Nadere regels voor de graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen 2011

1 De algemene graven zijn graven waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 20 jaren;

2 de particuliere graven worden onderverdeeld in:

• a.

  graven (lang 2.10 m en breed 0.90 m) uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken dan wel het plaatsen van 2 asbussen met of zonder urnen; (mogelijkheden derhalve: 2 lijken en 0 asbussen; 1 lijk en 1 asbus; 0 lijken en 2 asbussen). Kisten met lijken kunnen uitsluitend boven elkaar begraven worden.

• b.

  graven (lang 2.10 m en breed 2.10 m) uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 4 lijken dan wel het plaatsen van 4 asbussen met of zonder urnen (= vak R). (mogelijkheden derhalve van 4 lijken en 0 asbussen tot 0 lijken en 4 asbussen). In dit graf kunnen kisten met lijken binnen de in dit lid genoemde afmetingen met inachtneming van het in dit lid genoemde maximum, naar keuze boven of naast elkaar begraven worden. De rechthebbende van het graf dient de keuze voor de wijze van begraving (naast of onder elkaar) voorafgaande aan de eerste begraving kenbaar te maken aan de beheerder.

• c.

  graven lang 1.50 m en breed 0.60 m; de zgn. kindergraven voor kinderen tot 12 jaar) uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken dan wel het plaatsen van 2 asbussen met of zonder urn. (mogelijkheden derhalve 2 lijken en 0 asbussen; 1lijk en 1 asbus; 0 lijken en 2 asbussen). Kisten met lijken kunnen uitsluitend boven elkaar begraven worden.  

1 De algemene urnengraven zijn urnengraven waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen voor de tijd van 20 jaren;

2 De particuliere urnengraven worden onderverdeeld in:

• a.

  urnengraven uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 2 asbussen, met of zonder urn;

• b.

  dan wel het doen verstrooien van as daarin of daarop van 2 overledenen; 

3 De particuliere urnennissen zijn urnennissen uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor de bijzetting van ten hoogste twee asbussen of 1 asbus met urn;

1 De particuliere graven worden uitgegeven in volgorde van ligging, met uitzondering van vak R.

2 De urnennissen worden in volgorde van ligging uitgegeven.

3 De urnengraven worden niet in volgorde van ligging uitgegeven. De urnengraven zijn gelegen op een afstand van 1 meter van het pad en 80 cm uit elkaar.

1 Het reserveren van graven is uitsluitend mogelijk voor vak R.

2 Het maximum aantal te reserveren graven bedraagt één per persoon.

3 Reserveringen zijn uitsluitend mogelijk voor een periode van 10 jaar.

1 Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

2 De horizontale grafbedekking mag uitsluitend van natuursteen zijn.

3 Op de graven zoals aangegeven in artikel 4, leden 1 en 3:- mag geen horizontale grafbedekking worden aangebracht;- mag op geen enkele andere wijze voorwerpen of materialen worden aangebracht; 

4 Voor de aan te brengen verticale gedenktekens en/of of horizontale grafbedekking gelden de volgende maximale afmetingen

• -

  op graven als bedoeld in artikel 4, lid 1- verticaal gedenkteken: hoogte 120 cm breedte 100 cm dikte 30 cm

• -

  op graven als bedoeld in artikel 4, lid 2 - verticaal gedenkteken hoogte 120 cm breedte 100 cm dikte 30 cm - horizontale grafbedekking:dikte 30 cm breedte 100 cm lengte 200 cm

• -

  op graven als bedoeld in artikel 4, lid 3- verticaal gedenkteken:hoogte 60 cm breedte 45 cm dikte 30 cm

• -

  op graven als bedoeld in artikel 4, lid 4- verticaal gedenkteken: hoogte 60 cm breedte 45 cm dikte 30 cm- horizontale grafbedekking:dikte 30 cm breedte 80 cm lengte 150 cm

• -

  op graven als bedoeld in artikel 4, lid 5lengte 210 cm breedte 210 cm hoogte 120 cm

• -

  op graven als bedoeld in artikel 4, lid 6lengte 80 cm breedte 80 cm hoogte 80 cm 

5 Met uitzondering van vak R en T moeten de gedenktekens worden geplaatst op de bestaande fundering aan het hoofdeinde van het graf. 

6 Bij het bepalen van de hoogte van het gedenkteken wordt gemeten vanaf het maaiveld.

1 De urnennissen mogen uitsluitend worden afgesloten met door de gemeente beschikbaar gestelde afdekplaten.

2 Het op de afdekplaat aan te brengen gedenkplaatje, dat door de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats beschikbaar wordt gesteld, moet een vaste afmeting hebben van 0.05 x 0.20 m.

3 Bloemen mogen alleen in de daarvoor bestemde vaasjes worden geplaatst of op een door de gemeente aangegeven plaats, voor of in de buurt van de muur.

4 De afdekplaten worden door of vanwege de beheerder aangebracht en uitgehaald evenals het aanbrengen dan wel weghalen van het gedenkplaatje.

1 Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend en dient aangegeven te worden in welk vak van de begraafplaats het gedenkteken geplaatst wordt.

2 Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

• a.

  een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

• b.

  de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

• c.

  de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

• d.

  de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

• e.

  het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop. 

1 op een graf kunnen – daar waar toegestaan – potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

2 De winterharde gewassen die – daar waar toegestaan - op de graven worden geplant, mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte en hoogte van het verticale gedenkteken niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte en hoogte van het verticale gedenkteken kunnen worden gehouden.

3 Bijzondere bepalingen:

• a.

  Op de graven zoals aangegeven in artikel 4, leden 1 en 3 mogen uitsluitend aan het hoofdeinde, binnen de grenzen van het grintgedeelte, potplanten of bloemen in vazen geplaatst worden en/of beplanting worden aangebracht met een maximale diepte van 30 cm.

• b.

  Op de graven zoals aangegeven in artikel 4, leden 2 en 4 mag geen beplanting geplaatst worden; mogen uitsluitend potplanten of bloemen in vazen geplaatst worden.

• c.

  Op de graven zoals aangegeven in artikel 4, leden 5 en 6 mogen lossen bloemen, potplanten en winterharde gewassen worden geplaatst, mits deze binnen de afmetingen blijven zoals genoemd voor deze graven in artikel 7. 

1 Het uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen en grafbedekkingen, vastgesteld op 9 november 2004, wordt ingetrokken.

2 Deze nadere regels treden in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

3 Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Regels voor de graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen 2011.