Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de raad van de gemeente Beesel op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Beesel 2021 [Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2021]

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de raad van de gemeente Beesel op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Beesel 2021 [Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2021]

De raad van de gemeente Beesel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020;

gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t

  • 1.

    vast te stellen de Verordening van de raad van de gemeente Beesel op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Beesel 2021 [Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2021];

  • 2.

    in te trekken de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Beesel 2020 (Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2020), vastgesteld op 16 december 2019.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van mobiele kampeeronderkomens.

  • b.

    Mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden.

  • c.

    BsGW: Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, sub c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting €1,50. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief € 1,00 per persoon, per overnachting, indien er wordt overnacht in mobiele kampeeronderkomens op een kampeerterrein.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het eerste lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Minimumaanslag

  • 1.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven;

  • 2.

    Voor de toepassing van het vorig lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige moet BsGW schriftelijk berichten dat hij een verblijf gaat aanbieden als bedoeld in artikel 2. De belastingplichtige doet dit voordat hij voor de eerste maal een verblijf heeft aangeboden.

Artikel 12 Aangifteplicht

De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingtijdvak een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee weken na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, te verzoeken tot een uitnodiging tot het doen van aangifte. De aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en middels ambtshalve aanslag op te leggen.

Artikel 13 Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is verplicht per belastingtijdvak een nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2.

    Van iedereen aan wie gelegenheid tot overnachting wordt gegeven moeten in het nachtverblijfregister ten minste de volgende gegevens worden opgenomen:

    • a.

      Naam en woonplaats;

    • b.

      Datum van aankomst en vertrek;

    • c.

      Het aantal overnachtingen waarvoor toeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 14 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2020 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Beesel in de openbare vergadering van 14 december 2020.

griffier,

N.H.P. Vintcent MA

voorzitter,

B.C.M. Vostermans