Regeling vervallen per 01-04-2017

Verordening Wmo-adviesraad gemeente Bergeijk

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-03-2017

Intitulé

Verordening Wmo-adviesraad gemeente Bergeijk

Artikel 1 Begrippen

1. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk

2. Raad: de raad van de gemeente Bergeijk

3. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van de Wmo-adviesraad is een vertegenwoordiging van inwoners op een gestructureerde manier te betrekken bij de beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie van de Wmo om zo bij te dragen aan de totstandkoming of verbetering van dit beleid.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

1. De Wmo-adviesraad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college over alle onderwerpen op het gebied van beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie van de Wmo

2. Niet tot de taak en de bevoegdheid van de Wmo-adviesraad behoort het uitbrengen van advies bij klachten of problemen van individuele inwoners.

Artikel 4 Samenstelling

1. De Wmo-adviesraad bestaat uit minimaal 5 en maximaal 9 leden

2. De leden van de Wmo-adviesraad worden benoemd en ontslagen door het college

3. Een lid van de Wmo-adviesraad kan niet zijn: wethouder, raadslid, commissielid of werknemer van de gemeente Bergeijk

4. De Wmo-adviesraad stelt uit haar leden zelf een voorzitter, secretaris en penningmeester aan

5. De Wmo-adviesraad kan zelf werkgroepen instellen en opheffen wanneer dat nodig is om een advies uit te kunnen brengen.

Artikel 5 Lidmaatschap

1. De benoeming van de leden geschiedt voor de duur van de zittingsperiode van de Wmo-adviesraad en gaat in op het moment waarop deze wordt aanvaard

2. De zittingsperiode van de Wmo-adviesraad is vier jaar

3. De aftredende leden zijn terstond benoembaar gedurende maximaal één zittingsperiode

4. Voor degene die ter vervulling van een tussentijdse opengevallen plaats tot lid wordt benoemd, geschiedt de benoeming voor de duur van het restant van de lopende zitting periode

5. Het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad eindigt:

- door beëindiging van de zittingsperiode van de Wmo-adviesraad

- door overlijden;

- door tussentijds ontslag;

- wanneer het lid niet langer voldoet aan de benoemingseisen

- wanneer een lid een met het lidmaatschap onverenigbare functie heeft aanvaard

6. Als een lid in de omstandigheid komt, dat hij niet langer voldoet aan de benoembaarheideisen, of een met het lidmaatschap onverenigbare functie heeft aanvaard, moet hij onmiddellijk het college en de Wmo-adviesraad hierover informeren.

Artikel 6 Werkwijze

1. De Wmo-adviesraad vergadert zo vaak als zij dit nodig vindt, doch tenminste 4 maal per kalenderjaar

2. De leden van de Wmo-adviesraad hebben stemrecht: ieder heeft één stem

3. Het vaststellen van adviezen en standpunten binnen de Wmo-adviesraad geschiedt unaniem of bij meerderheid van stemmen

4. De Wmo-adviesraad en de wethouder die verantwoordelijk is voor de Wmo overleggen minimaal twee keer per kalenderjaar met elkaar. Tijdens één van deze overleggen zal de in artikel 9 genoemde evaluatie onderwerp van gesprek zijn.

Artikel 7 Advisering

1. De Wmo-adviesraad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het college

2. Het advies van de Wmo-adviesraad wordt schriftelijk en ondertekend door de voorzitter en secretaris, voorgelegd aan het college met eventuele vermelding van een minderheidsstandpunt

3. Het college kan met redenen omkleed de Wmo-adviesraad verzoeken om een uitgebracht advies in heroverweging te nemen en aan de hand daarvan een ander advies uit te brengen

4. Als het college voornemens is om af te wijken van een advies van de Wmo-adviesraad, brengt zij dit met redenen omkleed ter kennis van de Wmo-adviesraad

5. Het advies van de Wmo-adviesraad wordt als bijlage bij de besluitvormende stukken gevoegd zodat het college en/of raad volledig op de hoogte zijn van het advies van de Wmo-adviesraad.

Artikel 8 Informatieverstrekking aan de Wmo-adviesraad

1. Het college draagt er zorg voor dat, voorafgaand aan besluitvorming de voorgenomen besluiten tijdig worden voorgelegd aan de Wmo-adviesraad zodat de Wmo-adviesraad haar adviserende rol kan uitoefenen en haar advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming

2. Het college is verplicht gehoor te geven aan een verzoek van de Wmo-adviesraad om toelichting te geven op ter advisering overgelegde stukken, respectievelijk op de aan de Wmo-adviesraad verstrekte informatie

3. Het college informeert de Wmo-adviesraad over de uitkomst van besluitvorming betreffende onderwerpen waarover de Wmo-adviesraad heeft geadviseerd.

Artikel 9 Jaarverslag en evaluatie

1. De Wmo-adviesraad overlegt jaarlijks een verslag aan het college van burgemeester en wethouders

2. Jaarlijks in oktober wordt het functioneren van de Wmo-adviesraad geëvalueerd.

Artikel 10 Faciliteiten

1. Door of vanwege het college van burgemeester en wethouders wordt ervoor gezorgd dat de gemeente aan de Wmo-adviesraad voldoende informatie verstrekt om haar taak te kunnen vervullen

2. Het college stelt vergaderruimte en ambtelijke ondersteuning ter beschikking

3. Ter bevordering van de deskundigheid en ter bestrijding van kosten die het gevolg zijn van de uitvoering van haar taken, verleent het college jaarlijks een subsidie aan de Wmo-adviesraad.

Artikel 11 Slotbepaling

In alle gevallen waarin het bepaalde in dit reglement niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders, na overleg met de Wmo-adviesraad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 13 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als Verordening Wmo-adviesraad gemeente Bergeijk.

Toelichting 1 Verordening Wmo-adviesraad gemeente Bergeijk

Algemene toelichting

In december 2007 heeft de raad het Wmo-beleidsplan 2008-2011 "Iedereen in Bergeijk doet mee" vastgesteld. In het beleidsplan is bij het onderwerp participatie opgenomen dat de structuur, taken en bevoegdheden van een Wmo-adviesraad in een verordening moeten worden vastgelegd.

Het uitvoering geven aan de verordening is een taak van het college. Het college doet dit onder meer door een profiel van de leden van de Wmo-adviesraad vast te stellen alsmede een algemeen profiel van de Wmo-adviesraad.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begrippen

Een nadere toelichting is niet nodig.

Artikel 2 Doelstelling

Dit artikel geeft een globale beschrijving van het doel van de Wmo-adviesraad.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden van de Wmo-adviesraad. Naast een adviserende taak heeft de Wmo-adviesraad ook het recht zelf initiatieven te nemen. Aan de Wmo¬adviesraad wordt in ieder geval advies gevraagd bij het ontwikkelen van nieuwe beleidsvoornemens. In het tweede lid worden uitdrukkelijk individuele zaken buiten het overleg met de Wmo-adviesraad gehouden. Hiervoor staan andere mogelijkheden open.

Artikel 4 Samenstelling

Dit artikel regelt in grote lijnen de samenstelling van de Wmo-adviesraad. Er is bewust niet gekozen voor een samenstelling van vertegenwoordigers van organisaties. De gemeente wil nadrukkelijk een adviesraad met leden die kunnen adviseren over kwesties die al onze inwoners aangaan in plaats van één doelgroep onder onze inwoners. Het hebben van banden met de Bergeijkse samenleving is een essentiële voorwaarde om lid te kunnen worden van de Wmo-adviesraad maar van leden wordt verwacht dat zij verder kunnen kijken dan de belangen van de eigen doelgroep. Leden zitten op persoonlijke titel in de Wmo-adviesraad en kunnen dus zonder last of belang een bijdrage leveren aan de advisering aan de gemeente. Het ledenaantal, (minimaal 5 leden, maximaal 9 leden) dient te voorkomen dat de Wmo-adviesraad verzandt in een vergadercultuur. Benoeming van leden geschiedt door het college. Het lid over de benoeming van een voorzitter een secretaris heeft een directe relatie met artikel 7, lid 2 waarin is geregeld aan welke eisen een advies dient te voldoen.

Artikel 5 Lidmaatschap

De zittingsduur van vier jaar sluit goed aan op het Wmo-beleidsplan dat ook vier jaar duurt.

Het huidige Wmo-beleidsplan is geldig tot en met 2011. Wanneer de Wmo-adviesraad op 1 januari 2009 wordt geïnstalleerd heeft zij ruim voldoende ervaring om in 2011 een wezenlijke bijdrage te kunnen leveren aan de totstandkoming van het nieuwe Wmo-beleidsplan.

In het artikel is eveneens vastgelegd wanneer het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad eindigt.

Artikel 6 Werkwijze

De Wmo-adviesraad moet in de gelegenheid zijn om zelf te kunnen bepalen hoe zij haar adviezen tot stand laat komen. Daarom is dit artikel zo kort en zo algemeen mogelijk gehouden.

Artikel 7 Advisering

Dit artikel regelt de wijze waarop de Wmo-adviesraad haar advies uitbrengt evenals de wijze waarop het college omgaat met het uitgebrachte advies. Indien het college het voornemen heeft om af te wijken van het advies dient zij dit met redenen omkleed ter kennis te brengen aan de Wmo-adviesraad.

Het besluitvormende orgaan krijgt te allen tijde het door de Wmo-adviesraad uitgebrachte advies te zien, ook wanneer het college heeft besloten om van het advies af te wijken. Door deze werkwijze zijn

Commissie en raad in de gelegenheid kennis te nemen van het advies van de Wmo-adviesraad en kunnen zij van dit advies gebruik maken bij hun eigen meningsvorming respectievelijk standpuntbepaling.

Artikel 8 Informatieverstrekking aan de Wmo-adviesraad

De Wmo-adviesraad kan alleen een goed advies geven wanneer zij tijdig de juiste en volledige informatie krijgt. Artikel 8 regelt deze randvoorwaarde.

Het spreekt voor zich dat de Wmo-adviesraad wordt geïnformeerd over wat met haar advies is gebeurd.

Artikel 9 Jaarverslag en evaluatie

De evaluatie is bedoeld om een goede relatie tussen de gemeente en de Wmo-adviesraad te krijgen en te houden. De gemeente wil graag kwalitatief goede adviezen ontvangen van de Wmo-adviesraad en essentiële randvoorwaarden daarvoor zijn het gesprek met elkaar (blijven) aangaan, elkaar vertrouwen geven en een goede facilitering van de Wmo-adviesraad.

Artikel 10 Faciliteiten

Dit artikel regelt de faciliteiten van Wmo-adviesraad.

Artikel 11 Slotbepaling

Dit artikel regelt dat het college een besluit neemt wanneer zich omstandigheden voordoen waarin de verordening niet voorziet. Het spreekt voor zich dat het college, indien van toepassing, met de Wmo-adviesraad overlegt alvorens zij een besluit neemt.

Artikel 12

Een nadere toelichting is niet nodig.

Artikel 13

Een nadere toelichting is niet nodig.