Beleidsregels handhaving prostitutiebeleid

Geldend van 23-09-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels handhaving prostitutiebeleid

Hoofdstuk 1 Exploitatie zonder vereiste vergunning:

Artikel 1.1

Indien geconstateerd wordt dat zonder vereiste vergunning een seksinrichting geëxploiteerd wordt, en de exploitatie past niet binnen het prostitutiebeleid, wordt door de politie van deze illegale situatie een rapport opgemaakt ten behoeve van de gemeente. Indien de exploitant ondanks een waarschuwing van de burgemeester blijft exploiteren zal door de politie proces-verbaal worden opgemaakt. Op grond hiervan zal de inrichting conform het bepaalde in artikel 3:7, eerste lid, onder b. APV, voor onbepaalde tijd gesloten worden verklaard.

Artikel 1.2

In het geval dat de exploitatie zonder vereiste vergunning wel binnen het prostitutiebeleid past wordt, op grond van een schriftelijke rapportage van de politie, betrokkene door de burgemeester aangezegd dat hij een vergunning dient aan te vragen bij een daarbij te stellen termijn. Tevens wordt aan hem medegedeeld dat exploitatie zonder vergunning niet mogelijk is. Indien geen vergunning wordt aangevraagd binnen de gestelde termijn of indien op de aanvraag negatief wordt beslist, wordt de inrichting conform het bepaalde in artikel 3:7, eerste lid, onder b. APV voor onbepaalde tijd gesloten indien de exploitatie wordt voortgezet.

Artikel 1.3

Indien de verleende vergunning aan een seksinrichting wordt ingetrokken en de exploitatie zonder de vereiste vergunning wordt voortgezet wordt de inrichting conform het bepaalde in artikel 3:7, eerste lid, onder b. APV, voor onbepaalde tijd gesloten.

Hoofdstuk 2 Exploitatie in strijd met de vergunning:

Artikel 2.1

Indien de exploitant na het verkrijgen van de vergunning of de beheerder na zijn goedgekeurde aanstelling handelingen verricht in strijd met de gedragseisen zoals genoemd in artikel 3:5 APV zal de inrichting conform het bepaalde in artikel 3:7, eerste lid, onder b APV voor bepaalde tijd gesloten worden dan wel de vergunning conform het bepaalde in artikel 3:13a, eerste lid, APV worden ingetrokken.

Artikel 2.2

Indien geconstateerd wordt dat de inrichting geopend is zonder dat de exploitant of de beheerder aanwezig is wordt dit schriftelijk gerapporteerd aan de burgemeester. Bij een eerste overtreding volgt een schriftelijke waarschuwing. Bij een tweede overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding volgt op grond van het bepaalde in artikel 3:7, eerste lid onder b. APV, een sluiting van 2 weken. Bij een derde overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding wordt de vergunning conform het bepaalde in artikel 3:13a, eerste lid, APV ingetrokken.

Artikel 2.3

Wanneer uit een schriftelijke rapportage van de politie blijkt dat de exploitant/beheerder nalatig is in het houden van toezicht dat in de inrichting geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde, wordt de exploitant schriftelijk gewaarschuwd door de burgemeester. Bij een tweede overtreding binnen twee jaar na de eerste overtreding zal de inrichting op grond van het bepaalde in artikel 3:7, eerste lid onder b APV, voor de duur van één maand worden gesloten. Bij een derde overtreding binnen twee jaar na de eerste overtreding zal de vergunning conform het bepaalde in artikel 3:13.a, eerste lid, APV worden ingetrokken.

Artikel 2.4

Wanneer uit een schriftelijke rapportage van de politie blijkt dat de exploitant/beheerder geen toezicht houdt op het voorkomen van strafbare feiten zoals bepaald in artikel 3:8, tweede lid onder a. APV, zal afhankelijk van de ernst van de gepleegde strafbare feiten, de exploitant schriftelijk worden gewaarschuwd, de inrichting conform artikel 3:7, eerste lid onder b APV voor bepaalde tijd worden gesloten dan wel de vergunning conform het bepaalde in artikel 3:13a, eerste lid, APV worden ingetrokken.

Artikel 2.5

Wanneer uit een schriftelijke rapportage blijkt dat een inrichting overlast veroorzaakt wordt de exploitant schriftelijk gewaarschuwd. Wordt binnen een half jaar na de waarschuwing wederom overlast geconstateerd zal de inrichting op grond van het bepaalde in artikel 3:7, eerste lid onder b APV voor de duur van één maand gesloten worden. Indien binnen een jaar voor de derde keer overlast wordt veroorzaakt wordt de vergunning conform het bepaalde in artikel 3:13a, eerste lid, APV ingetrokken.

Artikel 2.6

Indien de exploitatie van de inrichting in strijd met de vergunningvoorschriften plaatsvindt wordt de exploitant eerst door de burgemeester schriftelijk gewaarschuwd. Bij een tweede overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding volgt op grond van het bepaalde in artikel 3:7, eerste lid, onder b. APV een sluiting van maximaal 3 maanden. Bij een derde overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding wordt de vergunning conform het bepaalde in artikel 3:13a, eerste lid, APV ingetrokken.

Artikel 2.7

Wanneer de exploitatie van de inrichting in strijd met de Nadere regels als bedoeld in artikel 3:3 APV plaatsvindt wordt de exploitant eerst door de burgemeester schriftelijk gewaarschuwd. Bij een tweede overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding volgt op grond van het bepaalde in artikel 3:7, eerste lid, onder b APV een sluiting voor de duur van maximaal 3 maanden. Bij een derde overtreding binnen een jaar na de eerste overtreding wordt de vergunning conform het bepaalde in artikel 3:13a, eerste lid, APV ingetrokken.

Ondertekening

 
Slotbepaling
 
Deze beleidsregels treden, met ingang van de achtste dag na die waarop dit besluit bekend is gemaakt, in de plaats van de Beleidsregels handhaving prostitutiebeleid, vastgesteld d.d. 17 april 2001
Aldus vastgesteld op 23 februari 2010
De burgemeester van Bergen,
 
 
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad op 6 april 2010
De griffier De voorzitter
 
W.P.G.M. Scheepens C.W.H.M. Klaverdijk
 
Besluit bekend gemaakt op 15 september 2010, in Maas en Niersbode 2010, 37