Controleverordening Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB)

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Controleverordening Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB)

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB) besluit

gelet op artikel 35 van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;

vast te stellen:

de Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de Gemeenschappelijke Regeling BWB.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    accountant:

    een persoon zoals bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die bevoegd is tot het afgeven van een accountantsverklaring.

  • b.

    accountantscontrole:

    de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de Gemeenschappelijke Regeling BWB.

  • c.

    rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole:

    het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen met de relevante wet- en regelgeving.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1. De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door het Algemeen Bestuur te benoemen accountant. De benoemde accountant is belast met de accountantscontrole van de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Regeling BWB.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur bereidt in overleg met het Algemeen Bestuur de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties) bij de controle van de jaarrekening;

    • b.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • c.

      de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

    • d.

      de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering;

    en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar:

    • e.

      de posten van de jaarrekening, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden;

    • f.

      de producten en of organisatieonderdelen met bijbehorende afwijkende rapporteringtoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.

  • 4. In afwijking van het gestelde in lid 3, letters e en f kan het Algemeen Bestuur in het programma van eisen opnemen, dat het Algemeen Bestuur jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant de posten van de jaarrekening en de producten en de organisatieonderdelen vaststelt, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringtoleranties hij daarbij dient te hanteren.

  • 5. Bij de aanbesteding van de accountantscontrole stelt het Dagelijks Bestuur voor de selectie van de accountant de selectiecriteria en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.

Artikel 3. Informatieverstrekking door het Dagelijks Bestuur

  • 1. Het Dagelijks Bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur zorgt er voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende stukken, zoals verordeningen, nota’s, besluiten van het Dagelijks Bestuur, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten en berekeningen voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3. Bij de jaarrekening bevestigt het Dagelijks Bestuur schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan het Algemeen Bestuur.

  • 5. Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in het Algemeen Bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur en de accountant gemeld.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles.

Artikel 5. Toegang tot informatie

  • 1. De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het Dagelijks Bestuur zorgt er voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de organisatie.

  • 2. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het Dagelijks Bestuur zorgt er voor dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur zorgt er voor dat alle organisatie-eenheden zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6. Specifieke werkzaamheden

Het Dagelijks Bestuur kan de door het Algemeen Bestuur benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het Dagelijks Bestuur informeert het Algemeen Bestuur vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

Artikel 7. Rapportering

  • 1. Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het Algemeen Bestuur en zendt een afschrift hiervan aan het Dagelijks Bestuur.

  • 2. In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, de directeur dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.

  • 3. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan het Algemeen Bestuur door de accountant aan het Dagelijks Bestuur voorgelegd met de mogelijkheid voor het Dagelijks Bestuur om op deze stukken te reageren.

  • 4. De accountant bespreekt voorafgaand aan de behandeling van de jaarstukken in het Algemeen Bestuur, het verslag van bevindingen met (een voor dit doel door het Algemeen Bestuur ingestelde vertegenwoordiging van) het Algemeen Bestuur.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011 en werkt terug tot en met 1 maart 2010.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Controleverordening BWB”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de BWB,

d.d. 17 december 2010

Voorzitter,

Secretaris-directeur,

Drs. Th.J.J.M. Schots

Drs. M.M.M.F. de Schwartz