Gemeente Bergeijk - Beleidskader bewegen, ontmoeten en spelen 2020-2030

Geldend van 10-06-2020 t/m heden

Intitulé

Gemeente Bergeijk - Beleidskader bewegen, ontmoeten en spelen 2020-2030

De raad der gemeente Bergeijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 februari 2020;

gezien het advies van de commissie GZ d.d. 03 maart 2020 aan het presidium en gezien het besluit van het presidium d.d. 18 maart 2020;

besluit:

  • 1.

    Het huidige speelvoorzieningenplan gemeente Bergeijk intrekken;

  • 2.

    Het nieuwe beleidskader bewegen, ontmoeten en spelen vaststellen;

  • 3.

    Een evaluatie plannen in 2025;

  • 4.

    Instemmen met een investering van € 275.000 voor het uitvoeren van de prioriteiten in de jaren 2020 – 2024. Dit wordt gefaseerd, in 5 gelijke delen, uitgevoerd in de jaren 2020 – 2024. Dekking plaats te laten vinden middels een onttrekking uit de bestemmingsreserve ROL en hiervoor € 275.000 vanuit de bestemmingsreserve ROL te storten in een nieuw te vormen dekkingsreserve bewegen, ontmoeten en spelen.

  • 5.

    Het bestaande jaarlijkse budget ‘speelvoorzieningen’ structureel te verhogen van € 62.800 naar € 75.300 ten laste van het begrotingsresultaat. En de begroting dienovereenkomstig te wijzigen.

En de begroting dienovereenkomstig te wijzigen.

Beleidskader bewegen, ontmoeten en spelen 2020-2030

Samenvatting

De maatschappij verandert. Ouderen wonen langer thuis, steeds meer kinderen kampen met overgewicht of obesitas, tieners zitten vaker binnen, volwassenen zijn steeds meer gericht op gezond bewegen en eenzaamheid komt vaker voor bij ouderen. Ook Bergeijk heeft te maken met een veranderende gemeenschap. Inzetten op bewegen, ontmoeten en spelen kan als middel een belangrijke bijdrage leveren aan deze thema’s.

Middels een onderzoek naar de drie onderwerpen van bewegen, ontmoeten en spelen, is inzichtelijk gemaakt waarom het van belang is om in te zetten op deze thema’s. In dit onderzoek wordt het belang van een groene omgeving en inclusieve plekken1 benoemd. Om specifiek in beeld te krijgen wat inwoners van Bergeijk vinden van deze visie, is een enquête uitgezet. Daarnaast heeft een sessie plaats gevonden met de jeugdgemeenteraad, de klankbordgroep2 , zijn inloopspreekuren georganiseerd en is de gemeenteraad geconsulteerd.

1Een inclusieve plek is een plaats waar iedereen, met of zonder beperking, kan bewegen, ontmoeten en spelen op zijn of haar eigen niveau.

2De klankbordgroep bestaat uit een dwarsdoorsnede van de Bergeijkse samenleving en bestond o.a. uit een vertegenwoordiging vanuit KBO, coaches BE-ACTIVE, fysiotherapeuten, het onderwijs, Nummereen, de dorpsondersteuner, lokale verenigingen en de Bucht.

Vanuit de resultaten van deze sessies zijn nieuwe richtlijnen opgesteld voor de inrichting van plekken voor bewegen, ontmoeten en spelen. Door middel van een inventarisatie van alle bestaande plekken binnen de gemeente, is gekeken naar de huidige situatie en waar de kans-plekken zich bevinden.

Om bewegen te stimuleren dient rekening gehouden te worden met een aantal richtlijnen. Deze richtlijnen gaan niet alleen over de inrichting van plekken bestemd voor bewegen, maar ook over routeringen en invloeden van buitenaf. De richtlijnen voor bewegen richten zich op de sociale veiligheid van een plek. Sociale controle is van belang indien een beweegplek wordt gecreëerd. Het is daarnaast raadzaam aansluiting te zoeken bij bestaande wandel-, fiets- en ov-routes zodat meer mensen gestimuleerd worden te bewegen. Daarnaast is het een pré indien een element in een beweegruimte op meerdere manieren gebruikt kan worden. Hierdoor kunnen verschillende doelgroepen invulling geven aan hun specifieke manier van bewegen.

Ontmoeten in de openbare ruimte mag nooit een opgelegde actie zijn. Dit betekent dat vooral de inrichting, omgeving en locatie een belangrijke rol spelen bij het ontmoeten. Voor ontmoeten zijn richtlijnen opgesteld voor de locaties van ontmoetplekken. Deze dienen in de buurt van voorzieningen te liggen die op verschillende momenten van de dag worden gebruikt. Hierdoor zijn altijd gebruikers aanwezig waardoor spontane ontmoeting ontstaat. Ook ontmoetplekken hebben een sociaal veilige omgeving nodig. Het is daarnaast belangrijk te kiezen voor een inrichting die variabel is, waardoor iedereen een plek heeft waar hij of zij zich prettig voelt.

De richtlijnen voor spelen richten zich op het aanbrengen van vier speelwaarden: bewegen, natuurbeleving, fantasie en bouwen. Deze worden ondersteund door speelaanleidingen (bijvoorbeeld een boomstam), speeltoestellen, ondergronden en de omgeving. Hierdoor ontstaat een nieuwe situatie waarin kinderen elke manier van spelen kunnen beleven.

De spreiding van alle plekken (beweeg-, ontmoet- en speel-) hangt af van een aantal factoren, denk bijvoorbeeld aan het aantal potentiële gebruikers. Daarnaast dient de inrichting afgestemd te worden op de doelgroepen die hier gebruik van maakt. Daarnaast is het van belang om routes aan te brengen zodat voornamelijk bewegen en spelen groter worden dan een locatie. Ook dient rekening gehouden te worden met demografische ontwikkelingen binnen de diverse kernen. De leeftijdsopbouw wijzigt immers de komende jaren.

In het operationele plan wordt ingegaan op de prioritering, het meerjarenplan en de globale kostenraming. Voorgesteld wordt om in iedere kern 1 plaats aan te wijzen waar álle leeftijden samen kunnen komen om te bewegen, ontmoeten en spelen. In het meerjarenplan wordt een fasering benoemd voor de komende 5 jaar om alle kansen te benutten. De hier opvolgende 5 jaar dient gebruikt te worden om de plekken aan te passen indien de demografie daar om vraagt. Vanzelfsprekend dienen alle speellocaties de komende jaren onderhouden te worden. Tot slot worden in het operationeel plan per kern de kansen benoemd voor de komende jaren.

H1 Waarom is bewegen, ontmoeten en spelen van belang?

Het is van belang om in de openbare ruimte van alle kernen van de Bergeijk beweeg, ontmoet en speelplaatsen in te richten. Daarbij is het belangrijk dat deze plekken zich niet alleen richten op spelen, maar juist ook dat deze plekken een bijdragen leveren om het bewegen en ontmoeten voor alle leeftijden te bevorderen.

De mensen die in Bergeijk wonen, wonen daar graag en lang. En net als in de rest van Nederland, worden mensen steeds ouder. Ook Bergeijk heeft te maken met vergrijzing van de bevolking. Inwoners willen graag zo lang mogelijk thuis in hun vertrouwde omgeving wonen. Ook de overheid streeft hiernaar. Het is een voordeel als dit kan in goede gezondheid, in een goede conditie en met leuke en uitdagend ingerichte speelplaatsen. Bewegen levert een positieve bijdrage aan het welbevinden van inwoners. Uitdagende speellocaties waar je kunt bewegen, mensen kan ontmoeten en kan spelen – eventueel onder begeleiding van een coach – kunnen een positieve bijdrage leveren aan het welbevinden van inwoners.

Voor de huidige 65+ers is het soms lastig een geschikte plek te vinden waar ze kunnen bewegen op een manier die bij hun leeftijd past. De gehouden inventarisatie per kern toont aan dat de huidige plekken nu ver van voorzieningen liggen, moeilijk bereikbaar zijn of niet (volledig) ingericht zijn voor deze leeftijdsgroep.

De plaatsen voor de oudere jeugd en tieners voldoen ook nog niet volledig. De speelplekken die aanwezig zijn, zijn veelal ingericht voor kinderen van de basisschool leeftijd en daardoor worden oudere kinderen soms gezien als hangjeugd. Ook deze kinderen zijn een onderdeel van de Bergeijkse bevolking. De ervaring is dat tieners vaak zelf hun eigen plaats vinden op een locatie die voor hun geschikt is. Behalve dat de plekken niet voldoende uitdagend zijn ingericht, is de laatste jaren ook gebleken dat de huidige generatie tieners en kinderen meer binnen en achter een beeldscherm zit, dan de generaties voor hen. Ook alcoholgebruik is een thema onder de jeugd.

Het creëren van uitdagende speelplaatsen, waar jongeren tot 18 jaar hun eigen plaats kunnen vinden en elkaar kunnen ontmoeten en samen op kunnen groeien kan een bijdrage leveren zodat jongeren minder binnen zijn en elkaar meer ontmoeten in de openbare ruimte, in een natuurlijke omgeving. Deze gedachte sluit ook aan bij het IJslandmodel (#Kempenbranie).

Een steeds groter percentage van alle kinderen van alle leeftijden kampt met overgewicht. Meer bewegen (in combinatie met gezonde voeding) kan helpen het (over)gewicht te verlagen. Een natuurlijke omgeving met veel onderdelen die uitnodigen tot bewegen helpt hierbij.

Eenzaamheid is een thema wat actueel is binnen de maatschappij, ook in Bergeijk. De wereld verandert erg snel en dit heeft invloed op de gemeenschap en op de dagelijkse gang van zaken. Door de openbare ruimte slim in te richten en een combinatie te zoeken met (bestaande) activiteiten wordt het mogelijk dat mensen van alle leeftijden elkaar vaker ontmoeten.

afbeelding binnen de regeling

Het belang van bewegen

Mensen van iedere leeftijd hebben baat bij dagelijkse lichamelijke activiteit. Door dagelijks te bewegen ontwikkelt een kind zich op fysiek, verstandelijk, sociaal en emotioneel vlak. Bewegen verlaagt daarnaast de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten op latere leeftijd. (Hills, King, & Armstrong, 2007). Ook wordt de kans verkleind op een teveel aan lichaamsgewicht en daarmee zorgt het voor het verhelpen van obesitas op iedere leeftijd (Gezondheidsraad, 2003).

Om te bepalen wanneer lichamelijke activiteit bijdraagt aan de bovengenoemde punten, heeft het Kenniscentrum Sport in 2017 richtlijnen opgesteld waarin terug te halen is hoeveel beweging een leeftijdsgroep op een dag nodig heeft (Kenniscentrum Sport, 2017).

  • Jongeren (4-18 jaar) moeten minstens 60 minuten per dag matig intensief bewegen en drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten doen;

  • Volwassenen en ouderen moeten minstens 2,5 uur per week matig intensief bewegen en twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten doen;

  • Het toevoegen van balansoefeningen voor ouderen wordt aangeraden;

  • Het Kenniscentrum Sport kan voor kinderen tot vier jaar nog geen advies opstellen in verband met het ontbreken van de benodigde informatie;

BErgeijk-ACTIVE:

Het belang van bewegen wordt door de gemeente onderkend. Hierdoor is een aantal jaren geleden BErgeijk-ACTIVE ontstaan. Onder de vlag BErgeijk-ACTIVE organiseert de gemeente een integraal aanbod aan sportieve en culturele activiteiten voor de doelgroep 0 – 100 jaar gericht op jeugd, ouderen en mensen met een beperking vanuit gezamenlijk gedragen doelen. Met behulp van de rijksregeling combinatiefuncties zijn 7 coaches werkzaam in het veld. Vanuit BErgeijk-ACTIVE worden diverse activiteiten georganiseerd, welke plaatsvinden in de openbare ruimte. Vaak wordt aangesloten bij bestaande locaties waar elementen van bewegen, ontmoeten en spelen aanwezig zijn. Zo heeft de BErgeijk-ACTIVE outdoor Day de afgelopen 2 jaar plaats gevonden op de locatie achter bij de Kattendans en bij SBP Outdoor (de Negende Zaeligheyt). 

IJslandse model:

Gebaseerd op het IJslandse model zijn de gemeente Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden begonnen met de ontwikkeling van het programma #Kempenbranie. Het doel van #Kempenbranie is het creëren van een stimulerende en gezonde omgeving waarin jongeren kunnen opgroeien. Vier factoren spelen daarin een belangrijke rol: de vrienden en leeftijdsgenoten, de school, het gezin en de vrije tijdsbesteding. Binnen deze domeinen worden acties, interventies en maatregelen bedacht en ingezet om middelengebruik (alcohol en drugs) onder jongeren te voorkomen. Een uitdagende openbare ruimte, ingericht met beweeg, ontmoet en speelplaatsen waar jongeren kunnen bewegen zorgt ervoor dat jongeren gezamenlijk kunnen opgroeien en bewegen in een gezonde omgeving met uitdagende speelplaatsen.

Positieve gezondheid - leefgebieden

Bewegen heeft een positief effect op de gezondheid en op de 6 dimensies. Dit betreft mentaal welbevinden, de lichaamsfuncties, het dagelijks functioneren, meedoen, de kwaliteit van leven en zingeving.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: Positieve gezondheid (bron:Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)

Het belang van ontmoeten

Sociale interactie is belangrijk voor elke leeftijdsgroep. Elke groep ervaart verschillende voordelen bij sociale interactie.

Kinderen

Het ontmoeten van andere kinderen vormt een aanvulling op de opvoeding die een kind thuis krijgt. De openbare ontmoetingsruimte kan hieraan bijdragen door een veilige omgeving te creëren waarin een kind de ruimte heeft voor spel en ontmoeting met leeftijdsgenoten. Vanaf jonge leeftijd is het stimuleren van sociale interactie van groot belang waardoor de kans op een optimale ontwikkeling toeneemt.

Tieners

Voor tieners en jong-adolescenten is de openbare ruimte een belangrijk onderdeel van hun sociale interactie. Deze ruimtes zijn plekken waar zij zich comfortabel voelen door de aanwezigheid van hun vrienden. Door het zogenoemde rondhangen vormen de jongeren een deel van hun identiteit en zelfstandigheid (Meulen, 2018).

Volwassenen

Sociale relaties en interacties zorgen bij volwassenen voor een beschermd gevoel (sociaal vangnet) en het vermindert gezondheidsproblemen. Als de gezondheid van iemand slecht is, kan dat ervoor zorgen dat sociale relaties en interacties verminderen waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat. Het inrichten van goede openbare ruimtes kan ervoor zorgen dat mensen met elkaar meer gaan ontmoeten. Dit heeft een positief effect op sociale relaties en interacties en zorgt voor (meer) cohesie binnen de samenleving. De wijk, sport- en buurtverenigingen, gemeenschapshuizen, ouderensteunpunten en andere (voorliggende) voorzieningen vormen hierin ook een belangrijk onderdeel.

Ouderen

Eenzaamheid onder ouderen is een bekend thema. Sommige ouderen hebben minder sociale relaties en interacties. Ouderen die zich eenzaam voelen hebben kans op verhoogde bloeddruk, kampen eerder met een hoger stressniveau en hebben een verhoogde kans op een depressie.

Het is daarom van belang dat mogelijkheden gecreëerd worden voor sociale interactie in de openbare ruimte voor de ouderen.

Sociale relaties en interacties dienen niet alleen plaats te vinden binnen leeftijdsgroepen, maar ook tussen verschillende leeftijdsgroepen. De openbare ruimte is een geschikte plek voor leeftijdsintegratie, want door generaties samen te brengen wordt de dialoog en samenwerking onderling bevorderd.

afbeelding binnen de regeling

Het belang van spelen

De VN-conventie van de Rechten van het Kind stelt in artikel 31 vast dat ieder kind het recht heeft om te kunnen spelen. Spel wordt gezien als grote betekenis op de persoonlijke en motorische ontwikkeling van een kind (Verenigde Naties, 2019). Door te spelen ontwikkelen kinderen een aantal aspecten zoals fysieke, cognitieve, sociale, emotionele, mentale en psychische vaardigheden.

Door tijdens het spelen op onderzoek uit te gaan en daarmee verschillende aspecten van hun omgeving te leren, ontwikkelt een kind het cognitieve vermogen. Door samen met andere kinderen te spelen ontwikkelt een kind niet alleen sociale interactie, maar zo leert het ook de normen en waarden van de samenleving te begrijpen en toe te passen (Platform ruimte voor de jeugd, 2005).

Steeds minder kinderen spelen buiten. Hierdoor is de kans aanwezig dat de gezondheid van een kind achteruit gaat en bestaat een grotere kans op obesitas. Ook kan een beschermende houding van ouders en verzorgers er soms voor dat meer kinderen binnen worden gehouden. Dit alles heeft niet alleen gevolgen voor een kind in zijn of haar jonge jaren, maar ook op latere leeftijd kan het gebrek aan buiten spelen grote gevolgen hebben. Spelen is daarom van groot belang in een samenleving (Branchevereniging Spelen & Bewegen, 2019).

Inclusie is belangrijk

Het is belangrijk dat inwoners op hun eigen niveau gebruik kunnen maken van de openbare ruimte van de gemeente Bergeijk en dat deze hier ook op is ingericht. Bij de inrichting van de openbare ruimte dient rekening gehouden te worden met inwoners met een beperking in de meest brede zin van het woord. Wanneer een beleefroute wordt aangelegd is het bijvoorbeeld belangrijk dat deze te gebruiken is voor een persoon met een rollator, maar bijvoorbeeld ook voor een persoon met een visuele beperking. Dit geldt ook voor de speellocaties. Goede bereikbaarheid en gebruik zijn belangrijke aspecten. Een persoon in een rolstoel dient ook met zijn leeftijdsgenoten gebruik te kunnen maken van een locatie in de openbare ruimte.

afbeelding binnen de regeling

Het belang van groen

Een groene omgeving is een belangrijk onderdeel van elk dorp of stad. In recentelijk onderzoek (Bratman, 2015) is aangetoond dat natuur een positief effect heeft op het welbevinden van mensen.

Wandelen in een natuurrijke, groene omgeving draagt bij aan een goede gezondheid. Een groene omgeving verlaagt stress en het herstel na ziekte bijvoorbeeld verloopt sneller als naar een groene omgeving kan worden gekeken. De effecten van natuur hangen wel af van de kwaliteit daarvan.

De gemeente Bergeijk beschikt over een groene omgeving. De aanwezigheid van natuur zorgt voor een laagdrempelige ontmoetingsplek voor verschillende buurtgenoten. Onderzoek wijst daarnaast uit dat dorpen en buurten waarin veel sociale contacten tussen inwoners plaatsvinden minder last hebben van verloedering, overlast en criminaliteit, wat weer bijdraagt aan de kwaliteit van het groen in de wijk.

afbeelding binnen de regeling

Ieder kind telt mee

Ieder kind heeft het recht om te kunnen spelen. Dat betekent dat ook kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking en kinderen met gedragsproblematiek ruimte en gelegenheid dienen te krijgen om te kunnen bewegen, ontmoeten en spelen. Door buiten te bewegen en te spelen leert een kind de mogelijkheden en grenzen van zijn of haar lichaam kennen. Het kind leert bijvoorbeeld tijdens het spelen om voor zichzelf op te komen of om nieuwe vrienden te maken en daar mee te kunnen spelen (NSGK, 2019).

Inwoners met een rollator, scootmobiel, een beperking in de meest brede zin van het woord en/of kinderwagen dienen gemakkelijk toegang te hebben tot een inclusieve ruimte voor niet alleen spelen, maar ook voor ontmoeten en bewegen.

afbeelding binnen de regeling

H2 Participatie

Bij de vorming van dit beleid is gekozen om op diverse manieren input op te halen bij de inwoners en stakeholders.

Draagvlak creëren

Op diverse manieren is getracht input op te halen bij de bevolking en stakeholders. Een instrument wat is ingezet betrof de enquête. Er is een enquête gehouden onder de bewoners van Bergeijk en de stakeholders. De enquête en de uitkomsten staan in bijlage 2.1 en 2.2.

De reacties kwamen uit alle kernen en waren, rekening houdend met de bewonersaantallen, ook evenwichtig verdeeld. Tevens kwamen de antwoorden uit alle leeftijdsklassen.

Met de enquête is onderzocht of bewoners behoefte hadden aan natuurlijk ingerichte plekken of dat gekozen zou worden voor een meer kunstmatige variant. Om dit inzichtelijk te maken zijn specifieke vragen gesteld over de inrichting van de plek, maar ook over het type zitmeubels, de wens voor insectenhotels en de soorten activiteiten die gewenst waren. Alle antwoorden wezen in dezelfde richting: een gemengde inrichting met de nadruk op een natuurlijke inrichting. Zo ligt de voorkeur voor een bank op een boomstam of een houten bank met rugleuning ten op zichte van een betonnen of metale bank. De keuze voor een meer natuurvriendelijke inrichting werd neutraal tot positief beoordeeld.

Daarnaast zijn inloopspreekuren georganiseerd en hebben een tweetal sessie plaats gevonden met de klankbordgroep en is de gemeenteraad geconsulteerd.

Jeugdgemeenteraad

Een tweede belangrijke groep om de plannen aan voor te leggen is de groep kinderen. Het gaat immers ook voor een groot deel over hun speelplekken.

Al in een vroeg stadium van de planvorming is aan de jeugdgemeenteraad gevraagd een eigen onderzoek in te stellen naar de huidige speelplekken. De uitkomsten hiervan staan in de bijlage 2.3. Samenvattend vinden de kinderen de huidige speelplekken niet altijd uitdagend genoeg, verouderd, vaak alleen geschikt voor kleine kinderen en niet altijd goed toegankelijk voor rolstoelen en andere hulpmiddelen.

Vervolgens is geïnformeerd hoe de ideale speelplek in de ogen van de jeugdgemeenteraad eruit zou zien. Een grote ruimte met daarin voor verschillende groepen een eigen plek, bijvoorbeeld voor jongere kinderen, voor oudere kinderen, voor volwassenen en voor senioren was hierin het advies van de jeugdgemeenteraad. Deze locatie werd vervolgens verbonden met een sport- en atletiekbaan eromheen. Op iedere plek was gelegenheid om elkaar te ontmoeten, te bewegen en te spelen. Daarnaast waren deze plekken ook voor mindervalide kinderen en volwassenen goed toegankelijk door middel van brede paden.

Tot slot is de jeugdgemeenteraad uitgenodigd voor een vergadering over het type speelaanleidingen (bijvoorbeeld een boomstam) en -toestellen. Voorafgaand aan het overleg is aan de jeugdgemeenteraad gevraagd te zoeken naar afbeeldingen met daarin gewenste speelobjecten. Hierin was een gevarieerde mix aan toestellen en elementen te zien als klimtoestellen, draaimolens en schommels. De jeugdgemeenteraad liet een sterke voorkeur gelden voor de toepassing van speelelementen voor minder valide kinderen. Sterk naar voren kwam de wens dat iedereen moet kunnen spelen in Bergeijk. Op de vergadering werd ook de voorkeur voor speelaanleidingen besproken. In bijlage 2.3 zijn deze voorkeuren te zien.

H3 Toelichting speelwaarden

De jeugdgemeenteraad heeft haar visie gegeven op spelen in de gemeente en welke middelen hiervoor geschikt zouden zijn. Uit onderzoek blijkt dat kinderen zich zo breed mogelijk en op diverse gebieden dienen te ontwikkelen. Om dit te stimuleren zijn verschilende soorten omgeving, speeltoestellen en speelaanleidingen nodig.

Daarnaast bestaat verschil tussen de kinderen onderling. Het ene kind wil fysiek uitgedaagd worden op een groot klimtoestel, terwijl het andere kind met takken een hut wil bouwen. Het aanbieden van diversiteit in een speelomgeving zorgt dat alle kinderen voldoende uitgedaagd en geprikkeld worden. Om dit te bereiken zijn vier speelwaarden gedefinieerd waardoor elk kind de mogelijkheid krijgt om op zijn of haar manier te spelen, alleen of met andere kinderen samen.

Speelwaarde

We onderscheiden de volgende speelwaarden: bewegen, natuurbeleving, ongestuurd fantasiespel, en bouwen. Voor alle kinderen is het belangrijk voor hun ontwikkeling om al deze speelwaarden aangereikt te krijgen. Van belang is om iedere kern deze vier speelwaarden aan te bieden in de toekomst. In de meest ideale situatie heeft elk speelplekje een speelaanleiding of toestel voor elk van de vier categorieën.

afbeelding binnen de regeling

H4 Inventarisatie

De gemeente Bergeijk bestaat uit zes verschillende kernen. Deze kernen beschikken op dit moment over verschillende locaties, voornamelijk gericht op spelen. In bijlage 8.3 staan kaarten opgenomen met daarop de huidige inventarisatie van de kernen.

Algemeen gezien zijn de huidige speelplekken in de gemeente gelegen op ruime, groene locaties. Het groene decor bestaande uit bomen, hagen en struiken zorgt voor een bespeelbare en veilige omgeving. De geplaatste toestellen zijn veelal traditioneel. Er worden daarnaast vaak dezelfde toestellen op verschillende plekken door de gemeente geplaatst. Dit is in lijn met het (tot nu toe geldende) speelvoorzieningenplan.

Stakeholders

In de diverse kernen zijn verschillende instanties die belang kunnen hebben bij een beweeg, ontmoet en speelbeleid. Hierbij kan gedacht worden aan fysio- en ergotherapeuten, maar ook de sport- en ouderencoach. Daarnaast zijn er diverse verenigingen die graag gebruik zouden willen maken van een openbare plek voor bewegen, ontmoeten en spelen.

Bergeijk 't Hof

Bergeijk is de grootste van de zes kernen. In totaal zijn er 33 bestaande ingerichte speelplekken waar kinderen voornamelijk met de speelwaarden bewegen en fantasie kunnen spelen. Op drie plekken is er gelegenheid voor bouwen en op tien plekken is de speelwaarde natuurbeleving aanwezig. Deze tien plekken hebben daardoor een natuurlijke uitstraling, de andere speelplekken zijn traditioneel vormgegeven. De grootste speelplek, met een ruim aanbod, is gesitueerd nabij de Kattendans.

In Bergeijk ligt de speeltuin ‘de Bucht’. Bezoekers kunnen na betaling spelen en zwemmen in de openlucht. Geconcludeerd kan worden dat Bergeijk ’t Hof een ruim aanbod aan speelplekken en speelwaarde heeft, maar hier is ruimte om op een aantal locaties de speelwaarden bouwen en natuurbeleving uit te breiden.

Riethoven

Riethoven heeft zes ingerichte speelplekken voor spelen. Deze zijn traditioneel vormgegeven met bewegen en fantasie als speelwaarde. Een van deze plekken is de Vlinder-insectentuin Riethoven. Hier kunnen personen van alle leeftijden natuurbeleving ervaren. Het aanbod in Riethoven kan versterkt worden door bouwen en natuurbeleving als speelwaarden toe te voegen. Daarnaast liggen kansen in Walik om de speelwaarden natuurbeleving en fanatasie toe te voegen.

Westerhoven

Op vier ingerichte speelplekken kan gespeeld worden in Westerhoven. Er zijn alleen traditionele speelelementen aanwezig. De toepassing van natuurlijke materialen en uitstraling wordt hier niet (volledig) benut. Geconcludeerd kan worden dat Westerhoven veel baat heeft bij het toevoegen van alle vier de speelwaarden.

't Loo

’t Loo heeft vijf ingerichte speelplekken waar gespeeld kan worden met de speelwaarden bewegen en fantasie. Eén speelplek beschikt over een heuvel om te spelen. Deze speelplek heeft hierdoor een klein accent om natuurlijk spelen te stimuleren. De overige speelplekken zijn traditioneel ingericht. Met het toevoegen van de speelwaarden natuurbeleving en bouwen kan ’t Loo een breder aanbod aan spelen bieden.

Weebosch

In Weebosch zijn twee ingerichte speelplekken waar op dit moment gespeeld kan worden. Hier is ook gebruik gemaakt van een traditionele inrichting met bewegen en fantasie als speelwaarden. Daarnaast is bij de school ook een speelterrein waar gespeeld kan worden. Weebosch kan met alle vier de speelwaarde sterk verbeterd worden.

Luyksgestel

Op elf ingerichte speelplekken kan gespeeld worden in Luyksgestel. De speelwaarde fantasie speelwaarde komt echter op 2 plaatsen voor. Bij de overige speelplekken komt momenteel alleen de speelwaarde bewegen voor. De plekken zijn traditioneel ingericht. Het aanbod in Luyksgestel kan versterkt worden door bouwen en natuurbeleving toe te voegen.

H5 Bewegen, ontmoeten en spelen richtlijnen

Algemene uitgangspunten

Algemene uitgangspunten:

Voorgesteld wordt om de volgende uitgangspunten als basisvoorziening voor iedere kern te hanteren voor bewegen, ontmoeten en spelen:

  • 1.

    op blokniveau meerdere kleine speelvoorzieningen voor kinderen in de leeftijdscategorie van 2 tot 6 jaar te behouden, waarbij primair wordt uitgegaan van de geadviseerde afstand tot de woningen van 150 – 200 meter;

  • 2.

    op buurtniveau een of meerdere speelvoorzieningen voor kinderen in de leeftijdscategorie van 6 tot 12 jaar te handhaven, waarbij primair wordt uitgegaan van de geadviseerde afstand tot de woningen van 500 meter;

  • 3.

    op wijkniveau, zo mogelijk, één speelveld/trapveld te realiseren/handhaven met een zodanige inrichting dat hiervan zowel door kinderen als (jong) volwassenen gebruik gemaakt kan worden;

  • 4.

    op kernniveau minimaal 1 centrale voorziening te creëren voor de doelgroep 0 – 100 jaar.

Richtlijnen inrichting bewegen

Om bewegen te stimuleren dient rekening gehouden te worden met een aantal richtlijnen. Deze richtlijnen gaan niet alleen over de inrichting van plekken bestemd voor bewegen, maar ook over routeringen en invloeden van buitenaf.

Locatie

Een plek bestemd voor bewegen dient in een sociaal veilige omgeving gelegen te zijn. De beweegruimte moet in het zicht liggen, zodat ook kwetsbare groepen in de samenleving veilig kunnen bewegen. Een autoluwe omgeving draagt ook bij aan het aanzetten tot bewegen. Daarom is het belangrijk dat beweegruimtes niet direct gelegen zijn aan drukke, doorgaande wegen. Hierdoor kan er in een gezonde omgeving worden bewogen.

Inrichting

Elementen die geplaatst worden voor bewegen dienen mogelijkheden te bieden aan diverse vormen van bewegen. Het is van belang dat niet elke vorm van bewegen vooraf is vastgesteld. Paaltjes kunnen bijvoorbeeld op verschillende manieren worden gebruikt en daarmee door verschillende doelgroepen. Gebruik en gebruikers moeten elkaar alleen niet overlappen. Dat betekent dat gebruikers elk een eigen plek nodig hebben zodat niet een gebruiker een plek “claimt” waardoor de andere gebruikers hier geen mogelijkheid meer hebben tot beweging.

Inclusief

Bij de inrichting van beweegplekken dienen ook inclusieve elementen geplaatst worden, zodat ook inwoners met een beperking, in de meest brede zin van het woord (denk aan personen met een rolstoel, scootmobiel, rollator of inwoners met een wandelwagen) de gelegenheid hebben om te bewegen. Dit betekent niet dat elke plek voor bewegen een toestel voor inwoners met een beperking dient te hebben, maar deze plaats dient wel toegankelijk te zijn voor inwoners met een beperking.

Richtlijnen inrichting ontmoeten

Ontmoeten in de openbare ruimte mag nooit een opgelegde actie zijn. Ontmoeten is mogelijk door het te stimuleren en daarmee de inwoners uit te nodigen. Dat betekent dat vooral de inrichting, omgeving en locatie een belangrijke rol spelen in het ontmoeten.

Locatie

Plekken specifiek bedoeld voor ontmoeting dienen zodanig ingericht te worden dat op deze plaats spontane ontmoeting voor de hand ligt. Voorzieningen vormen een belangrijke omgevingsfactor voor ontmoetingsplekken. Hierbij kan gedacht worden aan een supermarkt, maar ook lokale en culture voorzieningen zoals een café of een gemeenschapshuis. Een breed scala aan voorzieningen in de omgeving zorgt ervoor dat op elk moment van de dag personen aanwezig zijn waardoor ontmoeting plaats kan vinden. Het is raadzaam de plekken gelegen bij voorzieningen aan te laten sluiten op verbindingen binnen de kern. Dit zijn plekken die aanleiding geven voor ontmoeten voor iedereen.

Daarnaast zijn ontmoetingsplekken aanwezig die op een zekere afstand van de verbindingen binnen een kern liggen. Daardoor is ook gelegenheid voor doelgroepen die meer op zichzelf gericht zijn, om op een gerichte plek elkaar decentraal te kunnen ontmoeten. Geschikte plekken hiervoor zijn in de buurt van openbare sportvelden.

Een veilige omgeving waarbij er ‘toezicht’ is (sociaal) en afsluiting van verkeer (fysiek) is een belangrijk onderdeel voor ontmoeten. Daar waar voetgangers en fietsers zich veilig voort kunnen bewegen, daar kan ook interactie en ontmoeting gaan plaats vinden.

Inrichting

Een gevarieerde omgeving zorgt voor een grotere kans tot ontmoeting. De variatie hangt niet alleen af van de hoeveelheid gras, planten en bomen, maar ook van verschillende kleuren, materialen, gebouwen, licht, geluiden en eventuele kunstobjecten. Er dient ruimte te zijn om met grote groepen mensen bijeen te komen en te ontmoeten, maar waar ook plaats en ruimte is om afgezonderd te zitten.

Inclusief

Personen met een beperking in de meest brede zin van he woord moeten zich onderdeel voelen van íedere ontmoetplek. Daarom dienen zitgelegenheden geplaatst te worden of aangepast te worden zodat een persoon met een rollator, scootmobiel, rolstoel of kinderwagen de mogelijkheid krijgt om anderen te ontmoeten. Het pad naar deze zitgelegenheden moet herkenbaar zijn en verhard.

afbeelding binnen de regeling

Richtlijnen inrichting spelen

Een kind dient de gelegenheid te krijgen om in de buurt van zijn of haar huis te kunnen spelen. Speelplekken dienen aan elk kind de ruimte te geven om op zijn of haar manier te spelen.

Locatie

Het is belangrijk dat een speelplek gelegen is in een sociale veilige omgeving. Van belang is dat een speelplek onderdeel is van een wijk en dat deze zo veel mogelijk aansluit op bestaande groenstructuren.

Inrichting

Voor een goed ingerichte speelplek is het belangrijk dat eerst gedefinieerd wordt wat de waarde is waarmee kinderen spelen. Deze waarde geven de basis weer voor de inrichting elementen op een speellocatie.

Speelwaarde

Zoals eerder aangegeven worden de volgende speelwaarden onderscheiden: bewegen, natuurbeleving, ongestuurd fantasiespel, en bouwen. Voor alle kinderen is het belangrijk voor hun ontwikkeling om al deze speelwaarden aangereikt te krijgen. In elke kern dienen deze vier speelwaarden in de toekomst aangeboden te worden. In de meest ideale situatie heeft elk speelplekje een speelaanleiding of toestel voor elk van de vier categorieën.

Inrichtingselement speelaanleidingen

Een speelwaarde wordt bij voorkeur gevormd met elementen uit de natuur zoals (klim)bomen, planten, heesters, vruchten, stammen, stenen, keien, water, zand, modder en takken. Deze natuurlijke elementen zijn in de fantasie van kinderen (zeer) bruikbaar. Bijvoorbeeld een halve cirkel van lage houten stammetjes kan een huisje zijn, een piratennest, een konijnenhol, een opslagplaats, een voetbaldoel, enzovoorts. Een tunnel gemaakt van wilgentenen kan een onderdeel zijn van een beweeg parcours, maar ook een geheime gang of een sluiproute.

Het is niet nodig om grondstoffen of materialen te verwijderen die nog voldoen. Een bestaand toestel dat nog aan de veiligheidseisen voldoet en waar nog mee gespeeld wordt, kan gewoon blijven staan. Maar is dit aan vervanging toe, of wordt er een nieuwe plek ingericht, dan gaat de voorkeur uit naar speelaanleidingen.

Inrichtingselement toestellen

Sommige speelwaarden, zoals bepaalde bewegingen als slingeren of schommelen, vind je in Nederland niet zo snel in de natuur. Als deze beweging op een plek gewenst is, kan het voorkomen dat gekozen wordt voor een toestel dat aan deze wens voldoet. Wel wordt dan gevraagd om dit toestel zoveel mogelijk qua uitstraling te laten aansluiten bij het gewenste eindbeeld. Gekozen kan worden voor staanders van Robinia hout of met een houtuitstraling. Een natuurlijke uitstraling sluit ook aan bij de uitkomsten van het DNA onderzoek. Ook kan de keuze vallen op toestellen die van een andere locatie komen en daardoor circulair kunnen worden ingezet.

afbeelding binnen de regeling

Inrichtingselement ondergronden

De ondergrond onder een speel- of beweegtoestel dient veilig te zijn volgens richtlijnen WAS (Wet Attractie en Speeltoestellen). Het is hierbij belangrijk te letten op de valdempende waarde van een ondergrond. Ook hierbij gaat de voorkeur uit naar natuurlijke materialen zoals boomschors, valzand of (kunst)gras. Indien veel slijtage verwacht wordt, zoals onder een duikelrek of onderaan een glijbaan, kan gekozen worden voor een combinatie van bijvoorbeeld gras op rubber doorgroeimatten, kunstgras, waar circulair geproduceerde houtsnippers gebruikt worden en wat gemakkelijk aangevuld kan worden.

Inclusief

Een speelplek dient ook voor mindervalide kinderen en personen met een beperking toegankelijk te zijn om te spelen. Ondergronden moeten deels vlak zijn en makkelijk berijdbaar met bijvoorbeeld een rolstoel of kinderwagen. Het is daarnaast belangrijk dat (een aantal) speelelementen ook voor mindervaliden bespeelbaar zijn. Dit betekent echter niet dat elke speelplek een speelelement voor een mindervaliden moet hebben.

afbeelding binnen de regeling

Richtlijnen verbindingen bewegen, ontmoeten en spelen

Het aanbrengen van verbindingen heeft niet alleen effect op bewegen, maar ook ontmoeten en spelen hebben er profijt van. Verbindingen kunnen bijvoorbeeld gericht zijn op hardlopen of een speurtocht. Een verbinding dient daarnaast aan te sluiten bij bestaande routeringen zoals fiets-, wandel-en ov-routes en op bestaande en toekomstige beweeg-, ontmoet- en speelplekken.

Elke verbinding dient door iedereen gebruikt te kunnen worden. Daarom is het van belang banken op de verbindingsroute te plaatsen. Voornamelijk voor personen met een beperking dient bij een verbinding om de 100 á 500 meter een mogelijkheid zijn om te kunnen zitten. Zo’n zitgelegenheid kan zo worden ingericht dat deze niet alleen bestemd is voor zitten, maar ook voor andere activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan een fitnessaanleiding.

Vanwege de afstand is het raadzaam dat een route om te bewegen maximaal 5 kilometer lang is. De bosrijke omgeving dient daarnaast opgenomen te worden in deze beweegverbindingen.

Een verbinding gericht op spelen mag maximaal 5 kilometer lang zijn. De verbinding zelf dient met bewegwijzering te worden aangegeven en langs bestaande plekken geplaatst te worden. Te denken valt aan basisscholen, (sport)voorzieningen en speelplekken.

Een verbinding voor ouderen mag maximaal 800 meter lang zijn, met om de 100 meter een bank zodat er de mogelijkheid is om te zitten en op adem te komen. Stoepranden op deze verbinding dienen verlaagd zijn zodat de op en afstap gemakkelijk te nemen is.

Richtlijnen spreiding bewegen, ontmoeten en spelen

Het is belangrijk om te zorgen voor een goede routering naar de beweeg, ontmoet en speelplaatsen. Daarom zijn niet alleen de omgeving, de inrichting, en de afwezigheid van barrières van belang, maar ook de afstand tot de plekken, bijvoorbeeld vanaf huis, school, sporthal, dagopvang, fysiotherapie, en dergelijke.

De verdeling en spreiding van de beweeg, ontmoet en speelplaatsen over de zes verschillende kernen hangt af van de demografische aspecten van de kern. Mogelijk heeft een ‘grijze kern’ meer baat bij beweeg- en ontmoetplekken, en heeft bijvoorbeeld minder speelplekken nodig.

De bestaande plekken (benoemd in hoofdstuk 4) zijn al een vast gegeven. Rekening houdend met de spreiding moet een nieuw bepaalde plek niet te dicht gelegen zijn bij al bestaande plekken. Zo ontstaat er een goede spreiding binnen een kern bij het aanbieden van beweeg-, ontmoet- en speelplekken.

Richtlijnen uitvoering

De gemeente Bergeijk bestaat uit zes kernen (eerder benoemd in hoofdstuk 4), Riethoven (inclusief Walik), Westerhoven, Bergeijk ’t Hof, ’t Loo, Weebosch en Luyksgestel. Iedere kern heeft haar eigenschappen en kenmerken, ook wel hun eigen DNA (De Natuurlijke Aard).

Het is belangrijk dat het huidige beleidskader getoetst is aan de uitkomsten van het DNA onderzoek. Tijdens de uitvoering kan gebruik gemaakt worden van de uitkomsten van het DNA onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan de uiteindelijke keuze van de materialen, de kleur van een speellocatie en wat de wensen van de betreffende kern zelf zijn.

Dat betekent dat de richtlijnen die in de vorige paragrafen opgesteld zijn, niet altijd van toepassing zijn op iedere specifieke kern. Wel hebben de kernen een gemeenschappelijke deler en dat is de natuurlijke omgeving waarin de gemeente zich bevindt. De bossen worden afgewisseld met heide- en landbouwvelden en vormen een basis.

Belangrijk is dat de uitvoering van dit beleidskader aansluit bij de behoefte van iedere kern. Een lokaal accent is hierbij dus mogelijk, de invulling wordt in nauw overleg met de betreffende dorpsraad en/of (buurt) vereniging nader bepaald.

afbeelding binnen de regeling

H6 Operationeel plan

Maatregelen per kaart

In hoofdstuk drie zijn de kansen besproken die er in Bergeijk liggen op het gebied van bewegen, ontmoeten en spelen. Deze kansen zijn op deelkaarten weergegeven. In dit hoofdstuk wordt een fasering aangebracht gebaseerd op prioriteit en globale kosten.

Prioritering

  • 1.

    Het stimuleren van ontmoeten voor iedereen heeft de eerste prioriteit. In elke kern wordt gestreefd naar minimaal één plek waar alle leeftijden van 0 tot 100, samen kunnen komen. Deze locatie dient een zogenoemd inclusief karakter3 te hebben waar iedereen zich thuis voelt. Ontmoeten is hier het hoofdthema, maar er moet ook ruimte zijn voor bewegen en spelen.

    De aanpak van de aanleg van deze plekken zal gedurende de eerste drie jaar worden uitgevoerd in een faseringsplan.

3Een speelplek heeft een inclusief karakter als rekening is gehouden met álle gebruikers. De plek is goed toegankelijkheid, voorzien van speelwaarden en nodigt uit tot bewegen, ontmoeten en spelen.

  • 2.

    Het aanleggen van verbindingen wordt gezien als de tweede prioriteit. De speellocaties dienen door bezoekers en inwoners gevonden kunnen worden. Verbindingen kunnen worden aangelegd door een combinatie van wegwijzers en/of route-aanwijzingen op de bestrating. Gekozen kan worden om een codering te kiezen voor de verschillende type verbindingen, bijvoorbeeld met kleur of symbolen. Deze dienen in alle kernen gelijk zijn, zodat inwoners of bezoekers gemakkelijk speellocaties kunnen vinden.

  • 3.

    Als derde prioriteit wordt ingezet op bewegen. Plekken gericht op bewegen dienen aan te sluiten op verbindingen die tijdens de vorige prioriteit zijn aangewezen.

  • 4.

    De vierde prioriteit ligt bij het verbeteren van de bestaande speelplekken. Zoals uit de inventarisatie is gebleken, zijn er in het algemeen gezien kwantitatief voldoende speelplekken, maar ontbreken in veel speelplekken bepaalde speelwaarden. Het is raadzaam om deze in de nabije toekomst toe te voegen.

Op het moment dat een bepaalde plek moet worden opgeknapt omdat bijvoorbeeld een toestel aan vervanging toe is of niet meer goedgekeurd wordt, of omdat een nieuw stuk wijk wordt aangelegd, heeft deze te allen tijde voorrang.

Meerjarenplan

De eerste vijf jaar worden gebruikt om alle kansen te benutten die in deze visie benoemd worden. Routes dienen bewegwijzerd te worden en de plekken dienen aangepast te worden met het accent op bewegen, ontmoeten en/of spelen. Binnen deze 5 jaar moeten de genoemde prioriteiten de volgorde van werken bepalen.

De tweede 5 jaar dient gebruikt te worden om plekken aan te passen indien de demografie hier om vraagt. Verder moeten alle huidige en nieuwe plekken in deze tijdsspanne bijgehouden worden en verbeterd waar nodig.

Globale kostenraming

Als het aankomt op uitvoering, zijn de uitgangspunten die in dit beleidskader gegeven zijn, leidend zijn voor de uitwerking in specifieke ontwerpen voor plekken en routes.

Wat op dit moment aan globale kostenraming opgesteld is zijn de minimale kosten die nodig zijn om een plek of verbinding in te richten zodat minimaal het bedoelde gebruik gerealiseerd kan worden. Deze kosten zullen gemaakt gaan worden in het jaar dat de plek of route wordt aangepakt, in de eerste periode van vijf jaar.

Hierbij worden de volgende standaarden per jaar aangehouden:

afbeelding binnen de regeling

Totale kosten voor het benutten van alle kansen gedurende 5 jaar bedragen € 272.600. Deze bedragen zijn inclusief ontwerp- en advieskosten. Deze kosten zullen in de eerste vijf jaar gemaakt worden.

Fondsenwerving

Mogelijk wil een buurt/wijk in de toekomst een speelplaats (her)inrichten of een nieuw idee aandragen. Indien een buurt een speellocatie wil opzetten of aanpassen bestaan in Nederland veel partijen die lokale initiatieven ondersteunen. Denk hierbij aan: Jantje Beton, het Oranjefonds, subsidie vergroening schoolpleinen, VSB Fonds of de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK). Ondersteuning vanuit de gemeente is hierbij altijd mogelijk.

Participatie uitvoering

In deze kostenraming is ook een bedrag opgenomen voor de participatie van de gebruikers: omwonenden en geïnteresseerden. Deze participatie kan per type plek verschillen. Bij het inrichten van een plek voor natuurbeleving kan bijvoorbeeld een boomplantdag georganiseerd worden. Bij een plek waar bewegen meer centraal staat, kan aan de gebruikers gevraagd worden een keus te maken tussen twee of drie toestellen. En een plek waar ontmoeten centraal staat kan gedacht worden aan een feestelijke opening waar de doelgroepen elkaar ontmoeten.

Schoolpleinen

Schoolpleinen vormen een onderdeel van de bespeelbare plekken voor kinderen. Juridisch gezien zijn schoolpleinen privéterrein van de school. Een schoolplein kan pas onderdeel uit maken van de speelplekken als het een openbaar schoolplein wordt, waar na schooltijd op gespeeld kan worden. De gemeente is in principe voorstander van openbaar toegankelijke en groene schoolpleinen indien de schoolbesturen hier voor openstaan. Er zijn diverse subsidiemogelijkheden beschikbaar om schoolpleinen groener in te richten. Hiervoor dient het schoolbestuur zelf een aanvraag in te dienen. De gemeente staat altijd open om met de schoolbesturen mee te denken.

Het beheer en onderhoud van de speeltoestellen op de schoolpleinen wordt in principe niet door de gemeente uitgevoerd. Het beheer, onderhoud en de vervanging dient door de schoolbesturen zelf uitgevoerd te worden. Een uitzondering wordt gemaakt indien in de nabije omgeving van het schoolplein geen speellocatie gesitueerd ligt.

Legenda

In de operationele plannen (in bijlage 4.1) staan per kern de kansen aangegeven voor het realiseren van beweeg-, ontmoet- en speelplekken. De rode sterren zijn de huidige speelplekken. Ook scholen (groen object), sportvoorzieningen (oranje stippen) en gemeentegebouwen (lichtblauw driehoekje) staan aangegeven. Met de zwarte stippen zijn overige belanghebbenden aangegeven. Hieronder vallen onder andere fysiotherapeuten, verzorgingshuizen et cetera.

afbeelding binnen de regeling

Ontmoeten

In elke kern is met een grijs vierkant minimaal één plek aanbevolen waar het ontmoeten voor iedereen kan worden ingericht. Dit is veelal een plek die in de buurt ligt van bestaande voorzieningen, aansluit op de verbindingen binnen de kern, goed bereikbaar is en waar voor mensen van alle leeftijden iets te doen is. Het sluit bijvoorbeeld aan op de aanbevolen speelroute, op een bestaand speelplaats, nabij een sportvoorziening of een ouderenwoonsituatie. Bij de uitwerking van deze plaats dient aandacht te zijn voor de mogelijkheid om ook bewegen en spelen hier vorm te geven, bijvoorbeeld door de keus voor een multi-toepasbaar toestel of een natuurlijke beweeg- en speelaanleiding.

Met rode vierkantjes worden plekken voor ontmoeten aangeduid die juist op afstand van de kern liggen. Hier kunnen mensen elkaar ontmoeten die juist een decentrale plek zoeken omdat ze meer op zichzelf en elkaar gericht zijn, maar die wel fysiek veilig zijn.

Verbindingen

Verbindingen zijn van belang om het daadwerkelijke gebruik van de plekken voor bewegen, ontmoeten en spelen te versterken en stimuleren. Daarom is per kern een tweetal routes gekozen waarbij de grootste kans is op een positief effect. Een voor spelen, waarbij de kinderen uitgedaagd worden om vanuit de ene plek op onderzoek uit te gaan naar de volgende, en die daarna. De andere route is uitgezet voor bewegen, waarbij kansen gezien worden voor bijvoorbeeld een trimroute, of een wandelroute met oefeningen onderweg.

Bewegen

Bij veel speelplaatsen zijn voor kinderen tot 12 jaar voldoende elementen aanwezig om beweging te stimuleren. Voor andere doelgroepen is gekozen om het bewegen door middel van routes in te richten. Bij de uitwerking hiervan kan een mate van detail gekozen worden, van een simpele bewegwijzering van een trimroute, tot het toevoegen van elementen waarmee oefeningen kunnen worden uitgevoerd, desgewenst afgestemd op een bepaalde doelgroep.

Spelen

Bij iedere speelplaats is gekeken naar de huidige inrichting en naar de mogelijkheden die deze plaats en de directe omgeving biedt. Ook is gekeken naar de verdeling van de speelwaarden binnen de kern en wat daaraan toegevoegd zou moeten worden. Per speelwaarde is de plek gekozen die daarvoor het beste ingericht zou kunnen worden. Andersom is ook per plaats gekozen welke speelwaarde het beste kan worden toegevoegd.

Op basis van al deze analyseringen is met blauwe vierkantjes aangegeven indien bouwen zou moeten worden toegevoegd, met groene vierkantjes indien kansen gezien worden voor natuurbeleving, gele vierkantjes waar mogelijkheden zijn voor bewegen en oranje vierkantjes waar ruimte is voor nieuw ongestuurd fantasiespel.

H7 Klaar voor de toekomst

Met dit beleidskader wordt een basis gelegd voor de komende 10 jaar. Iedere kern dient een (inclusieve) locatie te krijgen waar de doelgroep 0 – 100 jaar kan bewegen, ontmoeten en spelen. Speelplekken dienen optimaal benut te worden met speelwaarden en voorzien worden van een duidelijke routering. Dit zorgt voor een verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte waardoor inwoners en bezoekers uitgenodigd worden te bewegen, ontmoeten en spelen.

afbeelding binnen de regeling

H8 Bijlagen en Bibliografie

1.1 Bibliografie

Branchevereniging Spelen & Bewegen. (2019). Spelen is groeien! Gezondheidsraad. (2003). Overgewicht en obesitas. Den Haag.

Hattum, T. v., Stuiver, M., Spijker, J., de Vries, S., Snep, R., & Jacobs, C. (2019). Wageningen University & Research. Opgehaald van https://www.wur.nl/nl/show-longread/Zeven-redenen-om-te-investeren-in-een-groene-stad.htm 

Hills, A., King, N., & Armstrong, T. (2007). The Contribution of Physical Activity and Sedentary Behaviours to the Growth and Development of Children and Adolescents.

Kenniscentrum Sport. (2017). Jaarverslag 2016.  Meulen, R. v. (2018). Tieners in de openbare ruimte.

NSGK. (2019). Opgehaald van Het gehandicapte kind: https://www.nsgk.nl/wat-wij-doen/projecten/project/?proj=285 

Platform ruimte voor de jeugd. (2005). Netwerkdocument Ruimte voor de jeugd.

Verenigde Naties. (2019). Kinderechten. Opgehaald van https://www.kinderrechten.nl/kinderrechten-vw/artikel-31-vrije-tijd-en-ontspanning/ 

Livescience (2015) https://www.livescience.com/51379-walking-nature-reduce-negativity-rumination.html 

2.1 Enquêtevragen

1. Ik woon in kern

  • 1.

    Ik woon in de kern

    • Bergeijk 't Hof

    • Loo

    • Luyksgestel

    • Riethoven

    • Weebosch

    • Westerhoven

    • Ik woon in het buitengebied

  • 2.

    Leeftijdsgroep (ik voel me qua beweging)

    • Ik heb (klein)kinderen in de leeftijdsgroep 0-8

    • de leeftijdsgroep 8-12

    • de leeftijdsgroep 12-18

    • de leeftijdsgroep 18-25

    • de leeftijdsgroep 25-65

    • de leeftijdsgroep 65+

  • 3.

    Ik heb op beweeg, ontmoeting en speelplekken vooral behoefte aan dit soort banken (meerdere keuzes mogelijk):

    • natuurlijke houten bank met rugleuning

    • natuurlijke bankboomstam zonder rugleuning

    • betonnen banken bij (picknick) tafel

    • houten bank rondom boom

    • kunststof zitelement (in diverse kleuren mogelijk)

    • betonnen poefjes (in diverse kleuren mogelijk)

  • 4.

    Ik vind insectenhotels in openbare ruimte

    • leuk & nuttig

    • alleen acceptabel als het karakter van de plek al natuurlijk is

    • bezwaarlijk

  • 5.

    Ik beweeg, ontmoet en speel het liefst op een plek die met name

    • natuurlijk is

    • door mensen gemaakt is

    • ertussenin

  • 6.

    Ik zou gebruik maken van een Bewegen, ontmoeten en spelen terrein om (meerdere keuzes mogelijk)

    • sportief te wandelen

    • een ommetje te lopen

    • andere mensen te ontmoeten

    • te sporten/ bewegen

    • mijn kinderen in het oog te houden

    • de hond uit te laten

    • natuurbeleving

    • anders, namelijk...

2.2 Enquêteresultaten

  • 1.

    Ik woon in kern

    afbeelding binnen de regeling

  • 2.

    Leeftijdsgroep (ik voel me qua beweging) 1/2

    afbeelding binnen de regeling

  • 2.

    Leeftijdsgroep (ik voel me qua beweging) 2/2

    afbeelding binnen de regeling

  • 3.

    Ik heb op beweeg, ontmoeting en speelplekken vooral behoefte aan dit soort banken (meerdere keuzes mogelijk):

    afbeelding binnen de regeling

  • 4.

    Ik vind insectenhotels in openbare ruimte

    afbeelding binnen de regeling

  • 5.

    Ik beweeg, ontmoet en speel het liefst op een plek die met name

    afbeelding binnen de regeling

  • 6.

    Ik zou gebruik maken van een Bewegen, ontmoeten en spelen terrein om (meerdere keuzes mogelijk)

    afbeelding binnen de regeling

2.3 Jeugdgemeenteraad

Een belangrijke doelgroep in dit beleid zijn kinderen. De jeugdgemeenteraad heeft ideeën aangeleverd voor de inrichting, uitgangspunten en kansen. De jeugdgemeenteraad ziet op dit moment een aantal problemen en kwam met twee voorstellen.

Zij stellen een beweeg-, ontmoet- en speelterrein voor in de vorm van een cirkel. De buitenrand van deze cirkel dient als een hardloopbaan. Binnen deze cirkel worden er vier vakken gemaakt waarin elke doelgroep een eigen plek heeft voor bewegen, ontmoeten en spelen. Met hun inrichtingsvoorstel brengen ze alle doelgroepen op een locatie, maar bieden ze wel voor elke doelgroep een eigen inrichting aan.

Het tweede voorstel komt vanuit het concept ‘Skillsgarden’. Dit is een terrein ingericht als beweeglocatie. Doormiddel van felle kleuren in een kunstgras ondergrond, wordt er aangezet tot verschillende vormen van sport en beweging. Er is ruimte om te voetballen, maar ook om heuvels op te rennen en te beklimmen. Belangrijk aan een skillsgarden is dat er geen losse elementen zijn, dat er ruimte is voor loopvormen en balspellen, er moet moeten motorische oefeningen worden kunnen gedaan en het moet een omheind terrein zijn zodat er geen brommers en fietsers het terrein op kunnen. De kinderraad ziet een kans om verbinding te leggen met Bergeijk Active en diverse inwoners in de gemeente een kans te geven om hier oefeningen te kunnen doen.

De jeugdgemeenteraad richt zich met allebei de voorstellen op beweeg-, ontmoet- en speelruimtes waarin elke inwoners een plek kan vinden.

Inclusieve adviezen

De jeugdgemeenteraad kwam ook tot de conclusie dat het grootste deel van het aanbod aan spelen niet toegankelijk is voor kinderen met een handicap of beperking. Kinderen in een rolstoel hebben weinig tot geen mogelijkheden om samen met leeftijdsgenoten te kunnen buitenspelen. Zij zien graag een plek waar ook kinderen met een beperking kunnen spelen. Het heeft de voorkeur dat deze locatie hete gehele jaar toegankelijk is en gestitueerd ligt op een centrale plaats in de gemeente. Het is daarnaast van belang dat er goede verharde paden aanwezig zijn zodat een rolstoel gemakkelijk zich kan verplaatsen in de ruimte. De toestellen op de locatie dienen een combinatie te zijn van inclusief en normaal spelen, zodat alle kinderen elkaar kunnen ontmoeten en samen kunnen spelen. Het moet leuk zijn voor jong en oud en het moeten speeltoestellen zijn waar weinig kracht voor nodig is.

Voorkeur inrichting

Naast het feit dat de jeugdgemeenteraad zelf invulling heeft gegeven aan de inrichtingsvormen voor het toekomstige beleid, hebben ze ook mogen kiezen uit opties voor inrichtingsvormen. Natuurlijke speelaanleidingen werden vaak door de raad uitgekozen, zoals blote voetenpadden, verstop paadjes, vuurplaatsen en klimbomen staan en liggend. Als toestellen zien ze graag balanceer elementen, kabelbanen, speelhuisjes en klimtoestellen. Ook inclusieve toestellen als rolstoelschommels en rolstoel draaimolens ziet de jeugdgemeenteraad graag terug in het nieuwe beleid.

3 Inventarisatie

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

4 Operationeel plan

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Bergeijk van 23 april 2020.

De gemeenteraad,

H.L.M. van Leersum

Plv. griffier

A. Callewaert-de Groot

Voorzitter