de ruimte voor de grafbedekking.

Artikel 16 Onderhoud door gemeente.

Het onderhoud van de graven en schoonhouden van de asbusbewaarelementen geschiedt door de gemeente.

Artikel 17 Overgangsbepaling.

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening van 1 januari 1992 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening van 1 januari 1992 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 18 Onvoorziene zaken

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet besluit het college.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 20 november 2006.

Op deze datum vervalt de verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Beesel die is vastgesteld op 18 november 1991.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Beesel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Beesel in zijn openbare vergadering van 20 november 2006.