Klachtenregeling Bergen 2013

Geldend van 18-07-2013 t/m heden

Intitulé

Klachtenregeling Bergen 2013

De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester,

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 mei 2013;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat de ondernemingsraad van Bergen op 22 april 2013.met de Klachtenregeling

Bergen 2013 heeft ingestemd;

besluiten

vast te stellen de Klachtenregeling Bergen 2013

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon heeft gedragen.

  • 2.

    bestuursorgaan: de gemeenteraad, een raadscommissie, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester.

  • 3.

    gedraging: het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtsper-soon handelen of nalaten te handelen door een bestuursorgaan of een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan.

Artikel 2 Klachtencoördinator

  • 1 De klachtencoördinator is een door het college aangewezen ambtenaar. Het college wijst tevens een plaatsvervanger aan.

  • 2 De klachtencoördinator registreert de klacht en geeft deze door aan de klachtbehandelaar en persoon over wie de klacht is ingediend.

  • 3 De klachtencoördinator stuurt binnen twee weken aan klager een ontvangstbevestiging. In de bevestiging wordt meegedeeld wie de klacht zal behandelen en hoe het verloop van de procedure zal zijn. Degene over wie de klacht is ingediend, krijgt de klacht, de meegezonden stukken en de ontvangstbevestiging in afschrift toegezonden.

  • 4 De klachtencoördinator bewaakt de voortgang van de klachtbehandeling en ziet erop toe dat de behandeling van de klacht overeenkomstig de bepalingen van afdeling 9.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht en het bepaalde in deze regeling plaatsvindt.

  • 5 De klachtencoördinator is de contactpersoon voor de Nationale Ombudsman.

Artikel 3 Indiening van de klacht

  • 1 Een klacht kan zowel mondeling als schriftelijk worden ingediend.

  • 2 Mondelinge klachten worden in principe mondeling afgedaan. Wordt de klacht niet tot tevredenheid van klager afgedaan dan wordt klager op de mogelijkheid gewezen van schriftelijke klachtbehandeling. Desgewenst verleent de klachtencoördinator aan klager medewerking bij het op schrift stellen van de klacht.

  • 3 Een schriftelijke klacht is ondertekend en bevat ten minste:

    -   de naam en adres van de klager;

    -   de dagtekening;

    -   een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht gericht is.

  • 4 Zodra naar tevredenheid van klager aan zijn klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot verdere behandeling van de klacht. Bij een schriftelijke klacht wordt dit schriftelijk aan klager en degene over wie werd geklaagd, bevestigd.

Artikel 4 Behandeling van de klacht

  • 1 De gemeentesecretaris onderzoekt de klacht, tenzij de klacht tegen hem gericht is en hoort klager of diens gemachtigde en de persoon over wie is geklaagd. Van dit horen stelt hij een verslag op. Een kopie van dit verslag wordt gezonden aan klager, aan de persoon over wiens gedraging is geklaagd en de klachtencoördinator.

  • 2 De gemeentesecretaris stelt een rapport op voor het college, vergezeld van zijn advies en eventuele aanbevelingen. Het rapport bevat tevens het verslag van het horen.

  • 3 Indien het besluit van het college afwijkt van het advies, wordt in de beslissing op de klacht daarvan de reden vermeld.

  • 4 De gemeentesecretaris stelt klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de beslissing op de klacht, zoals bedoeld in artikel 9:12 van de Algemene wet bestuursrecht. Het college, de persoon over wiens gedraging is geklaagd en de klachtencoördinator ontvangen hiervan een kopie.

  • 5 a.Indien een klacht betrekking heeft op de gemeentesecretaris, behandelt de burgemeester de klacht.

    b.Indien een klacht betrekking heeft op de burgemeester behandelt de loco-burgemeester de klacht.

    c.Indien een klacht betrekking heeft op het college van burgemeester en wethouders of een lid ervan behandelt de burgemeester de klacht, tenzij deze zelf onderwerp is van de klacht, in welk geval lid b van toepassing is.

    d.Indien een klacht betrekking heeft op de gemeenteraad, een raadscommissie en de griffier behandelt de voorzitter van de gemeenteraad de klacht.

  • 6 Elke klacht wordt vertrouwelijk behandeld.

  • 7 Het bestuursorgaan handelt de klacht binnen zes weken of, na verdaging, binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift af. De klachtencoördinator deelt de verdaging schriftelijk mee aan klager en degene over wiens gedraging is geklaagd,

Artikel 5 Verslag

  • 1 De klachtencoördinator stelt een jaarverslag op. Het college stelt het verslag vast.

  • 2 Het verslag bevat in ieder geval een overzicht van het aantal klachten van het voorgaande jaar, de aard van de klachten en de wijze van afdoening.

Artikel 6 Verwijzing Nationale Ombudsman

Het bestuursorgaan deelt klager in de brief als bedoeld in artikel 4, vierde lid mee dat, indien klager niet tevreden is over de behandeling van zijn klacht, hij zijn klacht kan voorleggen aan de Nationale Ombudsman.

Artikel 7 Onvoorzien

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2 De regeling kan worden aangehaald als “Klachtenregeling Bergen 2013 ”.

  • 3 De Klachtenregeling Bergen (L.) wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Bergen op 18 juni 2013.
M.H.E. Pelzer
 
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Bergen op 18 juni 2013.
De secretaris, De burgemeester
Drs. J.C.T. Bakens, M.H.E. Pelzer
 
Aldus vastgesteld door de raad van Bergen van Bergen op 18 juni 2013.
De griffier, De voorzitter
W.P.G.M. Scheepens, M.H.E. Pelzer