Subsidieregeling Stedelijke Vernieuwing

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a

  Beschermd stadsgezicht: gebied van Gemeente Bergen op Zoom als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988, zoals vastgelegd in bijlage 4;

• b

  Bedrijfspand : gebouw dat is bestemd om daarin een winkelfunctie uit te oefenen;

• c

  Bouwhistorisch onderzoek: onderzoek naar de reconstructie van de bouwgeschiedenis van een monumentaal pand of object op hoofdlijnen;

• d

  Casco: hoofdstructuur van een pand, waaronder in ieder geval: fundering, dragende muren, vloerconstructie, dakconstructie en trappen alsmede het wind- en waterdicht maken van het pand;

• e

  Conserveren: behouden, in stand houden.

• f

  Gemeente: Gemeente Bergen op Zoom

• g

  Herstellen :terugbrengen in een goede, bruikbare staat;

• h

  Gemeentelijk m onument: een beschermd monument als bedoeld in de ‘Erfgoedverordening gemeente Bergen op Zoom 2010’;

• i

  Object: bouwwerken van geringe omvang- niet bedoeld om te verblijven - evenals monumentenschildjes en muurschilderingen;

• j

  Restaureren: herstelwerkzaamheden, noodzakelijk voor de instandhouding van een gemeentelijk monument of rijksmonument, die normaal onderhoud te boven gaan;

• k

  Rijksmonument: een beschermd monument als bedoeld in artikel 1, onder d, van de Monumentenwet 1988, met uitzondering van een beschermd archeologisch monument als bedoeld in artikel 1, onder c, van die wet;

• l

  WMC: WelstandsMonumentenCommissie: commissie die het college, in het geval van deze regeling, onafhankelijk adviseert in de omgevingsvergunning en/of subsidieaanvraag.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  Voor subsidie komen in aanmerking de onder lid 2 genoemde activiteiten – aan niet zijnde rijksmonumenten - met inachtneming van het bepaalde in artikel 4. Hiervan komen die kosten in aanmerking, benodigd om de casco-onderdelen te herstellen, conserveren of te restaureren op sobere en doelmatige wijze, exclusief btw. Beoogd wordt het behalen van een kwaliteitsverhoging;

• 2.

  Subsidie wordt verleend voor de volgende doeleinden:

  • a

    Het bekostigen van de instandhouding van gemeentelijk monumenten opgenomen in de prioriteitenlijst (bijlage 3). In totaal wordt 1/3 van de kosten gesubsidieerd, met een maximum van € 20.000,-;

  • b

    Het bekostigen van de instandhouding van panden ouder dan 50 jaar binnen het beschermd stadsgezicht voor onderdelen die zichtbaar zijn vanaf het openbaar groen en water alsmede de openbare weg. In totaal wordt 1/3 van de kosten gesubsidieerd, met een maximum van € 5.000,-;

  • c

    Het bekostigen van de verbetering van objecten ouder dan 50 jaar binnen het beschermd stadsgezicht die zichtbaar zijn vanaf het openbaar groen en water alsmede de openbare weg. In totaal wordt 1/3 van de kosten gesubsidieerd, met een maximum van € 2.500,-;

Artikel 3 Verdere activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  Voor subsidie komen in aanmerking de onder lid 2 genoemde activiteiten met inachtneming van het bepaalde in artikel 4. Hiervan komen die kosten in aanmerking, benodigd om de casco-onderdelen te herstellen, conserveren of te restaureren, exclusief btw;

• 2.

  Restauraties van religieus erfgoed en religieuze objecten ouder dan 50 jaar.

  • a

    Restauraties van religieus erfgoed. Deze bijdrage betreft een aanmoedigingsbijdrage. Voor iedere € 100.000,- aan subsidiabele kosten, wordt € 2.000,- subsidie verstrekt.

  • b

    Het bekostigen van de verbetering van religieus erfgoed, objecten. In totaal wordt 1/3 van de kosten gesubsidieerd, met een maximum van € 2.500,-.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Het college van burgemeester en wethouders weigert het verzoek om subsidie in ieder geval indien:

• 1.

  Er reeds een start is gemaakt met de werkzaamheden voor de beslissing op de aanvraag, tenzij er voorafgaand schriftelijke toestemming is verleend door het college.

• 2.

  In een periode van 10 jaar voorafgaand aan de aanvraag voor hetzelfde pand subsidie is verleend;

• 3.

  De benodigde omgevingsvergunning voor de diverse activiteiten niet is verleend;

• 4.

  De WelstandsMonumentenCommissie (WMC) negatief adviseert;

• 5.

  Een bouwhistorisch onderzoek gevraagd wordt maar niet heeft plaatsgevonden of in onvoldoende mate;

• 6.

  De werkzaamheden niet worden uitgevoerd door een voor het werk betreffende kundig bedrijf;

Artikel 5 Doelgroep

Voor de verstrekking van subsidies op grond van deze regeling komen in aanmerking:

• 1.

  Eigenaren van gemeentelijk monumenten en puien, vermeld op de prioriteitenlijst van deze regeling (bijlage 3);

• 2.

  Eigenaren van gemeentelijk monumenten, waarvan het pand niet is opgenomen op de prioriteitenlijst (bijlage 3), maar naar het oordeel van het college, wel hiertoe behoort. Zodoende kan het college bij nader inzien besluiten alsnog subsidie te verlenen;

• 3.

  Eigenaren van religieus erfgoed of religieuze objecten;

• 4.

  Eigenaren van panden of objecten die van cultuurhistorische waarde zijn voor de gemeente. Ontheffing van artikel 2 kan op basis van een door het college goedgekeurde motivering waarom deze panden of objecten van cultuurhistorische waarde zijn en waarom herstel noodzakelijk is voor de instandhouding.

Artikel 6 Procedurebepalingen

1.Aanvraag

Subsidie wordt aangevraagd middels een door het college vastgesteld formulier, voorafgaand aan de werkzaamheden;

2.Beslistermijn

• a

  Op een aanvraag om subsidie wordt binnen 13 weken beslist. Deze beslissing kan eenmalig met 8 weken worden verlenging. Een dergelijke verlenging wordt meegedeeld aan de subsidieontvanger;

• b

  Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten met als maximum het bij de subsidieverlening toegekende bedrag. Indien de werkelijke kosten lager zijn dan vermeld in de verleende subsidiebeschikking, behoudt Gemeente Bergen op Zoom zich het recht het te veel verkregen bedrag terug te vorderen.

Artikel 7 Slotbepalingen

• 1.

  Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager gemotiveerd afwijken van een of enkele artikelen van deze regeling voor zover toepassing leidt tot onbillijkheid van overwegende aard;

• 2.

  Deze regeling kan worden aangehaald als “Subsidieregeling Stedelijke Vernieuwing 2012-2014”;

• 3.

  Met het onherroepelijk zijn van de uitbreiding van het beschermd stadsgezicht, zal de uitbreiding van het beschermd stadsgezicht eveneens onderdeel uitmaken van deze regeling,

• 4.

  Deze regeling treedt in werking na de datum van de bekendmaking en werkt terug tot 1 februari 2012 geldt tot en met 31 december 2014;

• 5.

  De Subsidieverordening Stedelijke vernieuwing (zijnde een regeling) van 8 februari 2011 wordt per inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van

De secretaris, De burgemeester,

Mevr. mr. A.C. Spindler Drs. J.M.M. Polman