Regeling vervallen per 31-12-2018

Gemeente Bergeijk – Handhaving Uitvoeringsprogramma (HUP) 2018

Geldend van 15-03-2018 t/m 30-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Gemeente Bergeijk – Handhaving Uitvoeringsprogramma (HUP) 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk,

gelet op artikel 5.3 van de Wabo en artikel 7.3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor)

besluit:

vast te stellen:

het Handhaving uitvoeringsprogramma 2018 (HUP 2018) met bijlagen

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders gemeente Bergeijk van 16 januari 2018.

W.A.C.M. Wouters

Secretaris

A. Callewaert – de Groot

Burgemeester

AFKORTINGEN: ln dit handhaving uitvoeringsprogramma worden de volgende afkortingen gebruikt:

AMvB : Algemene Maatregel van Bestuur

APV : Algemene Plaatselijke Verordening

Awb : Algemene wet bestuursrecht

B&W : Het college van Burgemeester en wethouders

BAG : Basisregistratie Adressen en Gebouwen

Boa : Buitengewoon opsporingsambtenaar

BTP-taken : Basis Taken Pakket (voor Regionale Uitvoeringsdiensten versie 2.3)

Bor : Besluit Omgevingsrecht

DHW : Drank en Horecawet

Mor : Ministeriële regeling omgevingsrecht

HUP : Handhaving Uitvoeringsprogramma

IPO : lnterprovinciaal Overleg

ILT : Inspectie Leefomgeving en transport

LHS : Landelijke Handhavingsstrategie

Odzob : Omgevingsdienst Zuidoost Brabant, uitvoeringsorganisatie

OM : Openbaar Ministerie

RVCS : Regeling Verwijdering Calamiteuze Stoffen

VNG : Vereniging Nederlandse gemeenten

Wabo : Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet VTH : Wet Vergunningen Toezicht en Handhaving

1.Inleiding

Artikel 1.1 Inleiding

Voor u ligt het Handhaving Uitvoeringprogramma 2018 (verder HUP). In dit HUP worden de voor

2018 gestelde handhavingsopgaven op het gebied van de fysieke leefomgeving (omgevingsrecht) beschreven. Ze zijn ontleend aan het op 8 november 2016 door het college van B&W vastgestelde (Meerjaren handhavingprogramma 2017 – 2020 (verder MJHP of het beleid)

Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder Wabo) is een trend ingezet naar vereenvoudiging van regelgeving en deregulering, en wordt meer gestuurd op klantgericht werken. Die manier van werken heeft gevolgen voor het uitvoeren van de handhavingstaken van het omgevingsrecht. Zo wordt met de toekomstige Omgevingswet (vermoedelijke inwerkingtreding 2021) nog nadrukkelijker ingezet op facilitering van nieuwe initiatieven in plaats van de tot nog toe gehanteerde systematiek van het reguleren in regels en de controle daarop. Het HUP 2018 is een vervolg op het HUP 2017.

1.2 Wettelijk Grondslag

De grondslag van het HUP is vastgelegd in de wet. In de Wabo wordt in artikel 5.3 bepaald dat bij Algemene Maatregel van Bestuur (verder AMvB) regels worden gesteld in het belang van een doelmatige handhaving. Die AMvB betreft het Besluit omgevingsrecht (verder Bor).

In artikel 7.3 van het Bor wordt bepaald dat het bevoegd gezag (B&W) het vastgestelde handhavingsbeleid in een jaarlijks uit te werken uitvoeringsprogramma vorm geeft. In het HUP geeft het bevoegd gezag aan welke activiteiten het komende jaar worden uitgevoerd. Op grond van datzelfde artikel dient het HUP met andere betrokken bestuursorganen en de organen belast met de strafrechtelijke handhaving te worden afgestemd. Het voorliggende HUP 2018 is integraal afgestemd binnen de gemeente en wordt gecommuniceerd richting het waterschap, de provincie en de politie.

afbeelding binnen de regeling

Figuur: Dubbele regelkring met artikelen uit het Bor

In het Bor zijn minimum criteria opgenomen waaraan een handhavingsorganisatie ten minste moet voldoen. Om aan de criteria te voldoen moeten een aantal stappen systematisch worden doorlopen. Voor de totstandkoming van dit HUP is aansluiting gezocht bij de structuur van de dubbele regelkring (big 8 cyclus). Het HUP wordt door het college bekendgemaakt aan de gemeenteraad en gezonden aan de toezichthouder (Provincie)

1.3 Uitgangspunten en doel

In het algemeen geldt dat bij het bestaan van normen en wetten ook controle daarop plaatsvindt.

De overheid ziet er op toe dat de regels en wetten die zij voorschrijft ook worden nageleefd. Maar tijden veranderen en de overheid nieuwe stijl (2.0) kenmerkt zich door het vaker en nadrukkelijker verplaatsen van verantwoordelijkheden waar zij daadwerkelijk thuishoren; bij de burger(s) en ondernemer(s). Steeds vaker wordt geappelleerd aan eenieders eigen verantwoordelijkheid en waar mogelijk worden overbodige regels afgeschaft. Als er een consequent-, transparant en solide handhavingsbeleid wordt gevoerd laten burgers zich ook op die verantwoordelijkheid aanspreken. Dat regels worden nageleefd is immers de verantwoordelijkheid van de inrichting-/vergunninghouder of eigenaar/gebruiker. Deze uitgangspunten zijn betrokken bij de prioritering van de handhavingthemas uit het MJHP dat aan dit HUP ten grondslag ligt. Het doel van het HUP is het opstellen van een werkplan waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten de gemeente Bergeijk het komende jaar uitvoert, rekening houdend met de gestelde doelen in het MJHP en de daarin benoemde prioriteiten. Het uitgangspunt is om daarbij een efficiënte, zorgvuldige en gestructureerde inzet van de beschikbare handhavingscapaciteit te bereiken.

1.4 Probleemanalyse

Op 17 mei 2016 is medewerking verleend aan de totstandkoming van een omgevingsanalyse / probleemanalyse voor de Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (verder Odzob) ten behoeve van de bediening van haar cliënten bij de uitvoering van tenminste het wettelijk opgedragen Basis Taken Pakket (voor Regionale Uitvoeringsdiensten versie 2.3, verder BTP-taken). Deze analyse is vooraf betrokken bij de formulering van handhavingstaken in handhavingthemas die door het college bij de prioritering van het MJHP 2017 – 2020 zijn betrokken. De analyse draagt bij aan de totstandkoming van een Regionaal Operationeel Kader (ROK, milieutoezicht) waarbij het toezicht en handhaving van omgevingswetgeving steeds meer vanuit een risicogerichte benadering wordt aangepakt. De analyse is als bijlage 1 bij dit HUP gevoegd.

1.5 Afstemming handhavingspartners

Het Bor en de Regeling omgevingsrecht (verder Mor) verplichten het bevoegd gezag om met andere bestuursorganen en strafrechtelijke partners af te stemmen. Na vaststelling dient het HUP aan hen te worden toegezonden. De afstemming vindt onder andere plaats met politie, Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (verder VRZOB) en het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC). Daarnaast worden werkafspraken gemaakt met de uitvoeringsorganisatie Odzob, die namens de gemeente toezichthoudende taken uitvoert. Sinds 2016 worden door deze dienst, behalve de verplichte gestelde BTP taken, ook alle andere taken verbonden aan (milieu)vergunningverlening en toezicht uitgevoerd. Het opdracht- en werkprogramma van de Odzob is als bijlage 2 bij dit HUP gevoegd.

2. Organisatie

De activiteiten en taken die staan beschreven in dit HUP worden uitgevoerd door medewerkers van de afdeling Beheer Ruimte, cluster toezicht & handhaving, medewerkers van de Odzob, medewerkers van de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (verder VRBZO) en soms door ingehuurde krachten.

Het cluster T&H houdt toezicht op de naleving van wet- en regelgeving en treft maatregelen om overtredingen zoveel mogelijk te voorkomen of te beëindigen. Het cluster is betrokken bij onderwerpen als bouwen, ruimtelijke ordening, vergunningen, brandveiligheid, naleving van bestemmingsplannen en milieuvoorschriften, de openbare orde en integrale veiligheid (horeca, evenementen, drugsoverlast en de APV). Handhaving van besluiten op het gebied van Sociale Zaken en de Leerplicht zijn ondergebracht in andere gemeentelijke clusters, afdelingen of samenwerkingsverbanden en maken van dit HUP 2018 geen deel uit.

2.1. Capaciteit voor het HUP 2018

Vooralsnog beschikt het cluster in 2018 over een capaciteit van in totaal 5,3 fte (1 fte is 1340 uur)

Het cluster is verantwoordelijk voor de uitvoering van de activiteiten en taken die staan beschreven in dit uitvoeringsprogramma. Het cluster bestaat uit:

Clustercoördinator (1 persoon, 1,0 fte);

Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA) (1 persoon 0,5 fte)

Vacature BOA (1 persoon 0,5 tot 0,7 fte)

Toezichthouders (medewerkers HH) (2 personen, 2,0 fte)

Toezichthouder medewerker HH (inhuur 6 maanden) (1persoon, 0,5 fte)

Jurist / juridische ondersteuning (1 persoon 0,6 fte voor handhaving in 2018)

Het cluster T&H beschikt voor de uitvoering van de in het HUP 2018 opgenomen taken ten aanzien van brandveiligheid ook over de inzet van een medewerker van de veiligheidsregio voor 0,2 fte (gerekend wordt met 1400 x 0,2 = 280 – 10% = 252 uur). Voor het toezicht op de naleving van voorschriften op het aspect milieu (BTP-taken), maar ook specifieke verzoeken daartoe is in de gemeente Bergeijk structureel budget opgenomen ten behoeve van de inzet van medewerkers van de Odzob.

Voor het (specialistische) toezicht op de naleving van voorschriften verbonden aan de handhaving van de Drank en Horecawet (DHW) worden gecertificeerde en door het gemeentebestuur aangewezen personen ingezet. De daaraan verbonden kosten zijn ook in de begroting opgenomen.

De vraag om de inzet van een Boa ten behoeve van taken in de openbare ruimte neemt steeds meer toe. Een evaluatie van hun inzet in 2017 heeft uitgewezen dat de inzet van de Boa’s van Bergeijk in de openbare ruimte momenteel vooralsnog beruste op ad hoc inzet bij klachten. Voor overige inzet van de Boa was er geen ruimte. Het is echter wenselijk om de Boa’s in Bergeijk gerichter, projectmatiger en thematisch in te zetten zodat ook een vuist gemaakt kan worden bij de aanpak van zwaardere delicten waarbij zij gezamenlijk moeten optreden. Gebaseerd op de inzet via 3 pijlers (meldingen – evenementen – projecten) bedraagt de gewenste inzet van een Boa in Bergeijk 42 uur zichtbare’ aanwezigheid op straat per week. In het voorliggende HUP 2018 wordt hierop geanticipeerd en wordt tijd ingeruimd voor de projectmatige inzet van de Boa’s in Bergeijk..

In bijlage 5 is de benodigde ureninzet (en middelen) voor dit HUP 2018 opgenomen.

2.1.1 Taken van het cluster T&H

De buitengewoon opsporingsambtenaren (verder Boa's) zorgen voor het preventief toezicht op, -en indien nodig-, de strafrechtelijke handhaving van overtredingen in de openbare ruimte. Het toezicht op bestuursrechtelijke handhavingsaspecten wordt voornamelijk door de toezichthouders gedaan.

Door de toezichthouders wordt toezicht uitgevoerd op het rode kleurspoor (bouwen en ruimtelijke ordening). Het betreft o.a. toezicht op vergunningsplichtige en vergunningsvrije bouwwerken en de registratie van die bouwwerken in de verplichte Basisregistratie Adressen en Gebouwen (verder BAG)

Zij zijn opgeleid en gecertificeerd voor het houden van toezicht op sloopwerkzaamheden waarbij tevens sprake is van asbestverwijdering. Daarnaast houden zij preventief toezicht op en rondom evenementen en de veiligheid van horeca instellingen rondom de openstelling bij feestdagen. Bij die gelegenheid wordt, mits daar aanleiding toe bestaat, ook door de Boa’s toezicht uitgevoerd.

De juridische medewerker biedt voor de hele organisatie bestuurlijk juridische ondersteuning en behandelt voor het cluster T&H enkele complexe handhavingszaken. Zij vertegenwoordigt de gemeente in rechte (veelal worden de beroepsprocedures voornamelijk door de juridische medewerker behandeld) Door verschuivingen uit het verleden staat de inzet ten behoeve van Het cluster Handhaving echter onder druk (zie verder 3.1) In 2018 wordt hiervoor naar een oplossing gezocht.

Het cluster draagt zelf zorg voor de coördinatie van door de Odzob uitgevoerde controles en behandelt diverse verzoeken om informatie, klachten en de verslaglegging daarvan. De coördinator handhaving zorgt voor de algehele coördinatie binnen het cluster en behandelt zelf lopende handhavingszaken, een aantal juridische zaken en de handhavingsverzoeken. Hij draagt zorg voor het MJHP, het HUP en het jaarlijkse handhaving jaarverslag. Met Het clustercoördinator vergunningen is hij betrokken bij de implementatie van kwaliteitscriteria in de gemeentelijke organisatie en rondom samenwerking met partners.

2.2. Bereikbaarheid

Volgens het Bor moet de gemeentelijke organisatie (en daarmee het cluster T&H) ook buiten de gebruikelijke kantooruren bereikbaar zijn voor de Wabo handhaving. In Bergeijk is deze 24-uurs bereikbaarheid geregeld via de consignatiedienst van de Odzob die bij calamiteiten wordt ingeschakeld. Daarnaast bestaat er de gemeentelijke servicelijn. Deze lijn (melddesk) is 24 uur per dag bereikbaar waarbij de telefoon buiten werktijden wordt doorgeschakeld naar een telefoonteam (alert service). Dringende zaken worden direct doorgezet naar de dienstdoende opzichter van de afdeling Beheer Ruimte. Deze opzichter kan desgewenst een boa inschakelen. De boa’s zijn dan via een 06 nummer bereikbaar. Niet urgente meldingen worden dezelfde of eerstvolgende werkdag opgepakt via het reguliere werk.

2.3. Middelen 2018

Voor Toezicht & Handhaving is in de begroting van 2018 een bedrag van € 240.000,00 beschikbaar. Het betreft een totaalbedrag. Dat bedrag is in de begroting van 2018 op verschillende kostenposten ondergebracht. Deze middelen worden in 2018 onder andere besteed aan salaris- en opleidingskosten (loonsom), kosten die gemaakt kunnen worden bij handhavingsacties (€ 10.000,00), kosten uitbesteding handhaving DHW (€ 2.500,00), overige kosten voor materieel en materiaalhuur van de medewerkers € 3.600,00 (huur portofoons € 2.000 per jaar) en afschrijving(en) van kapitaallasten (o.a. bedrijfsauto t.b.v. Het cluster).

Voor het toezicht op de naleving van voorschriften op het aspect milieu en specifieke verzoeken daartoe is in de gemeente Bergeijk een structureel budget opgenomen van € 122.194, ten behoeve van de inzet van medewerkers van de Odzob bij de uitvoering van het milieutoezicht. Daarnaast zijn extra gelden toegekend in verband met onder vele illegale dumpingen drugsafval. (€ 15.000,) Indien daar aanleiding toe bestaat zal voor dit aspect opnieuw aandacht worden gevraagd en zal via de Burap worden verzocht extra middelen ter beschikking te stellen ten behoeve van het verwijderen van deze illegale dumpingen.

3. Ontwikkelingen

Er zijn een aantal ontwikkelingen van invloed op de organisatie van toezicht en handhaving in

Bergeijk en op de uitvoering van de daaraan verbonden werkzaamheden.

3.1 Verschuiving van taken en deregulering

Handhaving staat al een aantal jaar op de landelijke politieke agenda. Door de verschuiving van vergunningverlening naar toezicht en handhaving wordt het toezicht en handhaving steeds belangrijker. De gemeente Bergeijk erkent dit en handelt hier ook naar. Voor de burgers en bedrijven betekent de veranderende wetgeving een verlichting van de administratieve lasten, voor de gemeente Bergeijk een verzwaring van toezicht – en handhavingstaken.

Zo is al geruime tijd is een tendens zichtbaar dat gemeentelijke toezichthouders vaker en diepgaander betrokken worden bij uiteenlopende zaken en zich niet langer sec bezighouden met aan bouwregelgeving verbonden toezicht. Het is enerzijds een gevolg van deregulering, waardoor minder vergunningen worden verleend en meer toezicht voor- en achteraf moet plaatsvinden omdat wettelijke voorschriften toch van kracht blijven.

Anderzijds kiest de gemeente Bergeijk er voor om in zijn algemeenheid invloed uit te oefenen voordat problemen ontstaan of zijn uitgegroeid tot serieuze problemen, waarvoor meer handhavingsinzet wordt gevraagd. Ook is de bewustwording dat de maatschappij gevoelig is voor ondermijning van invloed; Het Brabantse platteland is hiervoor extra gevoelig. Voorbeelden hiervan zijn onder meer de productie van verdovende middelen. Om deze ontwikkeling tegen te gaan en om er een positieve invloed op uit te kunnen voeren gaat de gemeente proactief en integraal haar toezicht en handhaving inzetten. De organisatie en de individuele medewerkers worden daar weerbaar voor gemaakt. Onderwerpen die zich hiertoe eigenen zijn onder andere:

  • -

    Recreatieparken;

  • -

    huisvesting buitenlandse werknemers;

  • -

    woonwagencentra.

Deze projecten zullen naar verwachting, een grote impact hebben op de noodzakelijke capaciteit.

3.2 Milieuregelgeving en de Odzob

Onder invloed van de modernisering van de algemene regels (in tranches) worden nog meer bedrijfsactiviteiten onder het Activiteitenbesluit gebracht; Steeds meer bedrijven krijgen te maken met algemene en landelijk geldende regels in plaats van een vergunning. Momenteel is al meer dan 90% van de bedrijven onder deze algemene regels gebracht.

Sinds 2013 is de Odzob operationeel en in werking. Behalve de verplichte overdracht van BTP-taken is met ingang van 2017 het volledige toezicht op inrichtingen (grijze kleurspoor) aan deze dienst opgedragen. Een controlelijst met de uit te voeren T&H controles in 2018, gespecificeerd naar inrichting, maakt als bijlage 2 deel uit van dit HUP 2018. Vastgestelde projecten (speerpunten), die door het AB van de Odzob zijn vastgesteld, zoals het project intensivering toezicht veehouderijen maken daarvan deel uit.

3.3 Drank- en Horecawet (DHW)

Door een in 2013 doorgevoerde wijziging van de DHW zijn de administratieve lasten voor vrijwilligers en bedrijven verminderd en zijn er meer mogelijkheden om overmatig alcoholgebruik van jongeren tegen te gaan. Het bevoegde gezag voor de uitvoering van de DHW regelgeving is de burgemeester. Voor toezicht en handhaving DHW is in de begroting een structureel bedrag van

€ 2.500, opgenomen. Daarvoor wordt een gespecialiseerd bedrijf ingeschakeld. Met dit bedrijf zullen nadere inhoudelijke afspraken worden gemaakt die passen bij de doelstellingen van toezicht en handhaving van de gemeente Bergeijk.

3.4. De Veiligheidsregio

De Veiligheidsregio richt zich nadrukkelijk en steeds meer op het voorkomen van brand. Onveilig gedrag leidt sneller tot brand. Om die reden wordt steeds aandacht besteed aan het vergroten van het veiligheidsbewustzijn bij de burgers, bedrijven en instellingen door hen meer te betrekken bij preventie. In 2016 is het project ‘Geen Nood Bij Brand (GNBB) opgestart, waarbij op het ‘bewustzijn’ van inrichtingen waarin niet zelfredzamen verblijven is ingezet. Het project werpt intussen zijn vruchten af. In 2017 is het project verder uitgerold en ook in 2018 wordt het verder uitgevoerd. Daarnaast wordt de veiligheidsregio nadrukkelijk betrokken bij het uitbrengen van advies en het toezicht op het brandveilig gebruik van gebouwen en bij evenementen.

3.5. Kwaliteitscriteria

De Wet Vergunningen, Toezicht en Handhaving (Wet VTH) is in 2015 van kracht geworden. Op 1 juli 2017 is het Besluit verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving (Besluit VTH) in werking getreden. Met dit besluit is hoofdstuk 7 van het BOR en bijbehorende bijlagen gewijzigd.

Overheden alsmede Omgevingsdiensten moeten voldoen aan de vermelde kwaliteitscriteria. Het betreft kwaliteitscriteria die zowel aan medewerkers als aan het bevoegd gezag worden gesteld en betreffen zowel opleidingsniveau als minimale personele bezetting die per taak beschikbaar moet zijn. Op 15 juli 2014 is door de gemeente Bergeijk een gezamenlijk verbeterplan vastgesteld met de Kempengemeenten. Daarin is aangegeven hoe en op welke wijze al dan niet in vereniging noodzakelijke verbeteringen worden doorgevoerd en geborgd in de eigen organisatie.

Op 17 mei 2016 is door de gemeente Bergeijk de Brabantbrede “Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht” vastgesteld.

3.6. Omgevingswet

Een onderdeel van deze vergaand vernieuwende wet betreft de privatisering van bouw- en woningtoezicht (gecertificeerde bouwplantoetsing). De wetgever heeft het voornemen om vanaf 1 januari 2021 over te gaan tot verdergaande deregulering en de introductie van omgevingsplannen en de gecertificeerde bouwplantoetsing.

Dit betekent nogal wat voor de gemeente. Bij de inwerkingtreding van deze wet vindt naar verwachting vooraf geen gemeentelijke bouwplantoetsing meer plaats op het gebied van het Bouwbesluit. Er wordt gewerkt met gecertificeerde instellingen. Het is nog niet (helemaal) duidelijk of en of in welke mate ook het bouwtoezicht volledig zal (of kan) worden geprivatiseerd. In de loop van 2018 en volgende jaren komt hier meer duidelijkheid over en kan de gemeentelijke organisatie daar (verder) op anticiperen.

3.7. Wet kwaliteitsborging voor de bouw

In het nieuwe stelsel van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (verder Wkb) nemen de werkzaamheden (vergunning en toezicht) voor de activiteit bouwen af. De oorzaak hiervoor ligt in het feit dat door de Wkb de technische toets aan het Bouwbesluit 2012 deels komt te vervallen (kleine veelvoorkomende bouwplannen worden bouwbesluittoetsvrij) en deels doordat de technische toets door een private (gecertificeerde) partij wordt overgenomen. De wet zou naar verwachting in 2017 gefaseerd worden ingevoerd. De gemeente Bergeijk had aangesloten bij een door VTH de Kempen geïnitieerde analyse om voor de GRSK (toekomstige) impact van deze wet op het gebied van de private kwaliteitsborging in beeld te brengen, omdat de impact van deze nieuwe regelgeving op de benodigde capaciteit voor Het clusters Vergunningen en Toezicht en Handhaving nog onduidelijk was.

In afwachting van een aantal technische wijzigingen is de wet echter in de Eerste Kamer aangehouden en zal daardoor naar verwachting niet eerder dan 2019 in werking zal treden. Er zal dan een overgangsperiode worden aangehouden, omdat de private partijen (kwaliteitsborgers) hebben aangegeven niet in één keer het werkpakket van de gemeenten over te kunnen nemen. Daartoe zal een transitie van personeel vanuit de overheid richting de private kwaliteitsborgers plaats moeten vinden.

3.8 Gecertificeerde omgevingsvergunning

In Bergeijk is vooruitlopend op deze processen het besluit genomen dat onder voorwaarden medewerking kan worden verleend aan een gecertificeerde omgevingsvergunning voor het aspect bouw. Daarbij kan de aanvrager kiezen of dat hij een gecertificeerde omgevingsvergunning aanvraagt of een gewone aanvraag indient. Niet voor elk bouwplan kan de gecertificeerde omgevingsvergunning worden aangevraagd. Voor grote bouwplan zoals woningbouwprojecten, kantoorpanden etc. geldt de gecertificeerde omgevingsvergunning (nog) niet. Bij de afgifte van zodanige vergunning wordt ernaar gestreefd om binnen één werkdag de vergunning te kunnen verlenen. In het verlengde daarvan wordt op deze omgevingsvergunningen slechts bij de aanvang en oplevering van het bouwwerk toezicht uitgevoerd. Daarbij worden steekproefcontroles uitgevoerd. In 2018 wordt deze procedure geëvalueerd.

4. Inrichting van processen

De medewerkers van het cluster TH werken op verschillende beleidsgebieden die aan de leefomgeving zijn gerelateerd. Voor elk van deze beleidsgebieden is er een ander werkproces van toepassing. Hieronder wordt per beleidsgebied weergegeven hoe het toezicht- en handhavingproces in Bergeijk voor het beleidsgebied is ingericht.

4.1 Milieu

Alle bedrijven die bekend zijn bij de gemeente zijn ingedeeld in type; type A, B1, B2, en C.

De zogenaamde type A inrichtingen hoeven geen melding in te dienen of een vergunning aan te vragen. Onder type A inrichtingen vallen meestal gemeenschapshuizen en verenigingen. Deze bedrijven worden alleen gecontroleerd bij klachten. De type B1 bedrijven komen het meeste voor in de gemeente. Dit zijn vooral de winkels, bakkerijen en restaurants. Deze bedrijven moeten een melding indienen in het kader van het Activiteitenbesluit en worden eens in de 5 jaar gecontroleerd op de van rechtswege geldende milieuvoorschriften. Type B2 bedrijven moeten ook een melding indienen, maar zijn qua milieu net iets zwaarder dan de hiervoor genoemde type B1 bedrijven; Het betreft bijvoorbeeld metaalbedrijven en een aantal kleinere agrarische bedrijven.

De vergunningsplicht (omgevingsvergunning voor het aspect milieu) begint bij de type C bedrijven.

In Bergeijk betreft het voornamelijk de wat grotere agrarische bedrijven.

Een aantal van deze bedrijven zijn tevens IPPC of RIS bedrijven (IPPC staat voor Integrated Pollution Prevention and Control). Deze bedrijven moeten veelal voldoen aan bepaalde richtlijnen waarin (vergaande) verplichtingen zijn opgenomen ten aanzien van bijvoorbeeld emissienormen. Deze bedrijven worden jaarlijks gecontroleerd. RIS bedrijven zijn de risicovolle bedrijven zoals een tankstation waarbij LPG afgeleverd wordt. Ook deze bedrijven worden jaarlijks gecontroleerd.

Een toezichthouder bestudeert voorafgaand aan de controle het dossier en maakt een afspraak met de betreffende ondernemer en of inrichtinghouder. Voor de controles wordt gebruik gemaakt van checklists waarop de betreffende controlepunten staan aangegeven. Tijdens de controle worden de checklists gezamenlijk doorgenomen en wordt er een ronde door het bedrijf gelopen. Daarbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de betreffende regelgeving. De toezichthouder heeft daarbij ook oog voor andere beleidsterreinen. Na afronding van de controle wordt het controlerapport uitgewerkt en wordt de controle verwerkt in het digitale registratiesysteem Squit XO. Daaruit wordt ook een brief gegenereerd die naar de ondernemer wordt gezonden met de bevindingen van de controle. Als er sprake is van tekortkomingen of overtreding van voorschriften worden deze daarin genoemd en wordt een hersteltermijn geboden waarbinnen de overtreding of tekortkoming ongedaan kan worden gemaakt. Bij de hercontrole worden alleen de openstaande overtredingen gecontroleerd. Deze controles zijn met ingang van 2016 volledig uitbesteed aan de Odzob.

Bij het uitbesteden van de werkzaamheden aan de Odzob is door de gemeente Bergeijk per type bedrijf aangegeven met welke diepgang (voorwaarden) aan de werkzaamheden uitvoering moet worden gegeven. De Odzob maakt ten aanzien van het toezicht, onderscheid in varianten, uitgewerkt voor industriële inrichtingen en agrarische inrichtingen. Deze varianten voldoen aan de minimale kwaliteitseisen zoals die gesteld zijn in artikel 10.3 van de Regeling Omgevingsrecht. Voor Bergeijk is gekozen om de controles uit te voeren volgens de middelste variant (optie 2) Dat betekent dat bij agrarische bedrijven wordt gecontroleerd op de meest relevante milieuaspecten, zoals een controle op o.a. het aantal dieren (steekproefsgewijs) en de gebruikseisen van de emissiearmen stallen en worden. Tevens worden 2 extra aspecten gecontroleerd (bijvoorbeeld Besluit huisvesting, mestbassin etc.). Bij industriële bedrijven wordt een rondgang door het bedrijf gemaakt waarbij op de meest relevante aspecten zoals emissie en risicobronnen een controle wordt uitgevoerd. Daarnaast worden 2 andere (nader te bepalen) aspecten gecontroleerd.

4.2 Brandveiligheid

Elke toezichthouder van elke discipline of organisatie die van dit HUP 2018 deel uitmaakt heeft een oog en oor voor de brandveiligheid. Brandveiligheid is dan ook niet als een apart thema benoemd. Voor een aantal bedrijven is de brandveiligheid echter een extra belangrijk aspect omdat er bijvoorbeeld veel mensen aanwezig zijn. Daarbij valt te denken aan scholen, horeca, hotels, pensions, kampeerboerderijen en verzorgingshuizen. Kortom verblijfsobjecten waar meerder mensen verblijven die veelal niet zelfredzaam zijn. Deze controles bij deze objecten wordt op dezelfde wijze voorbereid als bij (milieu)inrichtingen en worden in Bergeijk uitgevoerd door daartoe gekwalificeerde medewerkers van de Veiligheidsregio Zuidoost Brabant (VRZOB).

4.3 Bouw

Bouwplaatsen die bezocht worden, kunnen niet vooraf uitgezocht worden. Dat houdt verband met de omgevingsvergunningen die verleend worden. Bij de verleende vergunning (omgevingsvergunning voor het aspect bouw) wordt aangegeven dat de bouwer een melding dient te doen bij:

  • -

    de start van de bouw;

  • -

    als het grondwerk klaar is;

  • -

    voorafgaand aan het storten van de vloeren;

  • -

    het gereed komen van de bouw.

Door de toezichthouder wordt gecontroleerd of er gebouwd wordt volgens de aan de vergunning verbonden voorwaarden en vergunningstekening, of de bouw voldoet aan de constructie-eisen en of de eventuele brandveiligheids- en milieuvoorzieningen zijn aangebracht.

Afwijkingen op de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) normen worden aan de bouwer gerapporteerd, maar zijn in Bergeijk gelet op de daarover in het omgevingsbeleidsplan (onderdeel bouwen) opgenomen voorwaarden geen reden voor een handhavend optreden.

De controlepunten van de uit te voeren controle hangen af van het soort bouwwerk en van de status van het bouwwerk. In het omgevingsbeleidsplan is opgenomen dat de mate van toezicht op bouwwerken is afgestemd op de mate van toetsing van de omgevingsvergunning (aanvraag).

Omdat de daarin genoemde categorieën D, E, en F niet worden getoetst aan het Bouwbesluit wordt daarop ook (vooraf) geen toezicht op uitgevoerd (het betreft overige bedrijfsmatige bouwwerken met een lage gebruiksintensiteit, kleine verbouwingen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde) Op de in het omgevingsbeleidsplan genoemde categorieën A, B en C wordt wel toezicht gehouden. Het omgevingsbeleidsplan is als bijlage 4 bij dit HUP 2018 gevoegd.

Er wordt (achteraf) altijd een controle uitgevoerd om gebouwen op te nemen in de voor de overheid verplichte BAG registratie. Dat geldt ook voor vergunningsvrije bouwwerken.

Bij de gecertificeerde omgevingsvergunning wordt niet gecontroleerd op aspecten uit het Bouwbesluit.

Niet van elke controle wordt een controlerapport gemaakt, alleen als er afwijkingen geconstateerd zijn wordt dit vastgelegd. Uiteraard wordt wel elke controle schriftelijk vastgelegd in het digitale systeem Squit XO.

4.4 Ruimtelijke ordening

Het gebruik van gronden en gebouwen wordt tijdens de controles op andere beleidsdisciplines meegenomen en teruggekoppeld. Ook worden controles uitgevoerd als we meldingen of handhavingsverzoeken ontvangen. Het is beleid dat deze overtredingen worden voorgelegd aan het portefeuillehouderoverleg.

4.5 Openbare ruimte

In de openbare ruimte wordt toezicht gehouden op verschillende onderdelen, zoals bijvoorbeeld overlast door jeugd, het onjuist aanbieden van huishoudelijk afval, storten van afval, honden(poep), crossen in het buitengebied, parkeren in de blauwe zone, parkeren van caravans en aanhangwagens, defecte voertuigen, en het illegaal stoken. Deze controles worden voornamelijk uitgevoerd naar aanleiding van meldingen en/of klachten en veelal uitgevoerd door de Boa’s. De melder/klager krijgt altijd een terugkoppeling van de actie die is gedaan naar aanleiding van de melding. De controles werden in het verleden voornamelijk ad hoc ingezet (afhandelen en opvolgen van diverse klachten) In het voorliggende programma is behalve de klachtenbehandeling gekozen voor een projectmatige inzet van Boa’s gebaseerd op ervaringsgegevens.

5. Evaluatie HUP 2017 5.1 uitvoering taken

In 2017 zijn ontzettend veel handhavingszaken opgepakt. Het was een druk jaar waarbij enkele grote handhavingsprojecten zijn uitgevoerd. Projecten die op voorhand niet waren voorzien en om die reden niet als zodanig in het HUP 2017 waren opgenomen. Het belang van de projecten was echter zo groot dat hier (op een succesvolle manier) voorrang aan gegeven is. Helaas is dit wel ten koste gegaan van andere zaken die in het HUP 2017 waren opgenomen. In het handhaving jaarverslag zal hier dieper op worden ingegaan.

Zoals al gemeld is de werkwijze van handhavend optreden naar meer toezicht vooraf, inclusief preventie en advisering doorgezet. Deze ontwikkeling is op alle taken van Het cluster T&H van toepassing.

Bouwtaken

Met betrekking tot de taak Handhaving Bouw betreft het onder andere verschuiving van werkzaamheden ten behoeve van:

  • -

    Woonwagencentra

  • -

    Evenementen; vooraf en tijdens

  • -

    Damocles regelgeving (opium wetgeving) en daaraan verbonden taken

  • -

    Ondermijnende criminaliteit

  • -

    Project illegale bewoning huisvesting Moelanders

  • -

    Nazorg calamiteiten

Het toezicht op de bouw is hierdoor gedurende 2017 verminderd uitgevoerd, waarbij d.m.v. extra inhuur capaciteit aan het einde van het jaar een inhaalslag is gemaakt.

BOA’s

Door omstandigheden was de BOA capaciteit (2 BOA’s, 1,0 fte) in 2017 verminderd beschikbaar. Daardoor zijn alleen ad hoc klachten opgepakt en was er geen ruimte beschikbaar voor projecten. In 2018 wordt de openstaande vacature ingevuld en mogelijk uitgebreid waardoor minder tijd wordt besteed aan ad hoc klachten de BOA’s meer projectmatig kunnen worden ingezet om structureler problemen op te pakken op he gebied van hondenoverlast, jeugdoverlast, aanbieden huishoudelijk afval, parkeren en APV projecten.

DHW

Tijdens evenementen is periodiek toezicht gehouden op het schenken van alcohol onder de 18 jaar en op toegangscontrole. Buiten de evenementen om niet. De DHW gelden van het HUP 2017 zijn niet ingezet. Voor 2018 zal nadrukkelijker aandacht worden gegeven aan dit onderwerp. Bij een professionele externe partij is daarover al informatie ingewonnen. Het beschikbare budget voor 2018 zal hiervoor worden gebruikt.

Milieu (Odzob)

In 2017 zijn circa 178 bedrijven gecontroleerd. Hieruit volgden 32 hercontroles. Er zijn 3 aanschrijvingen dwangsom (opgestart). In vergelijk met 2016 is het naleefgedrag enigszins verminderd. Onduidelijk is echter wat de reden van overtredingen zijn. Hierdoor kunnen geen acties worden ingezet die de reden van overtreding wegnemen (Tafel van 11). Denk bijvoorbeeld aan voorlichting als de regels onduidelijk zijn of handhavend optreden bij het bewust overtreden van voorschriften.

In 2016 is het handhavingsbeleid vastgesteld, mede op basis van de volgende 3 criteria waarop de kans op overtreding werd gewaardeerd:

  • -

    De onbekendheid met de regels;

  • -

    Het nut van de regels inzien;

  • -

    Economische reden.

Van belang is dan ook om de reden van overtreding te achterhalen zodat hierop bij een volgend handhavingsbeleid rekening kan worden gehouden of worden geanticipeerd.

De Odzob voert de milieutaken voor Bergeijk uit. Met de Odzob zullen daarom afspraken gemaakt moeten worden om de reden van overtreding inzichtelijk te krijgen waardoor toekomstige toezichtacties gericht(er) kunnen worden ingezet. De coördinator zal dit voorleggen aan de contactpersoon van de Odzob.

Naleefgedrag (algemeen, per thema)

Handhaving wordt ingezet tot de overtreding is opgeheven.

Het effect van toezicht wordt bepaald door het naleefgedrag na de eerste schriftelijke of mondeling aanwijzing om de overtreding op te heffen. Elke overtreding wordt vastgelegd, evenals het opheffen van de overtreding.

Het naleefgedrag wordt nu alleen gemonitord op aantallen en niet op de reden van overtreding. Onduidelijk blijft daarbij wat de inzet dan heeft opgeleverd; In 2018 zal, zoals beschreven bij de evaluatie milieutoezicht, worden gestart om te onderzoeken of ook op andere terreinen de reden van overtreding inzichtelijk kan worden gemaakt en worden vastgelegd.

5. Wat gaan we doen in 2018

In het voorliggende handhaving HUP 2018 wordt aangesloten bij de in het MJHP 2017 - 2020 vastgesteld thema’s en daaraan gegeven prioriteit. Deze prioritering is als bijlage 6 opgenomen bij dit HUP.

De verschuiving van de bouwtaken (zie evaluatie 2017) heeft als consequentie dat een 4-tal aandachtsvelden in 2018 belangrijk worden.

Het betreffen woonwagencentra, evenementen, Damocles wetgeving en ondermijnende criminaliteit. Deze taken worden integraal, al dan niet in samenhang met andere taken, uitgevoerd. Met het college worden de concrete activiteiten nader afgestemd. Hierdoor is de invloed op de in te zetten capaciteit nog onbekend.

afbeelding binnen de regeling

Ondanks wettelijke ontwikkelingen en wijzigingen van wetgeving zoals de Wabo als gevolg van deregulering moeten op basis van verplichte registratie van alle verblijfsobjecten (ook vergunningsvrij) in de Basisadministratie Adressen en Gebouwen, BAG, (achteraf) toch (nog) controles worden uitgevoerd.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

In dit HUP 2018 wordt het toezicht op de brandveiligheidsvoorschriften in enkele van de bovengenoemde thema’s mede of volledig uitgevoerd door de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VRBZO) Bij die inzet wordt uitgegaan van een inzet naar inwonersaantal (fte) en een verdiscontering op grond van werkelijk risicopanden in de gemeente en aangesloten bij de risico – indexering Brandveilig gebruik bouwwerken VRZOB. Daarin worden onderscheidenlijk functies aangeduid en geprioriteerd naar categorieën A tot en met D. Daarbij staat aanduiding A staat voor de lichtste kwalificatie. De gebruikte risico indexering en de prioritering naar functie(s) in Bergeijk, zijn als bijlagen bij dit HUP 2018 gevoegd.

In 2018 wordt een keuze gemaakt uit de bijgevoegde controlelijst en worden 53 onderzoeken (controles) worden uitgevoerd op het aspect brandveiligheid.

B en C categorie: 23 stuks

Evenementen B en C categorie: 3 stuks

Hercontroles: 15 stuks

Interventieactie (vluchtelingenopvang / arbeidsmigrantenhuisvesting: 5 stuks

Inzet naar aanleiding van klachten: 2 stuks

Voorlichting brandveiligheid: 3 stuks.

Uitvoeren veiligheidsexpedities (GNBB) : 2 stuks

Totaal: 53 stuks

Daarnaast zijn onder invloed van het voorgaande HUP 2017 een aantal projecten (controles) opgestart die in 2018 nog doorlopen / nog verder moeten worden uitgevoerd. De inzet van de Veiligheidsregio voor dit HUP 2018 is als bijlage 3 opgenomen.

6. Monitoren en rapporteren

De ambities zoals vastgelegd in het MJHP 2017 – 2020 en dit uitvoeringsprogramma worden gemonitord. Daarmee wordt de voortgang van de activiteiten bewaakt, kunnen afspraken tussentijds worden bijgestuurd en wordt naleefgedrag naar aanleiding van de uitgevoerde activiteiten vastgesteld. Dit gebeurd op verschillende manieren:

  • -

    Over de handhavingsinspanningen opgenomen in het HUP wordt periodiek en jaarlijks verantwoording afgelegd onder meer door jaarverslagen;

  • -

    Ook tijdens de portefeuillehouder overleggen komen er structureel onderwerpen ter sprake die staan beschreven in het HUP, vindt monitoring plaats en kan er indien nodig worden bijgestuurd;

  • -

    In het evaluatieverslag (handhavingsjaarverslag) dat jaarlijks wordt opgesteld en bekend gemaakt aan de gemeenteraad en voor 1 mei aan de provincie wordt gestuurd.

  • -

    Boa Registratie Systeem (BRS) en Transactie Module (TM). De boa's registreren hun handhavingshandelingen, waarnemingen, waarschuwingen en maatregelen in het BRS;

  • -

    Uitgeschreven strafbeschikkingen met proces-verbaal worden door de coördinator handhaving in de TM (Transactiemodule) van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) ingevoerd.

  • -

    Corsa. Corsa is het digitale postverwerkingssysteem van de gemeente Bergeijk. In dit systeem worden dossiers aangemaakt en de voortgang wordt in een persoonlijke werkvoorraad per medewerker bewaakt.

  • -

    Squit XO. De toezichthouders registreren hun controles in dit geautomatiseerde digitale registratiesysteem

Bijlage 1 Omgevings en risicoanalyse Bergeijk

Bijlage 2a Werkprogramma 2018

Bijlage 2b Concept werkprogramma 2018

Bijlage 3 Meerjarenplanning VRBZO 2017-2020

Bijlage 4 Omgevingsbeleidsplan HUP 2018

Bijlage 5 Uren inzet HUP 2018

Bijlage 6 Prioritering MHJP

Ondertekening